Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Sinds het uitbreken van de coronacrisis werd heel wat niet-dringende medische hulp, waaronder ook screening op kanker, uitgesteld. Als gevolg daarvan stellen we vandaag vast dat kanker minder snel wordt opgespoord dan in normale omstandigheden het geval is. Uit cijfers van de Stichting Kankerregister blijkt dat er tussen 1 maart en 18 september ongeveer vijfduizend minder kankerdiagnoses gesteld zijn dan in dezelfde periode vorig jaar. De terugval van de diagnoses is het grootst bij de oudere leeftijdsgroepen. Vanzelfsprekend zal dit ook een effect hebben op de volksgezondheid. Hoe later de opsporing, hoe ingrijpender de behandeling en hoe kleiner de slaagkansen zijn.
Voor het bevolkingsonderzoek voor borstkanker, baarmoederhalskanker en dikkedarmkanker werd een inhaalbeweging opgezet nadat heel wat screening werd uitgesteld tijdens de eerste coronagolf. Door de tweede coronagolf dreigt deze inhaalbeweging echter opnieuw vertraging op te lopen en kan er een nieuwe achterstand ontstaan. Daarnaast zien we ook dat mensen zelf, zoals in de eerste golf, een bezoek aan de arts uitstellen. Op termijn zal zo het aantal slachtoffers van deze coronacrisis nog veel meer blijven oplopen dan de overlijdens aan COVID-19, die we vandaag betreuren.
Minister, werd de preventieve screening op borstkanker, baarmoederhalskanker en dikkedarmkanker tijdens de maanden oktober en november uitgevoerd zoals gepland? Is er al een inschatting van het effect van de tweede coronagolf en het uitstellen van de niet-essentiële medische zorg op de laattijdige kankeropsporing in deze periode?
Minister Beke heeft het woord.
Bij de tweede golf gebruikten we meer precieze acties dan in de eerste golf. De bevolkingsonderzoeken naar kanker zijn nu niet in totaliteit on hold geplaatst.
Na een bevraging van de artsen-stakeholders over de impact op hun werk besloten we om de bevolkingsonderzoeken baarmoederhalskanker en borstkanker voort te zetten. Slechts bij enkele mammografische eenheden was er tijdelijk een stop van de uitnodigingen nodig.
Voor het bevolkingsonderzoek rond dikkedarmkanker werden de uitnodigingen gedurende een maand meer gespreid verstuurd, om de belasting op gastro-enterologen en anesthesisten die de coloscopie voorbereiden, te verminderen. Die spreiding hebben we snel weer kunnen normaliseren na de melding dat de capaciteit voor coloscopieën opnieuw ter beschikking kwam.
Door de bovenvermelde acties werd de impact van de tweede golf beperkt en dus ook de impact op de prognose van de gevonden kankers. Voor meer informatie over de mogelijke impact op kankeropsporing verwijs ik naar het antwoord op vraag 776 van collega Warnez.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Toevallig was Patrick Martens, directeur van het Centrum voor Kankeropsporing, vanochtend op de radio. En u hebt vandaag ook een persconferentie gegeven over het rapport van de bevolkingsonderzoeken dat vandaag gepubliceerd is. Patrick Martens gaf aan dat we, specifiek met betrekking tot de bevolkingsonderzoeken, 65 procent wel bereiken, maar 35 procent nog niet, wat toch overeenkomt met een miljoen Vlamingen. U gaf zelf ook aan dat er nog meer inspanningen nodig zijn om de deelname te verhogen, vandaar ook mijn vraag. U zei dat er vanaf 2021 een nieuwe mediacampagne zal worden opgezet om de deelname te kunnen verhogen. Ik wil ook mijn bezorgdheid uiten over kwetsbare groepen. Hoe kunnen we die in de toekomst nog meer bereiken voor dergelijke zaken? Op welke manier kunnen we nog meer inspanningen leveren om de deelnamegraad aan de onderzoeken te verhogen?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik heb het al heel vaak gezegd in deze commissie. We hebben het ook na de eerste golf gezien dat er heel veel uitgestelde zorg is geweest. Dat zal nu niet anders zijn. En dat zorgt natuurlijk weer voor extra belasting op de ziekenhuizen. Wat inderdaad nog veel erger is, is dat mensen uit angst die zorg uitstellen, terwijl dat absoluut niet nodig is. Als het dan gaat over preventieve onderzoeken, is dat iets wat men nog meer zal uitstellen. En dat maakt het natuurlijk heel gevaarlijk. We zien alsmaar meer vergevorderde tumoren, die anders totaal niet aan de orde zouden zijn. Dat is echt iets waar we voor moeten opletten. We moeten er blijven op hameren dat men de zorg absoluut niet mag uitstellen.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, het is inderdaad heel belangrijk dat de screening blijft doorgaan, vooral bij de drie kankers waarover collega De Rudder het had, omdat dat de drie kankers zijn waarvoor screening wordt aanbevolen. Vroegtijdig opsporen van kanker is cruciaal, omdat de behandelingen dan minder zwaar zijn en vooral omdat genezing nog mogelijk is.
Professor kankerchirurgie Topal sprak zijn bezorgdheid ook reeds uit. Doordat de ziekenhuizenbedden moeten worden vrijgehouden voor coronapatiënten, moeten sommige kankerbehandelingen worden uitgesteld. En uitstellen betekent ook meer kans op uitzaaiingen, waardoor de behandeling veel zwaarder wordt en de kans op genezing veel kleiner. Het is dus een en-enverhaal: minder screeningen en uitstellen van zorg, wat een groot effect kan hebben op het aantal mensen dat aan kanker zal sterven tijdens de coronacrisis, maar ook daarna nog. Want de effecten van die crisis zullen pas later gekend zijn. Er sterven jaarlijks 30.000 mensen aan kanker, dus veel meer dan aan COVID-19. En zoals professor Topal zegt, hebben kankerpatiënten evenveel recht op genezing als COVID-19-patiënten.
Minister, op welke manier kan ervoor gezorgd worden dat de controleonderzoeken, de consultaties en de screenings in de toekomst kunnen blijven doorgaan? Gaat u daarover in overleg met uw federale collega? Heel wat patiënten zijn nog angstig om besmet te worden, wat ik ergens ook kan begrijpen, want de immuniteit van kankerpatiënten ligt ook veel lager. Hoe wordt de bevolking zelf gesensibiliseerd om een bezoek aan de arts niet uit te stellen? Welke extra initiatieven gaat u daarvoor nemen?
De heer Daniëls heeft het woord.
Bedankt, minister. Er is nog een niet onbelangrijke vraag. Collega Sleurs is even verontschuldigd, vandaar dat ik toch twee zaken wil aanhalen. Ten eerste is er de kwestie van de participatiegraad van de kwetsbare groepen. Minister, vanuit de N-VA willen we die toch heel specifiek onder de aandacht brengen in het kader van informatie en sensibilisering. Collega Sleurs heeft daar in januari van dit jaar nog een vraag over gesteld, meer bepaald richting personen met een verstandelijke beperking, met zeer eenvoudig taalgebruik, korte zinnen zonder ontkenningen en voldoende beeldmateriaal en pictogrammen. De eerste vraag is dus: hoever staan we daarmee in de ontwikkeling van die kwetsbare groepen en die sensibilisering?
Ten tweede is het zeer goed dat Vlaanderen die preventie en die screenings doet. Ik hoop absoluut dat we geen derde golf hebben, maar ik denk dat we toch moeten opletten: mensen krijgen het resultaat van hun screening en kunnen dan soms niet naar het ziekenhuis. Of er kan wel een coloscopie of een onderzoek gebeuren waarbij een tumor wordt vastgesteld, maar vervolgens kan de ingreep niet gebeuren omdat de ziekenhuizen in fase 2A of zelfs 2B gaan, waardoor dat op dat moment zelf niet als levensbedreigend wordt beschouwd. Ik heb wel kennis van mensen die een verder uitgezaaide tumor hebben met een grotere ingreep en een langere revalidatie tot gevolg.
Daar denk ik dat we misschien het debat moeten voeren met de federale overheid. Als er wordt geschakeld naar bepaalde niveaus in ziekenhuizen, zouden bepaalde ingrepen, naar aanleiding van screeningprogramma’s die we hebben opgezet, toch moeten kunnen plaatsvinden. Zo vermijden we dat tumoren groter worden en dat mensen veel langer ongerust zijn. Daar wil ik toch een oproep voor doen.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, de beste manier om uitgestelde zorg te voorkomen, is ervoor zorgen dat ons zorgcentrum niet overbelast raakt, denk ik. Want de gevolgen die jullie hier formuleren, zijn daar een rechtstreeks gevolg van. Ik hoop dat iedereen dat ook inziet. We zijn deze commissievergadering begonnen met de vraag wat ik ervan vond dat 30 procent zegt dat men zich niet wil houden aan de regels rond het kerstverlof. Voorzitter en collega’s, dit zijn de gevolgen als men zich niet houdt aan wat men zou moeten doen vanuit zijn verantwoordelijkheidsperspectief.
Ten tweede, wat de concrete vragen betreft: het Vlaams Patiëntenplatform heeft samen met de organisaties en beroepsverenigingen uit de eerste lijn een communicatiecampagne uitgewerkt om de mensen te overtuigen om de zorg ook niet uit te stellen. Er zijn ook naar kwetsbare doelgroepen toe specifieke acties gericht rond specifieke bevolkingsonderzoeken. Zo zijn er ook aangepaste folders met informatie.
Ik denk dat we ook verder moeten kijken om specifiek projecten op te zetten naar settings met kwetsbare doelgroepen, om iedereen daar massief in te vatten.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, ik denk dat iedereen het erover eens is dat de preventieve gezondheidszorg maar ook de acute gezondheidszorg uiteraard zeer belangrijk zijn. Ondanks corona moeten we de mensen toch blijven overtuigen om een arts te raadplegen indien er problemen zijn. Ik hoop dat we naar de toekomst toe ook goed kunnen blijven inzetten op informatiecampagnes, en aandacht hebben voor kwetsbare groepen via gerichte acties, zoals u aangeeft. In de toekomst zal het nog belangrijker zijn om ook die doelgroepen te kunnen bereiken.
Laat ons hopen dat de belasting van de ziekenhuizen nu alleen maar verder afneemt, zodat ook onze artsen en verpleegkundigen weer paraat zijn om die zorg van mensen en die screenings weer op zich te nemen. Want dit is uiteraard geen evidente periode. Laat ons allemaal hopen dat we daar snel weer op kunnen inzetten en dat corona op die manier stilletjesaan uit onze maatschappij kan verdwijnen. Ik dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.