Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, in uw beleidsnota staat in verband met de constructieve benadering overheidsopdrachten (CBO) te lezen dat die formule een samenwerkingsvorm is tussen de private sector en de sociale huisvestingssector, gebaseerd op de wetgeving overheidsopdrachten.
Het doel van deze constructieve benadering is een of meer aannemingsovereenkomsten te sluiten binnen het kader van een onderhandelingsprocedure, met – dat is het bijzondere – private inbreng van grond en ook het ontwerp voor de bouw van sociale woningen. Midden 2019 werd dit gelanceerd. Dit betreft al de dertiende oproep. Het is de bedoeling om jaarlijks een procedure te publiceren.
In een vraag om uitleg kaderde collega De Meester dit in het dalende aantal sociale woningen. U repliceerde daarop: “Kort na het zomerreces wordt CBO2020 (constructieve benadering overheidsopdrachten) gelanceerd. Naar verwachting zal er door de lockdown en de coronamaatregelen een grotere interesse vanuit de private sector zijn om in de procedure in te stappen. Daarom trek ik een budget uit van 100 miljoen euro voor sociale huurwoningen en 30 miljoen euro voor sociale koopwoningen. Alle middelen die we investeren in sociale woningbouw kunnen worden gezien als een belangrijke impuls voor de bouwsector in het kader van de relance. Na corona speelt natuurlijk ook dat argument.” Dat is onrechtstreeks een bijkomende factor in uw relanceplan. Hopelijk komen we nog in een periode na corona.
Minister, werd de veertiende oproep CBO2020 intussen effectief gelanceerd? Hoeveel projecten en sociale woningen leverde CBO2019 uiteindelijk op? Hebt u effectief al tekenen uit de sector ontvangen dat er een grotere interesse zou bestaan om in deze formule te stappen? Zo ja, welke? Hoe evalueert u de CBO-procedure in het algemeen?
Minister Diependaele heeft het woord.
De veertiende oproep is op 1 oktober 2020 via e-procurement gepubliceerd. Door toestemming te geven om de oproep dit jaar vroeger te lanceren, hebben de private initiatiefnemers zo’n twee maand meer tijd om hun kandidatuur voor te bereiden.
We zitten op dit moment in fase 2 van de procedure, de gunningsfase. Voor deze fase werden er veertien offertes ingediend. Om de wet inzake overheidsopdrachten te respecteren en de lopende procedure niet in het gedrang te brengen, kan ik nu nog niet meer informatie geven.
We hebben zeker al tekenen uit de sector ontvangen. Hoeveel interesse er vanuit de sector volgt, valt wel nog af te wachten, dat weet ik pas zeker na de kandidatuurstellingen.
Op de website van de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) kunnen we wel lezen dat de VCB verheugd is over de relancemaatregel om extra geld te investeren in sociale woningbouw. Ik zal immers bijkomend 50 miljoen euro vrijmaken bij de lancering van de CBO2020 als het huidige budget van 130 miljoen niet volstaat.
Ik kan het best Marc Dillen, directeur-generaal van de VCB, citeren: “Gegeven de huidige daling in de orderboeken van heel wat woningbouwers is dit het juiste moment om te voorzien in extra middelen voor deze formule. Het optrekken van de budgettaire middelen voor de CBO-formule is een goede eerste stap binnen het relancebeleid. Bovendien maakt deze formule het ook mogelijk om sociale woningen versneld in te brengen in lopende, gemengde stadsvernieuwingsprojecten”. Daarmee is duidelijk dat de sector dit wel degelijk toejuicht.
De evaluatie van de CBO-procedure plannen we in 2021. Binnenkort gaan we de beleids- en begrotingstoelichting (BBT) bespreken in de commissie. Daarin staat dat zowel de CBO-procedure, Design and Build en Design en Insulate in 2021 zullen worden geëvalueerd.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, het is inderdaad een succesformule in 2020, misschien zelfs nog meer dan in 2019. Dat geeft u zelf ook aan. Er zijn sowieso al heel wat voordelen aan die CBO-procedure, zowel voor de sociale huisvestingssector als voor de bouwondernemers. Er is een toenemende interesse van de bouwsector voor sociale woningbouw, en dat is altijd goed.
De verkoop van private gronden voor de realisatie van sociale woningen maakt dat niet alleen het gemeentelijk actieplan sociaal wonen wordt aangesproken, of dat niet alleen woonuitbreidingsgebied moet worden aangesneden voor sociale woningbouw, maar dat er ook private gronden worden ingebracht.
Sowieso leidt deze procedure tot kostenbesparing en is er ook een beperkte prefinanciering voor de ondernemer, want tijdens het bouwen wordt de ondernemer betaald via maandelijkse vorderingsstaten. Dit zijn al heel wat voordelen.
In het coronatijdperk, en hopelijk ook in het postcoronatijdperk, is dit een heel goede maatregel die u al had, maar dat is in veel van uw beleidsdomeinen zo. Er waren al veel goede maatregelen, en in coronatijd zullen ze alleen nog maar een duwtje in de rug geven in het kader van de relance.
De vraag om uitleg is afgehandeld.