Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat we hier nog met drie fracties aanwezig zijn. Voor het belang van de kwaliteit van het volwassenenonderwijs is het altijd goed dat collega's hierover vooraan staan te prediken, maar als het erover gaat, zijn ze er niet en dat betreur ik.
Tijdens de plenaire vergadering van 15 juli dit jaar keurde het Vlaams Parlement kamerbreed het derde Coronadecreet goed. In dit decreet namen we onder andere enkele maatregelen over het volwassenenonderwijs. Voor de modules die voor het begin van de coronacrisis zijn opgestart en waarvan een aanzienlijk deel tijdens de coronaperiode was gepland, krijgen de cursisten die niet geslaagd zijn of die niet aan de evaluatie hebben deelgenomen, een eenmalige vrijstelling van het inschrijvingsgeld als ze zich voor dezelfde module in het schooljaar 2020-2021 opnieuw hebben ingeschreven.
Dat is een goeie zaak, ik sta daarachter. Het kwam er eigenlijk op neer dat als de lessen de facto niet konden doorgaan, je die module opnieuw kunt volgen en dat je je daar niet voor hoeft in te schrijven.
Naar aanleiding van de bekendmaking van deze coronamaatregelen voor het volwassenenonderwijs in het radioprogramma De Inspecteur op Radio 2 – een goede zaak, want zo konden steeds meer mensen daar kennis van nemen –, kwamen enkele eigenaardigheden naar boven.
Een aantal cursisten hebben slechts een zeer beperkt gedeelte van een module kunnen volgen, maar namen toch deel aan de evaluatie om te weten hoe die zou verlopen. Tot hun zeer grote verbazing waren ze geslaagd. De cursisten gaven aan dat dit helemaal niet kon omdat ze gewoon hun naam hadden ingevuld en hier en daar iets hadden ingevuld, maar dat het niet mogelijk was dat ze geslaagd waren.
Of andere cursisten die helemaal niet hadden deelgenomen aan de evaluatie, gaan naar het centrum voor volwassenenonderwijs om te zeggen dat ze over die maatregel hadden gehoord op de radio en dat ze zich komen inschrijven omdat het gratis is, waarop het centrum dan zegt dat het niet gratis is omdat ze geslaagd zijn voor die module. Ze zijn geslaagd terwijl dat niet kan. Dat zijn ongelooflijke situaties.
Zo was er een dame die een opleiding volgde omtrent mode – ik ben de juiste naam kwijt, vergeef mij – waarvan er drie van de zeventien lessen waren doorgegaan. Online was er niets doorgegaan want het ging echt over kledingstukken ontwerpen, naaien en stikken. Ze kan nog geen ritssluiting innaaien en toch is ze geslaagd voor de opleiding, terwijl ze die eigenlijk opnieuw wil volgen. Ze vroeg om het inschrijvingsgeld te verrekenen, maar dat gaat niet omdat ze zogezegd geslaagd is. Ze beheerst de module wel absoluut niet.
Dat zijn een aantal gevallen. Ik kan er moeilijk mijn vinger op leggen of dat ‘outliners’ zijn waarvan je zegt ‘o jee’. Ik ben bij het radioprogramma De Inspecteur geweest en daar kregen ze toch nog heel wat van dergelijke situaties binnen. Ik vrees dus dat ze niet alleenstaand zijn.
Het volwassenenonderwijs vormt een belangrijke schakel in het levenslang leren van de Vlaming. Bovendien geeft het Vlamingen die werkzoekend zijn de mogelijkheid een kwalificerende opleiding te volgen. Het is dan ook belangrijk dat de kwalificaties een civiel effect hebben. Als je een kwalificatie van koekjesbakker krijgt en je gaat naar een banketbakker om te solliciteren, dan moet je werkelijk in staat zijn om dat te kunnen. Als je een opleiding modeontwerper of kleding naaien volgt, dan moet je dat ook kunnen als je die module hebt gevolgd.
Hoe reageert u op het feit dat bepaalde cursisten een certificaat behalen zonder examen te hebben afgelegd of te hebben deelgenomen aan een of andere vorm van evaluatie?
Er werd ook gezegd dat er permanente evaluatie was gebeurd, maar de cursisten die ik aan de lijn heb gehad, konden me niet echt vertellen wat dat dan was. Hoe zult u ervoor zorgen dat de kwaliteit van het volwassenenonderwijs gewaarborgd blijft? Op welke manier kunt u de zaken die ik heb aangehaald, onderzoeken?
Minister Weyts heeft het woord.
De coronacrisis en de tijdelijke schorsing van de lessen heeft ook op het volwassenenonderwijs een bijzondere impact gehad. Dat is een open deur intrappen. De centra voor basiseducatie en de centra voor volwassenenonderwijs moesten overschakelen op afstandsonderwijs, maar na de gedeeltelijke fysieke heropstart kwamen lang niet alle cursisten terug.
We hebben een paar noodzakelijke maatregelen genomen. Via het Corona-II-decreet werd in de mogelijkheid voorzien dat centra konden afwijken van het evaluatiereglement, uiteraard zonder afbreuk te doen aan essentiële bepalingen zoals het recht op motivering van negatieve eindbeslissingen, verhaalrecht enzovoort. Hiervoor was een voorafgaand akkoord van de cursisten niet nodig, maar het centrum moest hen er wel tijdig en duidelijk van op de hoogte brengen.
Een andere maatregel die ik genomen heb, is dat sommige ingeschreven cursisten een eenmalige vrijstelling kregen van het inschrijvingsgeld wanneer ze zich dit schooljaar opnieuw inschreven. Die vrijstelling van inschrijvingsgeld is beperkt tot cursisten die ingeschreven waren voor modules die gestart waren voor de schorsing van de lessen én die niet deelgenomen hebben aan de evaluatie en niet geslaagd waren. De cursisten op Radio 2 hebben hun klacht niet geuit op het moment dat ze hoorden dat ze geslaagd waren, wel op het moment dat ze hoorden dat ze hierdoor niet in aanmerking kwamen voor een vrijstelling van inschrijvingsgeld wanneer ze zich opnieuw wilden inschrijven.
Maar de maatregelen die ik genomen heb tijdens de coronacrisis enerzijds en de autonomie van centra om hun evaluatie zelf te organiseren anderzijds nemen uiteraard niet weg dat het ontoelaatbaar is dat een CVO een studiebewijs uitreikt aan een cursist die geen enkele vorm van evaluatie heeft gehad. Dit is in strijd met het decreet Volwassenenonderwijs en dus een inbreuk op de erkenningsvoorwaarden van een centrum voor volwassenenonderwijs.
Ik kan natuurlijk niet via de radio achterhalen of de klacht terecht is of niet. Evenmin kan ik achterhalen of dit gaat om een eenmalig incident, dan wel om een fenomeen dat zich op grotere schaal in de sector zou voordoen.
Ik zie dat niet en de cijfers wijzen eerder op het tegendeel. Uit voorlopige cijfers leer ik dat het globale slaagpercentage voor de cursisten van het schooljaar 2019-2020 bij de CVO’s gedaald is van 68 procent vorig jaar naar 59 procent dit jaar. Het lage slaagpercentage is vooral het gevolg van een hoger percentage cursisten dat niet slaagde: 18 procent tegenover 13 procent vorig jaar.
Het aantal cursisten dat niet deelnam aan de evaluatie, bleef stabiel: 18 procent nu tegenover 17 procent vorig jaar.
De voorlopige cijfers geven alvast niet aan dat het probleem dat op de radio gemeld werd, zich op heel grote schaal in alle centra voordoet, integendeel. Uiteraard moeten we ook in deze ongewone tijden de kwaliteit van het volwassenonderwijs blijven waarborgen. Daarom zal de Onderwijsinspectie ook tijdens deze coronacrisis onderzoek in het veld verrichten. Hierbij gaan ze na in welke mate centra aan kwaliteitszorg doen in veranderende contexten; in welke mate de veranderende context impact heeft op de resultaten bij cursisten; en in welke mate leraren de kwaliteit bewaken van hun lessen.
Na deze verkennende onderzoeken hervat de Onderwijsinspectie opnieuw de reguliere doorlichtingen waarbij kwaliteit en kwaliteitsontwikkeling de centrale onderzoeksvragen zijn, gevolgd door een advies.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en voor de, wat mij betreft, ietwat geruststellende cijfers die u meegeeft. U zegt dat het gebeurd kan zijn, maar dat het niet wijdverspreid zou zijn, toch niet op basis van de cijfers die u voorlegt. Zelfs als het slaagpercentage is gedaald, is het toch belangrijk dat er niet zomaar kwistig certificaten zijn uitgedeeld. Dat is niet onbelangrijk.
Het is maar een voorstel, maar misschien moeten we de mensen die dat hebben gemeld of die we kennen, verzamelen om na te gaan of een aantal centra er toch niet te flexibel mee is omgegaan. Dan kan er gericht worden gekeken. Het is zoals u zegt: de studenten hebben hun klacht niet ingediend op het moment dat ze vernamen dat ze hun certificaat wel kregen. Het is pas naar boven gekomen op het moment dat de idee kwam om nog iets te volgen waarvoor men moest betalen. De verwondering van ‘Oei, er zit een certificaat in mijn brievenbus’ was er blijkbaar niet. Het is misschien handig om er zicht in te krijgen.
Koekjesbakker is een belangrijk beroep in het kader van tewerkstelling, maar het is geen beroep waar een groot gevaar aan hangt. Iemand die elektricien wou worden, zei dat hij geen elektriciteitskast van dichtbij heeft gezien, maar wel zijn certificaat had gekregen. Hij kon wel geen elektriciteitskast bekabelen. Officieel mocht hij het wel doen want hij had het papier, maar hij wou er niet aan beginnen omdat het voor hemzelf en anderen gevaarlijk zou zijn. Ik denk dat we dat zuiver moeten proberen te krijgen en dat we die signalen moeten kunnen opvolgen.
Kunnen we nagaan in welke mate mensen die een certificaat hebben gehaald in het volwassenenonderwijs er ook effectief mee aan de slag gaan? Ik weet niet of VDAB daarover cijfers kan geven. Ik weet dat het in het verleden is gebeurd en we hebben het rechtgezet, maar cursisten wilden hun opleiding een tweede keer volgen voor al het materiaal dat ter beschikking was. Om die reden is er een responsabiliseringsbijdrage ingevoerd. Als je twee keer hebt deelgenomen en twee keer niet bent geslaagd, dan gaat de derde keer het inschrijvingsgeld omhoog. We wisten dat in opleidingen voor schrijnwerker de mensen de machines kwamen gebruiken, niet meer voor opleiding, maar omdat ze in bijberoep iets deden en de machines niet zelf hadden. Tijdens de praktijklessen kwamen ze hun meubelstukken zagen. Dat is interessant, maar daar dient onderwijs niet voor. Daarom is de responsabiliseringsbijdrage ingevoerd die afremmend werkt. Ik denk dat we toch nog eens moeten kijken of een gevolgde opleiding tot meer tewerkstelling leidt.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega, bedankt voor de interessante vraag. Ik had het ook op de radio gehoord en was ook zeer verbaasd over wat ik hoorde. Ik ben toch wel blij met de berichten die we van de minister krijgen, dat het toch wel genuanceerder is.
We hoorden ook al in de Septemberverklaring dat levenslang leren voor de Vlaamse Regering, en voor het Vlaamse volk tout court, belangrijk is. We zijn het er ook allemaal over eens dat het civiele effect van kwalificaties en diploma's zeer belangrijk is.
Wat mij interesseert, is hoe men vanuit het volwassenenonderwijs, maar ook vanuit het leerplichtonderwijs, de problemen van de praktijkvakken opvangt. Naar mijn aanvoelen ligt daar het grootste probleem. Als men in het volwassenenonderwijs Frans volgt, dan is het allicht makkelijker om een certificaat te halen dan van koekjesbakker. Collega Daniëls, geen certificaat van koekjesbakken betekent misschien slechte koekjes. Of het erg is of niet en wat het effect ervan is, laat ik in het midden. Mijn vraag is vooral wat het gevolg van corona is geweest, vooral op de praktijkvakken die worden aangeboden in het volwassenenonderwijs, maar evenzeer in het reguliere onderwijs. Hoe kan de inspectie hier eventueel verder onderzoek naar doen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik neem de suggesties mee. Aan de praktijkopleiding hebben we trouwens speciale aandacht besteed omdat dat inderdaad van een andere orde is. Taalvakken gaan met afstandsonderwijs iets vlotter dan koekjesbakken. Daarom hebben we er ook in de draaiboeken en de kleurencodes rekening mee gehouden. Als we moeten inperken in alle codes, dan zal verhoudingsgewijs de resterende mogelijk te benutten lestijd prioritair worden ingevuld door de praktijkvakken. Dat is belangrijk.
Het siert de mensen die getuigden op Radio 2 dat ze kozen voor de opleiding en niet voor het diploma. Het was hen echt te doen om de inhoud. God behoede ons dat mensen aan het werk gaan in een beroep zonder inhoudelijk geschikt bevonden te zijn om dat beroep uit te oefenen. Dat blijft vooralsnog het privilege van politici.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, er flitst nu van alles door mijn hoofd dat ik zou kunnen zeggen, maar ik onderdruk het. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Ik probeer het nog harder te onderdrukken, maar het wordt wel heel moeilijk met uw aanvulling. Het is bijna weg.
Minister, dat de praktijklessen in corona maximaal kunnen doorgaan, is één zaak. Het feit dat u onderschrijft dat de kwaliteit die we bieden in de CVO's en het certificaat dat we afleveren, civiel effect moet hebben, is belangrijk. Het is cruciaal dat, als mensen op de arbeidsmarkt komen, men niet zegt dat het certificaat van het volwassenenonderwijs niets waard is. Op die manier ga je mensen een opleiding laten volgen die een minder civiel effect heeft. Daar moeten we echt over waken. Als er echte cowboys tussen zouden zitten, moeten we die aanpakken. Ik weet dat er CVO’s zijn die het echt ter harte nemen, die er echt op inzetten en die er echt voor gaan om mensen de inhoud van de opleiding mee te geven, als persoonlijke verrijking, maar ook in het kader van activering. Ik wil oproepen om daar de focus op te leggen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.