Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over de schoolgebouwenmonitor 2018-2019
Vraag om uitleg over richtlijnen voor de ventilatie van klaslokalen
Verslag
Mijnheer Coel, ik stel voor dat u uw twee gekoppelde vragen na elkaar stelt en dan krijgt de heer Brouns het woord voor zijn gekoppelde vraag.
De heer Coel heeft het woord.
Minister, mijn eerste vraag dateert al van het begin van de zomer en is daardoor misschien al wat uit de actualiteit verdwenen, maar op 11 juli kondigde u aan dat u een ambitieus Masterplan Scholenbouw ontwikkelde, met meer dan 3 miljard euro aan investeringen in schoolinfrastructuur. Zo zal er ruimte zijn voor duizend gloednieuwe of grondig gerenoveerde scholen. Daarnaast komt er ook een grote renovatieoperatie en extra capaciteit en wilt u ook meer aandacht voor het multifunctioneel gebruik van schoolgebouwen en duurzaamheid.
Kunt u het Masterplan verder verduidelijken en kunt u toelichten welk tijdspad u concreet voor ogen hebt? Hoeveel echt nieuwe of bijkomende plaatsen gaat dit plan opleveren? Welke concrete initiatieven op het vlak van duurzaamheid zult u ontwikkelen?
Het tweede stuk van mijn vraag gaat over de ventilatie van klaslokalen, een debat dat de afgelopen weken veel ter sprake is gekomen in de media.
Eind juni bezorgde u scholen een draaiboek over ventilatie, maar voortschrijdend wetenschappelijk inzicht maakte bijsturingen van de richtlijnen noodzakelijk. Zorgen voor verse lucht is een efficiënte manier om het besmettingsrisico te verkleinen, want de luchtstromen voorkomen dat infectiedruppels zich verspreiden en in de lucht blijven hangen. Klaslokalen worden niet meer hermetisch afgesloten als er leerlingen aanwezig zijn en scholen zullen op verschillende manieren worden bijgestaan. Zo komt er een richtsnoer voor de aankoop en het gebruik van een CO2-meter en krijgen scholen een duidelijke checklist voor binnenmilieu op school. Experts zullen de preventieadviseurs van de scholen meer informatie aanreiken over ventilatie. Tot slot zal de onderwijsinspectie tijdens schoolbezoeken gerichte adviezen geven over betere ventilatie en verluchting. Dat stond te lezen in het persbericht.
Kunt u de concrete uitwerking en de communicatie van de richtlijnen toelichten?
Zijn er genoeg CO2-meters op de markt? Zo niet, is er een actieplan om hierin te kunnen voorzien?
De heer Brouns heeft het woord.
Nu de scholen opnieuw opengaan, worden onze schoolgebouwen in het belang van de gezondheid van de leerlingen, leerkrachten en heel het schoolteam conform de huidige coronamaatregelen zeer streng tegen het licht gehouden. Er wordt onder andere nagegaan hoe het gesteld is met de ventilatie van klaslokalen, de sanitaire voorzieningen, de sportinfrastructuur, de speelplaatsen, de eetzalen. De totale infrastructuur wordt kritischer dan ooit onder de loep genomen. Een heel belangrijk aspect van een gezond klaslokaal en een belangrijk preventief element in de voorkoming van het verspreiden van virussen, is een goede verluchting en ventilatie van klaslokalen.
Minister, in een artikel uit De Morgen, ‘Waarom het raam in de klas beter openstaat’, dat verscheen op 25 augustus, verwees u naar de Schoolgebouwenmonitor 2018-2019. Uw woordvoerder zei hierover het volgende: "Daarin staat dat er in 84 procent van alle vestigingsplaatsen geen enkel probleem is met verluchting of ventilatie. (…) Maar dit betekent ook dat er in 16 procent van de vestigingsplaatsen lokalen zijn die niet voldoende verlucht of geventileerd kunnen worden. Net omdat we ons zeer goed bewust zijn van deze problematiek in sommige van de oudste schoolgebouwen hameren we in de draaiboeken zo op ventilatie en hebben we dus die werkgroep ventilatie om voort te werken op dit onderwerp."
De Schoolgebouwenmonitor 2018-2019 kan ons zonder enige twijfel ook informeren over andere belangrijke aspecten van de toestand van de Vlaamse schoolgebouwen. We zijn dan ook op zoek gegaan naar de meest recente versie van het rapport, maar konden die tot op heden helaas niet vinden. Klopt het dat de Schoolgebouwenmonitor 2018-2019 nog niet gepubliceerd is? Zo ja, welke verklaring hebt u hiervoor en zal het rapport in de toekomst nog gepubliceerd worden? Aangezien u wel inzage heeft in het rapport, kunt u de voornaamste bevindingen met ons delen?
In het artikel van De Morgen konden we lezen dat 84 procent van de klaslokalen voldoet aan de normen inzake ventilatie en verluchting. Welke maximale grenswaarde voor de CO2-concentratie werd hier gehanteerd?
Welke waren de voornaamste redenen waarom er op 16 procent van de vestigingsplaatsen bepaalde klaslokalen nog niet voldoen aan de normen? Welke maatregelen plant u om scholen maximaal te ondersteunen, zodat alle klaslokalen en vestigingsplaatsen voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen en de meest optimale luchtkwaliteit kunnen garanderen?
Minister Weyts heeft het woord.
Het is goed dat er hier nog eens aandacht aan wordt besteed, ook al gaat het zelfs als het over infrastructuur gaat, ook een beetje over corona.
Het is belangrijk dat we aandacht besteden aan een ambitieus, meerjarig Masterplan Scholenbouw, dat intussen ook goedgekeurd is door de Vlaamse Regering. Het is ambitieus, niet alleen wat betreft de uitdagingen, maar ook wat betreft de middelen die worden vrijgemaakt. We gaan deze regeerperiode voor maar liefst 3 miljard euro nieuwe investeringsbeslissingen in scholenbouw nemen. Daarbij gaan we uit van vijf strategische doelstellingen: investeren in de vervanging van de bestaande, verouderde schoolinfrastructuur; zorgen voor extra, nieuwe capaciteit; een alternatieve financiering op poten zetten; veel aandacht besteden aan multifunctionele schoolinfrastructuur; zorgen voor infrastructuur met aandacht voor klimaat, duurzaamheid en effectieve en efficiënte leeromgevingen. Aan elk van die strategische doelstellingen hebben we operationele doelstellingen en concrete actiepunten gekoppeld. Zo hebben we reeds een tijdspad uitgewerkt voor het nieuwe DBFM-programma (Design Build Finance Maintain). En van die voorziene 3 miljard euro zouden we al 1 miljard voorzien voor het DBFM-programma.
Voor het aanpakken van de capaciteitsproblematiek in de periode 2019-2024, een periode van vijf jaar, hebben we een extra budget goedgekeurd van 34 miljoen euro aan capaciteitsmiddelen voor 2021. Dat bedrag komt boven op de eerdere inspanning van 196 miljoen euro, die moest voorzien in 22.400 extra plaatsen. De extra impuls van 34 miljoen euro staat garant voor 3600 plaatsen. In totaal komt dat neer op 26.000 extra plaatsen, voor een totaalbedrag van 230 miljoen euro.
Dat is dan tot 2022.
In het Masterplan is ook voorzien om voor de periode 2022-2024 nog eens 180 miljoen euro aan extra middelen te voorzien voor het creëren van bijkomende plaatsen. In de loop van 2021 zal er een capaciteitsmonitor worden gemaakt op basis waarvan er nog eens 20.000 extra plaatsen worden voorzien. Voor de periode 2019-2024 gaat het dus om ruim 45.000 extra plaatsen in totaal, met een focus op het secundair onderwijs.
De budgetten voor de vervangingsinvesteringen gaan we ook optrekken. Het is dus niet zo dat we op de ambities gaan inboeten. Dat zou onverstandig zijn, omdat je dan op termijn grotere problemen veroorzaakt. De inhaalbeweging die in de vorige regeerperiode is ingezet, zetten we absoluut door.
De Schoolgebouwenmonitor 2018-2019 wordt binnenkort voorgesteld. Dat gebeurt in de schoot van de raad van bestuur van het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION). We zorgen ervoor dat de belangrijkste spelers ook worden uitgenodigd: de vertegenwoordigers van het GO!, de onderwijsinspectie en het departement. Dit gebeurt op grond van de data die verzameld zijn tot vorig jaar. Door de omvang van de studie en betrokkenheid van een extern onafhankelijk onderzoeksbureau, kon de publicatie ten vroegste in 2020 gebeuren. Het ventilatieaspect is daarin opgenomen. Het spreekt voor zich dat we met het document, van zodra het is voorgesteld, in eerste instantie naar de scholen zelf gaan. Ze hebben de monitor mee opgemaakt aan de hand van een zelfevaluatie en ze moeten er dus inzage in krijgen.
In 84 procent van de vestigingsplaatsen is er geen probleem met ventilatie of verluchting. In 16 procent is er in een of andere mate wel een praktisch probleem. Recent is een werkgroep opgericht die diverse adviezen en richtlijnen voor scholen op elkaar afstemt en nagaat, in het licht van de meest recente wetenschappelijke inzichten, wat de rol van ventilatie is tijdens een pandemie. Die inzichten evolueren, geloof me. Die werkgroep ventilatie komt op regelmatige basis bij elkaar, vandaag ook, en ik wacht nog op een verslag. Er zijn ook virologen bij betrokken.
Het agentschap Zorg en Gezondheid werkt aan een update van de bestaande educatieve pakketten rond luchtkwaliteit. Hierbij wordt er niet enkel ingegaan op CO2, maar ook andere elementen die een invloed kunnen hebben op de concentratie van leerlingen, zoals de temperatuur of de relatieve vochtigheid, de aanwezigheid van vluchtige stoffen enzovoort. Die pakketten zullen gratis aangeboden worden aan scholen.
Het Departement Omgeving heeft een checklist ‘ventileren en verluchten op schoolniveau’ ontwikkeld. Deze tool laat scholen toe, en eigenlijk vooral de preventieadviseurs, om de actuele situatie van ventileren en verluchten in kaart te brengen en geeft tips over hoe de school mogelijke problemen kan aanpakken.
Ook de draaiboeken die in juni bezorgd zijn aan de scholen, besteden reeds veel aandacht aan het belang van ventilatie en verluchting. De richtlijnen die scholen krijgen over ventilatie en verluchting werden geactualiseerd met heel concrete suggesties en maatregelen. Dinsdag is er in Schooldirect nog een geactualiseerde versie doorgestuurd naar de scholen. Het is constant ‘een work in progress’. De onderwijsinspectie zal tijdens schoolbezoeken ook ventilatie en verluchting onder de loep nemen. Elk gebouw is immers anders. Men kan tips en tricks aanbieden, maar in de praktijk moet men zich altijd vergewissen van de toestand.
Vandaar dat we werken via de preventieadviseur, maar ook via de onderwijsinspectie. Het is trouwens een taak van de onderwijsinspectie om zich ook van de toestand van de infrastructuur te vergewissen. Nu gaat het wel iets verder met ventilatie en verluchting als aandachtspunt.
Daarnaast kunnen, zoals u weet, scholen die structurele werken plannen voor ventilatie, steeds gesubsidieerd worden via de bestaande procedures.
Scholen uit het Gemeenschapsonderwijs met concrete noden ter zake kunnen dit melden aan de Raad van het GO! Scholen uit het gesubsidieerd onderwijs kunnen dit melden aan AGION.
Het agentschap Zorg en Gezondheid heeft een uitgebreid advies gemaakt voor het gebruik van een CO2-meter in klaslokalen om de verspreiding van het coronavirus in schoolgebouwen te verminderen.
Er worden normen aangehaald zoals bijvoorbeeld 400 parts per million (ppm). Dat is wel een zeer strenge eis, die soms in de buitenlucht zelfs niet wordt gehaald. De gemiddelde CO2-concentratie in de buitenlucht, gemeten in Vlaamse meetcampagnes, ligt tussen de 450 en 500 ppm. Het is niet haalbaar om dat ook binnen na te streven.
Het agentschap Zorg en Gezondheid heeft ruime ervaring met het gebruik van CO2-meters in klasverband door zijn aanbod van educatieve pakketten en verhuur van CO2-meters voor scholen in samenwerking met de Vlaamse logo’s (lokaal gezondheidsoverleg). Het advies geeft duiding over wat CO2 is, hoe men een CO2-meter kan gebruiken in de klas en waar men moet op letten bij de aankoop van een CO2-meter. Het advies is ook via verschillende kanalen verspreid. De verschillende betrokken partners in het overleg rond binnenluchtkwaliteit hebben een link naar dit advies op de website staan.
CO2-meters zijn niet in alle schoolgebouwen nuttig. In recente schoolgebouwen zijn de ventilatiesystemen bovendien vaak al uitgerust met CO2-meters. Dat is een manier om het ventilatiedebiet te regelen in functie van de noden. De onderwijskoepels bieden tot slot ook ondersteuning bij de aankoop. We hebben er ook voor gezorgd dat de scholen, als zij dat willen, de extra middelen kunnen gebruiken voor de aankoop van CO2-meters. Begin deze maand werd nog eens 22 miljoen euro toegekend aan de scholen voor compensatie van hygiëne- en veiligheidsmaatregelen en voor poetskosten.
De heer Coel heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het is goed dat u met het Masterplan de ambities die in het regeerakkoord zijn uitgeschreven, hebt herbevestigd en nu ook concreet hebt uitgewerkt en zult waarmaken. 45.000 extra plaatsen in deze legislatuur is natuurlijk niet niks, het is een hele inspanning. Vanuit onze fractie willen wij wel oproepen dat die 45.000 plaatsen bij voorkeur zouden worden verwezenlijkt in de regio's waar de capaciteitsdruk het hoogst is en dat ze dus zeer gericht zullen worden verwezenlijkt. De capaciteitsmonitor lijkt daarbij uiteraard een goede garantie. Ik neem aan dat u bij de concrete uitwerking van waar die plaatsen zullen terechtkomen, de capaciteitsmonitor zult hanteren. Ik denk bijvoorbeeld aan de regio Halle-Vilvoorde, ook aan de Vlaamse Rand, waar volgens de prognoses capaciteitstekorten dreigen. Er moet toch voldoende rekening mee worden gehouden.
Ik begrijp dat er voortschrijdend inzicht is wat ventilatie betreft. Viroloog Steven Van Gucht zei recentelijk nog in de media dat het niet in elk klaslokaal noodzakelijk is. Anderen poneren dan dat het toch niet zo moeilijk kan zijn om voor elke klas een toestel aan te schaffen. Het debat leeft wel. Ik begrijp uit uw antwoord dat intussen alle scholen voldoende instructies hebben gekregen wanneer ze het wel en niet moeten aanschaffen en dat er ook voldoende middelen zijn om tot aanschaf over te gaan.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Voor ik nog een aantal bijkomende vragen stel, ga ik ervan uit dat de capaciteitsmonitor perfect in kaart kan brengen waar de grootste noden zijn. Enige geografische spreiding is belangrijk om rekening mee te houden.
Bij de voorbereiding van deze vraag rond de schoolgebouwenmonitor ben ik ook eens naar het verleden gaan kijken. In de vorige legislatuur werd ook altijd kritisch gekeken naar deze monitor en werd de vraag gesteld naar de representativiteit ervan. Er wordt verwezen naar 84 procent van de vestigingsplaatsen. Is dat 84 procent van tien scholen, van honderd scholen, van duizend scholen? Hoeveel scholen hebben deelgenomen aan deze schoolgebouwenmonitor? Het is een belangrijke bijkomende vraag, omdat vandaag meer dan ooit wordt aangetoond dat alle scholen een heel belangrijke verantwoordelijkheid dragen om gezonde klaslokalen te hebben.
Welke maatregelen of initiatieven zult u nemen om al die scholen maximaal te stimuleren om deel te nemen aan de schoolgebouwenmonitor zodat men een goed beeld krijgt van de situatie in zijn eigen school? Dan kan men ermee aan de slag gaan en bijkomende investeringen plannen om te komen tot goede en gezonde klaslokalen in een gezonde school.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
We hebben al vaker het debat gevoerd over hoe cruciaal ventilatie is in de strijd tegen corona. Goede luchtkwaliteit is natuurlijk altijd belangrijk in de klas voor de gezondheid van de kinderen, voor hun concentratievermogen.
Minister, ik ben heel blij te horen dat corona een aantal dingen duidelijk in een stroomversnelling heeft gebracht. Er gebeuren al een aantal goede dingen, met richtlijnen, met draaiboeken, ook over het gebruik van de CO2-meters en wanneer ze nuttig zouden zijn.
Ik heb een concreet idee voor u. Er zijn middelen, dat is goed, en we zullen zien of ze volstaan. U hebt in Het Journaal gezegd dat het op de voet wordt opgevolgd, en dat zullen wij in het parlement ook doen. Zou het ook geen meerwaarde zijn om een samenaankoop te organiseren van die CO2-meters, indien niet op het niveau van de administratie, dan toch in samenspraak met de koepels? Ik denk dat veel scholen daarmee een flinke cent zouden kunnen besparen.
De heer De Witte heeft het woord.
Ook ik wil het belang van ventilatie nog eens onderstrepen. In augustus zijn we hierover ook al tussengekomen met een verwijzing maar het Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen in Nederland.
Minister, ik heb een vraag voor u en ook voor de heer Coel. U spreekt over voortschrijdend inzicht rond ventilatie. Ik had het zo niet begrepen. Ik citeer de heer De Gucht in de pers. Hij zegt dat er geen CO2-meter nodig is in elke klas, maar dat ventilatie heel belangrijk is. “Laat ramen en deuren openstaan zodat de lucht voortdurend wordt ververst. Alle experten die er zijn, epidemiologen, virologen, stellen het belang van ventilatie niet ter discussie, wel of er in elke klas een meter moet staan.” Zoals ik het begrijp, is ventilatie wel heel belangrijk. Minister, als u in uw korte passage daarover dat bedoelde, wil ik graag meer toelichting.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik denk dat u de heer Van Gucht bedoelt en niet de heer De Gucht, die hier achteraan zit. Dat terzijde.
Minister, ik wil gewoon meegeven – en ik heb die tussenkomst ook in de vorige legislatuur gedaan – dat de energienormen die op onze schoolgebouwen van toepassing zijn, op een bepaald moment ertoe leidden dat architecten scholen tekenden waar de ramen niet meer open konden om energetische redenen. We zijn nu stilaan aan het botsen. Ik gooi er nog een andere bovenop: zet ramen en deuren open. Ik heb intussen de eerste preventieadviseur gehoord die zegt dat we allemaal dure brandwerende deuren zetten, die dicht moeten blijven. Nu zetten we ze open voor de ventilatie. Dat is ook logisch, want het is de beste manier om goed te ventileren.
Ik neem aan dat u ook al met AGION het gesprek bent aangegaan over de goede voorbeelden en dat we de kaap genomen hebben dat de ramen wel degelijk open zullen moeten blijven, al was het maar om snel te kunnen ventileren en niet enkel mechanische ventilatie te gebruiken. Dit wou ik nog in het debat inbrengen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ook inzake ventilatie ben ik geen expert, vandaar dat we een werkgroep hebben. Mijn inzichten zijn op dat vlak weinig relevant. We zorgen er gewoon voor dat we de besluiten van de werkgroep communiceren en als er extra investeringen nodig zijn – zoals voorzien via die 22 miljoen euro – proberen we daaraan tegemoet te komen. Heel het verhaal heeft me duidelijk gemaakt dat men niet in elke klas een CO2-meter nodig heeft. In sommige scholen is dat zelfs niet nodig.
Inzake ventilatie – dat weet ik nu toevallig wel – is de Europese regelgeving heel sterk geëvolueerd, er zijn veel meer verplichtingen. Zelfs voor gebouwen met ramen die ogenschijnlijk niet opengaan, zijn er ventilatienormen. De afgelopen vijf jaar zijn die nog aanzienlijk verstrengd. Er zijn discussies geweest over de verschillende systemen. Mensen in de bouw kennen dat wel.
De capaciteitsmonitor die door mijn voorganger op poten is gezet, en vervolgens een actualisatie gekend heeft, kent een grote mate van representativiteit. Dat is voor ons een belangrijke tool. Bijgevolg gaan we de capaciteit eerst inzetten waar de nood volgens de monitor het hoogst is. Dan komt men al snel onder andere bij de Vlaamse Rand uit.
De vraag over de samenaankoop heb ik al eens beantwoord. De scholen zijn verstandig genoeg om de eigen aankopen te regelen. Men kan zo voor alles samenaankopen voorstellen. Ik heb die vraag niet gekregen van de scholen, ik denk dat ze perfect zelf weten hoe men die kan vergaren. We hebben wel gezorgd voor ondersteuning via de koepels bij de aankoop. Wij hebben via het agentschap Zorg en Gezondheid trouwens ook tips en tricks meegegeven om daarmee aan de slag te gaan, wat de verschillende types zijn en wat het minimale is dat men nodig heeft.
De heer Coel heeft het woord.
Ik heb uiteraard niets tegen regionale spreiding, ook niet wat betreft investeringen in de capaciteit. Maar voor ons geen wafelijzerpolitiek. Laat ons die capaciteitsmonitor gebruiken en de middelen inzetten waar ze het meest nodig zijn. In de loop van dit werkjaar zullen we het ook nog over het Inschrijvingsdecreet hebben, maar geen enkel decreet zal het capaciteitstekort oplossen. We hebben er alle belang bij om voldoende te investeren in capaciteit om elke leerling een deftige plaats op school te garanderen.
De heer Brouns heeft het woord.
De aanleiding voor mijn vraag was de schoolgebouwenmonitor. U hebt daaruit geciteerd, dus ik ga ervan uit dat u die hebt, die wordt besproken. U hebt verwezen naar een heel aantal belangrijke partners waarmee u die deelt. Ik ga ervan uit dat wij daar ook bij horen, dat u die ook zult delen met ons. Wat is de representativiteit ervan? Het gaat over 84 procent van de vestingplaatsen. Hoeveel scholen hebben er deelgenomen? U kunt ons dat toch vandaag al meedelen? U kunt toch zeggen hoeveel scholen? Dan kunnen we de inschatting al maken. Dan is de vraag logisch: wat zult u doen zodat meer scholen daaraan deelnemen? Dat is cruciaal.
Het is vandaag heel duidelijk dat we het er allemaal over eens zijn dat een goede ventilatie onmogelijk overschat kan worden. Dat is inmiddels herhaaldelijk aangetoond: er is een direct verband tussen goede ventilatie en concentratie van de leerlingen in de klas. We hebben er alle belang bij om dat zo snel mogelijk en goed op te pakken en dat u zo snel mogelijk de gegevens met ons deelt.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om nog eens aan te dringen op de lokale risicoanalyses die daartoe kunnen bijdragen om de scholen daartoe in staat te stellen. Minister, wij kijken uit naar de schoolgebouwenmonitor en dat u al de informatie die erin staat, met ons zult delen.
Er is een beetje verwarring over de capaciteits- en de schoolgebouwenmonitor. Er was een responsgraad van circa 30 procent van de scholen. Verwar niet met die 84 procent. Op grond van de monitor blijkt dat 84 procent van de scholen geen probleem hebben inzake ventilatie. Men heeft een brede bevraging gedaan en de responsgraad was 30 procent. Dat lijkt me enigszins representatief.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.