Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Voorzitter, op 13 september 2020 vond de 32e editie van Open Monumentendag plaats. Alleen werd het door de coronamaatregelen een iets minder open Open Monumentendag. Toch was er een uitgebreid programma, met alternatieve buitenactiviteiten en digitale beleving. De bezoekers konden kiezen uit 476 activiteiten, waaronder 2743 wandel- en fietstochten. In totaal namen 326 monumenten deel. In 182 steden en gemeenten hingen ongeveer 501 infoborden met QR-codes. Vorig jaar telden we 400.000 bezoekers voor Open Monumentendag. Voor deze beperkte corona-editie waren dat toch nog 290.000 mensen, waarvan er 240.000 fysiek en 50.000 digitaal aanwezig waren. Het digitale gedeelte bestond uit een aantal virtuele rondleidingen, digitale verhalen en exposities. Het mag worden gezegd dat de deelnemers heel creatief uit de hoek zijn gekomen. Er zaten mooie realisaties tussen, waarvan er een aantal trouwens nog steeds online te bekijken zijn.
Minister, hoe evalueert u deze hybride versie van Open Monumentendag? Vindt dat u dat de organisator, Herita, in de toekomst meer op het digitale en het virtuele mag inzetten om de drempel tot de monumenten voor sommige mensen te verlagen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, globaal genomen, denk ik dat Open Monumentendag wel degelijk een succes was. Ik heb zelf heel wat bezoeken afgelegd en er was toch steeds heel wat volk aanwezig.
Door het uitbreken van de coronacrisis moest de organisatie van Open Monumentendag grondig worden herzien. Herita heeft de sector ondersteund door een aantal initiatieven te lanceren. Zo zijn de deadlines uitgesteld en zijn veiligheidspakketten met alcoholgels en dergelijke aangeboden. Iedereen kon deelnemen aan digitale groepsaankopen van een promotiefilmpje, een dronefilmpje of een virtuele 360 gradentour. De sector kon ook gratis gebruikmaken van een reservatiesysteem en kon, zoals net is aangehaald, gratis infoborden met QR-codes bestellen.
Ook de lokale organisatoren toonden zich hierin zeer flexibel en creatief. Dat resulteerde in een heel grote diversiteit aan activiteiten: puur digitale initiatieven, puur fysieke activiteiten of een combinatie van beide.
In totaal vonden uiteindelijk 476 activiteiten plaats. Trekpleisters waren onder andere de stad Leuven, met 12.000 bezoekers. Ik ben daar zelf ook geweest, het was absoluut de moeite waard om het erfgoed eens vanaf de waterkant te bekijken. De Tasibelsite te Hamme telde ruim 1000 bezoekers, Mechelen ruim 6000 bezoekers en de zeilwagenrace in de Panne 1500 bezoekers. Dat waren de grootste trekpleisters.
Ondanks de coronacrisis mocht het evenement rekenen op zo’n 240.000 fysieke bezoekers, wat een mooi resultaat is voor deze hybride versie van Open Monumentendag.
Op de dag zelf hing er een zeer positieve sfeer. U mag niet vergeten dat het het eerste grote publieksevenement sinds de corona-uitbraak was, en het publiek was duidelijk tevreden dat er iets georganiseerd werd. Hierdoor werd Open Monumentendag ook veelvuldig opgepikt in de pers. Het mooie weer die dag droeg natuurlijk ook bij tot de positieve beleving.
De omstandigheden zorgden ervoor dat Herita het evenement deels herdacht. Dit is het eerste jaar dat er zo intens is ingezet op digitale activiteiten, wat zeker een positieve impact zal hebben op de organisatie van de komende edities van Open Monumentendag.
Het meer digitaal werken, zoals bijvoorbeeld met QR-codes, is een tendens die al langer bezig is en zich verder zal doorzetten. Toch blijkt dat een puur digitale activiteit minder deelnemers trekt dan een fysieke openstelling. Herita zal het digitale aspect in de toekomst dus inzetten om de fysieke activiteiten te ondersteunen en de erfgoedbeleving kracht bij te zetten. Het is geen zaak van ‘of’ maar eerder van ‘en’.
Komende edities blijft Herita verder gebruikmaken van de nieuwe digitale filter op de website, waardoor het publiek het onderscheid tussen de digitale en fysieke activiteiten gemakkelijk kan herkennen.
Daarnaast zal Herita bij het organiseren van andere evenementen voortbouwen op de opgedane kennis tijdens Open Monumentendag. Zo werken zij momenteel samen rond het project Scan4Stories, een project waarbij onderzocht wordt hoe moderne technologieën als nieuwe vormen van erfgoedbeleving kunnen worden geïmplementeerd binnen de erfgoedsector.
Het digitale aspect helpt ook om aan doelgroepverbreding te doen. Het is bijvoorbeeld een aantrekkelijke manier om een jonger publiek in contact te brengen met erfgoed. Herita zal hier sterker op inzetten in de vorm van video, podcasts, dronebeelden van monumenten en andere technieken. Ook voor monumenten die te klein zijn om een grote massa te verwelkomen, biedt dit meer mogelijkheden.
Tot slot bieden de digitale initiatieven de mogelijkheid om het motto ‘Elke dag Open Monumentendag’ waar te maken. Heel veel filmpjes, QR-codes, apps enzovoort zijn niet enkel op Open Monumentendag, maar permanent beschikbaar.
Ik vat kort samen. Het digitale aspect zal ook in de toekomst een meerwaarde geven aan Open Monumentendag en de beleving van onroerend erfgoed in het algemeen. Maar het is niet zo dat we Open Monumentendag volledig zullen digitaliseren. Dat zou niet wenselijk zijn. Die laatste opmerking is belangrijk: het digitale aspect kun je in principe op elke dag van het jaar beleven, maar er één dag van maken waarop iedereen samen buitenkomt, de gemeenschappelijke beleving daarvan, kan een meerwaarde bieden. De basis zal dus altijd fysiek blijven.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, ik ben het met u eens: het digitale kan het echte inderdaad nooit vervangen. Het is, zoals u zegt, geen zaak van óf digitaal óf fysiek, maar een zaak van en-en. Ik bedacht net: mocht COVID-19 ons vijftig jaar geleden overkomen zijn, dan was er helemaal geen Open Monumentendag geweest. Dus bij al deze ellende van COVID-19 is het digitale echt een zegen geweest.
Met alle kennis die deze hybride Open Monumentendag ons heeft opgeleverd, kunnen die twee vormen, zoals u zegt, het digitale en het fysieke, elkaar in de toekomst verder versterken en het erfgoed nog dichter bij mensen brengen. Maar de echte beleving blijft natuurlijk altijd het ultieme. Ik dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.