Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, vijf grote West-Vlaamse steden bundelen hun krachten binnen het EFRO-project (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) Kernversterking in CentrumKernen, afgekort KICK. Oostende, Kortrijk, Brugge, Roeselare en Ieper willen met het project hun handelskernen versterken en doen heropleven. De steden werken samen, maar leggen hun eigen klemtonen. Projectpromotor Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen wil de resultaten van het project uitrollen naar alle West-Vlaamse steden en gemeenten. De totale kost bedraagt bijna 2 miljoen euro, met een voorziene looptijd van twee jaar.
De focus van het project ligt op het gebruik van big data en slimme technologieën. Kortrijk gebruikt bijvoorbeeld reeds een systeem op basis van gsm-signalen om anoniem bezoekers te tellen. Het project steunt op vijf pijlers: ondernemingsvriendelijke kernen, bestrijden van leegstand, meer beleving in shoppingsteden, aantrekken en behouden van nieuwe unieke ondernemers en slim inzetten op bereikbaarheid, parkeerbeleid en veiligheid.
Minister, hoe staat u tegenover dit project? Zult u gelijkaardige projecten inzake lokale economische samenwerking stimuleren en/of opzetten? POM West-Vlaanderen plant om de resultaten van het project uit te rollen naar alle West-Vlaamse steden en gemeenten. Op welke manier is de Vlaamse overheid daarbij betrokken? Zullen jullie ook toegang krijgen tot de resultaten en de goede praktijken? Het project focust op kernversterking, en dat voornamelijk in de steden. Zullen de resultaten van het project volgens u ook gebruikt kunnen worden voor kleinere gemeenten? Of moeten we dat nieuwe model bekijken en eventueel aanpassen, mocht u daar voorstander van zijn?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, ik sta uiteraard – hoe zou het ook anders kunnen – positief tegenover dit project. Wij voorzien er ook een heel belangrijke financiële ondersteuning voor.
De totaalkost van het project bedraagt 2 miljoen euro. Na de goedkeuring van de EFRO-subsidies voor 775.000 euro, heb ik beslist om vanuit het Vlaamse budget 387.000 euro uit te trekken. De samenwerking tussen steden om uitdagende problemen als de tanende aantrekkelijkheid van kernwinkelgebieden en de toenemende leegstand die daarmee gepaard gaat, aan te pakken, kan ik alleen maar toejuichen. Ik moedig dit soort samenwerking tussen steden en gemeenten ook sterk aan, bijvoorbeeld met de oproepen binnen het programma Ondernemersvriendelijke gemeente of oproepen binnen EFRO, Interreg en Leader. Met de recente EFRO-oproep Smart Cities ‘Versterken lokale economie’ krijgen lokale besturen de mogelijkheid om innovatieve projecten in te dienen die inspelen op het onlinegebeuren. De ingediende projecten worden momenteel door de EFRO-Management Autoriteit van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) geëvalueerd. Voor deze oproep voorzie ik in 2 miljoen euro EFRO-middelen en in 2 miljoen euro Vlaamse cofinanciering.
Een van de doelstellingen van het project is om de impact en het duurzame resultaat van de projectactiviteiten te verhogen. De coördinatie ligt daarom bij POM West-Vlaanderen en OC West, die contacten zullen onderhouden met onder andere VLAIO, UNIZO, Voka, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP). Zij overleggen heel intensief en er zullen ook bepaalde activiteiten van start gaan waarbij contact wordt opgenomen met de lokale economie om de brug te leggen met andere initiatieven zoals ‘Smart Retail Dashboard’ en ‘Het internet, ook uw zaak’.
Door goede contacten te onderhouden met de lokale besturen via ateliers lokale economie, bilaterale overlegmomenten enzovoort, kunnen POM West-Vlaanderen en OC West het project ook afstemmen op het lokale economische beleid. De lokale besturen zullen de pilootprojecten ook evalueren, bijsturen en zoveel mogelijk implementeren in de reguliere werking.
De deelnemende steden zullen daarnaast een deel van hun communicatie ook wijden aan het informeren van de andere steden en gemeenten. De andere lokale besturen worden in een eerste fase proactief individueel benaderd om in een tweede fase diverse besturen meer in groep te gaan benaderen, om te leren van elkaar. Dat gebeurt via het systeem van de overlegtafels.
Ik luister verder, maar ik neem nu de lift naar boven, u zult me dus even niet zien.
‘The only way is up.’
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, net als u juich ik dit soort projecten zeker toe. Zoals u weet, heb ik vorige week onze conceptnota ingediend en besproken over kernversterking in de Vlaamse steden en gemeenten. We hebben toen heel duidelijk gezegd dat we heel creatief zullen moeten zijn en out of the box zullen moeten denken. Verder denk ik dat de samenwerking en de geïntegreerde aanpak tussen verschillende beleidsniveaus en steden en gemeenten een positief punt is.
Ik ben uiteraard ook zeer benieuwd naar de toekomstige resultaten van dit soort projecten en naar de evaluatie hiervan. Verder vraag ik me ook af of een project als dit, dat eigenlijk focust op grote steden, ook in kleinere gemeenten kan worden geïmplementeerd. Een plattelandsgemeente is iets helemaal anders dan de grote steden die hier staan opgesomd.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik weet niet in welke situatie, lift of traphal u zich bevindt maar ik veronderstel dat er ook niet zoveel reactie meer nodig is.
Mevrouw De Vreese, ik heb de aanvullingen gehoord. We volgen alles goed op. Ik had niet begrepen dat u ook een extra vraag had gesteld, het was een algemene appreciatie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.