Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Het platform Airbnb is een onlinemarktplaats voor de verhuur en boeking van privé-accommodaties. Men kan er op een laagdrempelige wijze een extra slaapkamer, leegstaand appartement of zelfs volledige vakantiewoning verhuren en huren. Airbnb weigert echter informatie door te geven aan de inspectiediensten over de verhuurder en hun panden. De Vlaamse overheid heeft het bedrijf daarom al tot tweemaal toe boetes proberen op te leggen, maar tot nog toe zonder resultaat.
Airbnb is ook reeds in opspraak gekomen omdat het druk zou leggen op de lokale woningmarkt. Door het succes van het platform zijn in bepaalde Europese steden heel wat woningen niet meer beschikbaar voor langetermijnverhuur aan de plaatselijke bevolking. Onlangs oordeelde het Europees Hof van Justitie dat de Franse overheid een vergunningsplicht mag opleggen aan wie zijn woning verhuurt aan toeristen. Dat kan betekenen dat het businessmodel van Airbnb – snel en makkelijk verhuren zonder al te veel kosten en voorwaarden – onder druk dreigt te komen. Verschillende Europese steden zullen geneigd zijn een dergelijke vergunningsplicht op te leggen aan verhuurders.
Op een eerder gestelde vraag kon uw collega-minister Demir geen antwoord geven op het aantal woningen dat via Airbnb of gelijkaardige verhuurplatformen verhuurd wordt. Het zou volgens mij wel interessant zijn om dit te weten, om te bekijken of deze woningen, of toch een deel daarvan, niet beter ingeschakeld kunnen worden om de wooncrisis in Vlaanderen aan te pakken.
Wat de kwaliteit en veiligheid van deze woningen betreft, bevinden deze panden zich in een duistere zone, omdat er bijna geen controle mogelijk is door het halsstarrig weigeren van deze platformen om informatie te delen met de overheden. Ik vrees dan ook dat verschillende van deze panden niet voldoen aan de kwaliteits- en veiligheidsnormen zoals bepaald in de Vlaamse Wooncode.
Het stelt me in elk geval gerust dat wat onderverhuring in sociale woningen betreft, dit kort opgevolgd wordt door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) door de toegang die het heeft tot het online basisregister Vlaams logiesaanbod om zo toch een controle uit te oefenen. Dat er in 2019 geen vaststellingen van het aanbieden van sociale woningen als toeristische logiezen werden gedaan bij de controles door de VMSW, is eveneens een hele geruststelling.
Minister, in welke mate wordt u vanuit uw bevoegdheid betrokken bij de evaluatie van het Logiesdecreet, omdat het toch ook over verhuur van woningen of delen van woningen gaat? Zijn er hierover overlegmomenten tussen de verschillende beleidsdomeinen?
Hebt u zicht op hoeveel woningen via deze verhuurplatformen ter beschikking gesteld worden?
Hoe evalueert u de bewuste uitspraak van het Europees Hof van Justitie?
Ziet u mogelijkheden om deze woningen een vergunningsplicht op te leggen zoals het arrest van het Europees Hof van Justitie aan de Franse overheid de mogelijkheid gaf?
Beschikt u over informatie of studies over welke de beweegredenen zijn van eigenaars om hun panden via deze verhuurplatformen ter beschikking te stellen en niet te kiezen voor langdurig verhuur aan lokale woonbehoeftigen? Zo neen, denkt u dat het nuttig zou zijn om dit te onderzoeken?
Ziet u een bijkomende rol voor de lokale overheden om via hun lokaal woonbeleid maatregelen te nemen voor verhuur aan deze platformen?
Zijn er in 2020 door de VMSW gevallen ontdekt bij hun controle van het aanbieden of verhuren van sociale woningen in het basisregister Vlaams logiesaanbod?
Minister Diependaele heeft het woord.
Collega Slagmulder, ik dank u voor uw vragen.
Vanuit het beleidsdomein Wonen is er geen betrokkenheid bij de evaluatie van het Logiesdecreet. Uiteraard zal ik dat wel ook vanuit de Vlaamse Regering mee opvolgen. Het is trouwens een decreet, dus ook het Vlaams Parlement zal zich daar dan op termijn over uitspreken.
Ik heb geen zicht op het aantal woningen die via de verschillende verhuurplatformen ter beschikking worden gesteld voor toeristische doeleinden.
De uitspraak van het Hof van Justitie van 22 september 2020 vormt een belangrijk element in het beleid dat gemeenten en steden kunnen voeren wanneer de toeristische verhuring via verhuurplatformen een te groot deel van de woningmarkt inneemt, omdat duidelijk wordt gesteld dat in die gevallen lokaal een vergunningsplicht voor dergelijke verhuringen kan worden ingevoerd zonder schending van de EU-Dienstenrichtlijn.
De inperking op het vrij verkeer van diensten, zoals dat beschermd wordt door de EU-Dienstenrichtlijn, kan enkel voor zover die evenredig is aan het nagestreefde doel. Een algemene vergunningsplicht in heel Vlaanderen voor toeristische verhuringen via verhuurplatformen is daarom volgens mij niet mogelijk. Wel kan in specifieke regio’s, waar een tekort aan woningen voor langdurige verhuur ontstaat doordat te veel woningen worden ingezet voor toeristische verhuur, een vergunningsplicht worden ingevoerd. Lokaal zou het dus wel kunnen. Omdat de vergunningsplicht steeds gekoppeld moet zijn aan de concrete lokale situatie, is het invoeren van een dergelijke vergunningsplicht eerder weggelegd voor de steden en de gemeenten.
In de internationale literatuur zijn er wel al enkele papers verschenen over de invloed van verhuurplatformen zoals Airbnb op de woningmarkt. Deze studies richten zich meestal op steden zoals Athene, Barcelona, Berlijn, Parijs, Praag waar de problematiek zich veel sterker stelt dan in Vlaanderen. Op zich lijkt de beweegreden van de eigenaars wel duidelijk te zijn: de toeristische verhuur genereert meer opbrengsten dan de verhuur voor residentiële doeleinden. Die beweegreden zal wellicht niet verschillen met die van Vlaamse eigenaars.
Zoals ik in mijn antwoord op uw vierde vraag al aangaf, lijkt mij zeker een rol weggelegd voor de lokale overheden om op dit vlak op te treden als de lokale context dat noodzakelijk maakt. Ik zie trouwens dat gemeenten dat ook al doen. Zo hebben Brugge en Gent daar een beleid over uitgewerkt. Ook binnen intergemeentelijke samenwerking kan een dergelijk beleid worden uitgewerkt. Zo zal de intergemeentelijke samenwerking Rivierenland – Boom, Hemiksem, Niel, Rumst, Schelle, Zwijndrecht –, in de periode 2020-2025 een visie ontwikkelen over Airbnb-verhuur in de streek.
Aan de subsidiëring van deze activiteiten werd de voorwaarde gekoppeld dat het project een aanpak ontwikkelt die toepasbaar is in vergelijkbare regio’s in Vlaanderen.
Bij de controle van de gegevens van Toerisme Vlaanderen zijn er door de VMSW geen gevallen ontdekt. Verhuur van sociale woningen hebben we niet ontdekt.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik wou vooral de bezorgdheid uiten dat heel wat van die panden niet voldoen aan de vereiste kwaliteits- en veiligheidsnormen. Ik ben er ook van overtuigd dat een deel van deze panden beter ingeschakeld zouden kunnen worden om de wooncrisis in Vlaanderen aan te pakken. Dan zullen deze verhuurders toch bereikt en geïnformeerd moeten worden om hen zo misschien te overtuigen om hun pand te verhuren voor sociale huisvesting. Sommige panden – niet allemaal – zouden misschien beter aangewend kunnen worden als crisisopvang of noodwoning, zeker nu uithuiszettingen vaak ter sprake komen.
Ik begrijp natuurlijk de bezorgdheden van verhuurders op het vlak van mistoestanden die regelmatig voorkomen. Die eigenaars kennen natuurlijk de verhalen van huurders die hun sociale woning niet onderhouden en zelfs vandaliseren waardoor de eigenaars met heel wat huurschade achterblijven. Ik begrijp dat ze kiezen voor de financiële kant van het verhaal. Ik vind het nuttig om dit toch eens te onderzoeken.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik ben het fundamenteel oneens met de denkwijze van het Vlaams Belang. Wat ik hier eigenlijk verneem, is dat men naar voren schuift dat een eigendom van een persoon waar die persoon voor gewerkt heeft en die hij wenst te verhuren voor toeristische doeleinden, dat dit niet meer zou mogen. Ze zouden hun pand beter voor asiel of als sociale woning verhuren. Ik vind dat nogal dirigistisch. Ik heb allang niet meer zoiets gehoord.
Aan de andere kant, het kan. U zit juist, minister, men moet dat lokaal aftoetsen. De ene stad of gemeente is anders dan de andere. Brugge heeft tien miljoen toeristen, voor ons is dat een grote zorg, het betaalbaar wonen realiseren, vooral in de binnenstad waar twintigduizend mensen wonen. Heel veel jonge mensen wonen daar, ze kunnen een deel van hun woning verhuren. Dat kan voor iemand die gescheiden is en probeert de woning in te kopen, voor jonge starters die nog geen kinderen hebben, en wel een kamer over hebben. Dat lijkt mij een positieve manier om de zaak te benaderen. Die extra inkomsten worden af en toe gesprokkeld via de verhuur van een deel van de woning voor toeristische doeleinden. Ik vind het een goede zaak om op die manier aan het betaalbaar wonen tegemoet te komen.
Zo trekken wij nog jonge mensen naar de binnenstad. De panden in het centrum zijn niet altijd geschikt, ze zijn te groot, en op deze manier probeert men naast de lasten ook de lusten van het toerisme aan de lokale bevolking te geven. Men kan geen tien miljoen toeristen ontvangen en dat alles louter aan tachtig hotels laten. Die twintigduizend inwoners een graantje laten meepikken, lijkt mij een positieve zaak. Ik zou daar een genuanceerdere houding naar voren willen schuiven. Men moet dat op maat doen en geen algemene attitude voor alle steden en gemeenten naar voren schuiven.
Over het sociaal wonen kunnen we discussiëren. Het is niet omdat men minder heeft, dat men niet tijdelijk, als men er de ruimte voor heeft, iets zou mogen bijverdienen, op voorwaarde dat men die huurinkomsten aangeeft en de sociale huisvestingsmaatschappij (SHM) meer inkomsten laat hebben. Het is niet omdat men daar woont, dat men die mensen iets mag of kan ontzeggen. Ik vraag me zelfs af of dat grondwettelijk is.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik heb gemerkt dat mevrouw Coudyser en ikzelf al heel wat initiatieven hebben genomen rond dit thema, zowel via schriftelijke vragen als binnen deze commissie en binnen de commissie Toerisme. Ik ben dan ook blij te lezen dat collega Slagmulder die initiatieven heeft doorgenomen en daar inspiratie uit heeft geput om deze vraag te stellen.
Minister Demir bevestigde in de commissie Toerisme al dat ze rekening zal houden met het arrest van het Europees Hof van Justitie. Ik hoop natuurlijk dat de voor- en nadelen van de toeristische verhuur via platformen zoals Airbnb en aanverwanten bij de evaluatie van het Logiesdecreet zeker onder de loep genomen zullen worden. Dat wilde ik nog kort zeggen.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u voor de bijkomende opmerkingen. Ik werd wat nerveus toen mevrouw Van Volcem het woord nam, maar we zijn het in dezen wel eens. Mijnheer Slagmulder, u moet alles wel binnen de juiste context zien. Er zullen waarschijnlijk misschien zelfs uitzonderingen zijn en ik geef toe dat ik niet alle details ken, omdat dit eigenlijk onder Toerisme valt, maar het gaat hier voornamelijk om zeer occasionele verhuur, waarvan de inkomsten, voor alle duidelijkheid, aangegeven moeten worden en belast worden. Maar als u stelt dat het om bedenkelijke kwaliteit gaat en dat die woningen gebruikt kunnen worden voor de crisis op de woningmarkt, dan twijfel ik daar heel sterk aan. Er zullen waarschijnlijk inderdaad heel individuele gevallen zijn waarbij dat mogelijk is, maar we hebben het hier voornamelijk over mensen die bijvoorbeeld – ik zeg zomaar iets – twee weken op reis gaan en hun woning gedurende die periode verhuren. Dat betekent dat die kwaliteit in de meeste gevallen wel in orde zal zijn, omdat men daar zelf ook woont, en dat je daarmee de crisis op de woningmarkt natuurlijk ook niet gaat oplossen.
Er is wel het probleem – en dat heeft men met het Logiesdecreet proberen op te lossen – dat dit fenomeen oneerlijke concurrentie zou zijn ten aanzien van B&B’s en hotels, die aan heel wat striktere voorwaarden moeten voldoen. Dat valt echter helemaal binnen de bevoegdheid van collega Demir. Maar om te zeggen dat Airbnb-panden een potentiële oplossing vormen voor de crisis op de woningmarkt, daar volg ik toch niet helemaal.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord.
Het is zeker niet de bedoeling om zoiets op te leggen, maar ik denk dat een beperkt aantal panden zeker ingeschakeld kan worden in het kader van die wooncrisis, maar dat moet uiteraard steeds op vrijwillige basis gebeuren; men moet dat zeker niet gaan verplichten. Ik heb ook al verhalen gehoord dat er hele appartementsblokken verhuurd worden via Airbnb en ik weet niet of dat een goede zaak is. Misschien moet toch eens bekeken worden of er inderdaad geen mogelijkheden bestaan, zoals ik daarnet heb geschetst.
De vraag om uitleg is afgehandeld.