Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, in 2023 worden de Europese Spelen normaal gezien georganiseerd door de regio Klein-Polen, in en rond de stad Krakau. Die regio riep zichzelf enige tijd geleden uit tot lgbtq-vrije zone. Lgbtq-rechten en internationale sportevenementen zorgen al jaren voor discussie. Tijdens de Winterspelen in het Russische Sotsji werd sporters actief afgeraden om standpunt in te nemen over de rechten van holebi’s en transgenders in Rusland. Volgens voorstanders van de Winterspelen zorgde dat evenement er net voor dat Rusland zich in de aanloop naar de Spelen opnieuw gematigder ging opstellen inzake lgbtq-rechten.
Toen de Spelen eenmaal voorbij waren, ging het echter meteen weer achteruit met die rechten. Dat toont aan dat enkel sancties en het ontnemen van dit soort evenementen, en de inkomsten die erbij horen, echt impact hebben. In lijn met de resolutie die het Vlaams Parlement unaniem goedkeurde inzake lgbtq-rechten in het buitenlands beleid, dringt een duidelijk signaal vanuit Vlaanderen, en meer bepaald vanuit de Vlaamse sportwereld, zich op.
Minister, vindt u dat regio’s die zichzelf openlijk als lgbtq+-vrije zones uitroepen, de geschikte plaats zijn voor internationale sportevents? Zult u actie ondernemen richting het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) om de toekenning van de Europese Spelen aan Klein-Polen te herroepen? Zult u in overleg gaan met de sportbonden en het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité over het structureel niet steunen van de kandidaturen van landen, regio’s of steden waar de lgbtq+-rechten niet gerespecteerd worden voor internationale sportevenementen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik lees en hoor net als u ook dat de lgtbqi-rechten in Polen sterk onder druk staan, wat ik zelf een negatieve evolutie vind. Het is wat mij betreft ook duidelijk dat zulke lgtbqi-vrije regio’s, zoals ze zichzelf omschrijven, niet bepaald een geschikte plaats zijn om internationale sportevenementen te houden. En daarmee sluiten we met z’n allen aan bij het standpunt van de Europese Unie, die ook de financiële steun aan de betrokken steden heeft opgezegd. Ze geeft hiermee duidelijk te kennen dat dit niet volgens de normen en waarden van de Europese Unie is.
Maar de selectieprocedures voor internationale sportevenementen worden georganiseerd door internationale sportbonden en olympische comités. Dat zijn privaatrechtelijke organisaties. Als minister van Sport heb ik daaromtrent geen directe bevoegdheden om te voorkomen dat dergelijke evenementen daar plaatsvinden; evenmin heb ik impact op het selectieproces van gaststeden of -landen.
Specifiek voor het sportevenement dat u aanhaalt, de Europese Spelen, gaat het over het Europees Olympisch Comité. Als je dit vanuit hun standpunt bekijkt, is dit bijzonder vreemd te noemen. Als regionaal Olympisch Comité onderschrijven ze het Olympisch Charter, waarin heel duidelijk vermeld wordt dat er geen onderscheid wordt gemaakt op seksuele geaardheid. Het lijkt me dan ook duidelijk dat de selectie van Krakau als gastregio niet helemaal strookt met wat in het Olympisch Charter is terug te vinden en dat in de eerste plaats het Europees Olympisch Comité zichzelf een spiegel moet voorhouden. De vorige editie van deze Spelen vond plaats in Minsk, en ook daar konden toch wel wat vragen bij gesteld worden.
Verder lijkt dit me in de eerste plaats aan de Europese Unie en de Raad van Europa om over te oordelen, want dit gaat uiteraard verder dan het sportbeleid alleen.
Ik ben er wel van overtuigd dat een sportevenement van die omvang ook een katalysator kan zijn om inbreuken tegen mensenrechten aan te kaarten en op de agenda te plaatsen. Het is altijd wel tweesnijdend. Je ziet dat ook in de nationale politiek en in diplomatie, de twee mogelijke sporen die je ter zake kunt bewandelen. 2023 is nog ver verwijderd, we weten ook nog niet in welke wereld we dan zullen leven.
Als minister van Sport zal ik me steeds engageren voor het respecteren van fundamentele rechten in en via sport. Zo ligt er bij de Raad van Europa een resolutie over mensenrechten op tafel die op 5 november door de sportministers zal worden ondertekend. Ik zal het ook aankaarten in het overleg tussen de gemeenschappen en het BOIC. Ik weet het nu niet vanbuiten, maar ik heb op regelmatige basis overleg met het BOIC. Het is nu mijn beurt om het te organiseren, en dat is binnen dit en een maand. Daar zal ik dit zeker ook aankaarten en vragen welk standpunt het BOIC ter zake heeft ingenomen in het Europees Olympisch Comité en dat men daar een aval gegeven heeft voor deze werkwijze.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
We gaan dat zien in de komende maanden, maar ik meen hier toch heel veel goede wil van uw kant te zien in het onderschrijven van het feit dat dat niet kan, dat steden die discrimineren op basis van geslacht ook nog eens mooie internationale sportevenementen naar zich toe kunnen trekken.
Ik hoor dat u dat zult aankaarten op verschillende niveaus. U hebt inderdaad geen bevoegdheid over privaatrechtelijke organisaties, maar u hebt gelukkig als minister van Sport de kracht van uw stem en de kracht van uw mening. Dus u kunt toch duidelijk laten blijken dat het eigenlijk helemaal niet kan dat we steden het voorrecht geven om mooie sportevenementen te organiseren wanneer zij mensen niet allemaal over een gelijke kam scheren en een onderscheid maken tussen man-vrouw, man-man, vrouw-vrouw, en ga zo maar verder.
Ik vind het ook zeer goed dat u op 5 november dat charter zult ondertekenen. Ik hoop dat u daar heel wat ruchtbaarheid aan geeft, want als er nu iets is dat mooi in de verf gezet mag worden, is het dat we hier allemaal – en u zeker als minister van Sport – gaan voor een beleid van Sport voor Allen, waar geen plaats is voor discriminatie op basis van geslacht.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Collega, dank u om de vraag te stellen. Het is er een die ik een heel warm hart toedraag. Tijdens de Spelen in Sotsji, in Rusland, heb ik zelfs nog een protestactie georganiseerd om de situatie daar aan te kaarten. Ik vind het ongelooflijk belangrijk. Voor mij en voor onze fractie mag het evident zijn dat, of er nu een sportevenement plaatsvindt of niet, die lgbtqi-rechten wereldwijd gerespecteerd worden. Deze sportevenementen aangrijpen om dat na te streven, is een heel goede zaak, maar het mag dus effectief verder gaan.
De rol van sporters is wel groot. Dat zijn voorbeeldfiguren, inspiraties, rolmodellen. Het is ook zeer belangrijk dat deze generatie en volgende generaties zich kunnen herkennen. Tijdens de Winterspelen in Sotsji toonden verschillende sporters al dat ze niet het gevoel hadden dat ze zichzelf konden zijn of mochten uiten tijdens die Spelen. Dat gaat naar alle waarschijnlijkheid niet anders zijn tijdens deze Europese Spelen.
Ik ben ongelooflijk blij met de stappen die de minister zal zetten. Ik denk dat dat belangrijke stappen zijn, dat die groot zijn. Hoewel het dan gaat over een private organisatie, zijn dit toch heel belangrijke stappen en een heel duidelijk signaal van hieruit.
Ik kan dan als enige vraag nog stellen – dat is er eerder een richting de collega’s: de collega gaf al aan dat onze stem heel belangrijk is, dat geldt voor ons zeker ook. Dit is een element dat op Europees niveau aangepakt mag worden en waar wij ook onze eigen partijleden op Europees niveau voor mogen aansporen om dit pleidooi nog een keer heel sterk en duidelijk te brengen, want die Olympische gedachte mag zeker in die locaties, en niet alleen bij de spelers, heel erg meespelen. Alvast bedankt.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat we in dezen allemaal aan hetzelfde zeel trekken. We proberen er wel wat ruchtbaarheid aan te geven. Maar dit is mogelijk wel een showcase, waarbij men heel duidelijk zegt dat men dit niet gaat aanvaarden. Ik kijk toch ook met enige nieuwsgierigheid uit naar de verdere ontwikkelingen ter zake. Ik zie dat er ook in het Europees Parlement actie is ondernomen, waarbij men vraagt aan het Europees Olympisch Comité om verantwoording af te leggen. Dat lijkt me ook wel een interessante piste om te volgen, en dat men daar toch minstens eens een hoorzitting of zo – ik weet niet of dat kan in het Europees Parlement – zou organiseren waar het Europees Olympisch Comité ook enige verantwoording zou afleggen.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Het is met groot genoegen dat ik hier vaststel dat iedereen op één lijn staat om te zeggen dat internationale sportevenementen helemaal niet thuishoren in steden die de lgbtq+-rechten met de voeten treden. In sport is er geen plaats voor discriminatie. Wij zijn voor een beleid van Sport voor Allen, en gaan discrimineren op basis van geslacht hoort daar zeker niet thuis. Het blijft belangrijk om ook vanuit Vlaanderen daar een heel sterk signaal te geven dat wij daar niet mee akkoord gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.