Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) biedt heel wat verschillende soorten opleidingen aan voor verschillende doelgroepen. Zo zijn er opleidingen voor knelpuntberoepen, korte workshops, afstandsleren. Ze zijn zowel gericht op werknemers als op werkzoekenden die zich nog willen bijscholen. Tijdens de coronacrisis zagen we dat de vraag naar de online opleidingen ongekende hoogtes bereikte.
De toekomst van onze Vlaamse arbeidsmarkt is momenteel erg onzeker. Het economische klimaat na de coronacrisis zal mogelijk leiden tot een stijging van het aantal werkzoekenden. Misschien komt er in het najaar nog een tweede coronacrisis. Het is dus niet ondenkbaar dat de vraag naar opleidingen bij VDAB sterk zal stijgen, enerzijds door de vraag van werknemers die zich nog sterker willen positioneren op de arbeidsmarkt, anderzijds door de vraag van werkzoekenden die hun competenties dienen bij te schaven om zo sneller weer aan de slag te kunnen gaan.
Daarover heb ik volgende vragen voor u, minister.
Is er op dit moment een stijgende trend in het aantal inschrijvingen voor VDAB-opleidingen of opleidingen bij de partners? Op welke manier hebben de coronamaatregelen en de veiligheidsvoorschriften een impact op de organisatie van de opleidingen?
Zijn er, sinds de lockdown, vanaf 13 maart 2020, opleidingen waar er wachtlijsten zijn ontstaan? Op welke manier worden deze wachtlijsten weggewerkt?
Wat is het plan van aanpak indien er een toename is in het aantal inschrijvingen voor de VDAB-opleidingen? Op welke manier kan er in een extra opleidingscapaciteit worden voorzien of flexibel worden ingespeeld op deze situatie?
Minister Crevits heeft het woord.
Door de coronamaatregelen moest VDAB net als vele andere opleidingsverstrekkers de deuren van zijn locaties tijdelijk sluiten. Voor de opleidingen die fysiek doorgaan in een opleidingscentrum van VDAB of bij partners is er daardoor een duidelijke afname van het aantal opleidingen sinds de start van de coronacrisis. Zo ligt het aantal gestarte opleidingen in de maand juni – dat zijn er 907 – beduidend lager dan in juni vorig jaar. Toen waren er 2530 gestarte opleidingen. Toch is dit al een verdubbeling tegenover de maand mei, toen er slechts 407 effectief opgestarte opleidingen waren.
Daarentegen, collega’s – ik probeer jullie toch een beetje gelukkig te maken – stellen we wel vast dat de inschrijvingen voor de online opleidingen van VDAB zeer sterk gestegen zijn. Vooral in de maand april steeg het aantal online inschrijvingen met meer dan 200 procent. In de maanden maart en mei werd een stijging van meer dan 90 procent genoteerd. Wat betekent dat in harde cijfers? Voor de maanden maart tot en met juni noteren we in totaal bijna 80.000 inschrijvingen voor online opleidingen, goed voor 40.000 unieke cursisten. In dezelfde periode vorig jaar waren dat er 16.800 voor 35.000 online opleidingen. Dat zijn dus zeer goede cijfers.
De coronamaatregelen en de bijhorende veiligheidsvoorschriften hebben uiteraard een impact. De opleidingen die sinds 13 maart 2020 lopend waren in een opleidingscentrum hebben door de lockdown vertraging opgelopen. We geven die cursisten de ruimte om hun opleiding af te werken maar VDAB moet hier uiteraard ook rekening houden met specifieke veiligheidsvoorschriften, wat zich vertaalt in een beperktere opleidingscapaciteit omwille van social distancing of bijvoorbeeld het ontsmetten van machines of leerplekken.
Die beperkte opleidingscapaciteit doet zich voor, zowel bij VDAB als bij de partneropleidingen.
VDAB vangt dat op door sterker in te zetten op het combineren van verschillende methodieken. Online opleidingen en werkplekleren vormen vandaag een waardige voorbereiding of aanvulling op het klassieke leren in een opleidingscentrum. De wachttijd naar een fysieke opleiding kan zinvol ingevuld worden met online modules. Denk maar aan online opleidingen om bijvoorbeeld de kennis van het Nederlands of rekenkundige vaardigheden bij te spijkeren. De 4 miljoen euro waarin we extra hebben voorzien voor VDAB dient om bijkomende online modules te ontwikkelen zodat niet alleen het leerplatform wordt verbeterd maar ook de kwantiteit en de kwaliteit van het aantal online opleidingen toeneemt.
Wachttijd is dus geenszins verloren tijd zoals het woord doet vermoeden. Mevrouw Claes, we moeten daar misschien nog een nieuwe term voor vinden.
VDAB ontwikkelt daarom momenteel een meting en parameters van wachttijd die rekening houden met deze huidige realiteit zodat we dit nauwgezet kunnen opvolgen.
Wanneer een opleiding toch geconfronteerd wordt met een lange wachttijd, dan wordt er onderzocht of het zinvol is om extra capaciteit in te kopen – wanneer het aantal openstaande vacatures dat verantwoordt – of om de kandidaten naar een andere opleiding te heroriënteren.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord en voor de duidelijke en positieve cijfers. De afgelopen maanden hebben we geleerd dat we vooral moeten inzetten op het opleiden. We hebben het daar vaak over gehad in de commissie, ik zal het vandaag dan ook niet herhalen, en ook het relancecomité heeft deze week nog gezegd dat we moeten investeren in leren, bijleren en vorming.
VDAB is een belangrijke partner om die opleidingen te organiseren en toe te leiden naar een gepaste vorming op maat van elke Vlaming. We moeten daar snel en kort op de bal kunnen spelen. Dus voor wie gemotiveerd is, knaagt het wachten aan het enthousiasme. We moeten dan ook een goed evenwicht vinden tussen vraag en aanbod, we moeten proberen die lange wachttijden te vermijden, zeker in de toekomst, als we niet goed weten wat het najaar zal brengen. Ook lege leslokalen kunnen we best vermijden.
Minister, ik heb nog een bijkomende vraag. Stel dat er een tweede coronacrisis komt dit najaar, is er dan een combinatie mogelijk met het online leren wanneer mensen bijvoorbeeld in wachttijd moeten gaan of op een wachtlijst moeten gaan staan? Kan dan die optie worden bekeken van digitale opleidingen en zelfstudie of stages? Ik heb u zonet horen zeggen dat die mogelijkheid er wel is.
Ik heb ook gehoord dat er wachttijden zouden zijn bij de IBO-opleidingen (individuele beroepsopleiding). Is die trend daar ook zichtbaar?
De heer Ongena heeft het woord.
Mevrouw Claes, ik dank u voor de interessante vraag. Ik sluit me eigenlijk helemaal aan bij uw laatste opmerking. We hebben de klassieke opleidingen waar de trend naar digitalisering groot is, wat natuurlijk een heel goede zaak is. De cijfers die u geeft, minister, tonen ook aan dat de vraag en de interesse groot zijn, wat ons natuurlijk tevreden stemt. Maar daarnaast zijn er ook de IBO’s waarbij opleiding en werkervaring worden gecombineerd. Uit alle rapporten die deze week zijn verschenen, blijkt dat we daar nog veel meer moeten op inzetten. Die IBO’s hebben ook wel wat te lijden gehad onder de coronacrisis: heel wat IBO’s zijn stilgelegd, andere werden on hold gezet.
Wat is daar de stand van zaken? Werden die meest stopgezette IBO’s intussen hernomen? Hoe zit het met de nieuwe IBO’s? Staan ze nog altijd on hold of komt er opnieuw schot in de zaak? En wat bij een eventuele tweede golf: trekt VDAB lessen uit de voorbije periode om die IBO’s maximaal in stand te houden? Ik weet dat u afhankelijk bent van de werkgever, maar misschien kan eens met de betrokken werkgevers rond de tafel worden gezeten.
Minister Crevits heeft het woord
Ik ben blij met de aanvullingen over de IBO’s. Ik denk niet dat daar op dit ogenblik wachttijden zijn, maar ik moet dat ten gronde bekijken, dat verschilt van bedrijf tot bedrijf.
Ik heb het al in een vorige commissievergadering gezegd: voor mij is een IBO iets spectaculairs, toch op papier. Als we in de toekomst meer opleiding willen, dan moeten er veel meer IBO’s komen. Dat geloof ik echt. Als er daarvoor op dit ogenblik hinderpalen zijn, dan moeten we die systematisch wegwerken. Zeker voor mensen die kortgeschoold zijn, kan het immers heel belangrijk zijn om in het kader van een praktijkomgeving aan herscholing te kunnen doen. De IBO als product is beschermd. Ook, en dat is een beetje tussen de mazen van het net geglipt tijdens de coronacrisis, hebben we in een extra coronavergoeding voorzien voor mensen die in een IBO zitten, omdat we geloven in het instrument en we het ook willen beschermen in deze moeilijke tijden.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende reactie. Ik stel die vraag in verband met die IBO’s inderdaad omdat bedrijven waarschijnlijk ook met minder capaciteit op de werkvloer zitten of, rekening houdend met hetgeen binnenkomt qua opdrachten, iets voorzichtiger zijn met het aanwerven van extra personeel of het aanbieden van die stage- of opleidingsmogelijkheden.
Ik had ook een schriftelijke vraag gesteld in verband met die IBO-premies, en inderdaad, we zien dat er ook in coronatijden nieuwe IBO’s worden opgestart, maar dat er ook heel veel IBO’s on hold zijn gezet, die dan ook later terug worden opgestart. Misschien is het ook wel interessant om in het najaar te bekijken hoe die trend verder evolueert.
De vraag om uitleg is afgehandeld.