Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Er komen heel wat dieren terecht in dierenasielen. Gelukkig hebben we inmiddels een aantal dierenasielen die steeds professioneler werken, ook al draait hun organisatie en werking nog steeds hoofdzakelijk op vrijwilligers. Bij deze professionalisering hoort ook dat de dierenasielen steeds meer cijfers bijhouden over allerlei parameters. Ik denk dat dit een goede evolutie is, waarmee de minister rekening houdt in de subsidiëring, een uitbreiding van de subsidiëring die aangekondigd was in het regeerakkoord. Met de ondersteuning via eenvormige programma’s, die u plant, kan dat er alleen maar voor zorgen dat wij over betere cijfers en statistieken kunnen beschikken. Elk beleid kan maar gevoerd worden als dat gebeurt op basis van een goede analyse, gebaseerd op goede gegevens en cijfers. Deze informatie kan als een krachtig beleidsinstrument gebruikt worden om het aantal dieren dat achtergelaten of verwaarloosd wordt, terug te dringen.
Ik heb hierover volgende vragen, die een aanvulling zijn van de vragen die ik al schriftelijk heb gesteld. Ik stel ze nu mondeling omdat ik uw visie wil horen. Welke gegevens worden er verzameld via het eenvormige programma Animal Shelter? Vaak zijn het dezelfde personen of families die slecht met hun dieren omgaan. Worden hierover ook gegevens opgeslagen via het programma? Hebt u enigszins zicht op die cijfers voor Vlaanderen? Hebt u in die zin zicht op het aantal personen of families, die regelmatig hun dieren naar een dierenasiel brengen en/of waarvan de dieren er terechtkomen en zich dan opnieuw een of meer huisdieren aanschaffen? In deze erge coronatijden blijkt dat veel mensen zich weer een huisdier aangeschaft hebben. Na de eerste coronapiek werden veel van die dieren weer van de hand gedaan. Waarom niet denken aan een soort label ‘goed eigenaarschap’, dat eveneens sterk sensibiliserend zou kunnen werken? De sensibilisering zou de mensen ervan bewust moeten maken dat het niet opgaat zich een dier aan te schaffen voor een beperkte periode, maar dat het een engagement van lange duur moet zijn.
Minister Weyts heeft het woord.
Animal Shelter is een onlinebeheerprogramma voor erkende dierenasielen waarmee zij hun administratie volledig digitaal kunnen bijhouden. Dierenasielen kunnen het programma dus gebruiken om verschillende gegevens bij te houden van het asiel, de dieren, gastgezinnen, medewerkers, dierenarts enzovoort. Dat kan een schat aan informatie opleveren en ook heel nuttig zijn voor het goede beheer van een dierenasiel. De dienst Dierenwelzijn heeft beperkte toegang tot die gegevens. Daarbij moet hij de privacyregels respecteren.
Het belangrijkste doel is natuurlijk dat men het aantal dieren dat jaarlijks in een asiel terechtkomt, kan monitoren. Zo krijgen we via Animal Shelter permanent data waarop we ons kunnen baseren om het beleid aan te sturen. Op grond van de privacywetgeving zijn deze gegevens geanonimiseerd. De dienst Dierenwelzijn kan dus vanop afstand geen persoonsgegevens raadplegen van bijvoorbeeld medewerkers, gastgezinnen of adoptanten. Natuurlijk kunnen deze gegevens wel opgevraagd worden tijdens een controle ter plaatse.
Op het vlak van adoptie passen de erkende dierenasielen in Vlaanderen vrij eenvormige procedures toe. Voor de adoptie van een hond wordt bijvoorbeeld in alle asielen eerst een uitgebreid adoptiegesprek gevoerd, al dan niet in combinatie met een huisbezoek bij de toekomstige adoptant. De procedure loopt over meerdere dagen of zelfs weken, afhankelijk van het asiel. Ik heb er vertrouwen in dat de dierenasielen het beste voor hebben met hun dieren en steeds de meest geschikte adoptant voor hen zoeken.
Het bijhouden van een zwarte lijst met personen aan wie geen dier mag worden meegegeven of met personen die al vaker dieren afstonden aan het asiel, is geen evidentie, door de privacywetgeving. Zou dat ook wel zo efficiënt zijn? Of dit sluitend kan worden georganiseerd, betwijfel ik ten zeerste. Men kan nog altijd via een andere persoon, zoals een familielid, een dier adopteren. Met een goed intakegesprek en een eventueel huisbezoek voor en na adoptie kunnen misadopties in grote mate worden vermeden.
Het vermijden van impulsaankopen en het sensibiliseren tot goed eigenaarschap is een van de aandachtspunten van mijn beleid. Je kunt daarmee niet vroeg genoeg beginnen. Daarom lanceerde ik onlangs nog de nieuwe lessenreeksen rond dierenwelzijn in de klas: https://www.dierenwelzijnindeklas.be/. Deze lessen laten kinderen van alle leeftijden, van de kleuterklas tot het middelbaar onderwijs, nadenken over de noden en het welzijn van hun dieren. Je moet bij aanschaf van een dier voorzien in de nodige ruimte, er zijn financiële consequenties aan verbonden, je moet aandacht aan zo’n dier besteden, je moet het verzorgen. Er zijn dus concrete gevolgen aan verbonden voor het dier, maar ook voor het baasje en het gezin. De bedoeling is om van de kinderen later verantwoorde eigenaars en/of consumenten te maken. We hebben daarnaast ook nog een campagne van de dienst Dierenwelzijn lopen, waarbij er per diersoort een fiche bestaat die je heel uitgebreid informeert over alle gevolgen en verantwoordelijkheden die gepaard gaan met het in huis halen van dat bepaalde dier. Je kunt hiervoor terecht op de website www.huisdierinfo.be. Die site wordt constant geüpdatet. Je vindt daar over heel veel diersoorten de nodige informatie.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Er werden inderdaad al heel veel stappen genomen. Ik stelde deze vraag ook op vraag van mensen die een dierenasiel leiden. Het is zeker niet mijn bedoeling om een pleidooi te houden voor een zwarte lijst. Inspecteurs die zich bij de lokale politie met dieren bezighouden, vragen dat er in de sector nog meer zelfcontrole zou zijn. Mensen kennen immers mensen. Vaak weet men perfect wie goed of slecht met huisdieren omgaat. In die context kan men dit gegeven ook positief benaderen. We moeten geen zwarte lijst opstellen, maar we moeten wel zoeken hoe we programma’s zoals Animal Shelter nog kunnen verbeteren.
Dat goed eigenaarschap is inderdaad een van de punten uit het regeerakkoord die u bij de regeringsverklaring hebt aangekondigd. Ik stel voor dat we effectief op die weg verder gaan en dat we dit positief benaderen, zodat de groep die het niet goed doet overblijft en men tegen hen kan optreden. Ik herhaal het: we hoeven niet met kliklijnen of zwarte lijsten te werken, maar ik denk dat we op dat vlak toch nog een stap vooruit kunnen zetten. We kunnen dat goed eigenaarschap op een positieve manier en met meer zelfcontrole nog verbeteren.
Bedankt voor uw antwoord. Ik ben het met u eens dat de dierenasielen, met hoofzakelijk vrijwilligers, schitterend werk leveren, ook op dat vlak.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, u stelde dat het bijhouden van een zwarte lijst van personen die het niet zo goed menen met dieren, geen evidentie is. Ik heb op het terrein al verschillende signalen gekregen dat het soms toch dweilen met de kraan open is. Sommige mensen halen meermaals een dier in huis. Die dieren komen daarna terecht in een asiel. Eventjes later gaan diezelfde mensen opnieuw op zoek naar een asieldier. Dit is een vicieuze cirkel.
Uit de praktijk weet ik ook dat heel veel vrijwilligers in opvanginitiatieven en asielen achtergrondinformatie proberen te verzamelen. Ze proberen goede intakegesprekken te houden met de nieuwe eigenaars van een adoptiedier. Zij doen daar al heel veel moeite voor, maar het is niet altijd even makkelijk. We weten dat heel veel mensen wel goede bedoelingen hebben en dat zij ook een goede en warme thuis bieden aan deze dieren, maar er zullen altijd rotte appels in de mand blijven liggen indien mensen gewoon aan asielshoppen kunnen verder doen. Misschien dus toch nog een oproep, minister, om eens te bekijken wat er nog mogelijk is in het kader van die privacywetgeving. Kunnen er eventueel nog meer gegevens verzameld worden om die problematiek op te lossen? Dank u wel.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik ben het volkomen met u eens dat het belangrijk is om mensen zo goed mogelijk te sensibiliseren zodat ze zich bewust zijn van de gevolgen wanneer ze een dier in huis halen: welke noden heeft zo’n dier en welke impact heeft de zorg voor een dier op het gezin?
Ik ben het ermee eens dat de dierenasielen echt mooi werk verrichten. Dat is ook een noodzakelijk sluitstuk in het hele verhaal, omdat de zorg voor een dier bij sommige mensen niet lukt, waardoor het dier de weg naar het asiel vindt. In de asielen levert men enerzijds fantastisch werk om die dieren zo goed mogelijk op te vangen. Anderzijds probeert men een zo goed mogelijke adoptant te vinden. De medewerkers gaan daarvoor in overleg, doen intakegesprekken en dergelijke meer.
Als er twijfel is over bepaalde adoptanten of als die veelvuldig terugkomen, kan het asiel natuurlijk zelf bepalen dat ze deze kandidaat-adoptanten op basis van gemotiveerde redenen uitsluiten. Als ze echter te maken hebben met terugkomers die hun dieren telkens opnieuw aanbieden, is dat veel moeilijker. Het asiel ontvangt die dieren en stelt dan vast dat dat vaak dezelfde mensen zijn. Waar kunnen die medewerkers van het asiel terecht zodat men met die mensen verder in gesprek kan gaan over hun terugkomgedrag? Als dit vanuit de asielen wordt vastgesteld, dan vraag ik me toch af op welke manier we een antwoord of ondersteuning kunnen bieden aan die vrijwilligers. Kunt u in overleg gaan met de dierenasielen of de dierenasielen bevragen wat hun ervaring is op dat vlak? Ik krijg hierover soms signalen, maar ik weet niet hoe groot deze problematiek op Vlaams niveau is. Men kan de asielen toch eens naar hun ervaringen vragen. Zo kan me vervolgens bekijken welke ondersteuning men kan bieden om toch op z’n minst het gesprek aan te gaan met mensen die vaak terugkomen en om eventueel hun gedrag bij te sturen.
Minister Weyts heeft het woord.
We moedigen momenteel zoveel mogelijk asielen aan om bij Animal Shelter aan te sluiten, zodat we over zoveel mogelijk data beschikken. Omdat we de asielen altijd moeten bevragen en hen dus moeten belasten met dat werk, krijgen we soms disparate informatie. De asielen rapporteren op verschillende manieren, waardoor het soms wat moeilijk is. Intussen zijn meer dan honderd asielen aangesloten bij Animal Shelter. Ik verwacht dat er nog extra aanvragen zullen komen tegen het einde van de maand, dus dat loopt wel goed. Ik denk dat dit essentieel is om een beter beleid te kunnen voeren.
Via www.huisdierinfo.be hebben we een tijdje geleden een campagne uitgerold. Ik wil die graag nog eens hernemen. Ik weet niet of dat in deze coronaperiode het geschikte moment is, maar ik bekijk met mijn administratie of dat nog zal lukken en of er nog wat middelen resteren om rond huisdieren een campagne te voeren.
De heer Vandenhove heeft het woord.
De antwoorden van de minister volstaan voor mij. Ik denk dat we inspanningen moeten blijven doen en de dierenasielen moeten blijven ondersteunen. We moeten de sensibilisering rond goed eigenaarschap zeker voortzetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.