Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, ik had op 24 september nog maar net een vraag gesteld over de Turkse agressie in de Middellandse Zee of ik was een week later al genoodzaakt die aan te vullen met een extra vraag over de Turkse inmenging in het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan over Nagorno-Karabach.
Er woedt al enkele weken een hevig conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan. Intussen is de situatie lichtjes gewijzigd en was er een staakt-het-vuren afgekondigd, dat intussen opnieuw is geschonden. De situatie blijft dan ook hooggespannen.
Tientallen of misschien zelfs honderden mensen hebben het leven verloren bij het opnieuw uitbarsten van dit oude conflict over de betwiste regio Nagorno-Karabach.
Deze door Armeniërs bevolkte regio werd door Stalin toegevoegd aan het overwegend islamitische Azerbeidzjan na de verovering van het gebied door het Rode Leger in de jaren 20. Toen de Sovjet-Unie uiteen begon te vallen, verklaarden de etnische Armeniërs in de regio zich onafhankelijk van Azerbeidzjan. Dit leidde uiteindelijk tot een gewapend conflict tussen de Armeniërs van Nagorno-Karabach en Azerbeidzjan.
Tegen 1994 slaagden de Armeniërs erin het Azerbeidzjaanse leger terug te dringen uit de regio en grote delen land rond de enclave te bezetten. Het conflict geraakte in de jaren daarop grotendeels bevroren maar flakkert met de regelmaat van de klok opnieuw op. De gebeurtenissen van de laatste dagen en weken zijn echter van een andere orde. Zowel Armenië als Azerbeidzjan stelt zich in een staat van oorlog te bevinden. Niet alleen gaat het aldus om een ernstige escalatie, maar ook dreigt Turkije zich in het conflict te mengen, waardoor een regionale escalatie dreigt.
Turkije steunt al lang de Azerbeidzjaanse regering. Turkije en Azerbeidzjan delen een dichte culturele verbondenheid. Beide landen hebben een Turkse en islamitische cultuur. President Erdogan omschreef Armenië als de ‘grootste bedreiging van de vrede’ in de regio. Maar het blijft niet enkel bij retorische ruggensteun. Turkije bevoorraadt Azerbeidzjan al jaren met wapens. Er bereiken ons ook berichten dat Turkije Syrische strijders naar de regio zou sturen, er zijn zelfs berichten dat het jihadi’s zouden zijn. Ook beweert Armenië dat Turkije een gevechtsvliegtuig neerschoot. Turkije toont op deze manier eens te meer aan een destabiliserende factor te zijn in de regio en deinst er niet voor terug om zich op agressieve wijze te mengen in regionale conflicten.
Minister-president, wat is uw reactie op de gebeurtenissen in Nagorno-Karabach? Ik neem aan dat u het optreden van Turkije veroordeelt, gezien het antwoord dat u op mijn vorige vraag om uitleg hebt gegeven. Ik hoop alvast dat u ook inzake deze materie een hartig woordje zult praten, eventueel met de Turkse ambassadeur, en dat u ervoor zult zorgen dat er via de Federale Regering tot in Europa aandacht komt voor de situatie waarin deze mensen zich bevinden.
Minister-president Jambon heeft het woord.
De betrekkingen tussen de twee voormalige Sovjetnaties zijn gespannen sinds in 1921 de regio Nagorno-Karabach werd overgedragen van Armenië aan Azerbeidzjan. In 1988 escaleerden de spanningen tot een gewapend conflict. Het verzoek van Nagorno-Karabach in 1989 om herenigd te worden met de Armeense Sovjetrepubliek werd geweigerd door het centrale gezag in Moskou. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werden Armenië in 1990 en Azerbeidzjan in 1991 onafhankelijke staten. Officieel bleef Nagorno-Karabach deel uitmaken van Azerbeidzjan, maar de regio verklaarde zich in 1991 onafhankelijk. De internationale gemeenschap heeft de onafhankelijkheid van Nagorno-Karabach nooit erkend, maar de facto wordt de regio sinds 1991 wel onafhankelijk bestuurd.
Het gewapend conflict heeft sindsdien duizenden mensenlevens geëist tot de wapenstilstand in 1994. Deze wapenstilstand werd al verschillende malen verbroken. Het escalerend geweld vandaag is daar een pijnlijk voorbeeld van.
De Minsk-groep van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) is het orgaan dat door alle partijen erkend wordt in de vredesonderhandelingen. Die onderhandelingen gaan uit van drie evenwaardige principes om tot een akkoord te komen: het afzien van dreigen met of gebruiken van geweld, territoriale integriteit, en gelijke rechten en het recht op zelfbeschikking. Ik sluit me ook aan bij de oproepen van onder meer de OVSE, maar ook bij die van Europees president Michel, Frans president Macron en zoveel anderen om tot een onmiddellijk staakt-het-vuren te komen.
Een duurzame oplossing voor dit aanslepende conflict is enkel te bereiken aan de onderhandelingstafel.
Veroordelen we het optreden van Turkije? Ik veroordeel het gebruik van wapens om dit conflict op te lossen. Het is vooralsnog onduidelijk wie tijdens de huidige crisis het eerste schot loste. Het is wel duidelijk dat Turkije en Rusland om historische redenen een grote verantwoordelijkheid dragen voor de situatie in de regio. De Vlaamse Regering veroordeelt elke vorm van agressie tegenover andere landen. Ik roep zowel Turkije als Rusland op tot grote terughoudendheid. Ik verneem dat president Poetin al met president Erdogan heeft gebeld en heeft aangedrongen op onderhandelingen. Het is aan de regeringen van Armenië en Azerbeidzjan om tot een oplossing te komen voor dit aanslepende conflict.
U vroeg of ik contact zal hebben met de Turkse ambassadeur. De Vlaamse Regering staat positief tegenover elke poging om een escalatie van het geweld te voorkomen. Een duurzame oplossing kan immers enkel via onderhandelingen worden bereikt. Dat is dan ook de boodschap die ik in eventuele toekomstige diplomatieke contacten hierover zal uitdragen. Het behoeft geen betoog dat de evolutie van de Turkse betrokkenheid in dit conflict een rol kan spelen in de verdere besluitvorming over de toetredingsonderhandelingen tussen de EU en Turkije. Ik vestig mijn hoop op het gezond verstand van de betrokken partijen en zal elke bijdrage tot een vreedzame oplossing voluit ondersteunen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, dank u wel. Het is goed dat u de huidige stand van zaken of de manier waarop men te werk gaat, veroordeelt. Uiteraard moet men proberen de zaken aan een onderhandelingstafel in orde te krijgen. Via België zijn we echter vertegenwoordigd in de VN-Veiligheidsraad. Wat zullen we daar eventueel doen om de zaken toch nog iets duidelijker aan te pakken? Eén ding is heel duidelijk. Deze situatie doet me een beetje aan de 19e eeuw te denken, aan de proxyoorlogen toen tussen Rusland en Turkije. Het is een beetje dezelfde situatie die we nu opnieuw zien, maar dan meer dan een eeuw later. Ik denk dat Rusland en Turkije nu achter de schermen aan het onderhandelen zijn, maar ondertussen denk ik dat van die twee landen Turkije de meest onbetrouwbare partner is in deze situatie, aangezien het duidelijk op weg is om een soort lokale hegemonie na te streven. Mijn vorige vraag om uitleg wees daar trouwens ook op. Turkije profileert zich echt opnieuw als de nazaat van het Ottomaanse rijk. Dat zie je trouwens ook aan de retoriek van president Erdogan. Dat is heel duidelijk, dus we moeten daar zeker voor waarschuwen en duidelijk stelling nemen, in Vlaanderen en via België ook in Europa.
Ik eindig zoals ik mijn vorige vraag om uitleg heb beëindigd, met te stellen dat dit opnieuw bewijst dat er voor Turkije helemaal geen plek is in Europa.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Minister-president, dank voor uw antwoord. Onze fractie is uiteraard ook heel bezorgd over de situatie in Nagorno-Karabach, over het oplaaiende geweld en de burgerslachtoffers die vallen. In zo’n conflict is het, opnieuw, belangrijk dat de Europese Unie een krachtig antwoord geeft. Ik denk dat dat een beetje de rode draad is vandaag in de discussies die we hebben gehad, over Turkije, Wit-Rusland, China, Spanje. Dit is nu wel behandeld op die Europese Raad van 1 en 2 oktober, men veroordeelt het geweld, men roept op tot een staakt-het-vuren, maar ik zie weinig daadkracht op dat Europese niveau, en dat leidt er inderdaad toe dat Rusland en Turkije de regie overnemen in die regio.
Soms kan Europa dus ook wel eens een antwoord zijn. Ik denk dat zeker op het vlak van Buitenlandse Zaken meer Europa of een krachtiger Europa wel degelijk een antwoord kan zijn.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Nu de VS zich de facto heeft teruggetrokken uit de situatie daar, en de EU zich daar niet krachtig genoeg naar een regierol manoeuvreert, is het dus duidelijk dat Rusland en vooral Turkije daar nu vrij spel hebben.
Dat manifesteert zich natuurlijk in het ondersteunen van verschillende conflicthaarden, wat ik zelf betreur. Het is te hopen dat het conflict daar zo snel mogelijk beëindigd wordt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.