Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, collega’s, corona stelde iedereen op de proef, zeker ook kinderen en jongeren. Terwijl hun stem in het begin van de crisis zo goed als onhoorbaar was, groeide stilaan de aandacht voor hun ervaringen en noden in het publieke debat. Daarbij kreeg één groep minder aandacht: onze kleuters. Toch verdienen ook deze kinderen, en meer specifiek kleuters in kwetsbare situaties, de nodige aandacht. We moeten ervoor zorgen dat kleuters uit kwetsbare gezinnen niet meer van de radar verdwijnen.
Het vrij centrum voor leerlingenbegeleiding (VCLB) organiseerde een rondetafel met heel wat belangrijke stakeholders vanuit onder andere de KU Leuven, Kind en Gezin, de Koning Boudewijnstichting en de Gezinsbond. Deze groep formuleerde een aantal aanbevelingen om de broodnodige verbinding te houden met kwetsbare gezinnen en hun kleuters, want dat is de beste garantie op een goede start van de onderwijsloopbaan.
Als we hulpverlening volop willen laten renderen, stelt de groep deskundigen, dan moeten we eerst en vooral weten wie die kwetsbare gezinnen zijn. Bestaande data, zoals de SES-indicatoren (sociaal-economische status), zouden daarom deelbaar en toegankelijk gemaakt moeten worden, zodat CLB’s meer aan geïndiceerde preventie kunnen doen. Bovendien is een warm onthaal voor alle gezinnen en zeker voor ouders van wie de kleuter voor het eerst naar school gaat, onontbeerlijk. Daar ligt de kiem tot een goed contact.
Een tweede aanbeveling gaat over het outreachend werken. In tijden van lockdown en verplichte sluiting werden enorme inspanningen geleverd om contact te houden met iedereen. In normale omstandigheden werkt men anders: opmerken, signaleren, in gesprek gaan, onderzoeken enzovoort. De goede praktijken uit dat outreachend werken moeten nu gedeeld worden met anderen en verankerd worden in het schoolbeleid.
Verder breekt de rondetafel ook een lans voor het inzetten van brugfiguren. Ook voor corona werkten heel wat scholen en gemeenten al met brugfiguren. Deze mensen staan dicht bij de leefwereld van kwetsbare gezinnen en kunnen een verbindende rol spelen.
En ten slotte legde men de nadruk op de noodzaak aan structurele maatregelen voor ouders die moeten instaan voor de zorg voor kleuters die in quarantaine moeten. Nu is daar helemaal niets voor geregeld.
Bent u het eens met de aanbevelingen en conclusies die deze groep deskundigen formuleerde? Welke beleidsacties plant u hierrond uit te werken?
Hoe zult u ervoor zorgen dat kwetsbare kinderen binnen de grenzen van het beroepsgeheim en de General Data Protection Regulation (GDPR) sneller op de radar komen van zowel de scholen als de CLB’s?
Hoe zult u de CLB’s en scholen nog verder ondersteunen om te werken aan de verbinding met vooral die kwetsbare gezinnen? Welke extra partners zult u daarbij betrekken?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik ben het met u eens dat het nodig is om aandacht te blijven houden voor de meest kwetsbare kinderen en al zeker voor de kleuters. Daarom hebben we het van bij het begin mogelijk gemaakt dat de meest kwetsbare kinderen en jongeren zelfs bij een volledige lockdown nog steeds naar school konden blijven gaan. Dat is ook nu het geval in alle kleurencodes. Specifiek voor kleuters staat in alle kleurencodes ingeschreven dat het basisonderwijs in zijn totaliteit altijd openblijft.
Nu, we moeten daarnaast natuurlijk ook de aandacht blijven bewaren, omdat de kans op schoolse achterstand verkleint en de kans op gekwalificeerde uitstroom vergroot als kinderen van kleins af aan deelnemen aan onderwijs. Je ziet dat vroeg participeren aan onderwijs altijd positieve effecten heeft op het sociaal gedrag. In het kleuteronderwijs worden immers sociale vaardigheden bijgebracht. Dat is daar essentieel. Daarnaast is er ook de zelfregulatie, met het autonoom werken, en zijn er de leermogelijkheden. Daarom blijven we natuurlijk sterk inzetten op kleuterparticipatie, en is het goed dat de leerplicht werd verlaagd tot de leeftijd van 5 jaar. We hebben die ouders die nog niet hadden ingeschreven, ook individueel benaderd, met een brief waarin staat dat ze ervoor moeten zorgen dat ze beantwoorden aan de nieuwe regelgeving en de verlaging van de leerplichtleeftijd.
Het is ook positief dat er bij de stakeholders wel veel aandacht blijft gaan naar de allerkleinsten. Dat initiatief van de rondetafel is prima. Met die aanbevelingen kunnen we zeker aan de slag, in de samenwerkingsinitiatieven die vandaag ook al bestaan, en in de scholen.
Voor het bevorderen van kleuterparticipatie is er samenwerking met: de inspectie, ook bij de schooldoorlichtingen; lerarenopleiders en pedagogische begeleidingsdiensten, vooral dan met het oog op professionalisering; Kind & Gezin, voor het bereiken van kleuters die niet zijn ingeschreven en voor preventieve acties; de Huizen van het Kind, voor het herkennen en aanduiden van kwetsbare gezinnen, voor bezoekrondes aan scholen en voor het formuleren van aandachtspunten in het beleid; het Agentschap Integratie en Inburgering, ook voor toeleiding van de kleuters.
De scholen worden ondersteund via www.kleuterparticipatie.be, via de kleuterparticipatierapporten voor scholen op Mijn Onderwijs. Twee keer per jaar krijgen de scholen een cijferrapport over de kleuterparticipatie en een prognose, wat toch ook belangrijk is, of de kinderen aan voldoende aanwezigheden zullen komen als ze met dezelfde frequentie naar school blijven komen. Dat is dus een beetje een knipperlicht. Zo kan worden aangeduid dat men moet opletten, dat men de ouders er toch eens op moet wijzen dat er voor hen mogelijk een en ander in het gedrang dreigt te komen, gelet op het beperkte aantal afwezigheden.
Er zijn ook de gemeenterapporten op www.agodi.be, waarmee de kleuterparticipatierapporten ook worden meegegeven op het niveau van steden en gemeenten. Tot slot is er ook de gespreksfiche ‘In gesprek over kleuteronderwijs’.
We hebben het decreet Leerlingenbegeleiding, waarin toch ook wordt ingezet op de aanbevelingen, zoals ouderbetrokkenheid en de zorg voor een warm onthaal. Er is onder meer voorzien in meer ouderbetrokkenheid door ouders mee te vragen naar de systematische contacten van het CLB bij de kleuterleeftijd. Een warm onthaal als onderdeel van die brede basiszorg wordt van de scholen verwacht. Zij doen dat dan onder meer door het informeren van ouders en het wegwerken van drempels om naar school te gaan.
Wat de verwijzing naar de brugfiguren betreft: we hebben de subsidies voor flankerend onderwijsbeleid ingekanteld in het Gemeentefonds. Die zijn niet geoormerkt. Er is dus autonomie, waarbij ook verantwoordelijkheid speelt. Het is natuurlijk het ene of het andere. Gemeenten kunnen ervoor opteren om met die middelen brugfiguren aan te stellen, maar daar zijn ze wel autonoom in.
We hebben tijdens de recente periode vastgesteld hoe belangrijk het kan zijn om over mensen te beschikken die de band met kwetsbare gezinnen kunnen behouden. Tijdens de crisis hebben we heel wat extra ondersteuning geboden via die zogenaamde pedagogische reserve. Er is tijdens de zomerperiode ook contact opgenomen met de organisaties die in de pedagogische reserve zaten, met de vraag wie van hen ook dit schooljaar een aanbod wil doen aan de scholen in kader van preteaching en bijkomende ondersteuning, op welke manier dan ook. Daar is wel een heel positieve respons op gekomen.
Wat de vraag betreft over bescherming van werknemers en ouders als de school van een kind sluit, heb ik begrepen dat er via de federale overheid ook een mogelijkheid is van verlof voor die werknemers. Ook vanuit mijn eigen bevoegdheden houd ik echter tijdens de coronacrisis natuurlijk een vinger aan de pols, door gesprekken met de diverse organisaties aan te gaan die bezig zijn of de band onderhouden met kwetsbare gezinnen.
Wat de uitwisseling van gegevens binnen GDPR betreft, werken we natuurlijk binnen de geldende regels en procedures. Heel wat scholen zitten nu al op regelmatige basis samen met hun CLB in een soort multidisciplinair overleg, wat ook veronderstelt dat er informatie wordt uitgewisseld.
Ik denk dus dat de basis er wel is om die goede praktijken uit te wisselen, voor zover dat nu nog niet gebeurt, onder andere via Klasse. U moet maar eens kijken naar het aanbod dat bestaat rond kwaliteitsvolle interactie in de kleuterklas. Er is ook een thema rond de dialoog ouders-school, waarbij we zoveel mogelijk proberen om ook via die weg rechtstreeks aan de scholen en de leerkrachten wat goede praktijken door te geven.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Bedankt voor het antwoord, minister. Ik wil nog op twee specifieke zaken verder ingaan. Het doorgeven van informatie over leerlingen, specifiek rond de SES-indicatoren, is iets wat ik toch heel vaak hoor. Naar aanleiding van het verdelen van de middelen die we gekregen hebben vanuit de Vlaamse overheid, gekoppeld aan de lokale besturen, was de vraag ook of we er geen zicht op konden krijgen welke kinderen kwetsbaar zijn en hoe we die middelen dan kunnen verdelen. Dat is een beetje dezelfde vraag. Naar ik begreep, is minister Beke daarop ingegaan en zijn die gegevens ook beschikbaar voor de lokale besturen. Ik dacht dus dat het misschien ook interessant kon zijn om die gegevens ook door te geven aan de CLB’s, natuurlijk binnen de contouren van de GDPR-wetgeving.
Minister, ik herinner mij een plenaire vergadering waarin heel wat te doen was over de getuigenis van Dylan, de jongen die aangaf dat hij thuis geen eten had. Er werd toen aan u, als minister van Onderwijs, gevraagd wat u zou doen aan het feit dat er leerlingen zijn die echt zo kwetsbaar zijn en die we niet zien op school, maar die onder de radar verdwijnen. Toen zei u dat u graag bereid was om te luisteren naar goede voorbeelden. Persoonlijk denk ik dat het verhaal van de brugfiguren echt wel een meerwaarde kan zijn om, zowel met lokale besturen als Onderwijs, op de brug tussen Onderwijs en Welzijn te gaan interveniëren via die brugfiguren. Er zijn heel wat mooie voorbeelden. Ziet u het als een mogelijkheid om die lokale projecten nog verder te ondersteunen? Ik geloof daar heel sterk in. Er is in West-Vlaanderen ook een soort coördinatie opgestart, waarbij men alle goede voorbeelden bundelt, zoals de werking van die brugfiguren, en ook een soort intervisiemoment gaat opstarten. Ik hoor van de mensen die daaraan deelnemen, dat dat heel leerrijk is.
Verder was er nog een onderzoek van HOGENT, dat ook werd voorgesteld op de inspiratiedag van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor). Men doet daarin een aantal aanbevelingen aan het beleid rond brugfiguren. Hebt u dat al gezien? Ik denk dat het onderzoek binnenkort wordt opgeleverd. Ik hou dat zeker in de gaten en hoop dat u ook ingaat op de vragen die men in dat onderzoek naar voren brengt.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Minister, onze fractie wil ook nog eens onder de aandacht brengen dat we het heel belangrijk vinden dat kwetsbare gezinnen voldoende aandacht krijgen. Toen u in de coronacrisis de scholen hebt aangemoedigd om de kansarme kinderen extra te contacteren, zeker ook de kleuters, zodat zij de voeling met de klasvloer niet zouden verliezen, hebben wij dat heel erg gewaardeerd. De scholen hebben dat ook echt goed gedaan. Ze zijn echt rondgereden om kinderen persoonlijk iets te kunnen afgeven, omdat ze misschien niet altijd digitaal te bereiken waren. Scholen hebben zich daar erg voor ingezet en dat appreciëren we ook enorm.
Gisteren hebben we de discussie gehad over code geel, oranje en rood. Wat wij als fractie ook heel belangrijk vinden, is dat als code rood van start zou gaan in de scholen, de kleuterscholen toch altijd open zouden blijven.
De kleuterschool blijft de basis van een sterkte start in de schoolse carrière. De kleuterscholen zijn een heel belangrijk fundament voor die schoolloopbaan.
U lichtte in uw antwoord toe dat u op heel wat manieren de kleuterparticipatie wilt verhogen. In de provincie Antwerpen, en ik vermoed ook wel in andere provincies, wordt daar heel erg op ingezet, in samenwerking met de lokale besturen en gemeenten. De provincies houden daar ook gegevens en statistieken van bij. Mevrouw Vandromme, u moet zeker eens op de site van de provincie gaan kijken, daar vindt u heel veel informatie over de kleuterparticipatie in de eigen gemeente.
Minister, neemt u via de provincie of rechtstreeks met de lokale besturen ook initiatieven om met hen in overleg te gaan, daar waar de kleuterparticipatie nog beter zou moeten?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil vooral ingaan op de vraag over de gegevensuitwisseling, GDPR-conform (algemene verordening gegevensbescherming) richting CLB’s. Ik zal dat moeten bekijken maar als dat kan, graag natuurlijk, en dan in twee richtingen.
Wat de brugfiguren betreft, hebben we er in een vorige periode voor gezorgd dat er een inkanteling was van het flankerend onderwijsbeleid en dat de middelen daarvoor richting de gemeenten gingen. Zij hebben de middelen gekregen om die te kunnen investeren in het kader van de brugfiguren. We hebben die middelen niet geoormerkt, het is opnieuw de lokale autonomie die speelt maar ik ga er wel van uit dat daar iets mee gedaan wordt en dat dit desgevallend door de gemeenteraden wordt bekeken. Ik denk niet dat het nuttig is om opnieuw een extra financiële pot te creëren op Vlaams niveau na die inkanteling van het flankerend onderwijsbeleid.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, de vraag over kwetsbare kinderen gaat ruimer dan alleen maar de kleuterparticipatie. Het is niet omdat kinderen op school aanwezig dat alle problemen opgelost zijn. Ik wil dat toch wat ruimer zien. De cijfers zijn me bekend, als schepen volg ik die goed op.
Minister, u hebt gelijk dat de middelen voor het flankerend onderwijsbeleid zijn ingekanteld in het Gemeentefonds maar jammer genoeg hebben niet alle steden en gemeenten middelen gekregen. Hier in Poperinge is dat allemaal bovenop, wij hebben daar nooit middelen voor gekregen. Ik denk dat het ook ruimer moet worden bekeken dan enkel middelen, het kan ook een ondersteuning zijn, een bekendmaking, het delen van goede voorbeelden en het praktisch verdelen van materiaal. Ik zie het wat ruimer maar ik kijk in elk geval heel erg uit naar het onderzoek van HOGENT dat binnenkort wordt opgeleverd en waarin een aantal goede insteken worden gedaan. Ik zal dat zeker verder in de gaten houden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.