Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandromme heeft het woord
Vaak horen we van ouders met kinderen voor wie extra zorg nodig is, dat ze hun verhaal ontelbare keren opnieuw moeten vertellen als ze een beroep willen doen op de juiste zorg- en hulpverlening.
Als school is het bij nieuwe leerlingen die van school veranderen, dan weer vaak een grote zoektocht, en het duurt soms weken tot maanden om alle juiste diagnoses, attesten, enzovoort te verzamelen zodat de juiste zorg en begeleiding uiteindelijk kunnen worden opgestart. In de vorige legislatuur startte minister Crevits het leerlingenplatform op en verschillende ondersteuningsnetwerken hebben ondertussen ook zelf een digitaal deelsysteem uitgedokterd. Ik heb het dan over Diplon.
In het kader van de privacywetgeving en dergelijke, is het natuurlijk een delicaat gegeven en het blijft gevoelig om vertrouwelijke informatie te delen met verschillende instanties.
Binnen de onderwijssector zijn er momenteel wel voorzichtige initiatieven om informatieoverdracht te verbeteren. Zo is er bijvoorbeeld het IRIS-platform dat de school, het centrum voor leerlingenbegeleiding en het ondersteuningsnetwerk kunnen raadplegen. Dit is een eerste vorm van een leerlingenpaspoort.
Er is ook in deze commissie al vaak sprake geweest van planlastvermindering voor onze leerkrachten en directies. Ook in het regeerakkoord werd het engagement genomen om hier werk van te maken. We lezen: “Elke inspecteur moet een planlastinspecteur worden, waarbij er gekeken wordt naar het resultaat en niet naar de nodeloze rapporteringsverplichtingen.”
Minister, welke plannen hebt u om in de toekomst verder te werken aan een systeem voor het delen van informatie? Wat is de timing van deze plannen?
Welke instanties zal u daarbij betrekken?
Welke acties zal u verder nog ondernemen om de planlast voor centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) en scholen te verminderen?
Minister Weyts heeft het woord.
Het eerste luik van uw vraag betreft de informatiedeling.
Begin september ging het IRIS-platform online. Hierbij werd mogelijk gemaakt dat scholen steeds over het juiste en actuele verslag of gemotiveerd verslag van de leerling beschikken. Voor deze twee documenten maken we komaf met het administratief belastende papierwerk en de steeds terugkerende zoektocht naar het juiste verslag.
In het kader van het decreet Leersteun onderzoek ik momenteel hoe we een veilige, laagdrempelige en gebruiksvriendelijke online tool kunnen vormgeven, die ook de communicatie tussen CLB’s, scholen, ondersteuners, leerlingen en ouders mogelijk maakt.
Ook het beleidsdomein Welzijn sprak in zijn beleidsplannen de ambitie uit om een betere afstemming tussen onderwijs en jeugdhulp te voorzien, onder andere op het vlak van informatiedeling. Daar zijn we momenteel, samen met Welzijn, mee bezig.
Het tweede luik van uw vraag betrof de planlastvermindering.
Samen met de onderwijsinspectie zetten we in op vier sporen: informeren, sensibiliseren, inventariseren en rapporteren.
Een, het informeren. De inspectie brengt in cocreatie met stakeholders in kaart welke minimale administratieve verplichtingen echt noodzakelijk zijn om de kwaliteitsverwachtingen uit het referentiekader onderwijskwaliteit in kaart te brengen.
Twee, het sensibiliseren. We moedigen de schoolteams wat aan. Met een planlastcalculator kunnen de scholen hun eigen planlastcoëfficiënt meten. Zo sensibiliseren we scholen om onnodige planlast of overdreven verantwoordingsdruk aan te pakken.
Drie, inventariseren. De onderwijsinspectie brengt tijdens de reguliere doorlichtingen met een planlastradar de planlast in kaart.
Vier, het rapporteren. De onderwijsinspectie rapporteert periodiek de verschillende overheden over veelvoorkomende planlastveroorzakers. Naast de analyse of het oranje licht probeert zij wat beleidsaanbevelingen te formuleren om te zorgen voor minder planlast.
Bij de uitwerking van nieuwe beleidsmaatregelen houden we natuurlijk steeds voor ogen dat ze geen planlast veroorzaken. We behoeden ons voor het ontwikkelen van documenten, informatiestromen en steekvlamregelgeving, die dan ook opnieuw planlast veroorzaakt, maar waarbij we een kosten-batenafweging zouden moeten maken. Een minimum aan werkdocumenten om houvast te geven aan het ondersteuningstraject blijft echter noodzakelijk.
Tot slot verwijs ik naar een recente beslissing van de Vlaamse Regering. Begin september werd de definitieve goedkeuring gegeven aan een besluit dat de opmaak en inhoud van een gemotiveerd verslag administratief vereenvoudigt. Dat is een eerste stap om de planlast te verminderen en de beschikbare tijd zo efficiënt mogelijk in te zetten. CLB-medewerkers krijgen daardoor meer ruimte om zich toe te leggen op hun kerntaak: de ondersteuning van leerlingen, leraren en directies, zeker vandaag, met de hele corona-aanpak en het contactonderzoek. De implementatie van deze maatregel wordt gemonitord door een technische commissie met een vertegenwoordiging vanuit de overheid en de CLB-sector. Op grond van die analyse en die monitoring bekijken we of er eventueel extra stappen moeten worden gezet.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor het antwoord. We moeten natuurlijk een evenwicht zoeken. Aan de ene kant is er de privacy inzake de gegevens van de leerling, want niet elke ouder is even enthousiast om alles te delen over zijn of haar kind. Daar heb ik alle begrip voor. Aan de andere kant is er het verhaal van de planlast en het efficiënt omgaan en het efficiënt werken. Als er iets is dat we moeten vooropstellen, dan is dat toch wel het welzijn van het kind. Als we de begeleidingsuren moeten laten opgaan in het zoeken naar verslagen, het zoeken naar informatie, dan denk ik dat we niet efficiënt bezig zijn. Dat is zeker niet efficiënt met het oog op het zorgen voor maximaal welzijn voor het kind.
Minister, ik hoorde u vertellen dat er echt wel samengewerkt wordt met het departement Welzijn om te zien hoe alles op elkaar afgestemd kan worden, zodat men niet moet beginnen met een wit blad. We moeten er eigenlijk voor kiezen om te zien naar wat er al bestaat op het werkveld en ook naar de samenwerkingsverbanden die er nu al zijn met de ondersteuningsnetwerken. Ik hoop dat u ook die ervaringen meeneemt bij het verder ontwikkelen van mogelijke systemen.
Ik vroeg me af of u het een goed idee vindt om één systeem uit te werken voor de verschillende ondersteuningsnetwerken, waar het CLB dan op kan inhaken.
Verder kijk ik natuurlijk ook uit naar uw verdere plannen met het nieuwe M-decreet.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik dank ook de vraagsteller, want in de N-VA-fractie liggen we daar ook al lang van wakker. Als je het gezicht van collega Krekels goed bekijkt, zie je dat ze van planlast haar persoonlijk strijdpunt gemaakt heeft.
Ik wil nog enkele zaken aanhalen, minister. De vorige minister heeft operatie Tarra uitgerold. Is er al een duidelijker zicht op degenen die extra planlast veroorzaken? Is daar al een duidelijke indicatie van?
We vinden het in elk geval goed om dat gemotiveerd verslag administratief te vereenvoudigen. Collega’s, ik denk dat het belangrijk is dat niet de leerling met het dikste pak papier ondersteuning krijgt, maar wel de leerling die dat nodig heeft. Ik heb daar doorheen de tijden toch een evolutie in gezien als pedagoog. Vroeger was er alleen een IQ-test. Vervolgens ging die IQ-test eruit en gingen we omschrijven wat er allemaal wel en niet was, en dat besloeg soms vele pagina’s. Ik denk dat we moeten bekijken wat mogelijk is door die bestaande diagnostische instrumenten te gebruiken en eventueel aan te vullen met kindspecifieke zaken. Ik denk dat we op die manier een goed beeld krijgen. Ik denk dat dat iets handigs is om mee te nemen.
Collega’s, een motto waar we volgens mij allemaal samen voor moeten pleiten, is: ‘stop met typen, begin te werken’. Tijdens sommige overlegmomenten in het onderwijs zie ik iedereen op zijn laptop typen over het kind, terwijl ondertussen de leraar in de klas staat bij het kind. Soms wordt hij zelfs uit zijn klas gehaald en moet hij door iemand vervangen worden. Dus: stop met typen, begin te werken.
Minister, ik heb nog een vraag die samenhangt met informatiedeling, wat ook een vraag was van mevrouw Vandromme. Er wordt regelmatig geschermd met het beroepsgeheim, gedeeld beroepsgeheim, medisch geheim… Nu, tijdens de coronacrisis, is mijn vraag misschien wat voorbarig. Maar zijn er nog gesprekken geweest met CLB’s om dat toch wat op te heffen, opdat dat geen belemmering meer hoeft te zijn?
Minister Weyts heeft het woord.
Met betrekking tot die problematiek wil ik de opportuniteiten van het IRIS-platform meegeven. Dat is niet alleen de eerste stap naar een soort digitaal leerlingenpaspoort. Het is de bedoeling om echt een hub te vormen, een schakelstation zeg maar, voor veilige onlinecommunicatie met en binnen een CLB. Die CLB-communicatietool kan gerealiseerd worden dankzij dat IRIS-platform als fundament. Als bijvoorbeeld een leerling toegang wil krijgen tot een CLB-communicatietool, dan kan hij zich aanmelden via tweefactorauthenticatie. Dat wil zeggen dat hij twee stappen moet zetten vooraleer hij op het betrokken platform terechtkan. Via die authenticatie via het IRIS-platform kan hij zich dan aanmelden.
Via IRIS is er nu reeds een connectie met het Leerlingen Activiteiten en Registratie Systeem (LARS). LARS is een softwaresysteem dat door het CLB wordt gebruikt. Door die connectie wordt het integreren van rechtstreekse LARS-registratie vanuit de communicatietool in LARS mogelijk.
Tot slot wil het CLB, ook via IRIS, in de toekomst leerlingen de toegang geven tot een soort van online-portfolio, waarin ze bijvoorbeeld de resultaten van tests die ze hebben gemaakt op onderwijskiezer kunnen consulteren.
Het is dus alleszins de bedoeling dat dat platform meer in petto heeft dan de eerste stap die we nu zetten.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de toelichtingen. Of je aan het gezicht van mevrouw Krekels kunt zien dat planlast haar wakker houdt, dat laat ik aan mijnheer Daniëls over. Maar ik deel alvast de bezorgdheid dat we voor zo weinig mogelijk overlast moeten zorgen met het maken van verslagen, het opmaken van dossiers. We moeten alle tijd kunnen steken in het welzijn van onze kinderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.