Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Om de noden die de coronacrisis in de cultuursector veroorzaakte aan te pakken, werd op 14 juli van dit jaar tijdens een interministeriële conferentie (IMC) afgesproken om een werkgroep aan de slag te laten gaan met de ontwikkeling van een tweetalig eengemaakt loket voor Brusselse cultuurspelers en kunstenaars. Die toekomstige werkgroep heeft als opdracht om op basis van een nog af te spreken methode een overzicht op te stellen van de bestaande initiatieven. Daarnaast is het de bedoeling om in overleg met alle betrokken partijen langs Nederlandstalige en langs Franstalige kant de behoeften en de doelgroepen te bepalen, om uiteindelijk te komen tot een tweetalig eengemaakt loket waar Brusselse cultuurspelers informatie kunnen krijgen over subsidies, statuten, administratieve steun, enzovoort, wat zeker een meerwaarde zou zijn in deze moeilijke coronatijden.
In het Brussels Parlement werd hierover op 28 september een vraag gesteld aan minister-president Rudi Vervoort. Hij antwoordde daar: “Quoi qu'il en soit, l'axe de base est d'abord à construire avec la Fédération Wallonie-Bruxelles. Je n'ai pas ressenti la même préoccupation dans le chef de mon collègue néerlandophone. Nous verrons si nous pourrons le convaincre.”
Dat was dus tot u gericht, minister-president. Hij voegde er ook nog aan toe dat u toch wel wat koudwatervrees hebt als het over Brusselse aangelegenheden gaat.
Wat is uw houding en wat is de stand van zaken in dit dossier? Wanneer is het overleg om die werkgroep op te starten gepland?
Welk standpunt neemt u in de IMC namens de Vlaamse Regering in? Waar ziet u kansen en/of hinderpalen in dit dossier?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Op de IMC Cultuur van 14 juli is inderdaad beslist een werkgroep op te richten om de scope te bepalen van een ‘eengemaakt loket voor cultuurvragen’ in Brussel. Het voorstel van een dergelijk loket is naar voren gebracht in de beleidsverklaring van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en van de Franse Gemeenschap. Tijdens de IMC is beslist dat de Franse Gemeenschap in the lead zou komen van dit project. Ik heb daar sindsdien niets meer van gehoord.
Welk standpunt neem ik in en welke kansen zien we? Ik heb ook gezegd in de IMC dat ik bereid ben om samen met de Franse Gemeenschap en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest te bekijken wat de uiteindelijke concrete vragen of noden zijn, wie de doelgroep is en welke dienstverlening we gezamenlijk kunnen opnemen.
Ik begrijp uit de beleidsdocumenten en uit wat minister-president Vervoort antwoordt dat men langs Franstalige kant en langs de kant van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest de dienstverlening van een cultuurbureau heel ruim opvat. Het spectrum gaat van informatievestrekking op een website tot een fysiek bureau. Met andere woorden een echt loket met cultuurconsultants, waar cultuurmakers langs kunnen gaan voor vragen, begeleiding en zakelijke of juridische ondersteuning.
Zoals de vraagsteller ongetwijfeld weet, heeft Vlaanderen reeds verschillende instrumenten op dat vlak. Het departement heeft een subsidiewijzer, de steunpunten verstrekken informatie. Voor zakelijke en juridische ondersteuning van cultuurorganisaties en cultuurmakers bestaat sinds 2018 ook de organisatie Cultuurloket, eerst onder de naam van Kunstenloket – specifiek gericht op de kunstensector – nadien met een opdrachtverbreding uitgebreid tot de gehele cultuursector.
Ook kunstenorganisaties en cultuurorganisaties uit Brussel kunnen vanzelfsprekend aankloppen bij Cultuurloket, en de organisatie doet op dat vlak ook gerichte inspanningen.
Vanuit die vertrekbasis is de vraag wat een Brussels cultuurbureau verder kan toevoegen en welk model we daarin kiezen. Uiteraard wil ik meewerken aan kennisdeling en waar nodig betere informatieverstrekking, zodat cultuurmakers vlot hun weg vinden naar informatie over subsidiemogelijkheden, kunstenaarsstatuut enzovoort. Het lijkt me echter niet aangewezen een model uit te werken dat de facto, of op termijn, ertoe zou leiden dat de organisatie Cultuurloket enkel nog voor cultuurmakers uit het Vlaamse Gewest werkt en dat cultuurmakers op het grondgebied van Brussel bij een ‘gewestelijk loket’ zouden moeten aankloppen. Nog los van de vanzelfsprekende basisvoorwaarden zoals volstrekte en doorleefde tweetaligheid, bevoegdheden, informatiebeheer en zo meer, is het tegelijk een vraag van efficiënte inzet van middelen. Wij investeren in kennisopbouw van Cultuurloket. Het lijkt me minder wenselijk om apart, of fors, te gaan investeren in de uitbouw van een bureau met mensen en expertise, wat al aanwezig is bij de twee Gemeenschappen van dit land voor hun cultuursector.
Kortom, ik kijk uit naar de opstart van de werkgroep die de noden inventariseert, de scope van dienstverlening kan bepalen en het juiste samenwerkingsmodel ervoor kiest. Ik betrek uiteraard Cultuurloket hierin, net als de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), omdat ook zij een heel aantal informatiekanalen en instrumenten heeft op vlak van informatieverstrekking. Ik geef tot slot mee dat het samenwerkingsakkoord met de Franse Gemeenschap een platform biedt waarin we de krachten kunnen bundelen voor optimale informatieverstrekking.
Dank u wel, minister-president. Ik begrijp dat u niet in de lead bent, dat u wel bereid bent om mee te werken, maar tot op zekere hoogte. Ik zou u toch willen vragen om voldoende voluntarisme aan de dag te leggen. Ik denk dat de Brusselse context toch wel vrij specifiek is. Ik begrijp uw aarzeling om geen dubbele zaken te organiseren, maar langs de andere kant heb je in Brussel toch zeker het culturele speelveld, die tweetaligheid en die unieke context, die wisselwerking en samenwerking die ook bijzonder interessant en verrijkend kan zijn, en die we moeten uitspelen. Ik denk dat de Brusselaars dat loket ook wel zien als een punt waar die uitwisseling en het leren van elkaar kan gebeuren, omdat alles rond Brussel daar dan samengebracht wordt. Ik zou u willen vragen om u niet te terughoudend op te stellen, maar begrip op te brengen voor die specifieke Brusselse context en te erkennen dat zoiets een meerwaarde kan zijn voor kunst en cultuur in Brussel. Op dit moment beantwoordt het ook aan een nood die er is, want we weten allemaal dat kunstenaars en de culturele sector het nu bijzonder moeilijk hebben. Met zo’n structurele oplossing zouden ze dus wel geholpen zijn, zeker in tijden van corona.
Als de vraag en het initiatief er dus komen, zou ik u echt met aandrang willen vragen om uw meest voluntaristische kant te laten zien. Dank u wel.
Zoals altijd.
U mag mij dat nu officieel bevestigen voor het verslag, minister-president.
Ik heb zojuist gezegd dat wij daar mogelijkheden zien; het is absoluut geen weigering. Ik heb ook gezegd dat we gaan meewerken. Maar om nu de draad tussen Cultuurloket en Brussel door te knippen, daar heb ik ook niet veel zin in. Cultuur is bij uitstek een gemeenschapsmaterie, dus ons territorium is daar Brussel incluis. Ik wil daar inderdaad met een open geest naar kijken, ik zie daar ook voordelen, maar ik zie ook bedreiging en gevaren. Het zal een kwestie zijn van naar elkaar te luisteren en tot een gedragen iets te komen. Mij hoor je niet op voorhand zeggen dat we daar als een ‘lame duck’ aan tafel gaan zitten en we het allemaal boycotten, dat is mijn houding niet. Ik kan mij modellen indenken waar we elkaar kunnen vinden. Ik kan mij ook andere modellen indenken. Ik geef maar het meest extreme voorbeeld dat de link tussen Cultuurloket en Brussel doorgeknipt wordt; daar ga ik niet in mee. Welwillendheid dus, maar niet voor elk scenario. Ik denk dat dat de logica zelve is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.