Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Eind 2017 kende de Vlaamse Regering bij monde van toenmalig Vlaams minister voor Sport, Philippe Muyters, via het decreet Bovenlokale Sportinfrastructuur een subsidie van 1 miljoen euro toe voor de realisatie van een nieuw sportcomplex op de COOVI-campus in Anderlecht. Met onder meer een sporthal, een indoor klimzaal en tal van buitensportfaciliteiten vormt dit project een welgekomen uitbreiding van de sportinfrastructuur in onze hoofdstad, waar de noden enorm hoog blijven.
Volgens het subsidiebesluit zou het project tegen eind 2020 opgeleverd moeten worden. Ten gevolge van de coronacrisis hebt u die deadline ondertussen verlengd met een jaar. Het bouwproject begon nodeloze vertraging op te lopen toen het VGC-College in 2018 op eigen initiatief besliste om mee te stappen in de uitvoering van een mobiliteitsstudie voor COOVI van perspective.brussels, het gewestelijk ontwikkelingsbureau.
Voor alle sportinfrastructuurprojecten die gesubsidieerd worden via het decreet Bovenlokale Sportinfrastructuur, dient tot aan de oplevering ervan halfjaarlijks gerapporteerd te worden over de voortgang van het project. Tijdens de commissievergadering van 17 juni 2020 verklaarde u dat er in het laatst door u ontvangen voortgangsrapport van september 2019 gesproken werd over een voorlopige oplevering in de zomer van 2022. Dat is een zeer verontrustende planning die, zelfs met het uitstel dat u in het kader van de coronacrisis verleent, niet voldoet aan de vereiste uitvoeringstermijn.
Bovendien had u nog geen enkele gemotiveerde vraag om uitstel ontvangen op basis waarvan u een uitstel van de realisatietermijn zou kunnen toekennen. Hierdoor loopt men het risico dat de Vlaamse investeringssubsidie van 1 miljoen euro komt te vervallen en dreigen de sportende Brusselaars een mooie uitbreiding van de sportinfrastructuur mis te lopen, terwijl de noden enorm hoog zijn en Vlaanderen de nodige middelen ter beschikking stelt.
Daar het laatst door u ontvangen voortgangsrapport dateert van september 2019 zou u ondertussen een nieuw voortgangsrapport moeten hebben ontvangen met een geüpdatete stand van zaken betreffende de realisatie van de COOVI-campus.
Minister, ik heb deze vraag om uitleg enkele weken geleden ingediend. Gisteren verklaarde VGC-collegelid Pascal Smet in het kader van de begrotingsbesprekingen dat het COOVI-sportcomplex er niet meer komt. Ik geloofde mijn oren niet. Over de precieze reden blijft een dikke laag mist hangen. Graag krijg ik via deze weg bijkomende verduidelijking.
Hebt u een nieuw voortgangsrapport aangaande het COOVI-sportcomplex ontvangen, zoals het subsidiebesluit voorschrijft? Hebt u van het VGC-College ondertussen een gemotiveerde vraag om uitstel ontvangen? Wat zijn de precieze redenen van de vertragingen inzake het COOVI-dossier? Hoe evalueert u de huidige voortgang van het COOVI-project en de communicatie met het VGC-College aangaande dit dossier? Welke acties zult u ondernemen om het VGC-College ertoe aan te zetten de beschikbare Vlaamse middelen correct aan te wenden en zo een inhaalbeweging te realiseren inzake bijkomende sportinfrastructuur in Brussel?
Minister Weyts heeft het woord.
Zoals u zelf aanhaalt, verplicht het ministerieel besluit (MB) dat de subsidie toekent om een halfjaarlijks voortgangsrapport in te dienen. Het voortgangsrapport dat werd ingediend in november 2020 is een exacte kopie van dat van 2019. Tot op heden ziet het er op basis van die info niet naar uit dat het project gerealiseerd zal kunnen worden binnen de termijn.
Zoals u weet, voorziet het decreet wel in een mogelijkheid om uitstel te geven op grond van overmacht. Hiervoor moet een uitgebreide motivatie aangebracht worden, samen met een realistische nieuwe planning. Zo’n motivatie hebben we niet ontvangen. Dit betekent dat, als de voorlopige oplevering niet plaatsvindt voor 18 december 2021, de subsidie niet zal kunnen worden toegekend.
Ik ontving intussen op 12 november ook een brief van de VGC waarin de vertraging aan het project werd uitgelegd. Als oorzaken daarvan geven ze de opstart van bijkomende onderzoeken, een veranderende context en een krappe begroting. Daarnaast – en dat is nog veel belangrijker – besliste de Scholengroep Brussel van het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (GO!) om een bestaand gebouw op de campus te renoveren en zo tegemoet te komen aan de noden op het vlak van sportinfrastructuur.
Naast het aanhalen van redenen van vertraging, werd in deze brief ook de vraag gesteld om de middelen voor de COOVI-campus te heroriënteren naar een nieuw zwembadproject op de site van Abattoir. Op deze vraag kan ik vanzelfsprekend niet ingaan. Je kunt het geld dat voor het ene project was uitgetrokken, niet zomaar aan een ander project geven. Het decreet laat dit ook niet toe. Uiteraard kan de VGC of een andere partner hiervoor een nieuwe subsidieaanvraag indienen voor de oproep in 2021 of op een later tijdstip. Dit werd reeds besproken met mijn collega, minister Smet.
Maar zoals het er nu voorstaat, dreigt de subsidie die werd toegekend aan de COOVI-campus te zullen vervallen. Dat is iets wat ik uiteraard ten zeerste betreur. Ik sta in nauw contact met mijn collega-minister Smet over dit dossier en over de situatie van de sportinfrastructuur in Brussel. Brusselse sportinfrastructuur is echt broodnodig en ik betreur dan ook dat de voorrangspositie van Brussel in het Globaal Sportinfrastructuurplan Vlaanderen niet verzilverd zal worden, want die voorrangspositie is er wel echt.
Bij de evaluatie van het decreet hebben we daarenboven voor de Brusselse projecten verfijningen ingevoerd. Het toepassingsgebied werd uitgebreid naar projecten die zich prioritair richten op het Nederlandstalige doelpubliek. Het gaat dan over projecten van publieke en private investeerders. We hebben decretaal alle mogelijkheden gecreëerd en zelfs in een voorrangsrol voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest voorzien. Ik hoop dat die dan ook eens benut zal worden.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord.
Ik vind dit echt wel onvoorstelbaar. Brussel krijgt voorrang bij die projectvoorstellen, maar verzilvert die positie niet. Brussel krijgt dus voorrang op alle andere Vlaamse steden en gemeenten om vooruitgang te kunnen boeken in iets wat heel essentieel is voor onze Brusselse inwoners, sportinfrastructuur. Maar wat stellen we vast? Het enige dossier dat de VGC tijdens de vorige legislatuur heeft ingediend, gaat niet meer door, goed wetende dat men daardoor maar liefst 1 miljoen euro aan beschikbare middelen voor projectvoorstellen heeft laten liggen. Ik vind dat werkelijk ongezien. Dat is 1 miljoen euro aan Vlaams belastinggeld. 1 miljoen euro aan Vlaamse financiële ondersteuning waarin voorzien werd voor een sportinfrastructuurproject, wordt op de helling gezet en is blijkbaar in een Brussels moeras verzonken geraakt. De verantwoordelijkheid van het VGC-College is enorm. Men heeft er werkelijk alles aan gedaan om het project te doen mislukken.
De VGC verwijt Vlaanderen altijd dat de Vlaamse inspanningen niet op de Brusselse realiteit zijn afgestemd, maar we zien nu wat de echte realiteit is. De echte realiteit is dat de VGC gewoon stokken in de wielen steekt.
Minister, u hebt zelf aangehaald wat ik ook in de kranten heb gelezen, namelijk dat twee sportprojecten van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wel in volle ontwikkeling zijn en dat de VGC flink investeert in de renovatie van de onderwijsinfrastructuur op de COOVI-campus. Het is dan ook moeilijk te begrijpen waarom het COOVI-sportcomplex er niet kan komen. Het is moeilijk te geloven dat er geen sprake van slechte wil is. Dit lijkt me pure politieke agitatie vanwege de oorsprong van het geld. Politieke spelletjes zijn voor de VGC blijkbaar belangrijker dan de sportkansen van de Brusselse inwoners.
Ik heb nog een bijkomende vraag. U hebt net zelf aangehaald dat de VGC de afgelopen legislatuur maar liefst 3 miljoen euro heeft laten liggen om andere sportinfrastructuur te realiseren. Ik hoop ten zeerste dat de VGC deze legislatuur sterker gebruik zal maken van de door Vlaanderen aangereikte subsidiemogelijkheden. Hebt u sinds de start van deze legislatuur van de VGC al projectaanvragen voor sportinfrastructuur ontvangen?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat die laatste vraag betreft, heb ik het met Brussels minister Smet al enkele keren over het dossier van het slachthuis gehad. Ik heb mijn diensten aangeboden om dit te kunnen faciliteren. Ik sta hier echt voor open. Ik ben bereid stappen te zetten en mee te werken om dat project te schragen. Ik hoop dat dit tot een goed einde kan worden gebracht.
De vraag om uitleg is afgehandeld.