Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over het verdwijnen van de ferryverbinding Hull-Zeebrugge en de toename van shortseaverbindingen met het Verenigd Koninkrijk na de brexit
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister-president, ik heb vorige week een gelijkaardige vraag gesteld aan uw collega, minister Demir, specifiek rond de impact op het toerisme, maar het gaat natuurlijk veel ruimer, en daarom wil ik het verdwijnen van de enige rechtstreekse verbinding tussen ons land en Groot-Brittannië ook aan u voorleggen. De impact voor Vlaanderen is namelijk niet gering.
De verbinding had veel voordelen op het toeristische vlak. Het was een gemakkelijke verbinding voor toeristen om vanuit het noorden van Engeland en Schotland tot hier te komen. De overtocht gebeurde ’s nachts en bood dus heel wat comfort voor reizigers uit die zone.
Wie nu vanuit Groot-Brittannië naar Vlaanderen wil reizen met de ferry, moet op zoek naar alternatieven. En die zijn er wel via onze buurlanden: via de oversteek Hull-Rotterdam, die P&O Ferries wel zal behouden, of via Dover-Calais. Dat betekent natuurlijk wel dat we afhankelijk zijn van de situatie en de regelgeving in onze buurlanden, zoals douaneformaliteiten. Zodra de verbinding wegvalt, zal het reizen ook meer tijd in beslag nemen.
Vorige week hebben we met een aantal partners – de gouverneur, Westtoer, verschillende toeristische ondernemers en organisaties, meerdere burgemeesters en parlementsleden – aan de alarmbel getrokken, en ondertussen is er een klein lichtpuntje: P&O zou nu toch de mogelijkheden onderzoeken om de verbinding Hull-Zeebrugge te behouden door vracht- en passagiersvervoer te gaan combineren. Naar mijn weten is er nog geen beslissing genomen, maar het lijkt me toch cruciaal dat we daar verder op inzetten.
Hoe reageert u op het mogelijke verdwijnen van de laatste ferryverbinding tussen ons land en Groot-Brittannië?
Zult u in overleg treden met de bevoegde autoriteiten in Groot-Brittannië over dit dossier?
Zult u ook initiatieven nemen om dit dossier Europees aan te kaarten en mogelijk ook mee te nemen in de brexitonderhandelingen?
Ik heb er ten slotte op gewezen dat we voor alternatieve verbindingen afhankelijk zijn van Nederland en Frankrijk. Plant u met hen in overleg te gaan over hoe we dit in de toekomst kunnen aanpakken?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, de onzekerheid over de brexit blijft duren – we hebben er daarnet een discussie over gehad – en een no-dealbrexit dreigt steeds dichterbij te komen. Als de overgangsperiode op 1 januari 2021 afloopt, zal er hoe dan ook heel wat veranderen voor het goederenvervoer tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. De gevolgen voor Vlaanderen als een van de draaischijven van de Europese economie zullen waarschijnlijk groot zijn. De Antwerpse haven ziet opportuniteiten in een modal shift van ferry- naar containertransport via de zogenaamde shortseaverbindingen. Dat betekent dat goederen onbegeleid per schip worden getransporteerd tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk. De haven van Antwerpen zet daarom volop in op een verdere uitbreiding van de maritieme verbindingen met het Verenigd Koninkrijk. Ook belangrijk om daarbij te vermelden is dat zo’n shortseaverbinding ook onderzocht wordt met betrekking tot Ierland.
Onlangs werd ook bekend dat de Britse rederij P&O na bijna vijftig jaar de ferrydienst tussen Zeebrugge en Hull stopzet. Het gaat om de allerlaatste ferryverbinding voor passagiers tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk. De reden die P&O meegeeft, is de coronacrisis. Eind maart kondigde de rederij al aan dat ze passagiers zou schrappen en enkel nog zou inzetten op truckchauffeurs die de overzet wilden maken. Het volledig verdwijnen van de ferryverbinding kan ook als symbolisch gezien worden voor de op til zijnde veranderingen, met name het toenemend inzetten op onder andere die shortseaverbindingen – die eigenlijk de kern van mijn vraag vormen –, niet alleen met het Verenigd Koninkrijk, maar ook met Ierland. Op die manier kunnen we vanuit Europa de overstap via het Verenigd Koninkrijk vermijden en hoeven we de EU dus niet even te verlaten om de EU dan weer binnen te komen. Dat is eigenlijk de reden.
Beschouwt u het toenemend aantal shortseaverbindingen voor goederentransport als een goede zaak? Wordt er reeds geïnvesteerd in de uitbreiding van het goederentransport via shortseaverbindingen?
Hoe kan de Vlaamse Regering nog meer tegemoetkomen aan de toenemende inzet op shortseaverbindingen om het goederentransport tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk te organiseren?
Een harde brexit dreigt ook een harde grens te creëren tussen Noord-Ierland en Ierland. Bieden rechtstreekse shortseaverbindingen tussen Vlaamse en Ierse havens hier volgens u een oplossing voor de handel met Ierland? Indien ja, wordt daar dan in geïnvesteerd?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, ik heb het nieuws over de mogelijke sluiting van de ferryverbinding tussen Hull en Zeebrugge met spijt vernomen. Dat zal een bijkomende klap betekenen voor West-Vlaanderen, boven op de reeds verwachte economische impact van brexit.
Ik geef graag wat bijkomende context, alvorens ik verder inga op deze kwestie. Om te beginnen wil ik aangeven dat de stopzetting van de route Hull-Zeebrugge tot nu toe niet officieel gecommuniceerd is door P&O Ferries. De berichten in de media zijn het gevolg van commentaren op de besprekingen met de vakbonden. We wachten dus nog op formele bevestiging van dit nieuws door P&O Ferries. Ik ga er echter van uit dat deze beslissing definitief is. Het ziet er niet naar uit dat P&O zal terugkomen op zijn beslissing. De lijn zou nog uitgebaat worden tot eind 2020 of tot april 2021.
Als reden voor de opheffing van de passagiersverbinding wordt verwezen naar de impact van brexit en de COVID-19-pandemie, maar ik wil dit toch nuanceren: deze lijn is al jarenlang verlieslatend door de zeer hoge kost van het uitbaten van een lange ferryverbinding – de overtocht duurde 13 uur. De brexit en corona waren dan ook eerder de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. De lijn voor vrachtschepen blijft wel bestaan.
P&O Ferries vervoert jaarlijks ongeveer 290.000 passagiers via de route Hull-Zeebrugge. Het verdwijnen van die passagierslijn is vooral slecht nieuws voor de Westhoek en voor Brugge. De ferryverbinding vormt de toegangspoort naar de Westhoek voor schoolgroepen uit het centrum en het noorden van Groot-Brittannië. Het is ook slecht nieuws voor de Britse inboundsector: de verbinding via Hull lokte ook veel Europese toeristen naar Britse toeristische attracties, zoals York of het Peak District.
We horen dat er gesprekken zijn tussen P&O en Britse touroperators en de stad Brugge, maar aangezien P&O een privaat bedrijf is, kan ik als minister-president niet rechtstreeks tussenkomen in de kwestie. Wij beseffen dat de lijn toeristisch belangrijk is en dat brexit een enorme impact zal hebben, niet alleen op Zeebrugge, maar op al onze havens. Deze beslissing is dus uiteraard ook voor ons een extra bezorgdheid.
Mijnheer Deckmyn, vanuit de overheid is het altijd moeilijk om in te grijpen in de vrije marktwerking. Daar speelt de vrijheid van ondernemen. In de geest van het Vlaams regeerakkoord 2019-2024 zet de Vlaamse overheid wel duidelijk in op efficiënte logistiek en multimodaliteit. ‘Short sea shipping’ (SSS) – moeilijk om uit te spreken – maakt hier deel van uit. Een toename van het aantal maritieme verbindingen vanuit onze zeehavens kan in dat opzicht alleen maar verwelkomd worden.
Wat betreft de verbindingen naar het Verenigd Koninkrijk ligt het voor de hand dat er verder ingezet wordt op maritieme verbindingen voor goederenvervoer. Via subsidies die de Vlaamse Regering verstrekt aan het multimodale adviespunt Multimodaal.Vlaanderen, onderdeel van het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL), investeert ze in de begeleiding van bedrijven in hun zoektocht naar slimme en duurzame transportverbindingen. Ook short sea shipping kan deel uitmaken van deze oplossingen.
Daarnaast onderneemt het havenbedrijf Zeebrugge in het kader van zijn commercieel beleid mogelijk zelf nog initiatieven om bijkomende SSS-verbindingen naar het Verenigd Koninkrijk en Ierland te faciliteren. Vlot goederentransport tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk en Ierland is zeer belangrijk voor de Vlaamse Regering. Initiatieven om dit transport te organiseren en vergemakkelijken, worden dan ook aangemoedigd.
Mijnheer Deckmyn, wat die shortseaverbindingen tussen Vlaamse en Ierse havens betreft, klopt het dat een harde brexit een duidelijke impact zal hebben op de handel tussen Ierland en Noord-Ierland. De Vlaamse handel met Ierland verloopt echter voornamelijk via de landbrug langs Groot-Brittannië, ofwel via een rechtstreekse lijn tussen Ierse en Vlaamse havens. Het behoud en vlot verloop van deze handelsstromen zal een belangrijke uitdaging zijn na het einde van de transitiefase en is van uitermate belang voor onze Vlaamse havens en bedrijven.
Als reactie op de brexit werden in het kader van het Europees transportnetwerk (TEN-T) rechtstreekse maritieme verbindingen tussen Ierland en West-Europese zeehavens, waaronder de Vlaamse zeehavens, reeds als prioritair aangemerkt. Rechtstreekse maritieme verbindingen vanuit onze zeehavens kunnen bijdragen aan vlottere goederenstromen tussen Ierland en de andere lidstaten van de Europese Unie. Rederijen die de haven van Zeebrugge bedienen, hebben recent reeds de capaciteit van hun rechtstreekse verbindingen met Ierland verhoogd door de inzet van grotere schepen en een hogere frequentie van de reeds bestaande diensten. Dergelijke initiatieven dragen bij aan het verzekeren van vlotte handelsstromen tussen Ierland en Vlaanderen, ook na het einde van de transitiefase.
Dan, mevrouw Talpe, gaan we in overleg met Groot-Brittannië en Europa? Volgens mij staat dit dossier compleet los van de lopende onderhandelingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. Zoals ik zojuist heb aangegeven, zijn handel en mobiliteit belangrijke aandachtspunten in de gesprekken die er zowel op Europees als bilateraal niveau gevoerd worden met het Verenigd Koninkrijk in het kader van de brexit en de relaties daarna.
Een nieuwe ferrylijn, ten slotte, is afhankelijk van bedrijfsinteresse. Als het gaat over douaneformaliteiten: die zijn in alle Europese lidstaten hetzelfde, aangezien het om Europese regelgeving gaat. Indien er geen nieuwe ferryverbinding komt, zullen passagiers inderdaad moeten uitwijken naar de buurlanden. Maar ik zeg het nog eens: dit is een commercieel bedrijf dat deze beslissing neemt. Dat zal zijn omdat die lijn economisch gezien niet interessant genoeg is.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister-president, dank u voor de reactie en de gedeelde bezorgdheid, zeker richting West-Vlaanderen. We hadden het er vorige week al over: de impact op het toerisme in onze regio kan heel groot zijn. 25 procent van onze Britse bezoekers komt uit die regio en die schoolgroepen, jaarlijks zo’n vijfduizend schoolkinderen die naar onze regio komen, zullen we op een andere manier moeten zien aan te trekken.
Ik wilde deze vraag ook aan u stellen omdat het, wat buitenlands beleid betreft, ook belangrijk is dat we grip houden op de verbindingen met andere landen. U haalt zelf al aan dat het nog niet officieel is, maar uw aanvoelen is toch dat het slecht zal eindigen, ondanks de signalen dat er potentieel nog gesprekken lopende waren met andere private partners die een overname overwegen. We blijven hoopvol dat we die verbinding alsnog zullen kunnen behouden, maar u hebt natuurlijk wel gelijk: het zijn private partners en wij kunnen hun economisch model niet gaan bepalen; ze moeten hun eigen keuzes maken en zullen dat ook doen.
Nu, ik denk dat het wel belangrijk is om vanuit Vlaanderen het signaal te geven dat we het enorm belangrijk vinden dat er een rechtstreekse verbinding zou blijven. En als er ook maar één … (onverstaanbaar) … te gaan uitoefenen, dan zou ik u daar zeker toe willen oproepen, of dat nu rechtstreeks vanuit Vlaanderen of via Europa gebeurt. We zitten regelmatig aan tafel, dus ik denk dat dit gemakkelijk besproken kan worden.
Wat de buurlanden betreft, heb ik toch wel een zekere bezorgdheid. Ten eerste is de afstand veel groter als ze van Nederland, vanuit Rotterdam, moeten komen. Nu is dat ongeveer drie kwartier, maar dat zal twee uur en drie kwartier worden per bus. In Frankrijk zie ik dan weer eerder problemen met stakingen. Als er daar een staking is of strengere grenscontroles, dan zullen ze nog trager bij ons raken, maar goed. Ik hoop dat u het gesprek met hen toch wel wilt aangaan, mocht blijken dat we enkel op die alternatieve routes aangewezen blijven.
Ik denk dat ik daarmee alles heb gezegd. Ik hoop dat u de bezorgdheid vanuit West-Vlaanderen … (Het geluid van Emmily Talpe valt weg.)
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, bedankt voor uw antwoord. We zijn natuurlijk allemaal bezorgd. … (onverstaanbaar) … Ik hoop dat er in de toekomst misschien nog wel wat mogelijkheden zijn, maar dat zal een moeilijke zaak zijn, vrees ik.
Mijn focus lag vooral op die short sea shipping. Ik vroeg eigenlijk niet om in te grijpen in privéondernemingen, want ik weet dat u dat uiteraard niet kunt doen. Mijn vraag was ingegeven door het feit dat een overheid wel degelijk een kader kan creëren voor short sea shipping. Ik moet trouwens zeggen dat ik ook lang heb moeten oefenen op de uitspraak van dat woord, ‘short sea shipping’. Het is niet vanzelfsprekend. Ik daag alle collega’s uit om dat drie keer na elkaar uit te spreken en te zien of het lukt.
Nu, dat kader creëren is natuurlijk vooral belangrijk voor kustvaart richting Ierland. Het is een feit dat dat het heel belangrijk is voor de Vlaamse havens en bedrijven, zeker en vast in het kader van de brexit. Dat was ook de insteek van mijn vraag: wat zijn op dat vlak de mogelijkheden? We moeten niet altijd kijken naar de negatieve impact van de brexit, maar ook naar de nieuwe kansen die gecreëerd kunnen worden. Wat mij betreft kan die kustvaart – een handig woord om het woord ‘short sea shipping’ te vermijden – tot de mogelijkheden behoren.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor de boeiende vragen. West-Vlaanderen is grenzeloos interessant en boeiend, maar dat hoef ik jullie hier niet te komen vertellen. Grenzeloos, en toch zijn de grenzen nog van grote impact op ons dagelijkse leven. Het werd al aangehaald: de impact op de toeristische sector, niet alleen die van het herdenkingstoerisme, is groot, alsook op de werkgelegenheid, want er zijn toch wel een aantal Vlaamse werknemers actief bij P&O. Ik vroeg mij af of de Vlaamse overheid contact heeft opgenomen met P&O over de tewerkstelling van de mensen die er nu werken en of er enige garantie is voor de toekomst van dat personeel.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Wat de kustvaart betreft, heb ik inderdaad gezegd dat dat in lijn ligt met wat in het regeerakkoord staat, mijnheer Deckmyn, dus we zullen wel bekijken hoe we daar een kader voor kunnen creëren. Dat lijkt me inderdaad een gunstige wending.
Mevrouw Vandromme, aangezien we nog niet in kennis zijn gesteld door P&O, zijn er ook nog geen contacten geweest. Ik denk dat je de beslissingen van een bedrijf moet respecteren, om daarna te kijken wat de mogelijkheden zijn. Wanneer P&O dus de plannen bevestigt, zullen we zeker in contact treden met de onderneming.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister-president, als we de lijn niet kunnen behouden, dan wil ik nogmaals aandringen op goede afspraken met de buurlanden, zodat we de mensen uit het noorden van Engeland en Schotland vlot tot hier kunnen krijgen.
En ik wil eindigen met een positieve noot. We hebben eigenlijk een heel goede band met de Britten, ook mensen uit het noorden van Engeland en Schotland. Ze komen graag naar hier, vinden het herdenkingstoerisme heel belangrijk. Als lokaal bestuur zullen we er samen met Westtoer op blijven inzetten om hen te prikkelen om tot hier te komen. Op dat vlak hebt u in ons een partner.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.