Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, de Vlaamse havens zijn gedurende de hele coronacrisis volledig operationeel gebleven. Havenarbeiders, dokwerkers, hebben het beste van zichzelf gegeven in moeilijke en onzekere omstandigheden. Tijdens de hele crisis zijn ze aan het werk gebleven en blijven bijdragen aan de welvaart in ons land. Dus het applaus dat elke avond is gegeven voor de helden die ons land hebben doen draaien, was ook een stuk voor hen.
Na verschillende jaren van overslagrecords zorgde de coronacrisis voor veel minder activiteit in onze havens, omdat heel wat internationale handel stilviel. In de haven van Antwerpen bijvoorbeeld waren er dagen dat tot 1200 havenarbeiders niet aan de slag konden. Vooral de losse dokwerkers werden getroffen.
Vaste havenarbeiders die tijdelijk werkloos werden, konden aanspraak maken op de Vlaamse water- en energievergoeding. Maar losse havenarbeiders die exact hetzelfde werk doen als de vaste havenarbeiders kregen geen ondersteuning. Ze dragen dezelfde overalls, lossen dezelfde boten en dezelfde ladingen, hebben hetzelfde verlies aan werk, maar krijgen toch niet dezelfde steun wanneer het minder gaat. Dat houdt toch geen steek.
De kwestie gaat breder dan enkel de losse havenarbeiders. Het gaat om alle werknemers met een statuut als dagloner. Volgens Federgon verloren in de laatste twee weken van maart meer dan 54.000 vte-uitzendkrachten (voltijdsequivalenten) in België, al dan niet tijdelijk, hun job. Enkel voor uitzendkrachten die op het moment van de lockdown aan de slag waren bij een gebruiker en daar normaal opnieuw aan de slag konden bij de heropstart, kon het stelsel van tijdelijke werkloosheid overmacht worden aangevraagd. Zij kregen dan ook de Vlaamse water- en energievergoeding. Voor de uitzendkrachten met precaire dagcontracten kon geen tijdelijke werkloosheid aangevraagd worden. Zij konden bijgevolg niet rekenen op de premie.
Minister, hoe motiveert u de keuze om losse havenarbeiders geen recht te geven op de Vlaamse water- en energievergoeding, terwijl hun collega's aan de dokken met een vast contract die wel kregen? Werknemers met dagcontracten komen niet in aanmerking voor de water- en energievergoeding. Over hoeveel werknemers gaat het en wat zou het kosten om hen alsnog een vergoeding te geven? Hoe motiveert u de beslissing om dit niet te doen? Oorspronkelijk hadden ook zeevarenden geen recht op de premie. Dat werd in juli 2020 aangepast per decreet. Overweegt u om een gelijkaardige wetswijziging te bepleiten voor losse dokwerkers en werknemers met dagcontracten?
Minister Demir heeft het woord.
De tegemoetkoming voor bepaalde groepen van technisch werklozen voor de dekking van die kosten is bepaald in het decreet. In het decreet is er een delegatie voorzien aan de Vlaamse Regering om bijkomende categorieën toe te voegen. Het decreet was een initiatief van het parlement dat unaniem werd goedgekeurd. Op 15 juli werd via een parlementair initiatief een bijkomende categorie toegevoegd, met name werknemers uit de koopvaardijsector.
Het initiële decreet gaat over een selectie van tijdelijk werklozen als gekend in de databanken van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Het gaat ongeveer over 824.000 mensen. Op 15 juli werd de categorie van werknemers uit de koopvaardijsector toegevoegd aan de doelgroep. Tot op heden zijn er 85 premies uitbetaald. De beslissing om groepen wel of niet op te nemen voor de toepassing van het decreet werd uiteindelijk genomen door het parlement. U zou iedereen willen laten vallen onder het toepassingsgebied van het decreet, maar dat gaat gewoon niet. Ik denk dat we dat zo mogen stellen.
Ik heb de officiële cijfers van het totale aantal dagcontracters opgevraagd bij de RVA, maar deze zijn nog niet gekend en ik wacht nog altijd op het antwoord. Misschien moet u uw federale collega's vragen daar een antwoord op te krijgen.
Voor de motivatie waarom een groep niet opgenomen is, verwijs ik naar het antwoord op uw schriftelijke vraag van 22 juni 2020.
Sinds het begin van de crisis, die officieel duurde tot 17 juli, is meermaals overwogen door de Vlaamse Regering om extra categorieën toe te voegen. Dit is uiteindelijk enkel gebeurd op initiatief van het Vlaamse Parlement voor de groep van werknemers uit de koopvaardij. Voor de groep van losse dokwerkers maar ook voor andere doelgroepen, zijn geen nieuwe elementen om het toepassingsgebied van het decreet verder uit te breiden.
Bovendien vereist het uitbetalen van dergelijke premies een uitgebreide organisatie om foutloos en snel te kunnen uitbetalen. U weet niet wat we hebben moeten doen. We zijn maanden aan een stuk fulltime bezig geweest om gegevens te krijgen en dat allemaal op tijd te betalen. Op basis van het aantal aanvragen verwachten we dat we tegen het einde van dit jaar de uitbetalingen zullen kunnen beëindigen.
Mijnheer D'Haese, ik heb op veel van uw vragen geantwoord via de schriftelijke vraag. Ik verwijs daarnaar want anders kunnen we hier eindeloos blijven doorgaan.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, ik wil, voor alle duidelijkheid, eerst mijn waardering uitspreken voor zowel het nemen van de maatregel als voor de administraties die ze hebben uitgevoerd. We hebben dat al herhaaldelijk gezegd. Ik wil gerust nog eens herhalen dat het een goede maatregel was. Ik onderschat zeker niet dat daar enorm veel werk naartoe is gegaan. Ik weet effectief niet wat jullie hebben gedaan, maar ik kan me inbeelden dat er heel veel dagen en nachten werk bij zijn komen kijken. Daar gaat het uiteraard niet over.
Minister, u zegt dat ik iedereen eronder zou willen laten vallen. Uiteraard niet, en dat is ook niet mijn punt. Mijn punt is dat mensen die in de meest precaire contracten zitten, er net niet onder vallen. Dat is toch wel een fundamenteel probleem in de toepassing van die maatregelen. Mensen met vaste contracten in tijdelijke werkloosheid die nog 70 procent van hun loon hebben, hebben zeker nood aan een aanvullend inkomen. Dat is dus een goeie maatregel. Maar mensen die geen tijdelijke werkloosheid kunnen krijgen en er dus volledig buiten vallen, zoals mensen met dagcontracten, kunnen geen ondersteuning krijgen. Dat is een fundamenteel probleem in de uitvoering van die maatregel.
Losse en vaste havenarbeiders doen exact hetzelfde werk, hebben exact hetzelfde loonverlies, maar de ene krijgt het wel en de andere niet. Daar zit toch weinig lijn in. Ik begrijp dat u zegt dat dat administratief moeilijk is. Ik kan me dat inbeelden, maar kunnen we daar geen oplossingen voor vinden? Waar zitten dan de knelpunten? Het is niet zo moeilijk om die mensen te vinden. Daar zijn databanken voor. Het is allemaal gekend wie wel en wie geen werk heeft op welk moment. Waarom gaan we daar niet verder naar op zoek?
U verwijst naar uw antwoord op mijn schriftelijke vraag. U hebt daarin zeer beknopt gezegd dat er geen onderzoeken meer lopen, maar er is weinig motivatie voor het waarom van de ene categorie wel en de andere niet. Dat is juist de reden waarom ik het hier als vraag om uitleg stel.
Ik begrijp dat de hindernissen administratief zijn, maar welke mogelijkheden zijn er om die te overwinnen?
Ik vraag niet om iedereen hieronder te laten vallen, en al zeker niet de mensen die hun werk niet hebben verloren, maar net de meest precaire contracten vallen eruit. Ik denk dat u toch moet aangeven dat dat een probleem is en dat u op die manier een belangrijk deel van uw doelgroep mist. Ik denk dat we daar trouwens ook al een debat over hebben gehad en dat verschillende mensen uit de meerderheid het daarmee eens waren.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik was nogal verwonderd over deze vraag om uitleg. Ten eerste omdat ik die schriftelijke vraag had zien langskomen. Ten tweede hebben we op 15 juli een voorstel van decreet behandeld. Mijnheer D’Haese, u hebt het woord toen niet genomen. Ik herhaal: niet genomen. Ik heb het toen uitgelegd want het is een vrij technische aangelegenheid. Daarna is er gestemd en hebben alle 115 leden die deelnamen, waaronder u, voor gestemd. Het was dus een unanieme beslissing.
Decennialang geleden heeft de havenarbeid er zelf voor gekozen om te werken met het systeem van dagcontracten, waarbij ze voor niet-gepresteerde dagen een RVA-uitkering (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening) krijgen. Dat heeft dan inderdaad geen link met de tijdelijke werkloosheid. Eigenlijk zou u die vraag op het federale niveau moeten stellen, want ze behoren niet tot het systeem van tijdelijke werkloosheid. Als ze daar niet toe behoren, dan kunnen wij geen koppeling maken met de premie want dat is op die manier opgenomen in het decreet.
We hebben dan nog een uitzondering gemaakt voor de koopvaardijsector omdat ze wel vallen onder tijdelijke werkloosheid maar in een iets ander systeem zaten. Daarom heb ik dat voorstel van decreet toen ingediend. U hebt toen voor gestemd en geen enkele, maar ook geen enkele, opmerking gemaakt. We hadden dat toen kunnen bediscussiëren.
En nu, drie maanden later, waarschijnlijk omdat u gecontacteerd bent door een of andere vakbond, komt u daarmee op de proppen. Dat vind ik een beetje te laat.
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb niets toe te voegen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Het is wel zot op welke lange tenen je trapt als je over dit onderwerp tussenkomt in deze commissie. Mijnheer Gryffroy, ik heb het woord niet genomen bij de stemming over dat decreet. Ik heb daar trouwens ook niemand het woord horen nemen over de koopvaardij. Dat is er ook pas later aan toegevoegd.
Ik wel, ik heb het woord genomen.
Excuseer, ik denk niet dat u nu het woord hebt.
Ik heb al verschillende keren gezegd dat ik dat een goed decreet vond. Maar het is toch logisch dat we ook dingen kunnen evalueren en zeggen waar iets ontbreekt en waar we misschien iets moeten toevoegen? Dat is wat ik hier vandaag doe. En uiteraard doe ik dat, mijnheer Gryffroy, omdat ik contacten krijg van dokwerkers die zich afvragen waarom hun collega het wel krijgt en zij niet, terwijl ze evenveel inkomensverlies hebben. Uiteraard is dat daarom. Dat is toch onze job, volksvertegenwoordiger zijn? Mensen uit het volk die dingen zeggen en wij die hen hier vertegenwoordigen. Ik snap niet waarom u daar zo ambetant van wordt.
De dokwerkers hebben er decennia geleden voor gekozen om te werken via het systeem dat als er geen werk is, ze terugvallen op werkloosheid. Decennia geleden was er natuurlijk geen coronacrisis. We hebben ook maatregelen genomen om de zelfstandigen te ondersteunen, mijnheer Gryffroy. Die hebben daar decennia geleden ook voor gekozen. We hebben maatregelen genomen om de mensen in tijdelijke werkloosheid te ondersteunen. Die hebben daar decennia geleden ook voor gekozen. Maar die ene categorie, van zowel de losse dokwerkers als de mensen die met dagcontracten werken, vallen er blijkbaar buiten, en dat vind ik een zeer spijtige zaak.
Ik vind het heel jammer dat er op die manier wordt gereageerd en dat er geen enkele opening is om dat te bekijken. We zullen zien wat we daar verder rond kunnen ondernemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.