Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
De justitiehuizen vervullen een belangrijke rol in het Vlaams beleid. Tijdens de vorige legislatuur werd er ter zake een nieuw decreet opgesteld. Dit decreet van 29 april 2019 lijst de doelstellingen en opdrachten van de justitiehuizen op. Daarnaast wordt in het huidige beleid terecht de nadruk gelegd op de belangrijke rol van de justitieassistenten, die bijvoorbeeld een nieuw mandaat kregen voor de opvolging van daders van huiselijk geweld, die een maatregel van tijdelijk huisverbod opgelegd kunnen krijgen.
U hebt terecht gesteld dat er in de justitiehuizen ook meer moet worden ingezet op slachtofferonthaal. Justitieassistenten die zich bezighouden met slachtofferonthaal vervullen volgens ons een zeer belangrijke rol: zij vormen als het ware de brug tussen justitie en slachtoffers. De toenemende opdrachten van de justitieassistenten vereisen de nodige ondersteuning en maatregelen vanwege het beleid.
U hebt in uw antwoord op mijn vraag om uitleg in de commissie van 23 juni 2020 gesteld dat het personeelsplan voor de justitiehuizen rond was, dat u dit personeelsplan voor de zomer op de agenda van de Vlaamse Regering zou brengen en dat de aanwerving van 127 bijkomende medewerkers op 1 september zou starten.
In uw antwoord op mijn eerdere schriftelijke vraag hebt u gesteld dat de werklastmeting niet alle opdrachten van de justitieassistenten mee in rekening brengt. Zo worden de opdrachten in het kader van slachtofferonthaal niet mee gerekend.
Uit uw antwoord op een recente schriftelijke vraag blijkt nochtans dat de dossiers slachtofferonthaal in de justitiehuizen in stijgende lijn gaan. In 2019 werden de Vlaamse diensten slachtofferonthaal van de justitiehuizen 6034 keer ‘gevat’. Dat is een stijging met 727 dossiers ofwel 12 procent ten opzichte van 2018.
Uit uw antwoord op deze recente schriftelijke vraag blijkt dat slechts 33 justitieassistenten zich kunnen bezighouden met slachtofferonthaal, maar ook dat er overduidelijk een scheeftrekking is tussen de verschillende justitiehuizen. In Mechelen bijvoorbeeld zijn er ‘slechts’ 97 dossiers slachtofferonthaal per justitie-assistent. Ik zet die slechts heel uitdrukkelijk tussen aanhalingstekens, want ik heb heel veel respect voor alles wat men in de justitiehuizen doet en ik besef dat 1 dossier vaak heel wat werklast met zich kan meebrengen. In Mechelen zijn er dus ‘slechts’ 97 dossiers slachtofferonthaal, terwijl dat voor een justitie-assistent in Antwerpen 250 dossiers bedraagt.
Het personeelsplan stond op de agenda van de Vlaamse ministerraad op 17 juli 2020. Wat zijn de gevolgen voor de verschillende justitiehuizen afzonderlijk? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de implementatie? Waar zullen de nieuw aangeworven justitieassistenten worden ingezet? Wat is de timing daarvan?
Welke criteria werden daarbij gehanteerd, rekening houdend met het feit dat zowel de werklastmeting als de resourceplanning niet alle opdrachten van de justitieassistenten in rekening brengen?
Wat zijn de resultaten en conclusies van de bevraging die u bij de justitiehuizen en de magistratuur hebt gedaan over de noden en behoeften die er zijn inzake slachtofferonthaal?
Hoeveel bijkomende justitieassistenten worden voorzien voor slachtofferonthaal en op welke manier zullen ze worden toegewezen aan de verschillende justitiehuizen? Welke objectieve parameters worden daarbij gehanteerd?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Schryvers, ik ben blij dat u nu zegt dat het personeelsplan op 17 juli is goedgekeurd, want ik heb in Gazet van Antwerpen gezien dat u op 3 oktober een persbericht hebt gestuurd, waarin u letterlijk zegt: “Minister Demir beloofde nog voor de zomer van 2020 een nieuw personeelsplan uit te werken maar op dat plan is het momenteel nog wachten.”
Ik vind u een gerespecteerd parlementslid dus ofwel bent u er, drie maanden na de goedkeuring door de Vlaamse Regering, nog altijd niet van op de hoogte en gaat het om onwetendheid, geen dossierkennis, maar dat betwijfel ik. Ofwel gaat het om slechte wil, om mijn beleid in diskrediet te brengen. Ik vind het niet gezond dat u dat doet, ik verwacht dat niet van een volksvertegenwoordiger en al zeker niet van een volksvertegenwoordiger uit de meerderheid.
Ik ben nu een jaar aan zet. U vond het misschien niet zo leuk dat Justitie uit Welzijn kwam, maar dat is zo beslist in het regeerakkoord. Ik had het personeelsplan veel liever op de ministerraad gebracht, dat heeft wat vertraging opgelopen, maar dat lag niet aan mij. Ik denk dat u in uw kennissenkringen misschien eens moet gaan vragen waarom dat vertraging heeft opgelopen, dat ligt helemaal niet aan mij noch aan mijn kabinetsmedewerkers. De oorzaak van de vertraging ligt ergens anders en ik denk dat u potverdikke maar al te goed weet waar die vertraging ligt. Ik aanvaard dan ook niet dat u in de pers op 3 oktober gewoon zegt dat ik dat heb beloofd voor de zomer en dat het er nog altijd niet is. Dat is gewoon een dikke leugen. Ofwel weet u het niet, ofwel wilt u mij gewoon belachelijk maken. Maar ik aanvaard dat niet, mevrouw Schryvers. Ik hoop dat u daar straks een goed antwoord voor hebt, want van een volksvertegenwoordiger verwacht ik heel wat meer dan zulke beweringen in de pers.
Het personeelsplan is eindelijk goedgekeurd, een aantal mensen hebben dat vertraagd, maar we hebben doorgezet met ons kabinet en we hebben ons niet te veel aangetrokken van al die spelletjes die werden gespeeld. We hebben de aanwerving van 128 extra medewerkers goedgekeurd. Het is de eerste keer in de geschiedenis van de Vlaamse justitiehuizen dat er in één keer zoveel extra personeel wordt aangeworven. Ik denk dat u daar ook heel tevreden over bent.
Voor de aanwerving van 128 medewerkers zijn er naar schatting maar liefst duizend selectiegesprekken nodig. Om voldoende wervingscapaciteit te hebben en deze grootschalige werving binnen een aanvaardbare termijn te kunnen afwerken, heb ik dan ook een samenwerking opgezet tussen de selectieverantwoordelijken van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG), het Agentschap Overheidspersoneel (AgO) en een extern selectiebureau. Mevrouw Schryvers, het is heel belangrijk dat er ook een extern selectiebureau bij is. Had ik dat niet gedaan, dan zouden de selecties pas volgend jaar en veel trager kunnen starten, want een snelle werving van 128 mensen in één beweging is blijkbaar niet haalbaar voor de hr-diensten van de administratie. De voorbereidingen hiervoor werden de afgelopen maanden wel al getroffen door de administratie, zodat ik ervoor kan zorgen dat binnen een termijn van zes maanden alle medewerkers aangeworven zullen zijn.
Als voorafname op de uitvoering van het personeelsplan werden er bovendien al twintig justitieassistenten aangeworven in een contract van bepaalde duur, om toch al sneller te kunnen inspelen op de historisch opgebouwde tekorten. De meesten daarvan zijn al effectief aan het werk. Enkelen zullen als gevolg van hun opzegperiode bij hun vorige werkgever begin december opstarten. Ook werden de bestaande werfreserves voor justitieassistenten bevraagd om na te gaan wie daarvan nog beschikbaar is om zo snel in dienst te kunnen treden.
Mevrouw Schryvers, het is zeer belangrijk dat we snel gaan, want zoals u weet, hebben de federale excellenties tijdens de coronacrisis fel ingezet op enkelbanden. U weet dat het aanbrengen en het opvolgen van de enkelband een Vlaamse bevoegdheid is. Men neemt beslissingen op federaal vlak zonder daarover te overleggen, maar ik zal u zeggen dat wij en onze ambtenaren serieus hebben afgezien om alles rond te krijgen. Als dat de manier is waarop men werkt, dan stel ik me daar toch heel wat vragen bij. Ik zie ook in het federaal regeerakkoord dat men fel wil inzetten op strafuitvoering en op alternatieve straffen, maar ik vraag me af – want dan komen ze bij een gemeenschapsbevoegdheid – welk geld daarvoor zal worden ingezet. Ik kijk uit naar de nodige centen van het federale niveau, want die 128 mensen die nu extra worden aangeworven, heb ik nodig voor datgene waarvoor we momenteel bevoegd zijn. Wanneer de federale overheid nog extra dingen wil doen, dan moet daar ook geld tegenover staan. Wij zijn geen muilezels op Vlaams niveau.
Zoals u in uw tweede vraag aanhaalt, maakt de opdracht rond slachtofferonthaal inderdaad geen voorwerp uit van de werklastmeting, niet omdat ik dat niet wil, maar gewoon omdat dit technisch gezien niet mogelijk is. De processen in andere opdrachten van de justitiehuizen zijn gedetailleerd uitgeschreven en becijferd in tijdgebruik. Zo zijn er bijvoorbeeld vaststaande momenten in de procedure wanneer de justitieassistent de justitiabele moet zien voor een gesprek. Deze opdrachten kunnen daarom ook op een realistische manier weergegeven worden in een werklastmeting.
Voor slachtofferonthaal is dat niet het geval, omdat we bij slachtofferonthaal op maat en op het tempo van het slachtoffer willen werken, en elk slachtoffer is anders. Ik hoop dat u dat ook weet. Het ene slachtoffer heeft voldoende met een gesprek van een kwartier, het andere heeft nood aan meerdere langdurige gesprekken en bijvoorbeeld bijstand bij de inzage in het dossier of tijdens de zitting in de rechtbank. De noden van slachtoffers zijn erg verschillend. Bovendien kan een slachtoffer in eerste instantie geen beroep willen doen op de diensten van slachtofferonthaal, maar wanneer de dader bijvoorbeeld na tien jaar vrijkomt onder voorwaarden, wel nood hebben aan een gesprek. Een opdracht van slachtofferonthaal stopt dan ook pas wanneer de dader niet langer opgevolgd wordt door Justitie en kan dus erg lang duren.
Omdat de opdracht van slachtofferonthaal dus moeilijk objectiveerbaar is en niet alles in objectieve criteria te gieten is, hebben we ook, los van de werklastmeting, de noden bevraagd bij de justitiehuizen zelf. Op basis van al deze informatie, de expertise van mijn administratie, en mijn ambitie om meer in te zetten op slachtofferonthaal, werd dus het huidige personeelsplan opgemaakt. Ik zal zo bij de dienst slachtofferonthaal zestien extra voltijdsequivalenten inzetten, wat een stijging van 50 procent van de bestaande personeelscapaciteit daar betekent. Daarbij zal voldoende rekening gehouden worden met de regionale verschillen.
De bevraging over de noden en behoeften die er zijn inzake slachtofferonthaal heeft, voor de duidelijkheid, geen betrekking op personeelsnoden, maar gaat over de praktische werking van slachtofferonthaal, om zo zicht te krijgen op wat er volgens slachtoffers, magistratuur en advocaten nog beter kan. De kwaliteit van slachtofferonthaal is immers niet enkel afhankelijk van voldoende capaciteit. Ik wil ook inspelen op de noden die er zijn op het terrein. Ik wil van slachtoffers zelf horen wat zij goed vinden, wat zij minder goed vinden, welke andere noden er nog zijn. Als ik zeg dat zij centraal staan, moet er in de eerste plaats ook naar hen geluisterd worden. Het is hoog tijd dat we naar de slachtoffers luisteren, vandaar dat ik deze bevraging wil doen. De procedure voor het opstarten van deze bevraging is nog lopende.
Als gevolg van de regels inzake overheidsopdrachten kan ik natuurlijk niet verder uitweiden over de huidige stand van zaken van het dossier, maar ik denk, mevrouw Schryvers, dat het hoog tijd wordt dat we eerst luisteren naar de slachtoffers. U zult zeggen dat ik moet luisteren naar allerlei instanties en organisaties, maar neen, ik ga dat niet doen. Ik ga luisteren naar de slachtoffers, omdat ik het belangrijk vind dat eindelijk rekening wordt gehouden met hun noden en dat we een beleid maken op hun maat. Om dat grondig te doen en om voldoende slachtoffers te bereiken, zal het onderzoek ook meerdere maanden in beslag nemen. Ik wil dit ook als kapstok gebruiken om in gesprek te gaan met mijn federale collega van Justitie om de procedures rond slachtoffers in verschillende gerechtelijke arrondissementen meer op elkaar af te stemmen. Het kan immers niet zijn dat een slachtoffer in bijvoorbeeld Antwerpen een betere dossierbegeleiding krijgt dan een slachtoffer in een ander arrondissement. Elk slachtoffer heeft recht op een goede behandeling, dat mag niet afhankelijk zijn van welke magistratuur daar sterk op inspeelt.
Ik ben in Antwerpen op bezoek geweest en heb daar met de magistraten gesproken. Zij spelen heel fel in op het aspect van slachtoffers en slachtofferondersteuning, maar als we dat een beetje uniform willen maken over heel Vlaanderen, is het goed dat we die bevraging doen.
Mevrouw Schryvers, ik heb geprobeerd om een aantal zaken recht te trekken. Misschien kunt u mij nu zeggen waarom u zo verkeerd hebt gecommuniceerd. Ik weet niet of dat slechte wil is, of dat u om een of andere reden kwaad bent. Ik weet het niet, maar ik hoor het graag.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik wil u toch danken voor uw antwoord. U citeert uit een persbericht en ik erken dat daarin één zin foutief geformuleerd was. Dat heeft u blijkbaar zeer erg geraakt en daar wil ik me voor verontschuldigen. Maar uit uw reactie leid ik ook af dat ik denk dat u de rest niet goed hebt gelezen. Ik raad u dan ook aan om dat alsnog te doen. Want de essentie van dat persbericht was helemaal niet dat er nog geen personeelsplan was, de essentie van dat persbericht was dat op basis van het antwoord op verschillende schriftelijke vragen van mij bleek dat er grote regionale verschillen zijn. Ik stelde uitdrukkelijk dat we er heel erg achter stonden dat u gaat voor de grote uitbreiding en ondersteuning van de justitiehuizen. Dat heb ik ook al meermaals gezegd in deze commissie, dus leg me geen woorden in de mond die ik niet heb gezegd. U kunt daarvoor op onze steun rekenen.
Ik heb in dat persbericht ook gezegd, en dat was de essentie, dat cijfers aantonen dat er grote regionale verschillen zijn en dat ik hoopte dat u dat element zou meenemen bij de uitvoering van het personeelsplan. En dat blijf ik ook nu nog onderschrijven. En u reageerde ongelooflijk gepikeerd, met verwijzingen naar het elektronisch toezicht tijdens de coronaperiode. Minister, die cijfers gaan over de vorige jaren. En ik kan u verzekeren dat in het federale regeerakkoord is opgenomen dat er overleg zal gebeuren met de deelstaten over onder meer het elektronisch toezicht.
Weet u wat onze weg is, minister? Onze weg is samenwerking, en ik hoop, minister, dat u dat ook wilt. Als ik uw reactie hoor, dan twijfel ik daar soms aan. U bent begonnen met grote aantijgingen maar u hebt uw antwoord toch afgesloten met te zeggen dat u in overleg zult gaan met de federale overheid. Dat is vanzelfsprekend nodig en ik hoop ook echt dat u dat zult doen. Dat is ook wat mensen van ons verwachten, dat is ook wat slachtoffers van ons verwachten.
Ik denk dat we ons op die plek moeten stellen. U zegt dat u naar slachtoffers zult luisteren en u maakt dan een verwijzing naar het feit dat anderen dat misschien niet willen. Waarom zouden wij niet willen luisteren naar slachtoffers? Vanzelfsprekend willen wij ook luisteren naar slachtoffers, minister. Als u zegt dat u naar slachtoffers zult luisteren, weet dan dat die slachtoffers totaal geen boodschap hebben aan wat federale of deelstatelijke bevoegdheid is of hoe ministers tijdens het beantwoorden van parlementaire vragen misschien verwijzingen maken naar andere ministers en de schuld in andermans schoenen schuiven. Weet u wat mensen verwachten? Dat er beleid wordt gevoerd! Dat was gewoon de insteek van mijn vraag: een positieve boodschap, een positieve vraag om te zeggen dat het goed is dat u die bevraging hebt gedaan, dat we uw personeelsplan ondersteunen en dat we u vragen of u de cijfers kunt meenemen bij de verdere implementatie. Ik hoop ook dat u dit zult doen. U zult daar dan op onze volle steun voor kunnen rekenen.
Ik heb gehoord dat er extra 13 voltijdsequivalenten voor slachtofferonthaal aangesteld zullen worden. Er zijn er nu 33, denk ik. Dat is een serieuze stijging van de capaciteit. U hebt gezegd dat daarbij rekening gehouden zal worden met de regionale verschillen en met de noden van slachtoffers. Dat is absoluut goed.
Begrijp ik het goed, als ik het antwoord op de laatste vraag hoor, dat u eerst de bevraging van slachtoffers wilt afwachten, vooraleer de verdere werving en toewijzing zal gebeuren? Start u al met de werving en wordt er dan nadien op basis van de noden gekeken waar de invulling gebeurt? Hoe zal dat in zijn werk gaan? Dat was me nog niet helemaal duidelijk.
Voor de rest hoop ik dat de werving snel kan gaan. U hebt gezegd dat er geput zal worden uit bestaande reserves en dat er gewerkt zal worden via een extern bureau. Het is goed dat we zover zijn, zodat de extra mankracht voor de justitiehuizen er binnen een redelijke termijn kan zijn.
Minister Demir heeft het woord.
Als u een positieve vraag wilt stellen, mevrouw Schryvers, dan doet u dat in de commissie en dan stuurt u geen persbericht naar de Gazet van Antwerpen met verkeerde informatie. De vertraging ligt niet aan mij, noch aan mijn partij, maar aan anderen. In uw persbericht in de Gazet van Antwerpen vraagt u wel waar de minister blijft met het personeelsplan. Ik zou het heel correct vinden, als u het goed en positief bedoelt, – u bent dat ook, we kennen u als een en al positiviteit – dat u dat ook rechtzet naar de bevolking, dat u toegeeft dat u zich vergist hebt, dat de minister wel degelijk klaar was met het personeelsplan en dat het wel degelijk voor het zomerreces was goedgekeurd, zoals de minister had beloofd. Ik zou dat appreciëren. U bent van positieve wil, maar dan hoop ik ook dat u dit bij dezen corrigeert en dat ik zulke fratsen niet meer mag meemaken omdat het gewoon niet correct is. Dat is mijn punt, mevrouw Schryvers.
U hebt het over een goede samenwerking met het federale niveau en dat het belangrijk is voor de slachtoffers. Uiteraard, ik ben de allereerste die zegt dat we alles moeten doen om geen slachtoffers te maken. Als het federale niveau ineens in maart zegt dat de gevangenissen niet overbevolkt mogen worden en dat mensen met een enkelband thuisgelaten moeten worden, dan is het toch niet meer dan normaal dat ze met ons in overleg zouden gaan. Mijn collega's in Wallonië zaten op een bepaald ogenblik zonder enkelbanden. Wat denkt u dat het slachtoffer daarvan vindt? Wat denkt u daarvan? Al een geluk dat we in Vlaanderen alles op alles zetten. We hebben ons echt te pletter gewerkt, niet normaal. Al onze medewerkers, zowel op het kabinet als binnen de administratie, hebben zich te pletter gewerkt om ervoor te zorgen dat we voldoende enkelbanden hebben en voldoende mensen hebben om dat op te volgen.
Waarom is dat belangrijk, mevrouw Schryvers? Net voor die slachtoffers. Als men respect heeft voor die slachtoffers, dan kan men, vooraleer men het zinnetje ‘we gaan zoveel mogelijk alternatief straffen’ opschrijft, ook nu federaal, op zijn minst toch eens komen praten. Het feit dat men dat niet doet en het feit dat men dat in het verleden ook niet heeft gedaan waardoor mijn collega's in Wallonië in de shit zaten, toont toch aan wie van goede wil is en wie niet van goede wil is.
Mevrouw Schryvers, wij zitten niet in de federale meerderheid. Uw partij zei altijd dat de strafuitvoeringsrechtbanken Vlaamse bevoegdheid moeten worden zodat er een coherent beleid kan worden gevoerd. Ik zie daar nu niet veel van. Maar als men denkt dat men zomaar kan zeggen dat we alles met enkelbanden zullen uitvoeren, dan zal dat zo niet gaan. No pasarán!
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik weet echt niet waarom u elke commissie en elke vraag van start moet gaan met een aantal verwijten aan andere niveaus, het federale niveau bij voorkeur, of bij een aantal zaken vanuit de regering moet zeggen welke meerderheidspartijen of collega's u al of niet hebben gesteund. Ik dacht dat een regering collegiaal besliste. Ik denk dat niemand daar boodschap aan heeft.
Wat is de essentie? De essentie is dat er samen gekozen is om de justitiehuizen op een eigen manier invulling te geven in Vlaanderen, een belangrijke invulling, en dat deze regering, met u als bevoegd minister, daarvoor middelen heeft om de justitiehuizen verder uit te bouwen, dat er ondertussen een plan is dat uitgevoerd zal worden, en dat ik u alleen maar heb gevraagd om bij de uitvoering van dat plan rekening te houden met de regionale verschillen die er op vandaag zijn. Ik zeg u nog eens dat dit de essentie is. U hebt er één zin uitgepikt. U kwam er nog eens op terug. Ik heb u daarstraks gezegd dat er één zin fout in stond. Voor de rest ondersteunen we u ten volle en ik herhaal dit hier ook.
Dus, minister, u hebt onze steun voor de uitvoering van dat plan voor de justitiehuizen. Ik vraag u om na het onderzoek en de bevraging die u zult doen van de slachtoffers rekening te houden met de regionale verschillen. Voor de rest zou ik willen zeggen: laat alle verwijten en alle verzuchtingen en alle frustraties achterwege, alstublieft!
De vraag om uitleg is afgehandeld.