Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, 2024 lijkt misschien nog ver weg, maar de tijd gaat soms sneller dan we zelf zouden willen. In het regeerakkoord staan een aantal ambitieuze doelstellingen om de lokale democratie nieuw leven in te blazen. Een aantal opvallende nieuwigheden zijn de afschaffing van de opkomstplicht en het initiatiefrecht van de grootste partij inzake de gemeentelijke coalitievorming. Voor mij zijn dit een aantal heel belangrijke elementen die het vertrouwen van de burgers in het lokale bestuur zullen vergroten. Dat zal ook bij mij het geval zijn.
De goedkeuring van dit dossier werd ook gelinkt aan een adviesvraag aan verschillende instanties.
Minister, hoever staat het met die adviesaanvragen? Kunt u een stand van zaken geven over de timing van de realisatie van deze nieuwe regelgeving?
Minister Somers heeft het woord.
Mevrouw Sminate, ik dank u voor uw relevante vraag over dit belangrijke ontwerp van decreet over lokale democratie, dat in opmaak is.
Zoals u weet, heeft de regering het dossier een eerste keer principieel goedgekeurd op 17 juli 2020. Vervolgens is advies gevraagd aan de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens (VTC), aan de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) en aan de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Alle adviezen zijn intussen binnen. De VTC verleende advies op 8 september 2020, de VVSG op 21 oktober 2020 en de SARC op 23 oktober 2020.
Het ontwerp van decreet, en meer bepaald de wijzigingen over het personeel van de lokale besturen, is al een eerste keer besproken op het Comité C1 van 9 september 2020. De effectieve onderhandelingen vinden plaats op het Comité C1 van 9 december 2020.
In januari 2021, nadat de onderhandelingen in comité C1 zijn afgesloten, zal ik de eventuele tekstwijzigingen naar aanleiding van de ontvangen adviezen en de onderhandelingen voor een tweede principiële goedkeuring voorleggen aan de regering. Vervolgens zal ik het advies van de Raad van State inwinnen. Daarna, in februari/maart, zal ik het dossier opnieuw voorleggen aan de regering, die het dan definitief goedkeurt. Ik plan het dossier in maart in te dienen in het Vlaams Parlement.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Ik ben blij met uw duidelijk antwoord, minister. Daaruit blijkt dat er wel degelijk werk van wordt gemaakt om dat decreet ter stemming voor te leggen.
U hecht er veel belang aan dat de burger een duidelijke stem krijgt in die lokale democratie. Het is heel belangrijk dat we snel duidelijkheid geven, omdat de voorbereidingen stilaan van start zullen gaan. Als die wijzigingen in alle processen geïmplementeerd moeten worden, is het heel belangrijk dat we snel werk maken van de bespreking in deze commissie. Ik kijk ernaar uit om dat geagendeerd te zien.
De heer Ongena heeft het woord.
Ik sluit me natuurlijk aan bij mevrouw Sminate. Wij staan ook vol ongeduld te trappelen om dit in de commissie te behandelen. Het bevat enkele fundamentele hervormingen waarvoor Open Vld al heel lang vragende partij is. We zijn blij dat deze regering dat gaat realiseren: nog meer impact van de kiezer op de verkozenen, ook op de burgemeester. Er komt weliswaar geen rechtstreekse verkiezing, maar men krijgt wel een veel grotere impact door het systeem zoals het is uitgedokterd.
Een afspraak over de opkomstplicht is ook een vraag die bij ons al heel lang leeft en waar we nu ook werk van kunnen maken. Ik heb daarover nog een bijkomende vraag. Het is heel goed, minister, dat u nu heel snel met het decreet komt. Dat geeft ons ruim de tijd om naar 2024 toe te werken. Het is belangrijk dat die regels goed op tijd zijn vastgelegd.
De opkomstplicht wordt afgeschaft. Dat betekent dat we op een andere manier campagne gaan moeten voeren. We gaan mensen in de eerste plaats moeten overtuigen om naar die stembus te gaan. Ik kijk nu heel ver vooruit, maar ik wil u de suggestie doen om vanuit Binnenlands Bestuur de steden en gemeenten daarin bij te staan en te helpen bij die eerste stap. We gaan kiezers moeten overtuigen om te stemmen. Ik ga ervan uit dat Binnenlands Bestuur hen bij die campagne gaat ondersteunen.
De heer Warnez heeft het woord.
Voorzitter, we gaan nog ruim de tijd krijgen om dit hier te bespreken, dus ik ga niet inhoudelijk reageren. Collega Ongena haalt wel een terecht punt aan. We staan allemaal te popelen. Bij de lokale besturen en bestuurders leeft de vraag wanneer dat er komt, zodat er duidelijkheid is op het veld.
Ik heb ook nog een procedurele vraag. Er zijn een aantal adviezen bekend. De VVSG heeft bijvoorbeeld een omstandig advies geformuleerd. Is het de bedoeling, minister, dat u nu eerst nog terugkoppelt naar de VVSG en dan naar het parlement? Of gaat u eerst nog met de lokale besturen – individueel of in groep – aftoetsen? Of is dat nu nog niet aan de orde?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, minister, dit is een zeer terechte problematiek. Ik zal ook aan de verleiding weerstaan om al te diep op de inhoud in te gaan. Ik ga ervan uit dat we nog ruim de tijd hebben om het debat te voeren. De heer Ongena heeft me al één punt voor de voeten weggemaaid, maar dat is goed, het is goed dat we collectief die ambitie delen. De overheid moet echt een rol spelen in dat mobiliserende aspect om te gaan stemmen, los van de partijcampagnes die men sowieso zal voeren.
Ik wil twee elementen inbrengen. Een, ik hoop dat er rekening wordt gehouden met die adviezen. Ik ben benieuwd wat daar allemaal uit komt. U zult het waarschijnlijk vandaag niet aan onze neus hangen, maar ik wil u nog inspireren met twee elementen die u misschien kunnen laten nadenken. U weet dat de Federale Regering beslist heeft om voor de Europese verkiezingen het stemrecht vanaf 16 jaar in te voeren. Misschien kan dat een prikkeling zijn om de ambitie om iedereen een stem te geven, nog breder te maken en dat hier alsnog in op te nemen.
Onze partij is ook al jaren vragende partij om het systeem-Imperiali op lokaal niveau te vervangen door het systeem-D’Hondt, dat tot meer representatieve gemeenteraden leidt. Misschien kan ook dat u inspireren om ermee aan de slag te gaan.
U weet dat ik graag constructieve suggesties doe.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, wij kijken ook uit naar de behandeling van het ontwerp van decreet in deze commissie. Ons standpunt over het afschaffen van de opkomstplicht is jullie intussen al meer dan bekend.
Minister, ik had ook nog een concrete vraag, aansluitend op de vraag van collega Sminate. We gaan van een procedure van structurele onbestuurbaarheid naar een procedure van een constructieve motie van wantrouwen. Als ik me niet vergis, wordt die onmiddellijk ingevoerd, tien dagen na publicatie van dit ontwerp van decreet. Zijn er momenteel procedures van structurele onbestuurbaarheid die lopen die dan zouden overgaan naar de procedure van een constructieve motie van wantrouwen? Zijn er zulke procedures hangende in een aantal Vlaamse steden en gemeenten?
Minister, over die laatste opmerking heb ik een half jaar geleden ook een vraag gesteld. De onbestuurbaarheid gaat over deze legislatuur, terwijl het andere start bij de verkiezingen van 2024. Ook ik had graag iets vernomen over de link tussen beide.
Minister Somers heeft het woord.
Collega's, door het gevorderde uur ga ik heel beknopt antwoorden.
Mevrouw Sminate, ik ben heel blij dat we op dezelfde lijn zitten. Het doet deugd. We gaan er samen aan kunnen werken.
Mijnheer Ongena, een communicatiestrategie om lokale besturen en de burgers te informeren, lijkt mij een simpel iets. We hebben twee jaar tijd om dat te doen.
Mijnheer Warnez, de VVSG en de adviezen nemen we mee. Het is de bedoeling dat we terugkoppelen naar de VVSG. We gaan met die adviezen aan de slag. We zullen het ontwerp aanpassen waar nodig en zinvol op basis van die adviezen. De regering zal het definitief ontwerp vastleggen. Het komt dan naar het parlement, en het parlement zal in al zijn wijsheid, met kennisname van de adviezen, kunnen oordelen of er nog meer moet worden aangepast of niet. Het is geen participatietraject maar een adviseringstraject.
Mijnheer Vaneeckhout, bedankt voor de goede suggesties.
Mijnheer De Loor, er is inderdaad sprake van een constructieve motie van wantrouwen die tien dagen na de publicatie van kracht zal zijn. De andere elementen worden van kracht op het moment dat de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen worden opgestart.
Het aantal gevallen ken ik niet uit het hoofd. Ik zal het schriftelijk overmaken.
Ik hoop dat ik hiermee de essentie voor iedereen heb aangeraakt.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Ik heb geen bijkomende vragen of opmerkingen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.