Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het Vlaamse regelgevende kader rond jeugdverblijven zit nu verweven in twee afzonderlijke decreten, enerzijds het decreet Jeugdverblijfcentra – afgekort – en het decreet Toerisme voor Allen.
Aan het eind van de voorbije legislatuur heeft Toerisme Vlaanderen de bepalingen binnen het decreet Toerisme voor Allen, die ook betrekking hebben op de jeugdverblijfcentra, aan een evaluatie onderworpen.
Uit die evaluatie zijn verschillende verbeterpunten naar voren gekomen. Er wordt onder andere gevraagd om zich te focussen op een definitie voor jeugdverblijf. Daarnaast is gebleken dat het onderscheid tussen de verschillende types van jeugdverblijven A, B en C niet altijd voldoende duidelijk is. De klankbordgroep heeft enkele ideeën geformuleerd voor een nieuwe aanpak, bijvoorbeeld types basic, standaard en comfort. Met die namen wordt het duidelijker wat men daar nu juist onder bedoelt.
Een andere zaak die werd aangetoond in de evaluatie is dat er nood is aan een langetermijnvisie bij het toekennen van subsidies. Ook werd er gevraagd om een verhoging van het subsidiebudget.
Wat het regelgevende kader zelf betreft, moet de afweging worden gemaakt of we gaan naar één decretaal kader of twee aparte wettelijke kaders zoals nu het geval is. Uit de evaluatie blijkt dat dat werkt en dat het op zich een voorbeeld is van een goede samenwerking. Die beslissing moet nog vallen.
Bij een vorige schriftelijke vraag werd ook al gesproken over die subsidies. Daarbij werd duidelijk dat er qua infrastructuursubsidies jaarlijks 1,5 miljoen euro zal worden uitgetrokken om verder in te zetten op prioriteiten als brandveiligheid, modernisering en kindvriendelijkheid.
De aanleiding van mijn vraag was een webinar, georganiseerd door het Departement Cultuur, Jeugd en Media (CJM), dat plaatsvond op 18 juni. CJM had een onderzoek besteld naar de behoeften van bijzondere gebruikersgroepen van jeugdverblijfcentra en hostels waarbij de voornaamste conclusies en daaruit voortvloeiende beleidsaanbevelingen werden toegelicht. Er werd daarin aangehaald dat de samenwerking tussen de administraties en alle andere partners bij de toepassing van de twee decreten als bijzonder effectief en zelfs als voorbeeld mag worden gesteld. Die synergie biedt volgens de onderzoekers een hoopvol kader om die nieuwe wetgeving geïntegreerd gestalte te geven. De onderzoekers geven ook mee dat een verdere stroomlijning nodig is van het subsidiebeleid tussen zowel het departement CJM, Toerisme Vlaanderen als het Fonds Culturele Infrastructuur (FoCI). Ook die stroomlijning is natuurlijk essentieel om die verdere administratieve complexiteit zo klein mogelijk te maken.
Onlangs werd door minister Dalle een vraag van mijn collega Perdaens beantwoord. Door het coronavirus heeft het ontwerp van decreet, dat normaal tegen de zomer zou worden uitgewerkt, wel wat vertraging opgelopen.
Minister, welke stappen heeft Toerisme Vlaanderen sinds begin januari nog ondernomen in verband met dit regelgevende initiatief, wetende dat het coronavirus de aandacht van andere zaken heeft opgeslorpt?
Werd er verder vormgegeven aan de verschillende suggesties en adviezen die het ontvangen heeft vanwege de klankbordgroep?
Hoe willen we tegemoetkomen aan de aanbeveling van bovenvermeld onderzoek om dat subsidiebeleid van zowel CJM, Toerisme Vlaanderen als FoCI ten aanzien van jeugdverblijven nog meer te stroomlijnen om de administratieve complexiteit in te perken?
Is er intussen al meer duidelijkheid over de vorm van het regelgevende kader? Wordt het één geïntegreerd decreet rond jeugdtoerisme of twee aparte decretale kaders? Welke verschillende scenario’s ter zake liggen op tafel? Wat zijn de voor- en nadelen? Hoe zal de finale keuze worden bepaald?
Als u kiest voor een apart toeristisch wettelijk kader rond jeugdtoerisme kunt u dan een concreet tijdspad meegeven? Loopt dit parallel met het tijdspad dat door het Departement Cultuur, Jeugd en Media is meegedeeld?
Kunt u nog wat toelichting geven bij de aangekondigde behoefteanalyse bedoeld om na te gaan of subsidiëring van nieuwbouw en/of renovatie vanuit Toerisme wenselijk is? Zal het agentschap deze analyse zelf uitvoeren of wordt er een beroep gedaan op een externe partner? Wat wil men centraal stellen in deze analyse? Tegen wanneer moet deze analyse rond zijn?
Minister Demir heeft het woord.
Voorzitter, collega's, het zijn hectische weken en maanden geweest, en nog altijd, wat toerisme betreft. Begin dit jaar stonden een aantal werven op het programma van Toerisme Vlaanderen. In de eerste plaats betrof dit het vertalen van de beleidsnota Toerisme naar concrete werkplannen. Daarnaast was er voorzien om een evaluatietraject op te starten van het decretale kader. Dit betrof het Logiesdecreet, maar ook en vooral het decreet Toerisme voor Allen.
Ik hoef er geen tekening bij te maken dat de coronacrisis deze planning overhoop gegooid heeft. De beschikbare mankracht van zowel mijn kabinet als van het Agentschap Toerisme Vlaanderen werden prioritair ingezet op het bestrijden van de gevolgen van deze crisis voor de toeristische sector, niet alleen de gevolgen, maar ook de heropstart. We hebben de afgelopen maanden vooral daarop ingezet.
Dit betekent uiteraard niet dat er voor het overige niets gebeurd is. Het agentschap heeft de eerste helft van 2020 hard gewerkt aan het verfijnen van de beleidsnota Toerisme. Heel het agentschap heeft de handen in elkaar geslagen en is met een grote groep gemotiveerde medewerkers creatief en cocreatief aan het werk gegaan om de beleidsnota vorm te geven. Werkgroepen hebben vijf inhoudelijke thema’s en drie ondersteunende componenten uitgepuurd en in actieplannen gedetailleerd. Eind juni heeft dit geresulteerd in het document Flora et Labora om te werken aan de florerende bestemmingen in Vlaanderen. Dit is een samenvatting van alle actieplannen. Dit document werd eind juni 2020 aan een jury voorgelegd en is net gefinaliseerd.
Onder de component kwaliteit is voorzien dat we de kwaliteit van jeugdverblijven inzake brandveiligheid, hygiëne en toegankelijkheid blijven garanderen. Het Toerisme voor Allen-decreet wordt geëvalueerd en bijgestuurd of vervangen in functie van de actuele noden van de jeugdsector. De eigenlijke evaluatie van dit decreet is in opstart.
Samen met deze oefening is Toerisme Vlaanderen gestart met het opmaken van een visietekst omtrent een aantrekkelijk jeugdverblijfsaanbod met aandacht voor innovatie, duurzaamheid en professionaliteit dat rekening houdt met de adviezen van de klankbordgroep. Maar we willen en kunnen met dit vernieuwde verblijfsaanbod voor jongeren veel verder gaan. We vertrekken vanuit de positieve kracht van toerisme om Vlaanderen te laten bloeien en niet alleen een vernieuwd, aantrekkelijk jeugdverblijfsaanbod verder te ontwikkelen maar ook die elementen te versterken die zorgen voor een meerwaarde voor de plek, bewoner en bezoeker. We wensen dus een meerwaarde te creëren voor alle belanghebbenden in een goed evenwicht.
We wensen dus een meerwaarde te creëren voor alle belanghebbenden, in een goed evenwicht.
Op welke manier is het volgens mij mogelijk om tegemoet te komen aan de aanbeveling van het onderzoek om het beleid van zowel CJM, Toerisme Vlaanderen als FoCI ten aanzien van jeugdverblijven nog meer te stroomlijnen? Dat is inderdaad een suggestie uit het onderzoek van Idea Consult dat in juni aan de sector werd voorgesteld. Op dit moment is Toerisme Vlaanderen in overleg met CJM en FoCI om dit verder te bekijken en uit te werken.
Er werd nog geen standpunt ingenomen over de vorm van het regelgevende kader. Dat is mijn antwoord op uw vierde vraag.
In uw vijfde vraag vroeg u naar de timing. Er is nauw overleg tussen Toerisme Vlaanderen en CJM. We stemmen de timing maximaal op elkaar af.
U stelde ook een vraag rond de aangekondigde behoefteanalyse, om na te gaan of subsidiëring van nieuwbouw en/of renovatie vanuit Toerisme wenselijk is. Zal het agentschap die analyse zelf uitvoeren of doet het hiervoor een beroep op een externe partner? Ik wil daar niet op vooruitlopen. Toerisme Vlaanderen is nog niet gestart met het uitwerken van dit onderzoek. Dit zit dus nog in de pijplijn voor de komende maanden.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Er is dit jaar heel hard gewerkt door Toerisme Vlaanderen en het kabinet. Niemand heeft die coronacrisis zien aankomen. Die heeft een enorme impact op de toeristische sector. Het was alle hens aan dek, niet alleen bij de lockdown en de heropstart, maar ook om de impact te meten. Die gezondheidscrisis is nog niet voorbij, de situatie verandert elke dag. Door onmiddellijk de keuze te maken om het binnenlands toerisme te promoten, en daarrond een mooie promotie te maken, zien we stilaan de vruchten daarvan.
Het was inderdaad net voor corona, de periode van het verfijnen van de beleidsnota’s. Als ik het goed begrepen heb uit het antwoord, is dit nu in het actieplan Flora et Labora gegoten, dat ook door een jury werd gefinaliseerd. Ik ben benieuwd om dat actieplan en die beleidsnota in te kijken.
Wat specifiek de vraag over de jeugdverblijven betreft, begrijp ik dat jullie werken aan een nieuwe visienota, waarbij de kwaliteit van de jeugdverblijven één aspect is, maar waar vooral die innovatie en duurzaamheid centraal staan. Dat is inderdaad een stap vooruit die we moeten zetten. De positieve kracht van het toerisme, het feit dat iedereen recht heeft op vakantie, moeten we samen versterken met de plek, de spreiding in tijd en ruimte. Dat is een goede insteek. Ook daar kijken we uit naar die visienota.
Ik begrijp dat het overleg over het stroomlijnen van de subsidies volop loopt en dat er nog geen standpunt is met betrekking tot het regelgevend kader.
Ik zal deze vraag binnen een aantal maanden uiteraard opnieuw stellen. Minister, hebt u er zicht op of dat nog in 2020 mag worden verwacht? Of moeten we eerder richting begin 2021 of nog later kijken? Zo weten we op welk moment het interessant kan zijn om daar nog eens een vraag over te stellen.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Collega, ik dank u voor uw vraagstelling. Minister, ik dank u voor uw inleidende toelichting. Zo kennen we opnieuw de hele historiek. Niemand trekt in twijfel dat alle medewerkers van Toerisme hard hebben gewerkt en nog altijd heel hard werken om het toerisme opnieuw op de rails te krijgen. We zijn hen daar ook heel dankbaar voor.
Er moet nog een en ander worden uitgewerkt rond de jeugdverblijfssector. We zijn daarmee aan de slag.
Ik wil even kort ingaan op de vraag naar het regelgevend kader. U hebt heel kort geantwoord dat u er nog niet over uit bent of er zal worden gewerkt met een of twee decreten. Op afstand zou je zeggen: waarom twee decreten, dat lijkt complex, laat ons gaan voor een duidelijk kader. Maar anderzijds horen we toch dat het op het terrein echt wel goed loopt. We kunnen ons dan ook de vraag stellen of we alles helemaal moeten herschikken. Ik ga ervan uit dat jullie daar op een redelijke manier mee zullen omgaan. Wat ons betreft, zou ik er vooral voor zorgen dat het een duidelijk kader is en dat er helderheid, overzichtelijkheid en goede communicatie is naar de sector.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Collega Coudyser, ik dank u voor uw vraag. Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik heb niet zozeer een vraag voor u, minister. Maar ik wil er wel even op wijzen dat wij vanuit de CD&V-fractie vorige legislatuur een uitgebreide conceptnota hebben gemaakt over sociaal toerisme. Daarbij hadden we uiteraard ook veel aandacht voor het jeugdtoerisme. Uiteindelijk konden we vorige legislatuur niet verder gaan met de behandeling van die conceptnota en het traject dat dat normaal gezien zou volgen, omdat we het toen belangrijk vonden om die evaluaties van die decreten, die decretale kaders, die ondertussen plaatsvonden, af te wachten.
Ondertussen zijn we een eindje verder en kunnen we met die evaluatierapporten en die studie over de middelen een verdere bespreking houden. Uit uw antwoord blijkt dat u mogelijk eerst nog met een visienota komt en dat er nog niet zoveel duidelijkheid is rond de timing. Daarom lijkt het mij aangewezen om ons in deze commissie Toerisme, samen met de commissieleden van Jeugd, te buigen over die evaluatierapporten van Toerisme Vlaanderen, die grondig te bestuderen en te bekijken hoe we daar verder mee aan de slag kunnen gaan. Mogelijk zal dat ook een aantal antwoorden kunnen bieden op de vragen die collega Coudyser hier stelt. Mijn collega Karin Brouwers heeft er ook toe opgeroepen in de commissie Jeugd en ik wil haar oproep hier graag herhalen, om dit najaar een gezamenlijke commissie Jeugd en Toerisme te houden, om die evaluatierapporten te bekijken en zo verder aan de slag te gaan.
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, ik dank jullie voor jullie verschillende tussenkomsten. Ik pik even in op dat laatste, dat wat collega Van de Wauwer suggereert. Ik vind dat een goed idee en sta er zeker voor open om een gemengde commissie Toerisme en Jeugd te doen en daarbij die evaluatie te bekijken. Dat lijkt mij een goed idee, zodat we alles goed op elkaar kunnen afstemmen.
Collega Coudyser, u vroeg naar de timing. Wij doen hard ons best. Ik weet natuurlijk niet of er een tweede golf zal zijn en wat het gevolg daarvan op onze sector zal zijn. Ik heb geen glazen bol. Maar mocht alles gaan zoals het nu is, voorzie ik dat we daar eind dit jaar mee rond zijn, ook voor het Logiesdecreet. Nogmaals, in het verleden hebben we ons ook op van alles vastgepind, maar begin maart moesten we dan een taskforce Toerisme bijeenroepen, om de schade van onze sector op te meten en te bekijken waar we financieel konden ondersteunen. Nadien waren er dan de gevolgen en de heropstart. Alles hangt samen. Maar als alles goed verloopt, zal dat hopelijk nog voor dit jaar zijn.
Mevrouw Coudyser, u verwees naar het document Flora et Labora, waarin we de florerende bestemmingen in Vlaanderen vormgeven. Dat is een samenvatting van alle actieplannen. We hebben dat in de loop van deze week ontvangen.
(Geluid valt volledig weg.)
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, ik heb alle begrip over de onzekerheid met betrekking tot de timing, nu we nog volop in de coronacrisis zitten en de gevolgen voor het toerisme groot zijn en ook in het najaar zeker nog voelbaar zullen zijn. Maar voorlopig houden we ons aan een voorzichtige timing van eind dit jaar.
Ik steun collega Van de Wauwer om samen met de commissieleden die het thema Jeugd opvolgen een gezamenlijke verdere gedachtewisseling te houden op het juiste tijdstip met betrekking tot het jeugdtoerisme. We kunnen in het najaar samen kijken hoe we dat verder aanpakken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.