Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, in de beleidsnota Toerisme stelde u een evaluatie van het Logiesdecreet in het vooruitzicht. Een jaar na de inwerkingtreding op 1 april 2017 was er al een eerste tussentijdse evaluatie van het decreet. Ook hier gooit de coronacrisis roet in het eten en werd de uiteindelijke evaluatie van het decreet vertraagd.
In de gedachtewisseling over de aanpak van de coronacrisis gaf u aan dat de evaluatie van het Logiesdecreet gepland stond na het aflopen van de overgangsperiode op 1 april 2020. Deze overgangsperiode is door de noodsituatie verlengd. Samen met het agentschap Toerisme Vlaanderen werd de planning herbekeken. U zou ons een update geven.
Recent werd geconstateerd dat er verwarring bestaat tussen de regelgeving van het Vlaams Logiesdecreet en de regelgeving inzake ruimtelijke ordening, die vaak ook door de lokale besturen wordt opgenomen en waar we bepleiten dat steden en gemeenten autonoom beslissingen moeten kunnen nemen. Het Vlaams Logiesdecreet doet niet meer dan een kader creëren zodat alle logiezen in Vlaanderen beantwoorden aan minimale normen van kwaliteit en veiligheid. Dat staat los van de regelgeving inzake de ruimtelijke ordening. Wij hebben er als decreetgevers voor gekozen om enkel in te zetten op de kwaliteit en de veiligheid en om alle regelgeving die op Vlaams, lokaal en ook federaal niveau bestaat uit het decreet te houden. Maar uiteraard geldt die regelgeving voor iedereen.
Steden en gemeenten beslissen autonoom over hun regelgeving op de ruimtelijke ordening, uiteraard binnen de Vlaamse regelgeving daaromtrent. Die steden en gemeenten kunnen uiteraard ook, bijvoorbeeld omwille van de druk op de woningmarkt, kiezen voor het invoeren van een quotum op het aantal vakantiewoningen, of om eventueel in bepaalde delen van de gemeente een vakantiewoningstop uit te vaardigen.
De huidige regeling, op basis van een volledige scheiding van stedenbouw en toerisme, zou volgens stedenbouw ‘illegale logies’ in de hand werken.
Minister, hoe verloopt de evaluatie van het Logiesdecreet? Welke methodiek past u toe? Ik verneem ondertussen dat het evaluatierapport klaar is en dat we het hier op 15 december zullen bespreken, samen met de collega’s van Jeugd.
Er zijn in die evaluatie verschillende fasen en onderdelen. Werd dat opnieuw gedaan zoals bij de tussentijdse evaluatie in 2018? Toen bestond dat uit drie delen: een cijfermatig rapport, een bevraging bij logiesuitbaters en logiespartners, en een interne bevraging bij Toerisme Vlaanderen. Hoe zal de administratie de lokale besturen, de kunststeden en eventueel de provincies, betrekken bij deze evaluatie? Is het ook de bedoeling om de bevindingen van de eindgebruiker van de vakantiewoningen, de toerist, te capteren?
Het rapport is opgeleverd. Ik ben dan ook benieuwd naar de voornaamste conclusies en aanbevelingen. Hoe willen we die aanbevelingen ter harte nemen?
Ik begrijp dat ook het Logiesdecreet zal moeten worden aangepast. Welke timing wordt daar vooropgesteld en wat zijn de belangrijkste zaken die moeten worden aangepast?
Zal de problematiek in verband met de stedenbouwkundige vergunning mee worden aangepakt? Ik begrijp immers absoluut de bezorgdheden die daarover bestaan. Zijn er mogelijkheden om dat binnen of buiten het decreet op een of andere manier op te lossen?
Minister Demir heeft het woord.
Zoals aangekondigd in mijn beleidsnota, zal ik voor deze evaluatieoefening een maximale insteek vragen van de betrokken actoren en belangrijkste partners. Ik heb het dan uiteraard over de logiessector zelf, maar ook over de steden en gemeenten, de provinciale toeristische organisaties, de provinciale logiesconsulenten, enzovoort.
Toerisme Vlaanderen heeft al in verschillende werkgroepen de sector en partners hierover bevraagd. Het gaat dan over Airbnb, Center Parcs, de Confederatie van Immobiliënberoepen Vlaanderen (CIB Vlaanderen), het Centrum voor Jeugdtoerisme (CJT), de hotelassociaties van de kunststeden, de provinciale toeristische organisaties, de toeristische diensten van de kunststeden, Horeca Vlaanderen, Kempen Campings, Kleinschalige Stedelijke Logies Vlaanderen (KSLV), Logeren in Vlaanderen, Pasar, Recread, Vlaamse Jeugdherbergen (VJH), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Dat is een hele oefening. U ziet ook dat de lokale besturen daarbij betrokken zijn. Dat is ook de reden waarom dit wat tijd in beslag neemt. Daarnaast hebben we ook te maken met de crisis die we vanuit ons departement goed moeten monitoren.
Naast de input van deze stakeholders, zal ik uiteraard ook rekening houden met het recente vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel in de evaluatie. Parallel met de evaluatie van het Logiesdecreet loopt eveneens de evaluatie van het resterende Toerisme voor Allen-decreet over de jeugdverblijven. Ook deze evaluatie zal ik meenemen. Ik overleg in dit verband ook met mijn collega-minister van Jeugd.
Uit de input en informatie waarover ik momenteel al beschik, blijkt dat een beperkte aanpassing van het Logiesdecreet sowieso nodig is. Ik zal op korte termijn hiervoor dan ook een ontwerp indienen in het Vlaams Parlement en in deze commissie. Ik wil daar nog niet gedetailleerd op ingaan, aangezien ik hierover eerst in overleg wil gaan met de collega’s binnen de Vlaamse Regering.
De resultaten van de evaluatie wil ik ook graag voorstellen aan deze commissie, zodat ik met de gevoeligheden en opmerkingen die tijdens de bespreking hiervan naar boven komen rekening kan houden in mijn ontwerp van aanpassing.
Uiteraard zullen we niet alleen het decreet bekijken, maar gaan we in deze evaluatie ook na of de uitvoeringsbesluiten moeten worden geactualiseerd. Vanuit de werkgroepen met de stakeholders werden hierover al verschillende suggesties gedaan. De concrete uitwerking van uitvoeringsbesluiten vereist uiteraard dat er duidelijkheid is over het vernieuwde decretale kader.
Ik hoop het decreet en de uitvoeringsbesluiten te laten goedkeuren tijdens de eerste helft van 2021.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat in het rapport een heleboel nieuwe bevragingen zijn gebeurd, zowel in de verschillende deelsectoren binnen de brede sector als bij steden, gemeenten en provinciale toeristische diensten. Daaruit zal wellicht al heel veel interessante informatie zijn voortgekomen.
U gaat het decreet aanpassen. Ik begrijp dat het ontwerp van decreet nog in de Vlaamse Regering moet worden besproken. Het vorige decreet was een voorstel van decreet. Ik neem aan dat wij als parlement mee betrokken gaan worden. De Airbnb-problematiek wordt meegenomen. De evaluatie van Toerisme voor Allen, die uiteraard ook gebeurt in overleg met de minister van Jeugd, wordt ook meegenomen. Er is bij velen verwarring over enerzijds de problematiek van de ruimtelijke ordening die meespeelt en anderzijds het Logiesdecreet, waarin de kwaliteit en de veiligheid primeren. Men denkt dat men met een erkenning volgens het Logiesdecreet ook automatisch stedenbouwkundig met alles in orde is. Dat is niet vooraf overlegd met steden en gemeenten. Daarvoor moet een oplossing worden gezocht. Die oplossingen mogen niet leiden tot extra planlast of vertragingen. Een logies dat in orde is, moet zo snel mogelijk de aanmelding en de erkenning krijgen dat het verdient.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Ik wil toch wel mijn begrip tonen voor de vertraging in de evaluatie. Er is de coronacrisis, maar ik vind het ook belangrijk dat u uw tijd neemt. U hebt gewezen op een groot aantal stakeholders waarmee u in overleg wilt gaan. Dat vind ik een bijzonder goede zaak. Vergeet zeker niet de lokale besturen. Zij hebben een hele goede kijk op wat er gebeurt in hun omgeving. De druk op de woningmarkt is niet overal even voelbaar, zeker niet in de kleinere steden. Maar die druk moet in ieder geval goed gemonitord worden. Hebben wij al iets ontvangen van de bevraging van de lokale besturen? Wat is daar de timing van en hoe zal die bevraging concreet gebeuren?
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil beklemtonen dat wij de bevraging heel breed doen. Het is er ook het moment voor. De evaluatie is afgerond. Maar het rapport is nog niet volledig klaar. Ik hoop dat rapport na het herfstreces aan jullie te bezorgen. Ik hoop ook, voorzitter, als de collega’s, parlementsleden het goed vinden, dat wij dat dan even in de commissie kunnen bespreken. Ook jullie opmerkingen kan ik dan meenemen naar de grote oefening. Wij hebben de lokale besturen hoe dan ook bevraagd via de VVSG. De kunststeden zijn bovendien apart bevraagd. De provincies, met onder andere Westtoer, zijn ook bevraagd. Wij kunnen nog niet elke gemeente apart bevragen, maar de manier waarop wij het gedaan hebben, is redelijk breed. Als wij ook nog eens het rapport in de commissie kunnen bespreken, kunnen de parlementsleden die het dossier al lang volgen, hun input geven.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik denk ook dat de gebruikte methode waarbij er heel brede bevragingen zijn en de input van iedereen kan worden meegenomen, een goede manier van werken is. Als u dat rapport hebt, mag u dat uiteraard aan de commissie bezorgen. De bedoeling is dat we dat volgens de planning op 15 december in de commissie zullen laten toelichten en uiteraard ook zullen bespreken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.