Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Het antwoord wordt gegeven door minister Weyts.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Uit een bevraging van Katholiek Onderwijs Vlaanderen die door 246 scholen werd ingevuld, blijkt dat scholen het steeds moeilijker hebben om geschikte stageplaatsen en leerwerkplekken te vinden voor leerlingen, zowel in de voltijdse opleidingen als in duale opleidingen en leren en werken.
De coronacrisis gaf de economie uiteraard een flinke tik en bedrijven zijn nu blijkbaar nog steeds wat terughoudender om stageplaatsen of leerwerkplekken aan te bieden. Onder meer in het studiegebied handel is er grote onzekerheid in de sector van de verkoop. Door de coronacrisis wordt er ook meer thuisgewerkt en daardoor vallen heel wat stageplaatsen op kantoor weg. Omdat veel werknemers technisch werkloos zijn, aarzelen werkgevers om stagiairs, leerlingen duaal leren of leren en werken aan te nemen. Dat probleem doet zich ook voor in de horeca.
Werken en leren combineren is een prachtig systeem, maar kan alleen lukken als er een sterk partnerschap rond gebouwd wordt: een nauwe, constructieve samenwerking en afstemming tussen verschillende stakeholders uit de werk- en onderwijswereld. We vinden deze samenwerking dan ook binnen het Vlaams Partnerschap Duaal Leren, waar een gedeelde verantwoordelijkheid is: voor zowel de sector Onderwijs als die van Werk.
Minister, hebt u naast deze signalen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen nog andere berichten ontvangen over het moeilijk vinden van geschikte stageplaatsen en leerwerkplekken?
Welke acties vanuit de beleidsdomeinen Werk en Onderwijs voorzien u en uw collega, minister Crevits, om werkgevers ertoe aan te zetten meer stageplaatsen en leerwerkplekken aan te bieden?
Hoe kunnen we scholen en werkgevers creatief laten nadenken om de werkcomponent eventueel tijdelijk op een andere, alternatieve manier in te vullen?
Specifiek voor alternerend leren: welke actieve rol ziet u hier weggelegd voor de sectorale partnerschappen die aangestuurd worden vanuit dit Vlaams Partnerschap Duaal Leren?
Minister Weyts heeft het woord.
Opleidingsverstrekkers en ondernemingen kunnen onder andere via de helpdesk van Syntra Vlaanderen werkplektekorten signaleren. Syntra Vlaanderen ontving verschillende signalen van opleidingsverstrekkers en sectorale partnerschappen dat de opstart van het alternerend leren dit schooljaar moeilijker verloopt; dat beseffen we natuurlijk allemaal. Er worden hier verschillende redenen voor aangehaald. Ten eerste stelt corona ons voor extra uitdagingen. Kan een onderneming nog leerwerkplekken aanbieden wanneer zij eigen werknemers in tijdelijke werkloosheid heeft? Daarover was er toch wat ongerustheid. Zowel de RVA als Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO) bevestigden dat er zowel in het kader van een leerlingenstage als een alternerende opleiding overeenkomsten afgesloten kunnen worden, zelfs in een onderneming waar er tijdelijke werkloosheid is, op voorwaarde dat de leerling geen werknemers in tijdelijke werkloosheid vervangt en een kwaliteitsvolle begeleiding gewaarborgd blijft. Het is dus niet omdat een onderneming een beroep doet op tijdelijke werkloosheid, dat ze geen stages kan organiseren. Daarnaast werken een aantal sectoren als gevolg van corona op een verminderde activiteit, waardoor er minder mogelijkheden zijn tot stages en leerkansen.
In functie van het tijdig identificeren van opleidingen met mogelijk risico op werkplektekorten voor alternerende opleidingen heeft Syntra Vlaanderen de sectorale partnerschappen bevraagd. Deze opleidingen worden bij opstart extra ondersteund, opdat er zich geen effectieve tekorten doorzetten. Dit resulteerde in een lijst van opleidingen, gaande van podiumtechnicus, zorgkundige, enzovoort. Voor de sector horeca werd aangegeven dat de mogelijke werkplektekorten beperkt zijn tot de grootkeukens en hotels. Voor de meeste opleidingen is er een ruim netwerk beschikbaar van erkende ondernemingen.
Met betrekking tot leerlingenstages is er geen bevraging vanuit de administratie Onderwijs gebeurd, maar worden er wel signalen uit het veld opgevangen. Daaruit blijkt dat sectoren die een moeilijke opstart kennen voor reguliere werknemers, ook een moeilijke opstart kennen voor stagiairs. We dienen hierbij wel op te merken dat het gros van de stages niet opstart bij aanvang van het schooljaar. Hoewel overeenkomsten nu al worden voorbereid, kan de impact op dit moment echt nog onderbelicht zijn. Ik bewaak dan ook samen met minister Crevits nauwgezet de invulling van die stages.
Vanuit onze beide beleidsdomeinen werd herhaaldelijk en duidelijk gecommuniceerd met betrekking tot de voorwaarden voor het opstarten en voortzetten van lopende overeenkomsten in het kader van alternerende opleidingen en van leerlingenstages. Deze informatie staat ook duidelijk op de website van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming en op die van Syntra Vlaanderen. De bundeling van deze informatie moet in de eerste plaats aan alle betrokkenen een veilig kader bieden waarbinnen iedereen opnieuw het vertrouwen kan vinden om de werking voort te zetten.
Naast die informerende maatregelen zijn er ook maatregelen die inzetten op een relance van alternerend leren en stages. Daarbij denk ik al zeker aan de duale addenda bij de sectorconvenanten. Het duaal addendum bij de sectorconvenant is een nieuw instrument dat zal ingaan vanaf 1 januari 2021 en zal lopen tot en met 31 december 2022, en waarmee we de sectoren financieel willen ondersteunen bij hun acties om de kwaliteit en de kwantiteit van de leerwerkplekken te bevorderen en hen stimuleren om bijkomende uitdagingen aan te gaan. Er wordt in het addendum specifiek gevraagd om acties te formuleren die tegemoetkomen aan de impact van de coronacrisis op het duaal leren.
Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren, de werkplekregisseur van duaal leren, stelt in zijn relancemaatregelen voor in te zetten op een verkenning van alternatieve, veelal digitale, invullingen van de werkplekcomponent. Ik zal het Vlaams Partnerschap dan ook vragen deze piste verder te verkennen op basis van de goede praktijken die men tracht binnen te halen, met ook aandacht voor op welke wijze deze invullingen ingepast kunnen worden binnen de huidige regelgeving. Deze regelgeving is immers de beste basis om voor de leerling de kwalificatiekansen te blijven waarborgen.
Ik begrijp echter wel dat deze regelgeving is opgesteld vanuit een precovidstandpunt en dus niet steeds een antwoord kan bieden op de uitdagingen waar we nu mee kampen. Net zoals we vorig schooljaar deden, bewaak ik met mijn collega-minister ook de noodzaak tot tijdelijke aanpassingen via een noodregelgeving.
Elk sectoraal partnerschap stelt jaarlijks een actieplan op om werk te maken van voldoende kwaliteitsvolle werkplekken in de sector. Het in kaart brengen van mogelijke werkplektekorten naar aanleiding van de coronacrisis is een belangrijk agendapunt op alle sectorale partnerschappen. De betrokken stakeholders zoeken er samen naar oplossingen en werken acties uit om de ondernemingen gericht te contacteren en te mobiliseren. Ook scholen kunnen werkplektekorten signaleren aan de partnerschappen en krijgen hiervoor ondersteuning. Zo werd bijvoorbeeld voor de zorgberoepen een centraal aanmeldsysteem ontwikkeld waarmee leerlingen en werkgevers elkaar kunnen vinden. De chemische sector organiseert een matchingevent voor de deelnemende leerlingen en bedrijven.
Op het Vlaamse Partnerschap Duaal Leren wordt de bezorgdheid met betrekking tot werkplektekorten eveneens gedeeld. Dit partnerschap houdt de vinger aan de pols en zet pistes uit vanuit de gedeelde verantwoordelijkheid tussen werk- en onderwijspartners om knelpunten aan te pakken. Tenslotte worden vragen aan Syntra Vlaanderen en het Departement Onderwijs en Vorming vanuit onderwijsverstrekkers en ondernemingen dadelijk gesignaleerd aan het bevoegde partnerschap voor duaal leren.
We rollen dus heel wat uit en ongetwijfeld zullen er hier en daar wel wat tekorten zijn, maar we proberen om zo kort mogelijk op de bal te spelen, samen met de partners en met de sectoren.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel voor het uitgebreide antwoord, minister. Ik onthoud een aantal zaken. Ten eerste: communicatie is heel belangrijk en we moeten het vertrouwen terugwinnen. Ik hoop dat jullie daar heel sterk op inzetten, op die communicatie naar bedrijven toe, waarbij het duidelijk is dat er ondanks de tijdelijke werkloosheid toch stagiairs kunnen worden aangenomen, mits voldoende begeleid.
Ten tweede blijft het belangrijk om te monitoren en de cijfers goed in de gaten te houden. Zoals u zei, is het momenteel wellicht nog wat onderbelicht, omdat nog niet alle leerlingen nu op stage zijn.
Wat de relance betreft, is het goed om te weten dat er met dat duaal addendum een nieuw instrument is om de kwaliteit van het werkplekleren te verhogen.
Ik kijk ook uit naar mogelijke, al dan niet tijdelijke aanpassingen van de huidige regelgeving. Daarvoor vindt u in ons een partner.
Nog twee zaken, minister. In de Septemberverklaring hoorde ik heel vaak het woord ‘innovatie’ vallen. Ik denk dat corona de ideale gelegenheid biedt om op zoek te gaan naar manieren om via AI werkplekleren voor een stuk digitaal, in de klas, te kunnen opvangen. En misschien moet u uw collega, minister Crevits, vragen om een nieuw initiatief te beginnen, een soort Tinder om stagiairs en werkplekken aan elkaar te matchen. De ministers van Tinder, dat zou misschien wel iets moois kunnen zijn om het duaal leren een vibe te geven.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik heb nog een aantal zaken die ik u wil meegeven in verband met stages. Het zou goed zijn om de mismatch tussen studenten en scholen die een stageplaats zoeken enerzijds en sectoren anderzijds cijfermatig hard te kunnen maken, zodat we op die manier ook sectoren warm kunnen maken. Wat wil ik daarmee zeggen? Ik hoor langs de ene kant sectoren die zeggen dat ze geen volk vinden, te weinig mensen die bij hen willen werken. Langs de andere kant hoor ik dan scholen die in diezelfde sectoren geen stageplaatsen vinden. Ik denk dat het goed zou zijn om bepaalde zaken met elkaar in verband te brengen en sectoren mee in het bad te trekken.
Soms stellen we ons de vraag waarom bepaalde sectoren minder stageplaatsen ter beschikking stellen. Dan kijk ik naar de inhoud van ons onderwijs. We zijn nu bezig met de eindtermen van de tweede en de derde graad. In onze opleidingen bso en tso, waarvan stage een belangrijk onderdeel is, moeten we de vakspecificiteit voldoende blijven meenemen, zodat die studenten voldoende sterk op de arbeidsmarkt terechtkomen, maar ook voldoende sterk aan hun stage beginnen. Op die manier verleiden we sectoren om studenten mee te trekken.
Nog een laatste opmerking over die werkplekken. We hebben bij duaal leren het wat ambigue statuut van de bijna-arbeidsmarktrijpe leerlingen en de nog-niet-arbeidsmarktrijpe leerlingen.
Minister, ik word een beetje zat van uw camera die momenteel alle richtingen uitvliegt. Ja, dat is heel wat beter.
We moeten goed opletten dat studenten die aan duaal leren doen, de arbeidsmarktrijpe leerlingen zijn. We mogen dat duaal leren niet extra belasten met leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, waarin eigenlijk niet voorzien wordt. Diegenen die extra begeleiding nodig hebben, moeten dat krijgen, maar we moeten goed nadenken welke studenten we laten participeren aan het duaal leren.
Minister Weyts heeft het woord.
Bedankt voor alle aanbevelingen die hier gedaan worden. We moeten inderdaad soms wat selectiever zijn. Dat heeft ook een invloed op het welslagen van het systeem. We moeten ervoor zorgen dat we enkel de geschikte leerlingen, die er rijp voor zijn, toeleiden naar dat werkplekleren.
Wat de suggesties inzake innovatie betreft, hebben we natuurlijk het genoegen dat de minister bevoegd voor Werk ook bevoegd is voor Innovatie. De Tinderoproep werd genoteerd en zal doorgegeven worden. Ik ben er zelf niet helemaal in thuis, maar u mag me zeker uw ervaringen bezorgen, mevrouw Vandromme.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik heb zelf ook geen ervaring met Tinder, minister. Maar ik hoor dat dit wel verrijkend kan zijn om nieuwe contacten te leggen.
Ik ben blij met uw antwoord. Ik ga akkoord met het feit dat we inderdaad moeten zoeken naar een oplossing voor die leerlingen die echt wel nood hebben aan stageplaatsen, aan een plek om te leren werken. Maar ik denk dat we toch ook de leerlingen niet mogen vergeten die in het stelsel leren en werken zitten en die momenteel nog niet sterk genoeg zijn om effectief op een werkplek te leren. Ik denk dat we ook voor die doelgroep, tijdens corona maar ook na corona, een oplossing moeten bieden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.