Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, in antwoord op mijn vraag om uitleg van 2 juli naar aanleiding van een bijzonder kritische brief van vrijwel alle private aanbieders van digitale tools inzake ticketing, planning, Customer Relationship Management (CRM) enzovoort over het project Digitaal Podium van Cultuurconnect, stelde u dat Cultuurconnect eind juni de conceptnota over de wenselijkheid en de haalbaarheid van een gedeelde digitale basisinfrastructuur voor de podiuminstellingen had ingediend en dat daarover verdere gesprekken zouden plaatsvinden met uw administratie. U hebt toen ook gezegd: “Een extra dialoog tussen Cultuurconnect en die betrokken bedrijven kan de gemoederen misschien wat bedaren.” De brief was immers nogal straf opgesteld – dat is mijn eigen toevoeging.
Ik citeer verder: “In het voorliggende concept zit volgens mij ook een mooie kans verscholen voor de betrokken leveranciers om de handen in elkaar te slaan en samen met Cultuurconnect een toonaangevend project voor de Vlaamse kunst- en cultuurhuizen op te zetten. Het biedt hun de kans in te zetten op hun sterktes en hun systemen op te schalen in een internationaal perspectief. (...) Om ruimte voor die dialoog te creëren, zal ik op vraag van Cultuurconnect een drietal maanden extra tijd geven om de conceptnota met de leveranciers te bespreken en eventueel bij te sturen. De zaak wordt dus weer opengetrokken.” Wij waren toen zeer tevreden met dat antwoord, omdat men ten minste terug aan tafel ging zitten. U hebt toen ook beloofd om in te gaan op mijn suggestie om eventueel zelf in gesprek te gaan met de private bedrijven die de open brief hebben ondertekend.
En dan volgt voor een stuk de aanleiding van mijn vraag. In het relanceplan van de Vlaamse Regering lezen we : “Over alle cultuuractoren heen zal in samenwerking met de private markt een reservatie- en ticketing-platform worden uitgewerkt.” Dat roept uiteraard opnieuw wat vragen op.
Minister, wat is het resultaat van het overleg van uw administratie en Cultuurconnect over die conceptnota?
Heeft Cultuurconnect overleg gehad met de bedrijven die de open brief hebben verstuurd en, zo ja, wat heeft dat dan opgeleverd? Zijn er punten in de conceptnota bijgestuurd?
Hebt u zelf een gesprek kunnen hebben met deze bedrijven? Hoe was dat gesprek, wat is het resultaat?
Wat is uw mening over die conceptnota die u ondertussen ongetwijfeld hebt kunnen lezen? Welke beslissing hebt u genomen over de volgende stappen? Hoe hebt u daarbij rekening gehouden met de verzuchtingen van de IT-bedrijven?
Hoe verhouden de plannen van Cultuurconnect zich tot het voornemen van de Vlaamse Regering zoals geformuleerd in het recente relanceplan met betrekking tot een overkoepelend reservatie- en ticketingplatform voor de culturele sector?
Minister-president heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, er vond inderdaad begin juli een overleg plaats tussen mijn kabinet, Cultuurconnect en de administratie, waarbij Cultuurconnect de conceptnota Digitaal Podium heeft voorgesteld. Zij benadrukten dat er in de sector nood is aan ondersteuning op het gebied van digitalisering. Met hun project hopen ze hieraan tegemoet te komen. Tijdens dit overleg kwamen uiteraard ook de bezorgdheden van de leveranciers aan bod. Cultuurconnect gaf meteen zelf al aan bereid te zijn om met de leveranciers aan tafel te gaan zitten. Mijn kabinet heeft vervolgens samen met Cultuurconnect en met de administratie een voorstel uitgewerkt voor de verder te nemen stappen.
Op basis van hun voorstel heb ik beslist om Cultuurconnect allereerst bijkomende tijd te geven tot uiterlijk 15 oktober – vandaag – om de conceptnota in te dienen. Cultuurconnect moest deze extra tijd gebruiken om enerzijds in overleg te gaan met de IT-leveranciers die hun ongenoegen over dit project geuit hadden en, indien nodig, de conceptnota bij te sturen.
Anderzijds moest Cultuurconnect met het Agentschap Informatie Vlaanderen (AIV) zorgen voor afstemming van de conceptnota. Het AIV voert op dit moment immers een pre-analysetraject uit dat past in het traject voor de digitale transformatie van de cultuursector. Het doel van dit digitaal transformatietraject is enerzijds de ontzorging van de culturele actoren met betrekking tot de operationele dienstverleningsprocessen en anderzijds het bereiken van een breder publiek door middel van toegankelijke digitale culturele content. Ik vind het heel belangrijk om het concept van het Digitaal Podium maximaal af te stemmen op de doelstellingen en de principes van het traject voor de digitale transformatie. Dit moet ervoor zorgen dat een initiatief als het Digitaal Podium niet op zichzelf staat, maar een samenhangend onderdeel van het brede digitale culturele ecosysteem vormt. Het eerste gesprek tussen Cultuurconnect en het AIV heeft op 8 oktober 2020 plaatsgevonden.
Het overleg met enkele IT-leveranciers heeft op 28 september 2020 plaatsgevonden. Het gesprek met die leveranciers is constructief verlopen. Tijdens het gesprek hebben de aanwezige IT-leveranciers laten weten dat ze zich zeer betrokken voelen bij de sector van de cultuurhuizen. Vanuit die betrokkenheid wilden ze Cultuurconnect waarschuwen voor de risico’s die een groot, allesomvattend project met zich kan meebrengen. Zij zien in de eerste versie van de conceptnota een aantal technisch zeer uitdagende elementen. Tegelijkertijd vrezen ze dat de afwachtende houding van de cultuurhuizen ten aanzien van het Digitaal Podium een afremmende factor voor de digitalisering van de sector kan betekenen. De leveranciers hebben beaamd dat de culturele sector nood heeft aan meer digitalisering en aan manieren om dit proces te versnellen. Ze beschouwen de eerste versie van de conceptnota voor de uitrol van een gedeelte digitale basisinfrastructuur echter als te ambitieus en marktverstorend.
Voor Cultuurconnect staat de ontzorging van de cultuurhuizen centraal in de uitwerking van een oplossing. Het is daarbij belangrijk dat een vorm van schaalvergroting mogelijk is. Om aan de bezorgdheden en de bedenkingen van de leveranciers tegemoet te komen, heeft Cultuurconnect tijdens dit overleg voorgesteld het concept bij de aanvang terug te brengen tot een regionale schaal of tot een implementatie in clusters van gelijkaardig samenwerkende organisaties. Op termijn zouden een aantal van die clusters dan parallel naast elkaar kunnen worden opgezet. Op die manier zouden de verschillende clusters in de specifieke implementaties maatwerk kunnen krijgen. Hierdoor zouden alle marktspelers frequente en voldoende kansen krijgen en zou de concurrentie optimaal kunnen spelen.
Op 5 oktober 2020 zijn twee vertegenwoordigers van de IT-leveranciers die de open brief destijds hebben ondertekend op mijn kabinet ontvangen. Op 28 september 2020 hebben zij Cultuurconnect ontmoet en op 5 oktober 2020, een week na de vergadering met Cultuurconnect, zijn ze bij ons ontvangen. De leveranciers hebben hun bezorgdheden ten aanzien van het project geuit, maar hebben tevens aangegeven dat ze bereid zijn ambitieuze en haalbare oplossingen te zoeken voor de vragen en noden die Cultuurconnect in de cultuursector heeft gedetecteerd. We hebben deze informatie uiteraard ten aanzien van Cultuurconnect ontsloten. Ik wil in dit verband nog twee zaken benadrukken.
Ten eerste is de protestbrief met betrekking tot het hele project ondertekend door elf IT-leveranciers, met name tien Belgische bedrijven en een Nederlands bedrijf. Ik wil benadrukken dat er wel meer dan elf spelers op de nationale en internationale markt zijn. De vraag is dan of zij geen bezwaren tegen dit hele project hebben.
Ten tweede zal op basis van de wet op de overheidsopdrachten voor dit dossier met openbare aanbestedingen moeten worden gewerkt. Cultuurconnect moet de wet op de overheidsopdrachten naleven, wat ook betekent dat Cultuurconnect zeer omzichtig moet omspringen met gesprekken met mogelijke leveranciers. Aangezien er voor alle mogelijke leveranciers een level playing field moet zijn, mag Cultuurconnect voorafgaandelijk aan een aanbesteding geen enkele partij preferentieel behandelen. Dit kan immers leiden tot betwistingen van aanbestedingen en mogelijk tot gerechtelijke procedures. Dat moeten we te allen tijde vermijden. Ik ga ervan uit dat het Vlaams Parlement ook deze mening is toegedaan.
Wat mijn mening over de conceptnota betreft, kan ik me enkel baseren op de conceptnota over het project Digitaal Podium die Cultuurconnect op 26 juni 2020 heeft ingediend. Daarin detecteert Cultuurconnect de reële noden in de sector, die duidelijk nood aan digitale ondersteuning heeft. Ik was toen van oordeel dat de conceptnota nog enige bijsturing en verfijning nodig had, onder meer op basis van de bezorgdheden die enkele IT-leveranciers hebben geuit.
Daarom heb ik, zoals net toegelicht, Cultuurconnect de tijd gegeven tot 15 oktober, vandaag dus. Daarop heb ik nog geen commentaar. Ik zou zelfs moeten nakijken of de nota al binnen is. Over die nieuwe conceptnota kan ik dus nog geen uitspraken doen.
Hoe zijn nu de plannen van Cultuurconnect in te passen in het relanceplan? Ik heb er daarnet al even over gesproken. Het is de ambitie van het relanceplan om de digitale transformatie aan te zwengelen. De actie die moet leiden tot een overkoepelend reservatie- en ticketingplatform voor de culturele sector dient aan deze transformatie bij te dragen. Dat is een element van die transformatie.
Om een maximale impact te hebben is het belangrijk dat deze opdracht verschillende organisaties in een netwerk verbindt. Ik denk aan culturele organisaties die zich toespitsen op het kenbaar maken van het culturele aanbod, actoren die zich met publieksonderzoek en participatie bezighouden, beleidsmonitoring, enzovoort. Processen van ticketing en reservatie moeten op deze doelstellingen afgestemd worden. Het is ook zinvol om in één beweging ook de toegankelijkheid van het digitale aanbod mee in beeld te brengen. De nood aan een weloverwogen aanpak hiervan is tijdens de recente coronaperiode gebleken. Daaraan wil ik nog toevoegen dat met deze oefening gekeken moet worden naar de bouwstenen die op Vlaams niveau ontwikkeld worden, zoals Mijn Burgerprofiel.
Kortom, binnen deze oefening zal het belangrijk zijn om het netwerk te activeren en de relevante organisaties te betrekken om dit netwerk uit te bouwen. Cultuurconnect zal hierin zeker een rol kunnen spelen op basis van de ervaringen die ze met Digitaal Podium opgedaan heeft, maar het is cruciaal dat ze samen met andere organisaties en instanties die aan dit project bouwen, zich inschrijft in een bredere Vlaamse informatie-architectuur, waar het AIV in the lead is. Dit element maakt dus deel uit van de digitale transformatie.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor het antwoord. Misschien toch eerst iets over de timing. Ik heb mijn vraag gesteld op 2 juli. U hebt nadien onmiddellijk overleg gehad met Cultuurconnect, heb ik begrepen, en dan hebt u hen extra tijd gegeven, tot 15 oktober, dat is vandaag. Dat konden wij natuurlijk niet weten. Daardoor is de vraag toch wel zeer actueel. Dat betekent dat er toch nog een en ander moest worden aangepast, als u hen drie maanden de tijd geeft. Maar dan vind ik het persoonlijk toch wel erg dat ze pas op 28 september met de bedrijven die die brief hadden opgesteld een overleg hebben gehad. Dat is toch een bedenking die ik mij maak, dat ze daar zo lang hebben over moeten doen.
Ik ben zeer tevreden dat u een paar keer het woord ontzorgen hebt gebruikt. Daar gaat het om: dat we de cultuurhuizen ontzorgen van al die digitale technische snufjes, waar ze zich dan ook nog eens in moeten specialiseren als ze een goed platform willen voor hun ticketing. Ontzorgen is een mooi woord. Hopelijk wordt het in de conceptnota een sleutelwoord.
U had het over het bereiken van het bredere publiek via de digitale content. Daar vind ik het toch ook wel interessant wat Telenet deze week heeft aangekondigd: dat ze een 5 euroactie gaan doen voor een tienduizendtal gezinnen in armoede, die anders moeilijk een digitale connectie hebben. Misschien is het ook interessant dat Cultuurconnect met Telenet en andere providers samenzit om ervoor te zorgen dat wat wordt ontwikkeld voor iedereen bereikbaar wordt.
De essentiële vraag blijft. U hebt enerzijds gezegd dat u ervoor gaat zorgen dat er zaken kunnen worden ontwikkeld op regionale schaal, zodat verschillende spelers daaraan kunnen meewerken. Een regionale schaal of clusters van gelijkaardige huizen. Dat vond ik een heel goede insteek. Ook maatwerk is een woord dat wij heel graag horen. Anderzijds blijft het toch één platform waarvoor een aanbesteding zal gebeuren in samenwerking met het AIV, de andere dienst binnen de Vlaamse Gemeenschap die daar veel meer kaas van heeft gegeten. Het was mij nog niet zo duidelijk hoe dat zich allemaal tot elkaar verhoudt.
U hebt groot gelijk. We hebben gisteren nog een heel debat gehad over openbare aanbestedingen bij de VRT die serieus misgelopen zijn. We moeten opletten dat we hier absoluut niet in zo’n verhaal verzeild geraken. U hebt dus heel groot gelijk om daar ook voor te waarschuwen, wat niet belet dat er toch een gesprek geweest is – die brief was er en heeft onze aandacht opgeëist. Het is dan ook gekend. Maar het is zeker juist dat men daar voorzichtig in moet zijn. Ik hoop dat het ook allemaal goed genoteerd wordt zoals het hoort.
Mijn vraag is dus vooral: kunt u nog eens zeggen hoe het dan net gaat gaan? Of is dat nu nog te vroeg? Moeten we wachten op de nota van vandaag? Dan moeten we de vraag misschien opnieuw stellen of aan u vragen dat we de nota kunnen krijgen als die klaar is, om hier te bespreken. Voorzitter, we hebben natuurlijk een zeer drukke agenda, dat moet ook niet van vandaag op morgen, maar het zou goed zijn dat we die dan toch ter beschikking krijgen als die afgeklopt is door het kabinet van de minister-president.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, ik zou natuurlijk ook kennis moeten nemen van de nieuwe conceptnota. Zoals ik het begrijp hebben we in Vlaanderen een architectuur voor onze informatica en we zijn recent overgegaan in een modus dat alle ontwikkeling van alle departementen zich in die architectuur moet inpassen, in de filosofie van ‘comply or explain’. Dat wil zeggen: ofwel schraagt men zich in die architectuur in, wat eigenlijk het uitgangspunt is, maar als er zeer, zeer goede redenen zijn waarom een bepaalde ontwikkeling daar niet in gesitueerd kan worden, is een uitzondering mogelijk. Maar het uitgangspunt is: allemaal in diezelfde architectuur.
Vroeger was dat één groot contract van Vlaanderen naar informatica en dan waren er drie of vier firma’s die daarop konden antwoorden. Start-ups en scale-ups konden eventueel wel in deelfacetten ervan hun plaats vinden, maar omdat ze dat grote geheel niet konden aanbieden, vielen die uit de boot. Wij hebben dat nu op een andere manier gedaan. We hebben daar nu zes loten van gemaakt en firma’s kunnen inschrijven op één tot zes loten. Dat geeft scale-ups en start-ups de mogelijkheid om te bieden op dat ene lot waarvoor zij heel goed geplaatst zijn. Hier zou het een beetje hetzelfde zijn. Een firma kan zeggen dat ze geweldig goed geplaatst is om voor kunstinstellingen een ticketingsysteem te ontwikkelen. Een andere kan zeggen dat ze heel goed geplaatst is om voor de socio-culturele verenigingen iets te doen. Het is dan heel belangrijk dat de informatie die vergaard wordt in die twee systemen op een gestandaardiseerde manier geopend kan worden voor geaggregeerde toestanden. Zo lees ik het. We gaan niet zeggen dat men één groot en alles omvattend systeem moet bouwen en dat het zus en zo geregeld moet zijn; we laten toe dat men een deelfacet voor zijn rekening neemt, maar dan moeten wel de data ontsloten kunnen worden om er daarna beleidsinformatie of zo uit te halen.
Laten we misschien de nota afwachten; ik heb er geen probleem mee dat die nota, in het kader van openbaarheid van bestuur, naar de commissie gaat.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dank u wel voor het antwoord. We gaan dit toch nauwgezet moeten opvolgen, denk ik, als ik u hoor over grote architectuur binnen Vlaanderen enzovoort. Ik heb er vertrouwen in dat het goedkomt, maar ik zou toch willen vragen om die mensen van Cultuurconnect eens op het hart te drukken om veel sneller draagvlak te zoeken. We hebben hier vorige week nog de vraag gehad rond het e-boekenplatform, waar de auteurs ook niet zo goed gezind over waren; dat was ook onvoldoende doorgesproken.
Hier is er eigenlijk weer een punt, maar het gaat over iets anders natuurlijk. Ik denk dat men bij Cultuurconnect moet beseffen dat ze niet alleen op deze wereld zijn maar dat ze een draagvlak moeten zoeken voor alles wat ze ontwikkelen. Ik heb ook begrepen uit het antwoord op de vraag van 2 juli dat we geen enkel huis verplichten om mee te doen. Als die dan ook allemaal zeggen dat ze er niet mee kunnen werken en dat ze op zichzelf blijven werken, dan hebben we niets bereikt. Een draagvlak is zeer belangrijk in alles wat Cultuurconnect onderneemt. Ik zou willen vragen om die boodschap toch nog eens aan de mensen van Cultuurconnect over te maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.