Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over Spartacuslijn 1 en de studie voor het nieuwe tracé in Hasselt
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik vraag graag een update over het Spartacusproject, dat zowat de ruggengraat van het vervoersnetwerk in Limburg moet worden, gelet op het ontbreken van nogal wat treinverbindingen in Limburg. Er zijn daarover al heel wat studies gebeurd. Het totale kostenplaatje bedraagt 11,25 miljoen euro.
Er wordt nu opnieuw geld uitgetrokken voor de studie naar Spartacuslijn 2 Hasselt-Maasmechelen. Het gaat om 5,32 miljoen euro, geld dat voortkomt uit de kilometerheffing voor vrachtwagens. In totaal gaat het dus over 16,57 miljoen euro voor de Spartacuslijn 2. Eerder kondigde u aan, minister, dat u op dat traject voorlopig trambussen wilt laten rijden om zo een doorstart in het dossier te bewerkstelligen. Ik zei daarover eerder al dat dat een goede zaak is, indien dat een opstap is naar een definitief performant systeem en dat er dan natuurlijk ook moet worden geïnvesteerd in voldoende doorstroming.
Eind augustus 2020 heeft De Werkvennootschap het studieteam Studio SPL2, dat bestaat uit Tractebel, Arcadis, Common Ground, MAAT-Ontwerpers, Ecorys en Granstudio, samengesteld. Dat team moet bekijken of er op korte termijn hoogwaardig openbaar vervoer in de vorm van een trambus kan worden ingezet op het tracé voor Lijn 2 dat al in 2013 werd vastgelegd. Bovendien moet worden onderzocht of er nog bijkomende studies nodig zijn, omdat het bijvoorbeeld op dit moment nog niet duidelijk is of er een nieuw milieueffectrapport (MER) moet worden opgemaakt. Het concrete plan van aanpak zou begin volgend jaar klaar moeten zijn. De streefdatum voor de realisatie en operationalisering van Spartacuslijn 2 ligt op 2023.
Zoals gezegd, gaat het over meer dan Lijn 2, het gaat over de ruggengraat. Lijnen 1 en 3 zijn ook van essentieel belang. Spartacuslijn 3 Hasselt-Pelt wordt momenteel bekeken in harmonie met het complex project Noord-Zuidverbinding. Er ligt een tussennota op tafel die nog tot 8 december beschikbaar is voor publieke raadpleging. Als ik me niet vergis, kunnen openbare besturen tot 23 december advies geven. Er is in elk geval al een trechter gebeurd in dit complex project, waarbij treinvarianten zijn komen te vervallen en er nog een tram overblijft, die langs de grote baan naar Helchteren zal rijden, met haltes vlakbij de dorpskernen, en, eenmaal ten noorden van Helchteren, met een hogere snelheid via de N74 tot in Pelt zal rijden.
Voor Spartacuslijn 1 Hasselt-Maastricht is het standpunt van stad Hasselt erg belangrijk. Men is op dit moment bezig. Op de vergadering van de raad van bestuur van vervoersmaatschappij De Lijn werden in maart drie consortia geselecteerd voor de aanbesteding van de infrastructuur. Aan die consortia is ook gevraagd om snel duidelijkheid te geven over het verhaal van Spartacuslijn 1 Dusartplein tot aan Maastricht.
Ook de Nederlanders willen doorgaan met dit project en kondigden in mei van dit jaar nog aan dat ze bijna konden beginnen met de gunningsfase.
Minister, kunt u een stand van zaken geven van Spartacuslijn 1 en 2? Wat zijn voor Spartacuslijn 1 en 2 de te ondernemen stappen op korte en op langere termijn? Graag een duidelijke timing.
Is er reeds zicht op het standpunt van de stad Hasselt in de realisatie van Spartacuslijn 1 Hasselt-Maastricht?
Wat zijn de bevindingen van het tracé van Spartacuslijn 1 Hasselt-Maastricht met als eindhalte Hasselt?
Hebt u nog overlegd met de Nederlanders over Spartacuslijn 1 Hasselt-Maastricht?
De heer Danen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, collega Ceyssens heeft al een goede inleiding gegeven, ook op mijn vraag. Ik ga dus niet alles herhalen. Het Spartacusproject is al vaker in deze commissie gepasseerd de laatste zeventien jaar.
Het dossier is begonnen als een superproject, maar intussen is het verworden tot een soap, met telkens nieuwe plotwendingen, die de uiteindelijke implementatie heel erg bemoeilijken.
Een van de opvallende wendingen is dat het definitieve traject van de tram Hasselt-Maastricht op dit moment, 17 jaar na de lancering van het project, nog altijd niet gekend is. Dat heeft vooral te maken met het feit dat er in Hasselt nog veel onduidelijkheid is over het tracé.
De planning die voorligt, stipuleert nochtans dat er tegen de zomer van 2021 – niet meer zo heel lang, en ik hoop dat het heel vlug zover is – één consortium gekozen wordt dat de traminfrastructuur gaat bouwen. Begin 2022 moet dan het definitieve contract worden gesloten en kunnen de werken op het terrein starten.
Minister, wat is de huidige stand van zaken?
Kan de vooropgestelde timing voor tram 1 gehandhaafd worden? Volgens de eerste timing zou die al in 2012 rijden. Het is nu 2020 ... (onverstaanbaar) ... Kan de timing worden gehaald? Wat zijn de belangrijkste bottlenecks?
U hebt op 30 oktober van de Vlaamse Regering 1,1 miljoen euro uit de provisie kilometerheffing gekregen voor een studie over de inplanting van de sneltram in Hasselt. Kunt u deze beslissing duiden?
U liet eerder weten dat de eventuele meerkost van het eventuele nieuwe tracé niet ten laste van De Lijn valt. Wie zal die factuur dan wel betalen, zowel van de investeringsmeerkost als van de meerkost in uitbating?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega's, dank u om het dossier Spartacus onder de aandacht te brengen.
Ik wil eerst opmerken dat ik vorige week bij de begrotingsbespreking al een uitgebreide stand van zaken heb gegeven over de Spartacusprojecten in het algemeen en zeker ook over lijn 1. Ik ga er dus niet in detail op in. Mochten jullie het gemist hebben, is het altijd na te lezen in het verslag van de commissie van vorige week.
De heer Ceyssens vraagt welke stappen er nog moeten worden gezet voor Spartacuslijn 1 en 2 en vraagt naar de timing. De heer Danen vraagt ook naar de timing voor tram 1.
De biedingsleidraden werden op 22 juli uitgestuurd met het oog op het bekomen van een offerte voor de aanschaf van voertuigen, sneltrams, en voor de realisatie van infrastructuurwerken op het traject Hasselt-Maastricht. Daarbij is aan de consortia meegegeven dat er nog een studie lopende was voor het tracé op Hasselts grondgebied. De eerste offertes worden in het voorjaar van 2021 verwacht, waarna de onderhandelingen kunnen plaatsvinden en de consortia zullen worden gevraagd om een ‘best and final offer’ op te maken. Volgens de huidige planning zullen we circa najaar 2021 en begin 2022 definitief uitsluitsel kunnen hebben over enerzijds de opdrachtnemers voor de aanleg van de infrastructuur en anderzijds de fabrikant van de voertuigen. Tegen eind 2022 kan men finaal afkloppen en gunnen.
Het haalbaarheidsonderzoek of de startnota met betrekking tot het tracé in Hasselt tussen het Dusartplein en het station wordt momenteel opgemaakt door het studiebureau, uiteraard in nauw overleg met de verschillende stakeholders. Er werd mij meegegeven dat dat in de eerste helft van 2021 zal worden opgeleverd. Nadien zullen de resultaten uiteraard ook meegedeeld worden aan de Vlaamse Regering, waarna het tracé dan ook formeel kan worden vastgelegd. De bedoeling is dat we vervolgens ook een technisch ontwerp voor het definitieve tracé verder kunnen uitwerken. En dan zal er ook een terechtwijzend bericht gestuurd worden naar de consortia.
Het tracé is al heel duidelijk. Voor iedereen die de plaatselijke situatie kent, is dat ook visueel voor te stellen. Het tracé loopt vanaf het Dusartplein tot aan het station van Maastricht. Omtrent het verhaal op grondgebied Hasselt zal dan desgevallend een terechtwijzend bericht uitgestuurd moeten worden. Op basis van het technische ontwerp, dat we dan ergens medio 2021 zullen hebben, zal vervolgens gekeken moeten worden hoe het zit met het MER, het grondinnamedossier en de omgevingsvergunning. Dat is zowat voorzien voor de periode najaar 2021 tot 2022.
Het MER dateerde van 2007 en diende sowieso geactualiseerd te worden. Bijkomend is uiteraard ook bij de dienst MER nu al aangemeld dat het scopingadvies voor het tracé in Hasselt mee moet worden opgenomen.
Op grondgebied Diepenbeek, Bilzen en Lanaken wordt momenteel maximaal ingezet op minnelijke aankopen. Naar alle verwachting zullen hier ook de effectieve onteigeningsprocedures doorlopen worden, bestaande uit een bestuurlijke fase en een gerechtelijke fase. De bestuurlijke fase van de onteigeningen vangt aan bij de ondertekening van het voorlopige onteigeningsbesluit, hetgeen opgesteld kan worden zodra de contouren helemaal definitief vastgesteld zijn.
De werken aan de overwegen in Diepenbeek zijn gestart begin 2020 en verlopen heel vlot. Het dossier voor de aanpassing van de overwegen in Bilzen gaat op korte termijn in vergunningsaanvraag en aanbesteding. De start van de werken is voorzien zodra al die processen afgerond zijn. Er wordt uitgegaan van een uitvoeringstijd van drie jaar. Dat betekent dat je finaal met een planning zit tegen 2025.
Collega Danen, u vraagt naar mogelijke bottlenecks, en of we die nu al kunnen detecteren. De doorlooptijd van al dan niet gerechtelijke procedures inzake onteigeningen, de timing en de doorlooptijd van de MER en de omgevingsvergunningen, daar kan overal wel een kink in de kabel komen, vandaar dat we die doorlooptijd ruim nemen.
Recent kregen we van een aantal geselecteerde indieners de vraag of er in het kader van de aanbestedingsprocedure geen gebruik kon worden gemaakt van een stopzettingsvergoeding of van een biedingsvergoeding. Dat is iets wat wij niet gebruikelijk doen bij aanbestedingen van de Vlaamse overheid. Dat heeft ook weer gezorgd voor een vertraging. Daar is negatief op geantwoord.
Er is ook de eis tot vrijwaring die werd gesteld door De Lijn. U weet dat niet iedereen altijd even gelukkig is met een aantal beslissingen die wij nemen. Daarom kwam vanuit De Lijn een formele eis tot vrijwaring voor eventuele meerkosten als men zou kiezen voor het Boulevardtracé in plaats van voor het initiële of basistracé, zoals zij het graag noemen. Die eis tot vrijwaring is inmiddels ingewilligd. Dat is ook door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Wat dat betreft blijf ik erbij dat de realistische einddatum wordt ingeschat op eind 2025.
Collega Ceyssens, u had een aantal vragen over lijn 2. U weet dat dit dossier pas in mei 2020 werd heropgestart, nadat het enkele jaren had vastgezeten. In augustus werd het studiebureau SPL2 aangeduid door De Werkvennootschap. Momenteel is men daar bezig met de opmaak van een oriëntatiefase waarbij enerzijds de reeds uitgevoerde studies uit het verleden grondig doorgenomen worden, en anderzijds een aantal nieuwe studies opgestart worden op het vlak van mobiliteit en ruimtelijke omgeving tout court. Ook werden reeds enkele belangrijke stakeholders betrokken om over te gaan tot een aantal overlegmomenten. De belangrijke stakeholders in dit verhaal zijn lokale besturen als Hasselt, Diepenbeek, Genk en Maasmechelen. Het doel van dit alles is om via deze oriëntatiefase een zo vlot mogelijke doorstart te krijgen van de studie naar lijn 2. Ik weet dat ik altijd voorzichtig moet zijn met data, maar het voorstel is hier om in het voorjaar van 2021 een duidelijke projectdefinitie uitgewerkt te hebben, met een beslissing omtrent het te volgen planningsproces en de bijhorende verdere timing en planning van het project lijn 2, waarbij vooral het noodzakelijk planningsproces een belangrijke rol zal spelen.
Ook hier zal De Werkvennootschap een aantal mogelijke 'quick wins' op het tracé in kaart brengen, die we dan al kunnen gebruiken voor een betere doorstroming door maximaal in te zetten op eigen beddingen voor het hoogwaardig openbaarvervoersysteem, en door te zien waar dat al vlot kan worden uitgevoerd, om daar dan ook sneller op in te zetten.
Het uitgangspunt is om verder te werken op het in 2014 gekozen tracé, het tracé dat toen al werd uitgestippeld. Maar er wordt natuurlijk continu gekeken of er her en der optimalisaties mogelijk zijn, telkens in overleg met de betrokken stakeholders, dus zeker de lokale besturen die betrokken zijn of waarvan lijn 2 zich op hun grondgebied bevindt.
Mijnheer Ceyssens, u vraagt naar het standpunt van de stad Hasselt en de bevindingen rond de realisatie van Spartacuslijn 1. Er zijn verschillende platforms waarin de stad Hasselt actief mee betrokken is in het studieproces. Zo zijn er een aantal werkgroepen, is er een stuurgroep in Hasselt en een coördinatieoverleg, en er wordt uitgegaan van een scope-afbakening die onderschreven werd door de stad Hasselt. Ik ga u alle details van die scopeafbakeningen besparen. Er is in elk geval zeer intens overleg met de stad Hasselt. Binnenkort is er nog een nieuwe afspraak op het kabinet waarbij de stad ook zijn verzuchtingen of bekommernissen kan meegeven. Rond bevindingen heb ik dus nu nog geen antwoord, maar ze zijn alleszins heel nauw betrokken.
Hebben wij nog overleg gehad met de Nederlandse politici van Maastricht? We hebben zeer regelmatig overleg en zij volgen alles met een vergrootglas op inzake timing en financiering. Ik heb het daarstraks al even gehad over de Vlaams-Nederlandse overlegstructuur, waarover ik eergisteren samenzat met Cora van Nieuwenhuizen. We hebben haar erop geattendeerd – want dat was de bekommernis van de collega's in Maastricht – dat de uitvoering van Spartacus 1, 2 en 3 verankerd is in het regeerakkoord en dat er uiteraard ook de financiële middelen voor zullen worden uitgetrokken. Dat engagement is er alleszins. We zullen al het mogelijke doen om de planning aan te houden.
U zult begrijpen dat er nog heel wat studiewerk nodig is, al is er al de actualisatie van de plan-MER en zijn er studies over het Boulevardtracé. Sommigen noemen dat nog graag het alternatief tracé maar ik denk dat het heel duidelijk is dat dit het Boulevardtracé is. Er is in deze legislatuur formeel voor gekozen. Er moeten nog studies en actualisaties van oudere studies gebeuren en daarvoor moet uiteraard in middelen worden voorzien. Daarom is de 1,1 miljoen euro overgeheveld van de kilometerheffingprovisie voor vrachtwagens.
Een eventuele meerkost van het nieuwe tracé zou niet ten laste mogen vallen van De Lijn, zegt de heer Danen. Wie betaalt de meerkost dan wel? Ik wil niet vooruitlopen op de feiten en ik wil nu niet al concluderen dat er eer meerkost zal zijn. Als u het Boulevardtracé en het initiële tracé – het basistracé zoals men het bij De Lijn noemt – naast elkaar legt, maakt het in afstand nauwelijks verschil. Om nu al te spreken over meerkosten, is ietwat voorbarig. Meer zelfs, ik denk dat het Boulevardtracé zelfs iets korter is dan het tracé vanaf het Dusartplein naar de stelplaats. Ik wil dus niet op de eventuele meerkost vooruitlopen; ik denk dat we eerst alles op zijn beloop moeten laten en de studies afwachten. Dan kunnen we verder zien hoe het loopt.
Kortom, we boeken goede vooruitgang in dit dossier. Iedereen zal alvast de data van begin 2021 voor ogen houden om na te gaan hoe het dan zit, met Spartacus 2 en met de gunningsprocedures in Spartacus 1.
Spartacus 3 – ook dat heb ik vorige week in de commissie al gezegd – past in het complex project van de Noord-Zuidverbinding. Daarover loopt ook een studie in samenwerking met TUC RAIL, een studie bij Infrabel rond spoorlijn 18. Dat kent daar dus zijn verloop.
De drie Spartacuslijnen zijn alleszins ‘on rails’. We hopen u te gepasten tijde bijkomende informatie te kunnen geven. Als er bijkomende vragen zijn, hoor ik ze uiteraard graag.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord.
Ik heb getwijfeld om mijn vraag uit te stellen tot 2021, omdat ik wist dat u dan meer informatie zou kunnen geven, maar mijn vraag is er een vanuit de bekommernis over de timing die we moeten vasthouden. In dat opzicht, mijnheer Danen, vind ik uw opmerking niet terecht.
In 2004 heeft toenmalig minister Van Brempt in de provincieraad van Limburg het Spartacusplan toegelicht. Ze zei dat als we iets willen bereiken, we moeten durven te dromen. Daar had ze gelijk in. Maar het is niet omdat men een droom voorstelt, dat men die onmiddellijk kan realiseren. Ik wil geen afbreuk doen aan de uitspraken van toenmalig minister Van Brempt. De daaropvolgende ministers van Mobiliteit, minister Crevits, minister Weyts en nu minister Peeters, moesten en moeten daar verder mee aan de slag. Ze moeten de hindernissen overwinnen die minister Van Brempt op dat moment niet zag en ook niet kon zien. Ik vind niet dat u nu kunt zeggen dat het voor haar toen een heel dynamisch plan was en dat het de schuld van haar opvolgers is dat het met horten en stoten gaat. Dat zijn nu eenmaal zaken die dan opduiken en die niemand in de hele raadszaal toen kon zien. Dat mag ons er niet van weerhouden om op het juiste spoor te blijven en verder te doen.
Ik ben alleszins tevreden, minister, dat u heel vastberaden zegt dat we in 2021 duidelijkheid zullen krijgen over het tracé in Hasselt. Dat is natuurlijk heel belangrijk, dat de aanbestedingsprocedure verder loopt. Dat is ook het uitgangspunt in het regeerakkoord, dat er geen tijd meer verloren gaat en de aanbestedingsprocedure verder loopt.
U hebt gelijk: het dossier van lijn 2 heeft inderdaad wat stilgelegen. Ik ben razend benieuwd naar de quick wins op het bestaande tracé. Ik zou toch nog eens durven te polsen of er al zicht is op eventuele grotere quick wins. Zo ja, ‘quick win’ betekent letterlijk snelle winst, u hebt snel budget nodig; in hoeveel budget is er voorzien om de quick wins te realiseren?
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Hoe kan men een robuust pps-bod (publiek-private samenwerking) doen als consortium als men mogelijk een heel ander tracé gaat volgen? Kunt u dat nog even verduidelijken? Een groot stuk van het tracé, namelijk de binnenstad van Hasselt, is nog niet duidelijk.
Ik heb gehoord wat u gezegd hebt, maar kunt u dat nog eens verduidelijken? Dat vond ik echt een breekpunt in uw antwoord.
U zegt dat dat allicht niet veel meer zal kosten, als het al meer zou kosten. Daar stel ik me heel grote vragen bij. U wilt het probleem oplossen als het zich stelt. Die houding heeft sommige mensen heel ver gebracht, ik neem daar akte van.
Mijn contact bij de stad Hasselt laat me weten dat de stad nooit de formele vraag gesteld heeft rond die tracéwijziging. Ik heb het dan in de krant gelezen, ik heb van een aantal mensen hier aanwezig gehoord dat ze hebben meegewerkt aan de ideeën daarrond. Bestaat er een formeel stuk dat aantoont dat de stad Hasselt die vraag voor een tracéwijziging daadwerkelijk gesteld heeft? Ik heb ook begrepen dat De Lijn daar niet echt gelukkig mee is, maar goed, jullie beslissen wat jullie beslissen. Is die formele vraag van de stad Hasselt er of is ze er niet?
U hebt de tweede lijn naar Maasmechelen laten onderzoeken door Tractebel/Engie of er geen andere hoogwaardige openbaarvervoeroplossing zou kunnen, namelijk een trambus. Ook lijn 1 is daar blijkbaar mee in opgenomen. Men heeft laten weten dat een trambus ook op het lijn 1-tracé een oplossing zou kunnen zijn. Is dat een overweging die u echt meeneemt? Of is dat iets wat in het B-scenario van toepassing zal zijn?
Mevrouw Moors heeft het woord.
Ik moet u namens de stad Hasselt toch wel meedelen dat er zeker wordt voortgewerkt. Zij heeft haar visie al meermaals toegelicht, en ondanks hetgeen sommige collega’s hier vandaag willen laten uitschijnen, is er wel degelijk vooruitgang geboekt in het dossier.
Voor lijn 2, dat is de lijn Hasselt-Maasmechelen, wordt er volop ingezet op trambussen. Daarvoor gaat de stad Hasselt mee met de nieuwste ontwikkelingen op dat gebied, ook met het oog op de toekomst. Voor lijn 1, Hasselt-Maastricht, is het standpunt van de stad Hasselt in verband met dat traject al een tijdje duidelijk en ook al meermaals toegelicht aan De Lijn.
Het zou voor collega Ceyssens duidelijk moeten zijn, want hij zat blijkbaar mee aan tafel toen het nieuwe tracé tussen de regeringspartijen werd afgeklopt. Dit tracé is ondertussen niet veranderd, en bovendien zit de stad Hasselt ook geregeld – maandelijks – samen met De Lijn om het dossier op te volgen. Meer nog: ik moet collega Vandeput excuseren, omdat hij op dit moment aan tafel zit met De Lijn om overleg te hebben over het traject. Hij hoopt alvast om daar duidelijke stappen voorwaarts te kunnen zetten.
Jammer genoeg heeft de stad Hasselt in het verleden telkens weer moeten vaststellen dat De Lijn op het oude spoor blijft doorgaan. De gevraagde nieuwe plannen zijn vooralsnog niet in opmaak. Hasselt wacht dus nog steeds op de plannen van De Lijn om het nieuwe traject in kaart te brengen. Het lijkt de stad dan ook noodzakelijk dat er afgestapt wordt van enkele idee-fixen uit het verleden die De Lijn nog steeds meedraagt en waar blijkbaar zeer moeilijk afstand van kan worden genomen. Die boodschap is hopelijk overgekomen bij De Lijn. Daar wordt op dit moment misschien zelfs, hopelijk, al een gevolg aan gegeven.
Ondertussen wordt er op andere fronten wel gewoon doorgewerkt waar dat kan. De ondertunneling van het kruispunt met de grote ring in Hasselt is grotendeels afgewerkt. De enorme werken aan de drie overwegen in Diepenbeek zijn gestart. De spades zitten effectief in de grond. Deze en de vorige Vlaamse Regering hebben in dit dossier eindelijk gekozen en gezorgd voor beweging, wat anderen ook mogen beweren.
Daarnaast is Hasselt volop aan het werken aan een plan voor een autoloze binnenstad, waar het nieuwe Boulevardtracé naadloos in zal passen. Er zal een autorijstrook op de Groene Boulevard verdwijnen ten voordele van het openbaar vervoer. Tegelijkertijd is het plan voor de herinrichting van de Bampslaan, waar de eindhalte zal komen, in opmaak. Dat zal binnen enkele weken ook worden overgemaakt aan De Lijn. Daaruit zal blijken dat de nieuwe eindhalte perfect zal aansluiten op het station, en dus zowel psychologisch – het station ligt dan letterlijk in het zicht – als in effectieve afstand – ongeveer 400 meter – gemakkelijk in elkaar zal vloeien. De vergelijking met Nederland, waar het station op anderhalve kilometer van de nieuwe eindhalte ligt, met de Maas als barrière, gaat totaal niet op. Hasselt behoudt immers de scope waarbij het station van Hasselt bediend wordt.
Hasselt blijft dus volop doorwerken aan de uitwerking van het plan, en de stad hoopt dat alle betrokken partners hetzelfde doen.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord. Ik denk ook dat de twee collega’s Ceyssens en Danen pertinente vragen hebben gesteld, wat heel belangrijk is. En ook met de laatste tussenkomst van onze nieuwe collega is het duidelijk dat in de politiek ook de neuzen in dezelfde richting staan. Het is ooit anders geweest. Minister, wat dat betreft zie ik ook in het klein en in het groot hoe men stappen voorwaarts zet in de richting van de realisatie.
Wij hadden nu op de gemeenteraad de afschaffing van een aantal buurtwegen in Lanaken. Dat is hier ook nooit een probleem geweest. En in Bilzen heb je de spoorovergangen. Dat heb je eigenlijk op alle mogelijke vlakken. Hasselt is nu in druk overleg met De Lijn. Laten we daar ook maar een kat een kat noemen. Er was dat befaamde politieke akkoord dat volgens mij werd gesloten in september met Steven Vandeput, Lode Ceyssens en mijzelf in het bureau van Steven Vandeput. Van de toenmalige formateurs hadden we alle drie één opdracht: ‘Los het op, we willen dat dit gerealiseerd wordt. En als je daar in Limburg een akkoord over hebt is dat voor ons goed. Maar zorg dat dit nu ook dagelijkse praktijk kan worden, en dat die investering met andere woorden kan worden gerealiseerd. Want dat staat nu al sedert 2004 in het Vlaams regeerakkoord.’ Wel, daar zijn we nu dus mee bezig.
De Lijn is ondertussen ook tot inkeer gekomen dat vasthouden aan het bestaande, aan het oorspronkelijke tracé, achterhoedegevechten zijn. Maar zo verlies je wel tijd. Ik denk dat wat dat betreft de steven nu wordt gewend, en dat men rekening houdt met politieke afspraken met betrekking tot de draagkracht en de steun van de stad Hasselt.
We mogen hier ook het internationale aspect niet vergeten, minister. Te pas en te onpas wordt u door de Nederlandse beleidsverantwoordelijken, de wethouders van Maastricht en de gedeputeerden van Nederlands Limburg, gecontacteerd. Ze doen dat bij u, ze doen dat bij mij, maar op zich is dat natuurlijk ook wel een punt van geloofwaardigheid. Ze hebben uiteindelijk 6 miljoen euro opgehoest voor het feit dat zij niet het treinstation als eindpunt hebben, maar wel Mosae Forum, zeg maar het administratief kwartier van de gemeente Maastricht. Ook ten aanzien van de regering: zij moeten ook in het kader van covid kredieten zoeken. Tot nu toe staat dat Nederlandse aandeel daar nog altijd in. We mogen dat zeker niet verliezen. Uiteraard zullen mensen maar overtuigd worden op het ogenblik dat die sneltram op lijn 1 daadwerkelijk zal rijden, want daarvoor heeft het proces te lang geduurd. Maar we gaan daar inderdaad mee vooruit. Het staat niet meer stil. Dat is belangrijk.
Zoals collega Ceyssens zegt, is Spartacus een geheel van openbaar vervoer en van het ontsluiten van de provincie Limburg. Dus ook lijnen 2 en 3 blijven belangrijk. Lijn 3 is nu gekoppeld aan de Noord-Zuid. Wat lijn 2 betreft, is het ook belangrijk dat u daar perspectieven hebt gegeven met betrekking tot de projectenafbakening. Minister, u bent iemand die daar niet altijd heel veel over zegt, maar dat vind ik altijd een goed teken, want dan kan op het terrein ook voortgang worden geboekt. Het is heel gemakkelijk om een tegenstander te vinden van dit soort grote projecten, of iemand de spreekwoordelijke stok te laten hanteren om mee te slaan. We moeten hier doorzetten in het belang van het openbaar vervoer en de modal shift in Limburg, en ook van de geloofwaardigheid van de politiek, dat we nog in staat zijn om grote infrastructuurprojecten te realiseren.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
De realisatie van het volledige Spartacusproject, lijn 1, 2 en 3, is inderdaad ontzettend belangrijk voor de mobiliteit in Limburg. Minister, ik heb twee vragen. De eerste sluit aan bij wat collega Danen al gezegd heeft. Op lijn 2 en 3 spreekt u intussen over een trambus. Op lijn 1 gaat het, voor zover ik weet, nog steeds over een sneltram. Maar bij lijn 1 en lijn 2 is er natuurlijk een stuk dat overlapt, het stukje van Hasselt tot Diepenbeek. Ik heb intussen signalen opgevangen dat er voor lijn 1 misschien ook sprake zou zijn van een trambus, omdat een trambus gemakkelijker in het stedelijke weefsel zou kunnen worden geïntegreerd. Ik weet niet of dat klopt. Kunt u dat bevestigen? Spreekt u voor lijn 1 nog altijd over een sneltram? Of is er ondertussen ook een piste van een trambus in het onderzoek?
Mijn tweede vraag is een vraag ter verduidelijking, want ik weet niet of ik het helemaal goed begrepen heb. Het gaat over de eventuele meerkosten die het aangepaste tracé met zich zou kunnen meebrengen. U zegt, begrijpelijkerwijs, dat we niet op de feiten vooruit moeten lopen, maar ik dacht dat ik u ook had horen zeggen dat de eis van De Lijn voor een vrijwaring van die eventuele meerkosten door de Vlaamse Regering bevestigd is. Dus als ik het goed begrijp, zal De Lijn, als er meerkosten zouden zijn, die alleszins al niet betalen. Heb ik het zo goed begrepen?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor de bijkomende vragen, collega's. Collega Ceyssens, de quick wins zullen in kaart worden gebracht. Dat heeft dan specifiek betrekking op de vraag hoe we kunnen inzetten op een betere doorstroming en waar men maximaal een eigen bedding voor het openbaar vervoer kan voorzien. Collega Moors verwees naar de werken aan de ondertunneling in Hasselt. Daar kan, zodra het allemaal is opengesteld, al een reguliere lijnbus in een volledig vrije bedding rijden. Dus waar we dat op het tracé van Spartacuslijn 2 nu al kunnen realiseren, wordt dat onderzocht en meegenomen, vandaar dat dat misschien een klein beetje nieuw lijkt. Maar voor alle duidelijkheid, ik wil zeker – en hoe rapper hoe liever, wat mij betreft – zodra de Werkvennootschap het signaal geeft dat zij inzake Spartacus 2 al duidelijkheid hebben over datgene wat ze onderzocht hebben, dat dan ook delen met de commissie, zodat we daar allemaal gezamenlijk van op de hoogte zijn en weten hoe we verder kunnen.
Mijnheer Danen, u vraagt hoe de diverse consortia tegenover de discussie staan waar die tram zal rijden in Hasselt. Spartacuslijn 1 is een tracé van bij benadering 33 kilometer, waarvan 3 kilometer aan Nederlandse zijde en 30 kilometer aan Vlaamse zijde. Over het tracé tussen het Dusartplein in Hasselt tot aan het centrum van Maastricht is nagenoeg geen enkele discussie. De discussie gaat nog over waar die tram exact in Hasselt zal rijden: rond de kleine ring met een station aan die kleine ring of aan de huidige stelplaats. Het zal alleszins een verbinding zijn van station tot station. Bij een rechtzetting inzake het Boulevardtracé in het bestek kunnen de diverse consortia alsnog intekenen. Dat is zo'n klein aandeel in de totaliteit dat het via een terechtwijzend bericht opgenomen kan worden.
Dan kom ik tot de meerkost. Is er nog sprake van een tracéwijziging? Iedereen is het erover eens dat het Boulevardtracé voor Spartacuslijn 1 hét tracé is. Ik heb daarnet al gezegd dat we hier niet meer moeten spreken van een alternatief tracé versus een basistracé. Het is het Boulevardtracé dat is verankerd door iedereen die aan tafel zat bij de onderhandelingen. Ook in navolging daarvan is heel duidelijk gesteld dat het het Boulevardtracé zal zijn.
Mijnheer Danen, u vraagt of die vraag heel formeel door de stad is gesteld. Het zit mee verankerd in alle mogelijke stukken die tot nu toe voorlagen. Wat dat betreft, is er geen discussie. Iedereen is het erover eens. Het blijft een verbinding van station tot station en het Boulevardtracé wordt als het meest optimale gezien. Daarover lopen nu bijkomende studies. Het is momenteel niet aan de orde of er een meerkost zal zijn. Als die er is, dan zullen we dat in alle transparantie naar buiten brengen.
Dan waren er vragen over de onduidelijkheid inzake de trambus en de tram die gezamenlijk zullen sporen voor de lijnen 1, 2 en 3 voor het traject van Hasselt tot minstens in Diepenbeek voor lijn 1 en 2. Momenteel lopen er twee studies naast elkaar. Men geeft aan dat het perfect mogelijk kan zijn dat de trambus rijdt op het tracé waar ook de tram komt. Dat wordt allemaal in kaart gebracht, maar men ziet daar niet echt een probleem.
Mevrouw Robeyns, u zei dat er geruchten zijn dat de sneltram van lijn 1 ook een trambus zou worden. Die geruchten hebben mij alleszins niet bereikt. De drie consortia zijn momenteel bezig met de infrastructuur en de tramtoestellen. Momenteel loopt het tracé verder zoals het was uitgestippeld. Ik weet niet waar die geruchten vandaan komen. Ik heb wel zo'n klein vermoeden, omdat we voorafgaandelijk aan de beslissing van mei om Spartacuslijn 2 aan De Werkvennootschap te geven, een ‘quickscan’ hebben laten maken voor zowel Spartacuslijn 1 als Spartacuslijn 2 om na te gaan wat het inhoudt als men kiest voor een trambus versus een tram. Daar is toen geconcludeerd door die snelle quickscan om voor Spartacus 2 de optie van die trambus te nemen, maar er is helemaal niet geconcludeerd om die ook voor Spartacus 1 te kiezen. Ik vermoed dat het bij geruchten is gebleven, mij hebben ze alleszins nog niet bereikt.
Die eis tot vrijwaring is inderdaad goedgekeurd binnen de Vlaamse Regering, dus wanneer er extra kosten zijn voor De Lijn, dan zullen die door de reguliere middelen moeten worden gedragen.
Mevrouw Moors, ik wil u vooral danken voor de bijkomende informatie, want u hebt klaarblijkelijk meer informatie dan ik. Ik wist zelfs niet dat ze op dit moment de facto samenzaten. Dat stemt me blij. Ik ben het volledig met u eens wanneer u zegt dat we af moeten van het idee-fixe over basislijn en alternatieve lijn. Er zijn knopen doorgehakt en daar moeten we mee verder.
Zoals de heer Keulen zegt, is het zeer goed – en ik denk dat andere niet-Limburgse collega’s in deze commissie ons dat benijden – dat alle Limburgse neuzen in dezelfde richting staan, dat iedereen zijn schouders wil zetten onder dit Spartacusverhaal. In 2004 was het inderdaad misschien een droom, maar dromen zijn mooier wanneer ze ook werkelijkheid worden. Ik ben alleszins heel blij dat iedereen hier eensgezind achter staat en dat daarmee wordt aangetoond dat de politiek ook problemen kan oplossen en kan overgaan tot actie. Dat betekent natuurlijk niet dat alles er al ligt, maar we werken verder. Ik hoop dat we het in deze commissie op korte termijn opnieuw over Spartacus 2 kunnen hebben.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, u hebt alleszins alweer een gerucht uit de wereld geholpen. Het was dan ook goed dat hier nog eens een vraag over is gesteld. Ik ben alleszins tevreden vast te stellen dat de afspraken zoals ze zijn gemaakt, worden uitgevoerd. Ik heb ook niet van u gehoord dat er inzake timing tijd zou worden verloren. Dat is de tweede goede boodschap die ik heb genoteerd vandaag. Ik ga er wel van uit dat wanneer we het hebben over quick wins voor Spartacus 2, die iets ambitieuzer zijn dan de quick wins die die op het gemeenschappelijke gedeelte liggen. Dat zijn natuurlijk geen bijkomende quick wins die we realiseren, die zijn gerealiseerd en die moeten we gebruiken. Dat is een goede zaak, maar ik vind dat we daar ambitieuzer moeten zijn en ook op de rest van die lijn moeten zoeken naar bijkomende quick wins. Zo niet, is op dat tracé de trambus niet meer dan een bus die ook weer in de file staat. Ik zie u al knikken. Ik kijk alleszins hoopvol uit naar het voorjaar 2021, wanneer we hier meer over horen.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, van hieruit klinkt misschien een iets kritischer geluid. Ik voel me alsof ik in een droom zit. U zegt dat u de problemen in Hasselt zult oplossen, maar volgens mij zijn die gigantisch. Geen meerkost, zegt u, maar we zullen elkaar over een aantal jaar nog eens spreken. U hebt het ook over quick wins, maar wat zal het effectieve resultaat daarvan zijn? Ik hoop dat dromen geen bedrog zullen worden, maar we spreken elkaar heel snel opnieuw over dit dossier.
De vraag om uitleg is afgehandeld.