Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over mondmaskers als persoonlijk beschermingsmiddel in het onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, vorig jaar werden onze scholen geconfronteerd met allerlei extra kosten verbonden aan de coronacrisis. Er werden in allerijl wasstraten en plexiglazen wanden geïnstalleerd en er werden liters alcoholgel aangekocht. Dat heeft voor heel wat extra kosten gezorgd. Dat is ook al besproken in de commissievergadering van 11 juni. U beloofde daarop om extra budget vrij te maken. Dat hebt u ook gedaan. Maar toch komen er vanuit de koepels, vanuit het onderwijsveld signalen dat de coronarekening uit de hand gelopen is en dat er gaten in de begrotingen zijn.
Katholiek Onderwijs Vlaanderen zegt een extra rekening van 39 miljoen euro te hebben, waarvan voorlopig 24,5 miljoen euro werd bijgepast door de Vlaamse overheid. Daardoor zitten ze dus nog met een tekort van 14,6 miljoen euro. Ook bij het GO! horen we gelijkaardige signalen. Daar kreeg men van de overheid 4 miljoen euro aan tegemoetkomingen, maar heeft men ook nog een geschat tekort van 4,8 miljoen euro.
Bovendien zullen er ook dit schooljaar extra kosten moeten worden gemaakt. Ik denk bijvoorbeeld aan het extra waterverbruik doordat de kindjes constant hun handen moeten wassen, en ook aan de kosten voor de verwarming, aangezien er voortdurend moet worden verlucht. Er werd geschat dat die kosten het hoogst zouden zijn in het basisonderwijs. Directies vrezen dat ze, indien ze geen extra middelen krijgen, zullen moeten besparen op de leermiddelen. Want ook dit jaar kunnen er geen extra activiteiten worden georganiseerd. Vorig schooljaar moesten die activiteiten – schoolfeesten, mosselfestijnen enzovoort – worden geannuleerd, maar ook dit jaar zullen die niet kunnen plaatsvinden. Scholen hebben dus minder inkomsten en gestegen uitgaven.
Minister Weyts, ere wie ere toekomst: u hebt al 39 miljoen euro extra verdeeld voor die coronakosten. Dat is een heel groot bedrag. U hebt verder ook al bekendgemaakt dat er voor dit eerste trimester nog eens 22 miljoen euro extra wordt vrijgemaakt. Maar toch heb ik nog een aantal vragen voor u.
Minister, hoe bekijkt u de budgettaire waarschuwingen van de koepels en de netten?
Plant u nog extra budgettaire impulsen om de scholen te steunen? Zo nee, zult u hun advies geven om zelf extra inkomsten te verwerven? Zult u hierover nog overleggen?
Minister, bij een vorige bespreking werd u op het hart gedrukt om aan de scholen mee te geven dat ze de extra kosten niet op de ouders mogen verhalen. Hoe zult u ervoor zorgen dat dit ook echt niet gebeurt? Want hoe hoger de kosten worden, hoe urgenter de situatie wordt en hoe groter de druk op de scholen om een deel van het bedrag toch bij de ouders te gaan recupereren.
De investeringen die u doet, de bedragen die u vrijmaakt, zijn zeer terecht en de scholen zijn u daarvoor zeer dankbaar. Maar het geeft natuurlijk extra kosten voor de Vlaamse begroting. En zolang corona niet wegebt – en daar ziet het ook niet naar uit – of zolang er geen werkzaam vaccin is, zullen die kosten blijven stijgen. Dit kan nog even blijven duren: één jaar, twee jaar, in het slechtste geval zelfs nog de hele legislatuur. Hoe zult u dit opvangen? Heeft de Vlaamse overheid genoeg slagkracht om deze inspanning gedurende deze hele periode vol te houden? Wat is hierop de globale visie van de Vlaamse Regering?
Ik dank u.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mevrouw Beckers, ik dank u voor de vraag. Ik sluit me daar graag bij aan al is mijn vraag wellicht maar een klein aspect van uw vraag die breder gaat. Bij mij gaat het specifiek over de mondmaskers als persoonlijk beschermingsmiddel in het onderwijs.
Ondanks extra middelen die de Vlaamse Regering heeft uitgetrokken voor coronakosten blijven de kosten voor scholen bijzonder hoog, willen ze de veiligheid van hun personeel garanderen. Scholen willen voor hun personeel dagelijks in een vers mondmasker voorzien. Dat lijkt de logica zelve maar in tegenstelling tot in andere sectoren vallen mondmaskers niet onder de persoonlijke beschermingsmiddelen die nodig zijn voor het uitoefenen van een job in het onderwijs. In bijvoorbeeld de welzijnssector is dat wel het geval. Voor het buitengewoon onderwijs betekent dit dat, om voor dezelfde kinderen te zorgen, voor sommige personeelsleden, namelijk uit de welzijnsvoorzieningen, wordt voorzien in maskers, voor andere, die uit het onderwijs, niet.
Welzijnsvoorzieningen worden door de overheid voorzien van materiaal of kunnen dat zeer voordelig aankopen. In het onderwijs moet nu iedereen dat voor zichzelf uitzoeken, sommige scholen kopen ze voor hun personeel, andere niet, in sommige steden ondersteunt de stad of gemeente, in andere niet, soms zijn er gezamenlijke aankopen, soms ook niet. Er is ook geen controle op de kwaliteit van de al dan niet door scholen aangekochte mondmaskers voor leerkrachten.
Minister, wat is uw visie hierop? Aangezien het dragen van een mondmasker voor het onderwijspersoneel nu is vereist, valt dat dan niet onder persoonlijke beschermingsmiddelen die nodig zijn voor het uitoefenen van de job? Moet er dan geen verplichting komen voor scholen om daar voor hun personeel in te voorzien? En zo ja, moet de overheid, Vlaanderen of steden en gemeenten, hier dan niet in tegemoetkomen of faciliterend werken om scholen van betaalbare, kwaliteitsvolle maskers voor hun personeel te voorzien?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal de budgetten die zijn uitgetrokken voor corona-uitgaven weergeven. Voor het basisonderwijs gaat het over 36 miljoen euro. Het gaat dan over een noodfonds voor schoolreizen, over extra werkingsbudget voor schoonmaak en materiaal, en over ICT-impulsen. Voor het buitengewoon basisonderwijs hebben we 2,1 miljoen euro uitgetrokken, voor het gewoon secundair onderwijs 43 miljoen euro, voor het buitengewoon secundair onderwijs 2,1 miljoen euro, voor internaten 3,5 miljoen euro, voor de centra voor leerlingenbegeleiding 1,4 miljoen euro, voor busbegeleiding 1,8 miljoen euro, voor het hoger onderwijs en studentenvoorzieningen 1,5 miljoen euro, voor de tegemoetkoming studieverlenging verpleegkunde 1 miljoen euro, voor het hoger onderwijs – specifieke werkingskosten – 368.000 euro, voor algemene ondersteuning 4,3 miljoen euro, voor strategische reserve in samenwerking met Het Facilitair Bedrijf 870.000 euro, voor diverse projecten onderwijs waaronder zomerscholen 13 miljoen euro. Dat maakt een eindtotaal van 112,7 miljoen euro extra.
Dat is toch heel wat geld. Er kan dus niet ontkend worden dat er al zware inspanningen zijn geleverd. Ik deel natuurlijk de bezorgdheid van de koepels en het Gemeenschapsonderwijs en ik houd samen met de collega's uit de Vlaamse Regering de vinger aan de pols over de concrete gevolgen van de coronapandemie.
In de begroting hebben we ook voorzien in een specifieke Vlaanderenbrede coronaprovisie. Er is ongeveer 300 miljoen euro ‘geprovisioneerd’. Dat wil zeggen dat daar een beroep op kan worden gedaan naar rato van de kosten die zich aandienen volgend jaar. Nu hebben we dus al 112 miljoen euro voor 2020, voor volgend jaar zien we wat er nog nodig zal zijn.
Het doorsturen van de coronafactuur naar de ouders kan uiteraard niet. In het basisonderwijs blijft de maximumfactuur onverminderd van toepassing. Daar liggen de ouderbijdragen vast.
In het secundair onderwijs blijven de regels voor kostenbeheersing van kracht. De kosten moeten op voorhand aan de ouders worden meegedeeld en moeten in het schoolreglement worden opgenomen. Ook moet duidelijk worden aangegeven waaraan de gevraagde middelen zullen worden besteed. Zomaar coronakosten innen, kan uiteraard niet.
Dan is er nog de concrete vraag over de mondmaskers. In het totale coronabudget, die eerste som van 24,5 miljoen euro, hebben we voorzien in 1,8 miljoen euro voor mondmaskers. We laten de scholen natuurlijk vrij. We zullen niet alles libelleren. Indien we de scholen geld voor schoonmaakmateriaal en veiligheidsmateriaal overmaken, bepalen we natuurlijk niet per categorie hoeveel ze aan alcoholgel of aan zeep moeten besteden. We doen dat met een forfaitaire sleutel en we bieden de scholen de autonomie om die middelen volgens de eigen inzichten te spenderen. Die noden variëren ook totaal van school tot school. We zullen ons daar niet in mengen.
Wat die mondmaskers betreft, wil ik nog even meedelen dat ik heb gevraagd om ook voor het onderwijs een strategische reserve achter de hand te houden. Dat is een strategische reserve. Indien er op het vlak van productie op een bepaald moment een kink in de kabel zou zijn, kunnen we daar altijd naar teruggrijpen. Ik laat die strategische stock waar hij is, namelijk in stock. We boren die stock enkel aan wanneer de nood het hoogst is.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wil zeker niet ontkennen dat veel inspanningen zijn geleverd, maar de kosten vallen zeer hoog uit, zeker omdat belangrijke inkomstenbronnen wegvallen. Misschien kunnen de scholen op dat vlak inventief zijn zonder de ouders al te zwaar te belasten. U hebt vermeld dat voor heel de Vlaamse Regering 300 miljoen euro achter de hand wordt gehouden. Wie mag eerst? Gaat dat geld eerst naar Welzijn en Onderwijs of is niet echt een volgorde bepaald?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, volgens mij heeft een werkgever echt de plicht zijn werknemers te beschermen. Als daarvoor bepaalde zaken nodig zijn, wordt daar in andere sectoren in voorzien. U geeft werkingsmiddelen, maar we vertellen de ziekenhuizen of de welzijnsinstellingen toch ook niet dat ze wat geld krijgen, maar dat ze dat ook aan een afterworkdrink of aan een warme maaltijd voor het personeel kunnen besteden. Als voor de veiligheid van de werknemers bepaalde essentiële beschermingsmiddelen nodig zijn, moet de werkgever daarin voorzien. Als de overheid het dragen van mondmaskers oplegt en dat voor het onderwijzend personeel cruciaal en essentieel vindt, moet worden nagegaan hoe hierin kan worden voorzien.
Ik ken veel scholen die me de vraag stellen. Ze willen wel en ze vinden het hun verdomde plicht. De leerkrachten zijn hun werknemers en ze willen hen ’s morgens voorzien van een vers mondmasker dat ze ’s avonds kunnen weggooien. Ze hebben ook een kwaliteitsgarantie en ze weten dat het goede maskers zijn. De leerkrachten lopen immers risico omdat ze met veel mensen in contact komen. Dit moet niet enkel door hen worden gedragen, want daarnet is heel goed in kaart gebracht dat er nog veel moeilijk te dragen kosten zijn.
Ik pleit ervoor de scholen specifiek bij te staan, zodat ze ervoor kunnen zorgen dat ze die maskers, zoals in de welzijnssector ook gebeurt, met een groepsaankoop zeer goedkoop kunnen aankopen. Op die manier kan de kwaliteit worden gegarandeerd. Ik ben het er volledig mee eens dat we maximaal moeten proberen de scholen open te houden. We moeten de veiligheid van de leerkrachten natuurlijk blijven garanderen en ik denk dat dit puzzelstukje onontbeerlijk is.
Minister Weyts heeft het woord.
Inderdaad, de scholen worden vandaag absoluut creatief met betrekking tot de middelen. We hadden daarvoor al restaurants die zich hebben omgeturnd tot afhaalrestaurants. Scholen zijn dezelfde weg ingegaan. Ik weet niet hoe het bij u zit, maar mijn diepvries wordt goed gevuld met allerhande afhaalgerechten die worden aangeboden door de school.
Wat de provisie betreft: het is zo dat er in de begroting gewoon een vast bedrag wordt voorzien, ik denk dat dat 3 miljoen euro is. Daarbij mogen de vakministers dossiers indienen op de ministerraad. Er wordt dan beslist of er al dan niet toestemming wordt verleend om aanspraak te maken op die provisie. Er wordt niet vastgelegd wie wanneer aan de beurt komt, maar je kunt ervan op aan dat Onderwijs en Welzijn de twee belangrijkste vragende partijen zijn om een claim te leggen op die provisie, tot mijn spijt.
Mevrouw Meuleman, ik ben het fundamenteel oneens met u. We gaan de scholen toch niet betuttelen en zeggen dat je zoveel moet spenderen aan mondmaskers van dat type, en enkel van die kleur? Ik krijg er eerlijk gezegd ook geen vragen over, voor zover mijn mailbox representatief is. Maar over de financiering van mondmaskers door de scholen krijg ik geen vragen. We hebben de nodige middelen ter beschikking gesteld aan de scholen voor veiligheidsmateriaal en onderhoudsmateriaal. Ik heb afdoende vertrouwen in hun kennis en kunde om die middelen ook vakkundig te spenderen.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Ik herhaal nog eens dat ik het zeker apprecieer dat er zoveel geld voor Onderwijs op zo’n korte termijn kan worden vrijgemaakt. Dat is een heel goede zaak. Dat is natuurlijk ook noodzakelijk, omdat onderwijs toch een van de belangrijkste dingen is in onze samenleving.
Ik hoop alleen dat u erover waakt dat, als die coronapandemie eindelijk achter de rug is, we het geld niet weer moeten gaan zoeken en dat er niet bespaard zal worden op Onderwijs. Ik dank u.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, u kunt natuurlijk van alles een karikatuur maken. Mondmaskers voorzien of scholen de mogelijkheid geven zich in te schrijven in een groepsaankoop, of scholen die mondmaskers willen voorzien voor hun werknemers omdat ze vinden dat dat onderdeel uitmaakt van hun persoonlijke beschermingsmiddelen: als dat betuttelend is, dan is er natuurlijk heel veel betuttelend. Ik denk dat dat totaal niet betuttelend is. Ik denk dat dat voor een stuk een tegemoetkoming is aan die hoge kosten die er al zijn. Dan kunnen ze perfect de werkingsmiddelen die ze besparen omdat ze die mondmaskers niet meer moeten aankopen, besteden zoals ze dat zelf willen. Ik denk dat ze dat absoluut niet als een betutteling zullen ervaren, integendeel. Ze zouden u daar heel dankbaar voor zijn. Soms worden hier van bepaalde zaken toch snel karikaturen gemaakt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.