Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
In 2017 voerde Test Aankoop een test uit op de toen bestaande helmen. De resultaten waren toen niet zo goed. Bij een test van twaalf helmen van budgetvriendelijke tot dure merken bleek geen enkele helm volledig failsafe te zijn. De beste helm had nog steeds een blessurerisico van 30 procent, terwijl bij de twee slechtste helmen het blessurerisico opliep tot maar liefst 80 procent.
Toenmalig Europees collega Tom Vandenkendelaere kaartte dit aan in het Europees Parlement en kreeg de toezegging dat de Europese Commissie de regels rond fietshelmen zou herbekijken. Normaal zouden in het voorjaar van 2018 aanpassingen gebeuren aan de criteria, maar buiten enkele aanpassingen aan andere regels bleven de specifieke regels voor fietshelmen gelijk.
Ondertussen zijn we twee à drie jaar verder. Test Aankoop deed een nieuw onderzoek en het blijkt dat de resultaten nog altijd niet goed zijn. De globale veiligheidsscore van de fietshelmen is in 2020 al hoger, maar de veiligste modellen worden niet noodzakelijk nog veiliger in vergelijking met drie jaar geleden.
Minister, ik had graag van u geweten welke initiatieven u – of Vlaanderen – zult nemen om de veiligheid van de fietshelmen te verbeteren. Wordt dit met de Europese collega’s opgenomen? Welke bijkomende acties zult u opzetten rond de fietsveiligheid en het gebruik van helmen?
Minister Peeters heeft het woord.
We hebben inderdaad ook kennisgenomen van deze studie. Nu, de veiligheidsnormen van fietshelmen liggen vast in een Europese verordening. Als Vlaamse overheid is het ons niet toegestaan om bepaalde dingen aan deze verordening te veranderen. Het is nog altijd de productnormering die onder de Federale Overheidsdienst Economie valt, die de verdere uitrol moet doen van deze Europese richtlijn. Wij kunnen dit als Vlaamse overheid niet verstrengen of die normen aanpassen. De normen liggen dus vast binnen de Europese verordening. De productnormering als dusdanig valt onder de FOD Economie.
Wat hebben wij wel gedaan? Na de bekendmaking van de studie van Test Aankoop, waaruit zou blijken dat er specifieke, bijkomende veiligheidsnormen zouden moeten komen, hebben wij een schrijven gericht aan minister Muylle en de FOD Economie, om dat toch op de Europese agenda te plaatsen, en ervoor te zorgen dat er toch strengere veiligheidsnormen zouden kunnen komen. Zodoende kunnen we alle aandacht vragen voor fietsongevallen, en zeker voor de hoofdletsels die daar vaak mee gepaard gaan.
Mevrouw Fournier, u hebt me ook gevraagd welke bijkomende acties we ondernemen om het gebruik van de helm nog meer te promoten. Ik heb in het verleden al een paar keer gezegd dat we geen voorstander van een helmplicht zijn. De handhaving is sowieso niet gemakkelijk en tegelijkertijd willen we hier geen negatieve gevolgen aan koppelen. Wat dit betreft, sluit ik me aan bij wat Fietsberaad Vlaanderen en het Vlaams Forum Verkeersveiligheid aangeven. Als we een helmplicht zouden invoeren, zou dat wel eens kunnen interen op de populariteit van het fietsen en dat is iets wat we uiteraard zeker niet willen. We willen dat zo veel mogelijk mensen blijven fietsen en we willen de fietspopulariteit niet intomen door een helmplicht door te voeren, zeker als we weten dat de handhaving van die helmplicht moeilijk is.
We zorgen wel voor heel wat sensibiliseringsacties met betrekking tot de fietshelm. De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) heeft het project ‘Helm Op Fluo Top’, waarin specifiek aandacht wordt gevraagd om zo veel mogelijk de fietshelm te gebruiken. Daarnaast focussen heel wat acties in scholen fel op het dragen van een fietshelm. Dat is sowieso een positief element.
We sensibiliseren en we hebben acties om een fietshelm te dragen, maar zonder dat teĀ willen verplichten.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. De laatste keer dat we in de commissie over fietshelmen hebben gepraat, was tijdens de vergadering van 25 juni 2020, naar aanleiding van een vraag om uitleg van de heer Ceyssens. U hebt nu herhaald wat u toen hebt gezegd, namelijk dat u de fietshelm zeker niet verplicht wil maken. We volgen uw standpunt volledig. We willen geen verplichting van de fietshelm, maar wel een stimulering en sensibilisering. Het is ook onze vrees dat het opleggen van de verplichting een fietshelm te dragen veel mensen zou afschrikken. Het zou mij ook wel afschrikken. Ik zou niet meer zo snel de fiets nemen om een boodschap te doen.
Als mensen ervoor kiezen een fietshelm te dragen, verwachten ze ook dat die fietshelm veilig is. Iemand draagt geen helm voor de schone schijn. Momenteel wordt enkel een loodrechte val op een plat oppervlak getest. De meeste mensen die vallen, hebben de spontane reactie het hoofd te roteren. Ze vallen meer zijdelings en vaak ook op een obstakel of een steen. Die testen zouden moeten worden herzien.
Ik ben blij met uw antwoord dat u federaal minister Muylle al een brief hebt geschreven. Het is zo dat dit federale of zelfs Europese regelgeving is. Ik ben blij dat u federaal minister Muylle die brief hebt geschreven om te vragen dit probleem op Europees vlak aan te kaarten, zodat de normen voor fietshelmen kunnen worden aangepast. Zo kan wie voor de fietshelm kiest voor maximale veiligheid gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.