Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de toekenning van persoonlijkeassistentiebudgetten in het kader van het uitbreidingsbeleid minderjarigen 2020
Vraag om uitleg over het basisondersteuningsbudget voor personen met een handicap voor categorieën met een permanente nieuwe instroom
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, voor ik deze vraag stel, wil ik nog even de puntjes op de i zetten over de wachtlijst zelf. Vorige week in de plenaire vergadering over de Septemberverklaring leek u toch een deel van die wachtlijst te vergeten, maar het gaat wel degelijk om 20.000 mensen die aan het wachten zijn op een zorgbudget. Het gaat over bijna 16.000 meerderjarigen die wachten op een persoonsvolgend budget (PVB), bijna 1.800 minderjarigen die wachten op een persoonlijkeassistentiebudget (PAB) en 2.500 die op de wachtlijst staan voor een multifunctioneel centrum (MFC). In totaal gaat het over meer dan 20.000 mensen die aan het wachten zijn op een zorgbudget.
U blijft, ook vorige week, trots spreken over de 270 miljoen euro die versneld wordt vrijgemaakt. Dat is goed. Maar in de realiteit blijft dat een druppel op een hete plaat want ondanks die investering van 270 miljoen euro gaan de wachtlijsten blijven aangroeien. We hebben dat vorige week ook benadrukt. Ze gaan bijna verdubbelen tijdens uw legislatuur. U geeft niet de indruk dat u de ernst van de situatie inziet. Ik hoor collega Daniëls van de N-VA en collega Vande Reyde van Open Vld in de coronacommissie vurig betogen dat ze die wachtlijsten niet willen aanvaarden. U hebt zelf ook getwitterd dat CD&V al tien jaar pleitbezorger is om de wachtlijsten weg te werken. Ik vraag me af waarom er zo weinig gebeurt.
De Panoreportage die twee weken geleden werd uitgezonden, toont de realiteit van de mensen die op de wachtlijst staan. We zien daar mantelzorgers die het niet meer aankunnen. Ze zeggen zelf: “Mantelzorgers worden uitgeperst. Ouders worden veroordeeld tot een levenslange zorgarbeid.” Dat gaat over de papa van Gillian, een zwaar gehandicapt kind. Het is bijzonder zwaar om de zorg voor een kind dat een beperking heeft op te nemen. Daarbij zeggen ze ook: “Het gaat niet op om te zeggen dat je het grootste respect hebt voor mantelzorgers, wanneer je ze in de praktijk aan hun lot overlaat.”
Dat gebeurt vandaag, minister. U kunt afkomen met heel wat cijfers die in uw boekhouding staan, maar het gaat om families die in de problemen zitten en waarbij het water heel vaak aan de lippen staat. Ik hoop dat u de getuigenissen allemaal hebt gezien. Ze voelen dat aan als ‘trek uw plan’. Ze hebben een brief gekregen waarop staat dat ze een budget krijgen en ze krijgen dat niet. En ondertussen moeten die mensen hun plan trekken. Het gaat heel vaak ten koste van de mantelzorgers, die daaraan heel wat van hun vrije tijd of ook van hun arbeidstijd besteden, want vaak gaan mensen halftijds werken om de zorg voor hun kind op te kunnen nemen. Dat hebben we in de Panoreportage kunnen zien. Zonder hun budget leven ze in een permanente lockdown en de crisis heeft dat alleen maar versterkt. Daarom wil ik dat hier nog eens opnieuw op de agenda zetten.
Kent u de situatie van de 20.000 personen met een handicap die wachten op een budget? Bent u het ermee eens dat zij vandaag niet de zorg krijgen waar ze recht op hebben, maar die ze nodig hebben?
Wat zijn de gevolgen van de wachtlijsten voor de mantelzorgers? Hoe worden ze ondersteund? Wat is de situatie van de mantelzorgers? Hebt u daar zicht op?
Hoeveel ouders van personen met een beperking nemen de zorg zelf thuis op en gaan om die reden niet uit werken of maar halftijds werken?
Gaat u meer dan 270 miljoen euro vrijmaken in deze legislatuur om de wachtlijsten aan te pakken?
Op welke termijn ziet u dat de wachtlijst voor personen met een beperking volledig weggewerkt is?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Het is een rare koppeling van de vragen omdat mijn vraag een ander aspect aanraakt, maar het is qua efficiëntie wel goed dat ze in dit kader beantwoord wordt.
Ik hoorde mevrouw Vandecasteele mijn naam noemen. We gaan het debat uit de plenaire vergadering hier zeker niet opnieuw doen. Maar het is geen geheim dat mijn doel in de politiek het wegwerken van die wachtlijsten is. U kunt dat nog duizend keer tegen mij gebruiken, maar ik denk dat het een nobel streven is.
Als u de dingen wilt zien die we daarvoor doen, dan moet u gewoon het regeerakkoord erop nalezen. Daar staat in dat wij minder geld naar administratie en meer naar zorg willen laten gaan, dat we de switch van aanbodgestuurde naar vraaggestuurde zorg willen versterken, dat we willen analyseren wie er allemaal in prioriteitengroep 3 zit en dat we het sociaal ondernemerschap in al zijn vormen willen stimuleren, zodat meer mensen die dat willen, zorg kunnen geven zonder daarin te worden beperkt. Dat zijn dus allemaal zaken die nuttig zijn in dezen. Ik ga wel akkoord met u op één punt, namelijk dat de budgetten daarvoor ook nog moeten aangroeien de komende jaren. Daarvoor hebben we in deze legislatuur alvast in 270 miljoen euro voorzien, dat volgend jaar in één jaar zal worden uitgegeven. Ik denk dus dat dat al een goede zaak is, en ik ben blij dat ik dat mee naar voren heb gebracht. U mag me dat nog duizend keer kwalijk nemen, maar ik zie dat veeleer als een compliment.
Dat gezegd zijnde, mijn vraag gaat eigenlijk over de PAB’s. Zoals mevrouw Vandecasteele ook al heeft aangehaald, is de wachtlijst voor zo’n PAB voor minderjarigen ook aanzienlijk. Daarom is het belangrijk dat we de middelen die we wel ter beschikking hebben voor PAB’s, zo snel mogelijk kunnen inzetten. Ik was dus verbaasd toen mijn medewerker me een nieuwsflash doorstuurde waarin stond dat er sprake was van uitstel inzake een soort checklist die de wachtenden op de wachtlijst naar de intersectorale toegangspoort sturen. Het verlengen van die deadline voor het indienen van die checklist zorgt ervoor dat de PAB’s van 2020 niet volledig kunnen worden ingezet, of dat het daarvoor in 2020 gereserveerde budget niet volledig kan worden ingezet. Men zou willen gaan naar een systeem waarbij de budgetten van 2020 en 2021 gelijktijdig worden ingezet. Ik vrees een beetje dat door dit uitstel het verschil qua wachttijden tussen wie in een multifunctioneel centrum (MFC) zit en wie een PAB vraagt nog groter kan zijn. Aangezien de wachtlijsten toch al aanzienlijk zijn, denk ik dat men er toch voor moet zorgen dat de budgetten die ter beschikking zijn, zo snel mogelijk worden ingezet.
Minister, vandaar mijn vragen. Hoe rechtvaardigt u het uitstel bij het toekennen van die PAB’s voor het budget dat er in 2020 voor uitbreiding beschikbaar is? Aan hoeveel langst wachtenden zal er nog dit jaar een PAB worden toegekend, en wanneer zal dat precies gebeuren? Waarom kan men, naast aan de langst wachtende PAB’ers, dit jaar ook al geen budget toekennen aan de in 2019 geprioriteerde, maar nog niet gehonoreerde PAB-aanvragen, en, indien er nog budget zou resteren, aan de mensen op de wachtlijsten in functie van de datum van hun aanvraag? Wat is er ondertussen gebeurd met het uitbreidingsbudget dat was uitgetrokken voor minderjarige personen met een handicap? Is dat onbenut gebleven, of werd het aangewend voor andere zaken, en zo ja, waarvoor dan?
Ik stel al die vragen vanuit de algemene bekommernis die ik heb dat het budget dat we ter beschikking hebben en dat niet toereikend is voor alle wachtende minderjarigen, toch zo snel mogelijk zou worden ingezet, waar dat kan, om de noden zo snel mogelijk te lenigen.
De heer Anaf heeft het woord.
Ook mijn vraag kadert in de discussie die we onder andere vorige week over de wachtlijsten hebben gevoerd. Ook de insteek is iets anders. Ze gaat namelijk over het basisondersteuningsbudget (BOB) voor categorieën met een permanente instroom.
Ik zou echter eerst heel even willen ingaan op wat collega Vande Reyde vertelde. Ook vorige week is aan bod gekomen dat die 270 miljoen euro volgend jaar volledig zal worden uitgegeven. Ik weet niet of u de ontwerpbegroting al hebt gezien, maar ik vind daar maar 15 miljoen euro extra voor uitbreiding terug. Ik vraag me dus af hoe men die 270 miljoen euro kan staven.
De Vlaamse Regering heeft op vrijdag 25 september beslist om dat BOB af te schaffen voor categorieën met een permanente nieuwe instroom. Voor die personen met een handicap wordt de bestaande regeling bevroren indien zij van de verhoogde kinderbijslag genieten. Ook de geplande uitbreiding in 2021 komt er dus niet voor deze doelgroep, noch voor personen met een integratietegemoetkoming.
Kortom, wie een handicap heeft en zich aanmeldt op de wachtlijst voor ofwel een PAB of een PVB, zal, in tegenstelling tot een eerdere belofte van de Vlaamse Regering, niet langer aanspraak kunnen maken op het basisondersteuningsbudget (BOB) van 300 euro per maand voor al die jaren dat zij wachten op een volwaardig PAB of PVB. We weten allemaal dat die wachttijden soms heel lang kunnen oplopen. En terwijl er in de coronacommissie nog getuigd werd over hoe moeilijk personen met een handicap op de wachtlijst het hadden tijdens de lockdown, terwijl we allemaal de Panoreportage gezien hebben, terwijl we al de discussies hebben gehad over hoe erg het is dat mensen zo lang moeten wachten op een wachtlijst, besliste de Vlaamse Regering twee dagen na de Panoreportage om het hen vanaf volgend jaar gewoon nóg moeilijker te maken.
Minister, op hoeveel personen heeft dit besluit jaarlijks betrekking? Welke maatregelen voorziet de Vlaamse Regering om personen die op de wachtlijst voor een PAB en PVB staan, toch te ondersteunen in afwachting van de toekenning van het budget? Zullen er voor personen op de wachtlijst specifieke steunmaatregelen komen in het kader van de coronacrisis?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, eind 2019 stonden er 15.978 personen met een vraag naar een PVB op de prioriteitenlijst. 12.839 personen, of 80 procent, doen reeds een beroep op een zorgbudget, of rechtstreeks toegankelijke hulp, of ondersteuning voor minderjarigen, of kunnen reeds een PVB hebben en stellen een meervraag. In het jaarverslag 2019 van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) ziet u per prioriteitengroep hoeveel mensen gebruikmaken van die vormen van ondersteuning.
Personen met een handicap die wachten op een PAB of een PVB, kunnen in afwachting van het budget een beroep doen op de rechtstreeks toegankelijke hulpverlening of een ondersteuning vanuit de reguliere hulpverlening die voor iedere burger toegankelijk is. Daarenboven kunnen personen met een handicap die wachten op een PAB of een PVB, een beroep doen op de diensten van gezinszorg, poetshulp, thuisverpleging, dienstencheques, dagcentra alsook de zorg en ondersteuning die geboden wordt vanuit de geestelijke gezondheidszorg, de revalidatiesector en de woonzorgcentra. Daarnaast hebben zij recht op de federale integratietegemoetkoming en de inkomensvervangende tegemoetkoming. Ook het Vlaamse zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden is voor hen van toepassing.
Mantelzorgers kunnen eventueel ondersteuning krijgen van diensten rechtstreeks toegankelijke hulp, kunnen een beroep doen op respijtzorg – kortverblijf – of op een ondersteuning vanuit de reguliere sector. Maar ik begrijp dat de situatie voor een aantal mantelzorgers natuurlijk zwaar om dragen is. We beschikken niet over concrete cijfers rond mantelzorg en tewerkstellingsmaatregelen.
De middelen die bij de opmaak van het regeerakkoord voorzien waren, zullen in 2021 versneld beschikbaar zijn, om op die manier vlugger dan voorzien mensen in de prioriteitengroepen een persoonsvolgend budget ter beschikking te kunnen stellen. Het betreft hier een groot budget, zodat er nog eerst een goed overleg zal gebeuren met het VAPH en de gebruikers over hoe we die middelen op de beste manier kunnen aanwenden. Hét doel blijft immers om zoveel mogelijk mensen te helpen met de middelen die we hebben.
Verdere hervormingen zullen daarvoor ook noodzakelijk zijn, net zoals we dit jaar al veranderingen aangebracht hebben aan het systeem voor de persoonsvolgende financiering, zodat 1700 mensen extra een eigen budget krijgen om hun zorg zelf in handen te nemen. Ook is er sociaal overleg aan de gang, voor de hele welzijns- en zorgsector. Het gaat over betere verloning, maar ook over uitbreiding van het aanbod, inclusief voor de sector van personen met een handicap.
Al die elementen zullen we samen vastpakken. We gaan de komende periode een alomvattend plan uitwerken om de zorg voor personen met een handicap stevig uit te breiden en te versterken. Daarom doe ik nu geen uitspraken over timings van het wegwerken van de wachtlijsten en andere.
De werking via de intersectorale regionale prioriteitencommissies om de dringendheid te beoordelen, leidt de middelen naar die kinderen en jongeren met de dringendste noden en kent dus een sterke intensiteit. De deadline voor het indienen van de priorchecklists is dus verschoven om alle wachtenden op PAB de kans te geven aanspraak te maken op een budget. De multidisciplinaire teams gaven aan dat de vooropgestelde deadline niet haalbaar zou zijn. Ook hier speelde corona mee. Maar belangrijker is nog dat zij extra tijd nodig hebben om de huidige hulpvraag van kinderen en jongeren en hun gezinnen in kaart te brengen en dat te vertalen naar kwaliteitsvolle priorchecklists. Er zullen daarnaast 138 toekenningen gebeuren voor de langst wachtenden met opstartdatum 1 november 2020.
De intersectorale regionale prioriteitencommissie (IRPC) heeft als opdracht een afweging te maken van de dringendheid van de vraag op het moment van de toekenning. De checklists die in 2019 werden ingediend, geven niet noodzakelijk een correct beeld van de huidige situatie. We willen alle gezinnen die wachten op een PAB de kans geven om effectief dat budget te krijgen. Dus ook de gezinnen wier situatie in het afgelopen jaar sterk is gewijzigd en de gezinnen die een PAB-aanvraag deden in de periode tussen de vorige IRPC en vandaag.
De in het uitbreidingsbeleid voorziene middelen voor PAB werden niet voor andere doeleinden ingezet en zijn gereserveerd gebleven voor PAB. Deze middelen zijn recurrent nodig voor de nog toe te kennen PAB's. Daarnaast was er in 2020 ook een budget voorzien voor Huize Eyckerheide. Hiermee zijn vanaf 1 september zestien bijkomende plaatsen MFC erkend voor jongeren met complexe ondersteuningsnoden in de provincie Antwerpen. Dit is het laatste VIPA-bufferproject (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden aangelegenheden) en het komt tegemoet aan de grote noden voor deze doelgroep in de provincie.
Vanaf 2021 zal aan nieuwe rechthebbenden op een integratietegemoetkoming niet langer een zorgbudget worden toegekend. Jaarlijks kregen 290 nieuwe rechthebbenden met een integratietegemoetkoming een zorgbudget.
Er zijn geen specifieke steunmaatregelen voorzien voor mensen die wachten. Wel kunnen ze blijvend een beroep doen op de reguliere hulpverlening, zoals hierboven aangegeven. Zoals ook al aangegeven, willen we verder werk maken om zoveel mogelijk mensen ondersteuning te bieden.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, u zegt het zelf, er zijn heel wat manieren voor mensen op de wachtlijst om steun te krijgen. Het gaat over een zorgbudget, maar dat is slechts 300 euro, en over rechtstreeks toegankelijke hulp, maar die beantwoordt heel vaak niet aan de noden die er vandaag zijn.
Als u naar de Panoreportage hebt gekeken, hebt u gezien dat er heel wat mensen zijn die de zorg voor de kinderen thuis niet aankunnen. Ze hebben er nood aan dat de kinderen worden opgevangen in een ander huis. Er zijn veel instellingen die vandaag worden opgestart en die bereid zijn om mensen op te vangen, maar als er geen budget wordt gegeven aan die ouders, kunnen die kinderen helemaal niet naar zo'n voorziening die recent werd opgestart. Dat is het probleem.
Als u opsomt waarop mensen allemaal een beroep kunnen doen, sorry, dat beantwoordt niet aan de noden die die mensen vandaag hebben. Die mensen krijgen een brief waarin staat dat ze in aanmerking komen voor een budget, want ze hebben er recht op en vervolgens moeten ze daar jarenlang op wachten. Dat is toch zeer onlogisch.
Mijnheer Vande Reyde, ik ben blij dat u er als volksvertegenwoordiger uw levenswerk van wilt maken om een einde te maken aan de wachtlijsten, maar dan zal er echt wel meer over de brug moeten komen dan 270 miljoen euro. Het VAPH zelf maakt de berekening en stelt een tussenoplossing voor van 660 miljoen euro extra. Dat is het minimum van wat er per jaar zou moeten bijkomen om toch een perspectief te bieden aan de wachtlijst. Daarmee zullen ze nog niet allemaal verdwijnen. Het is een tussenoplossing, want eigenlijk is er 1,6 miljard euro nodig. 270 miljoen euro is echt wel een druppel op een hete plaat vandaag. Er moet echt wel meer geld over de brug komen om de mensen die recht hebben op en nood hebben aan zorg, die zorg te kunnen geven.
Mijnheer Vande Reyde, ik hoop dat u aandringt bij de minister om te zorgen dat er meer budget komt om die wachtlijst effectief weg te werken.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik ben heel tevreden dat u hebt gezegd dat de middelen voor de PAB's gereserveerd blijven. Het is goed dat u zegt dat er 138 worden toegekend. Ik blijf er wel bij dat alle middelen die voorzien waren voor 2020, best zo snel mogelijk worden besteed. Ik begrijp de reden, namelijk dat de checklists die vorig jaar zijn ingevuld, gedateerd kunnen zijn, maar in zeer veel gevallen blijven de noden nog steeds dezelfde en zijn ze gekend. Het is niet nodig om te wachten.
Ik snap wel dat het gelijkheidsbeginsel geldt, dat iedereen de kans moet krijgen. Dat is zo. Maar dat wil niet zeggen dat de checklists die al ingevuld zijn, zomaar vervallen. Iedereen heeft vorig jaar de kans gekregen om ze in te vullen. Minister, er zijn nog een paar maanden in 2020. Ik zou u willen vragen om die middelen te besteden aan de afbouw van de wachtlijsten voor de PAB’s.
Mevrouw Vandecasteele, we hebben dit debat al eens gevoerd. Ik hoop dat dit niet mijn levenswerk, is want dat zou willen zeggen dat we hier nog een aantal decennia op moeten zitten kauwen. Ik ben blij dat u mijn mening deelt, maar laat ons daar misschien gezamenlijk aan werken. Ik was heel blij met de inbreng van Groen, met name van fractieleider Rzoska, die opriep om er een gezamenlijke planning voor te maken. Dat lijkt mij het beste om ervoor te zorgen dat wij daar met het hele parlement krachtdadig in staan.
Collega Anaf vroeg of het niet volledig ingeschreven stond in de begroting. Hij heeft een punt, want daar stond inderdaad een ander cijfer. Ik neem aan dat het om de voorlopige begrotingstabel van de Septemberverklaring ging. Zowel de minister als de minister-president heeft wel degelijk aangegeven dat het volledige bedrag – het gaat om 230 miljoen euro extra, want vorig jaar was er al 40 miljoen euro extra voorzien – in 2020 zal worden uitgegeven. Ik neem aan dat in de definitieve begrotingstabellen later dit jaar de juiste bedragen zullen staan.
De heer Anaf heeft het woord.
Collega Vande Reyde, ik hoop het met u, want het grote punt waar deze minister mee uitpakte in de Septemberverklaring, was het naar voren trekken van een aantal dingen die normaal gezien pas in 2024 zouden worden betaald. Ik hoop het dus met u, maar ik vrees er een beetje voor. Ik heb daarnet minister Diependaele gehoord in de commissie Financiën. Hij gaf aan dat men eigenlijk hoopt op 10 procent onderbenutting van de budgetten die zijn vrijgemaakt voor Vlaamse Veerkracht. Tenzij er nog iets anders is, minister, en dan zou ik daar heel blij verrast door zijn, maar klopt het dat het geld dat nodig is om de budgetten van 2024 effectief naar voren te trekken afhankelijk is van of er voldoende onderbenutting is van die uitgaven binnen Vlaamse Veerkracht? Dat is wat minister Diependaele net heeft verteld. Dat zou wel sporen met het feit dat er maar 15 miljoen euro ingeschreven staat voor de begroting 2021.
U gaf daarnet zelf aan dat u zich niet wilt vastpinnen op timings als het gaat over het sneller uitkeren van budgetten. Maar dat is exact wat er vorige woensdag in het debat is gebeurd. Er werden heel grote woorden gebruikt. Dat ging allemaal naar voren worden geschoven richting 2021. Ik heb u toen gezegd dat ik daar heel blij mee zou zijn, dat dat een stap in de goede richting zou zijn. Maar het fundamentele probleem blijft, zelfs als dat zou worden gerealiseerd – wat ik toch betwijfel, tenzij u mij kunt geruststellen –, dat ondanks het vooruitschuiven van de budgetten, waardoor een aantal mensen – gelukkig – vroeger zouden kunnen worden geholpen, er nog steeds evenveel mensen op de wachtlijsten gaan staan als we voor de Septemberverklaring hadden ingeschat. We gaan nog steeds met wachtlijsten zitten die deze legislatuur zullen groeien van 15.000 naar 24.000 of zelfs 25.000 mensen. Dat is echt een fundamenteel probleem van deze Vlaamse Regering: dat u gewoon in veel te weinig geld voorziet om deze wachtlijsten terug te dringen zodat ze bijna gaan verdubbelen.
Minister, ik hoop echt dat u mij kunt tegenspreken en dat er in 2021 effectief meer geld zal zijn voor die vooruitgeschoven budgetten.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
De wachtlijsten: het komt vaak terug. Het is natuurlijk ook een belangrijk punt. We moeten heel duidelijk weten – dat is een punt uit het regeerakkoord –: we hebben 270 miljoen euro en we willen dat bedrag zo efficiënt mogelijk inzetten, er moet zoveel mogelijk naar de mensen gaan. Het is belangrijk om weten wie er nu eigenlijk in die prioriteitsgroep 3 zit. Dat is een heel grote groep op die wachtlijsten. Er zijn heel wat mensen die al hulp hebben.
Maar wie zijn die anderen dan juist? Wie heeft er nog geen hulp? Waar hebben ze nood aan? Dat moet heel snel bekeken worden. Kunt u duidelijkheid geven over wanneer we daar eens over kunnen spreken? Wie zijn die mensen en wat gaan we met hen doen?
Wat hier nooit wordt aangehaald, is dat wij heel veel mensen helpen buiten wachtlijsten. Daarom krimpt die wachtlijst niet altijd. Als we kijken naar de maatschappelijke noodzaak, naar de noodsituatie en de spoedprocedures, zitten heel veel mensen niet in prioriteitengroepen 1, 2 en 3 en zijn die dus gewoon nog niet zichtbaar op de wachtlijst, maar zij worden ook geholpen. Dat is toch een belangrijk item. Ik heb daar al schriftelijke vragen over gesteld. Het gaat over 50 tot 60 percent mensen die niet op de wachtlijst staan maar die ook worden geholpen. Ik denk dat we dat ook wel eens mogen aanstippen.
Het antwoord op de vraag van de heer Vande Reyde is mij nog niet helemaal duidelijk, minister. Er zijn mensen die een wijziging willen aangeven op checklists. Om bepaalde redenen, zoals covid, is de datum naar achteren geschoven. Krijgen degenen die geen wijzigingen aanbrengen, dit jaar wel nog hun PAB? Dat is voor mij nog niet helemaal duidelijk. Voor degenen die wijzigingen aanbrengen, is de datum verschoven naar eind januari 2021. Wanneer mogen zij dan wel hun PAB verwachten?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Ik vind persoonlijk de drie gekoppelde vragen na elkaar niet zo goed, want ze hebben alle drie een verschillende inhoud. Ik merk dat de minister geen antwoord heeft gegeven op de vraag van collega Anaf. Ik heb daarover nog een aantal bedenkingen. Toen de persoonsvolgende financiering ingevoerd werd, heeft toenmalig minister Vandeurzen beloofd dat het er zou komen en dat er ook een basisondersteuningsbudget zou komen. Ik denk dat heel veel mensen met een handicap zich nu bedrogen voelen. Destijds zijn een aantal verenigingen mee over de lijn getrokken om die PVF goed te keuren met de belofte van de invoering van een tweetrapssysteem met betrekking tot het basisondersteuningsbudget. Het resultaat zal zijn dat er naar een aantal mensen minder cash budget zal gaan in het kader van het BOB en dat het VAPH weer een beetje geld zal hebben om andere diensten te verlenen. Maar dat betekent wel dat mensen geen cash meer hebben en geen eigen zorg in de niet-rechtstreeks toegankelijke hulp kunnen inkopen en dat we toch weer wat minder vraaggestuurd gaan werken maar meer aanbodgestuurd.
Ik heb twee concrete vragen. Is het zo dat op het niveau van de persoonsvolgende financiering de regering eigenlijk terugkomt op dat basisondersteuningsbudget? Het raadgevend comité van het VAPH heeft deze hervorming negatief beoordeeld, met de uitdrukkelijke vraag om betrokken te worden bij de ontwikkeling van een alternatief geïntegreerd zorgbudget in het kader van de Vlaamse sociale bescherming. Ik had graag vernomen hoever dat nu staat.
Mevrouw De Martelaer, de vragen zijn misschien verkeerd gekoppeld, maar dat betekent niet dat de minister niet moet antwoorden op de gestelde vragen.
Minister Beke heeft het woord.
Ik denk dat ik op BOB heb geantwoord maar ik zal er zo meteen nog even op terugkomen.
Wat wachtlijsten betreft: we hebben er in de hervormingen die zijn gebeurd, voor gezorgd dat mensen die automatisch een recht hebben, die in een noodsituatie zitten vanwege bijvoorbeeld een overlijden, automatisch een toekenning krijgen. Daar is geen wachtlijst voor, dat gebeurt automatisch. Dat is iets dat ook moet worden gefinancierd. Dat legt op de jaarlijkse groei van het budget een belangrijk beslag.
Als we het hebben over 15.978 mensen, de situatie van eind 2019, hebben 4853 daarvan al voor een deel PVB – niet helemaal maar wel al voor een deel.
3.662 personen hebben een zorgbudget; 1.984 hebben rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH); 2.073 hebben een combinatie van een zorgbudget en RTH; 277 zitten in een MFC of hebben een PAB en 3.139 personen hebben geen ondersteuning.
De opmerking over de prioriteitengroep 3 is een correcte opmerking, collega van der Vloet. Dat is een van de elementen die we moeten meenemen.
Mensen die nu een basisondersteuningsbudget (BOB) hebben, zullen dat blijven behouden. Er komen geen nieuwe groepen bij, maar de vrijgekomen middelen zullen ingezet worden in de rechtstreeks toegankelijke hulp. Dat is geen besparing. De vrijgekomen middelen worden opnieuw geïnvesteerd in zorgen voor personen met een handicap.
Wat betreft de vraag over de financiering van de delta, dat gaat over 405 miljoen: 55 miljoen euro is vooruitgeschoven en staat daarin; 405 miljoen euro staat daar niet in. Collega Diependaele heeft daarover vandaag in het parlement de nodige uitleg verschaft. We zullen dat uiteraard, maar dat geldt voor veel andere dingen ook, in de komende periode op een juiste manier moeten implementeren.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Mijn oorspronkelijke vraag ging ook nog over de situatie en de ondersteuning van de mantelzorgers. U zei in het begin dat u daar weinig zicht op hebt, ook niet op de implicaties op hun normale manier van werken, als ze normaal voltijds of halftijds werken. Ik dring erop aan om zicht te krijgen op de situatie van die mensen, naast het vrijkomen van de nodige middelen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Mevrouw van der Vloet heeft inderdaad een punt dat die prioriteitengroep 3 geanalyseerd moet worden. We hebben daarover al een aantal keren geïnterpelleerd in het parlement. Het VAPH heeft die vraag ook gekregen in de coronacommissie. Mijn aanvoelen is, en dat blijkt ook de antwoorden van het VAPH, dat ze momenteel niet de tools hebben om dat efficiënt te kunnen doen. Een suggestie is om die opdracht een beetje samen te bekijken en ofwel academici ofwel een aantal databedrijven die gespecialiseerd zijn in dat soort oefeningen, uit een hele hoop data te laten distilleren waar de hoogste noden zitten. Ik kan begrijpen dat de prioriteitengroep 3 niet de gemakkelijkste groep is om snel de prioriteiten in te zien. Laten we die oefening naar voren schuiven en daar in de komende periode een goede uitkomst hebben.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, eigenlijk wil dat zeggen dat er niet alleen geen extra middelen worden vrijgemaakt om extra mensen van de wachtlijst te halen tegen het einde van de legislatuur, maar ook dat datgene dat vorige week met veel bombarie werd aangekondigd als een geweldige oplossing dat veel mensen extra snel hun budget zouden krijgen, ook onzeker is. Want dat hangt af van de onderbenutting en dat is toch niet voorzien in de begroting.
Het is trouwens 45 miljoen euro en geen 55 miljoen euro. Er is 30 miljoen euro plus 15 miljoen euro extra voorzien en al de rest is afhankelijk van mogelijke onderbenutting. Daarbij wordt zelfs het perspectief van een basisondersteuningsbudget afgenomen van de mensen als ze op de wachtlijst terechtkomen. Ik vind dat echt heel erg pover. Ondanks alle mooie woorden en na 15 jaar CD&V op Welzijn gaan er op het einde van de legislatuur nog altijd 25.000 mensen op de wachtlijst staan. Of er een aantal mensen sneller zullen worden geholpen, is zelfs nog onzeker.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.