Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Veys heeft het woord.
Het complexe project Kanaal Bossuit-Kortrijk is formeel lopende sinds de startbeslissing werd genomen door de Vlaamse Regering op 8 september 2017. Momenteel bevindt het project zich in de onderzoeksfase. U zult mij straks vertellen wanneer de Vlaamse Regering binnenkort een voorkeurbesluit neemt.
Veel lokale besturen in de regio kijken de kat uit de boom, maar verklaarden wel reeds dat de ecologische en economische meerwaarde van het project duidelijk moeten worden aangetoond om zich er volledig achter te kunnen scharen. Er zijn twijfels over de economische en ecologische haalbaarheid van het complexe dossier. Er worden nog verschillende tracés onderzocht en het meest complexe traject wordt geraamd op ruim 600 miljoen euro. Dat zijn voorlopige schattingen nog voor er een spade de grond in gaat.
In het regeerakkoord lezen we dat investeringen gericht zijn op maatschappelijke en economische return. Ik ga er dan ook van uit dat de regering er zich ernstig over zal buigen of die maatschappelijke en economische return er is.
Deze maand publiceerde de Europese Rekenkamer een interessant document met als titel ‘Vervoersinfrastructuren in de EU: megaprojecten moeten sneller worden uitgevoerd zodat de netwerkeffecten tijdig worden gerealiseerd’. De Europese Rekenkamer hanteert dus heel creatieve titels voor verslagen, maar de noodwendigheid zit er wel in. Dat rapport onderzoekt de voortgang in acht cruciale Europese dossiers, de zogenaamde Transport Flagship Infrastructures (TFIs). De heer Maertens stelt daar deze middag nog een vraag over.
Het Seine-Scheldeproject, waar dit project op aantakt, wordt er ook in besproken. Er vallen daarin twee grote zaken op. Ten eerste zijn de trafiekprognoses wat gedateerd en worden ze door de Europese Rekenkamer in twijfel getrokken. Er wordt uitgegaan van een verviervoudiging tegen 2060 op basis van het nulscenario van 2030. Het lijkt mij en mijn fractie hoe dan ook zo dat de prognoses iets te ambitieus waren. Deze vormden natuurlijk de basis voor het complexe project.
Een ander belangrijk aspect is dat er geen CO2-balans werd opgemaakt. Aangezien de productie van cement en beton in grote mate bijdraagt tot de CO2-emissies bestaat er een aanzienlijk risico dat het graven van een bypass gepaard zal gaan met een aanzienlijke CO2-kost die slechts over heel lange termijn teruggewonnen wordt. De trafiekprognoses zullen ongetwijfeld ook een impact hebben op de modal shift. Er zullen hoogstwaarschijnlijk minder vrachtwagens op binnenvaartschepen geladen worden.
Het is duidelijk dat er nood is aan heel wat verduidelijking. Minister, kunt u bevestigen dat er rekening werd of wordt gehouden met het document van de Europese Rekenkamer, meer specifiek om de trafiekprognoses in het kader van het economische haalbaarheidsonderzoek aan te passen? Er zijn 29 onderzoeksvragen om het voorkeursbesluit te kunnen nemen. Bent u overtuigd van de ecologische en economische meerwaarde van dit project? Vindt u dat er een juiste kosten-batenverhouding is? Is het mogelijk dat een nultracé wordt toegevoegd als optie? Met andere woorden, als de ecologische en economische meerwaarde er niet blijkt te zijn, is het dan een optie om niets te doen? Zal de Vlaamse Regering rekening houden met de CO2-balans van dit kanaal? Zo ja, hoe zal de berekening gebeuren? Bekijkt de Vlaamse Waterweg dit project integraal samen met het Seine-Scheldeproject? Welke middelen zijn voorzien op de begroting van de Vlaamse Waterweg voor studie en uitvoering van dit complex project? Indien mogelijk kreeg ik graag een uitsplitsing op jaarbasis.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Veys, uiteraard nemen we de aanbevelingen en opmerkingen uit dergelijk rapport van de Europese Rekenkamer ter harte. De opmerkingen van de Europese Rekenkamer omtrent de trafiekprognoses hebben enkel betrekking op het nieuw te graven kanaal Seine-Nord Europe en niet op het kanaal Seine-Schelde. Ik wil ook meegeven dat de Europese Rekenkamer erg veel lof had over de aanpak van het complex project Kanaal Bossuit-Kortrijk. Het was dus eerder positief dan negatief.
Momenteel worden de onderzoeksrapporten van het geïntegreerd onderzoek afgewerkt en worden de synthesenota en het voorontwerp van voorkeursbesluit voorbereid in overleg met de diverse actoren. Er wordt verwacht dat deze documenten na het zomerreces aan de adviesinstanties kunnen worden voorgelegd.
Rekening houdend met de input van de adviesinstanties op de onderzoeksrapporten, de synthesenota en het voorontwerp van voorkeursbesluit kan de Vlaamse Regering een ontwerp van voorkeursbesluit nemen. Er is dus nog wel een tracé te doorlopen. Het ontwerp van voorkeursbesluit wordt ten vroegste eind dit jaar verwacht. Nadien volgt een openbaar onderzoek van het ontwerp van voorkeursbesluit en de onderzoeksdocumenten. Rekening houdend met de input van het openbaar onderzoek kan de Vlaamse Regering dan een voorkeursbesluit nemen. Een heel concrete timing hebben we nog niet, maar u kunt het volgen via de website www.complexeprojecten.be.
Zoals beschreven in de alternatievenonderzoeksnota bevat het geïntegreerd onderzoek 29 verschillende onderzoeksaspecten verspreid over zes thema’s: nautica, omgeving, mobiliteit, uitvoering, financieel en toekomstmogelijkheden. De 29 onderzoeksaspecten hebben tot doel om de effecten van de opwaardering te onderzoeken, te beschrijven en te beoordelen en om het effect van de opwaardering te onderzoeken op de verschillende rollen die het kanaal op vandaag en in de toekomst vervult en zal vervullen. Dit wordt allemaal opgenomen in een synthesenota waaruit de economische en ecologische meerwaarde zal blijken.
Aangezien de onderzoeksresultaten en de synthesenota nog niet afgerond zijn, kan ik nog geen uitspraken doen over de ecologische en economische meerwaarde van het project. We wachten op de resultaten, maar we gaan ervan uit dat het een positief verhaal zal worden.
U had een vraag over de kosten-batenverhouding. Ook dat heeft te maken met het geïntegreerd onderzoek en de effectbeoordeling. Zodra we over deze documenten beschikken, kunnen we daar meer over zeggen. Nu is het nog te vroeg om daar gefundeerde uitspraken over te doen.
U had ook nog een vraag over een nultracé dat toegevoegd zou moeten worden. Ook hier moet ik verwijzen naar het onderzoek dat lopende is. Uw vragen zijn eigenlijk nog wat voorbarig. Een nulscenario of een nultracé voldoet niet aan de doelstellingen opgenomen in de startbeslissing. Als straks alle effecten beoordeeld kunnen worden, zal een voorkeursbesluit moeten worden genomen waaruit dan geconcludeerd zal moeten worden of het Kanaal Bossuit-Kortrijk al dan niet moet worden opgewaardeerd. Dat is voorwerp van grondig onderzoek dat op dit ogenblik lopende is.
Binnen het geïntegreerd onderzoek werd een CO2-balans opgesteld, zoals ook opgenomen in de geactualiseerde versie van de alternatievenonderzoeksnota. Deze CO2-balans geeft een inzicht in de terugverdientijd van de CO2-kost voor de aanleg van het kanaal ten opzichte van de CO2-winst door duurzamer watergebonden transport. Bij de besluitvorming zal de Vlaamse Regering rekening houden met alle resultaten van het geïntegreerd onderzoek.
Uiteraard maakt dit project deel uit van het globale Seine-Scheldeproject en zal het binnen het volledige Seine-Scheldeprogramma worden bekeken.
Op het investeringsprogramma 2020 is er in een budget voorzien van 1,5 miljoen euro voor studiekosten. Op het meerjarenprogramma tot 2024 dat in opmaak is, zullen uiteraard nog bijkomende middelen opgenomen moeten worden om het hele proces te kunnen doorlopen. Voor de uitvoering van het project en flankerende of voorbereidende maatregelen zijn nog geen ramingen en dus geen budgetten.
De heer Veys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. In het verslag van de Europese Rekenkamer wordt er inderdaad ook een compliment gegeven. Ik heb de gewoonte om in de eerste ronde de vragen te stellen en om in de tweede ronde complimenten mee te geven, maar ik twijfelde er niet aan dat u het zelf zou vermelden. Ik wil daar wel een nuance bij maken. Het is vooral lof voor het proces waarbij er voldoende input mogelijk is binnen het complex project. Het project is op vandaag echter nog niet afgerond. Ik denk dat nog geen enkel complex project de volledig procedure heeft doorlopen en dat zal dus ook nog moeten blijken.
Met betrekking tot de trafiekprognoses verwijst u naar het kanaal Seine-Nord Europe. Men spreekt daar toch over een capaciteit die driemaal groter is dan die op de Rijn. Ik denk dat we, de Duitse industrie indachtig, nog niet echt in die richting gaan. De aanvoer zal ook cruciaal zijn om op het Seine-Scheldedeel voldoende trafiek te genereren. Als blijkt dat de prognoses gedateerd zijn, dan kan dit toch een impact hebben op het berekenen van de economische meerwaarde. Wordt er ingeschat hoeveel containertrafiek er via de boot zal gebeuren? Ik denk dat er op dat vlak toch nog wat bijkomend onderzoek nodig is. Ik heb wel begrepen dat er rekening wordt gehouden met de aanbevelingen.
Er is inderdaad een goeie overzichtswebsite, maar ‘en cours de route’ kunnen zaken nog wijzigen. Daarom stelde ik u die vraag nogmaals.
Ik vind het interessant dat u zegt dat dit samen met het Seine-Scheldeproject wordt bekeken. Daar zijn 500 hectare natuurcompensaties nodig. De ecologische meerwaarde is natuurlijk essentieel. Als er ecologisch waardevolle zaken moeten sneuvelen, dan worden die hopelijk elders gecompenseerd. Heeft het feit dat het samen met het Seine-Scheldeproject wordt bekeken een impact op de natuurcompensaties?
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, het Kanaal Bossuit-Kortrijk is een belangrijk project voor de economische ontwikkeling van de regio Kortrijk. We delen echter de bezorgdheden van stadsgenoot Veys. Er is niet alleen het kostenplaatje, maar er zijn ook ecologische aspecten die verbonden zijn aan een dergelijk project.
In uw beleidsbrief kondigde u aan dat u volop wenst in te zetten op de uitbouw van TEN-T projecten (Trans-Europese Netwerken-Transport) en zult trachten om in die optiek ook maximaal de Europese subsidiëringsmogelijkheden te benutten. Daarnaast kondigde minister Demir in haar beleidsbrief aan dat er volop ingezet dient te worden op een snelle vergroening van de scheepvaart.
Minister, voldoet het project Kanaal Bossuit-Kortrijk, nu dit in de regio van de Seine-Scheldeverbinding ligt, aan de voorwaarden die onder meer opgelegd worden in de verordening 1315 van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk, om in aanmerking te komen voor subsidiëring in het kader van de uitbouw van dit TEN-T netwerk? Zo ja, welk aandeel van het kostenplaatje van dit project kan via deze Europese subsidies worden gedekt? Welke maatregelen plant u vanuit uw beleidsveld om samen met minister Demir tot een versnelde vergroening van de internationale binnenscheepvaart te komen om op die manier de CO2-impact terug te kunnen dringen?
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Bedankt voor uw uitgebreide antwoord, minister. Er worden in deze commissie vandaag drie vragen beantwoord die allemaal met hetzelfde te maken hebben. Nu komen het Kanaal Bossuit-Kortrijk en het Kanaal Roeselare-Leie aan bod, maar die sluiten aan bij de vraag die de heer Maertens vanmiddag over het totaalproject Seine-Schelde Vlaanderen zal stellen. Ik heb daarover al een uitgebreide schriftelijke vraag gesteld en uw antwoord was heel gedetailleerd, waarvoor dank.
Ik wil me nu heel kort tot de heer Veys richten: u zegt dat er in de regio Kortrijk twijfels bestaan over de economische en ecologische haalbaarheid van dit project Kanaal Bossuit-Kortijk. Ik stel mij dan de vraag wie u bedoelt. Zijn dat belangenorganisaties, politieke partijen, het stadsbestuur van Kortrijk? In elke vergadering waar ik aan deelneem, staat het Kanaal Bossuit-Kortrijk toch wel hoog aangeschreven voor onze economische ontwikkeling. Dat is nu al jaren zo. Moeten we dit opnieuw in vraag stellen als we die ontwikkeling ten volle willen bereiken? We hebben al discussies gehad over de economische ontwikkeling in onze streek. Jullie zijn geen voorstander van de Internationale Luchthaven Kortrijk-Wevelgem. Daarnaast is er de ontwikkeling van bepaalde industriegebieden, zoals Waregem-Zuid en Menen-West, die voor onze regio interessant zijn. Daar zijn jullie ook geen voorstander van. Ik stel me eigenlijk de vraag of jullie tegen de economische ontwikkeling van Zuid-West-Vlaanderen zijn? Die economische ontwikkeling zal toch een heel grote troef zijn. Laat ons die niet opnieuw in vraag stellen, maar gewoon de studie afwachten die minister Peeters heeft toegelicht. Laat ons werk maken van die economische ontwikkeling. Laat ons werk maken van het Kanaal Bossuit-Kortrijk, het Kanaal Roeselare-Leie en van het totaalproject Seine-Schelde. Het is echt wel noodzakelijk dat die werken gebeuren.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik wil me even tot mevrouw Fournier richten. We zitten met verschillende collega’s, mevrouw Ryheul, de heer Veys, u en ik, in dezelfde vergaderingen, maar uiteraard ook af en toe in andere vergaderingen waar we veel maatschappelijke bezorgdheden uit allerlei richtingen horen. Ik vind het in die zin niet correct als u laat uitschijnen dat er één overheersende visie op een aantal thema’s in Zuid-West-Vlaanderen zou heersen. Er zijn heel wat bezorgdheden rond een aantal maatschappelijke evoluties en politieke keuzes die in de volgende jaren gemaakt zullen worden, waarvan ik ook weet dat zelfs enkele van uw partijgenoten die delen.
Het lijkt me goed dat we hier een ernstig debat voeren. Dat is uiteraard minder interessant voor de collega’s uit andere gebieden, maar de toekomstige ontwikkeling van Zuid-West-Vlaanderen moet natuurlijk hoog op de prioriteitenlijst van de Vlaamse Regering staan. Daarover zijn we het wel allemaal eens. Het is alleen onze overtuiging dat de economie in de 21ste eeuw en de regionale ontwikkeling in de 21ste eeuw niet dezelfde zullen zijn als die van de 20ste eeuw. Het is dus een goede zaak dat we dat debat hier voeren.
Ik sluit me aan bij de bezorgdheden van de heer Veys: we moeten toch echt veel meer zicht krijgen op de economische rendabiliteit van dit project. Het gaat niet alleen over de kostprijs, maar ook over de meerwaarde op economisch gebied voor de regio. Wat zijn de kosten daarvan op ecologisch en sociaal gebied? Wat is de impact daarvan? Het lijkt me alleen maar een kwestie van goed bestuur dat we daar eerst zicht op krijgen. Minister Peeters zegt dat dat onderzoek loopt en ze spreekt zelf van een meerwaarde. Dat is misschien al een kleine voorafname, we zullen zien of dat bevestigd wordt door het onderzoek zelf. Er zullen zeker positieve zaken aan dit project verbonden zijn, maar ook negatieve en die twee moeten we in balans krijgen. U weet dat onze fractie met veel meer bezorgdheden naar die zaken kijkt dan uw fractie, al lijkt het me toch gewoon goed bestuur dat we eerst alle cijfers en gegevens op tafel hebben.
Een extra element dat ik naar voren wil brengen, is het rivierherstel van 500 hectare natte natuur die we in de regio zouden moeten hebben. U kunt het de natuurbewegingen niet kwalijk nemen dat zij bezorgd zijn over de impact van dit nieuwe project, als zij vaststellen dat er de afgelopen decennia geen enkele stap vooruit is gezet in die compensatie waarover er vanuit de Vlaamse overheid nochtans een engagement bestond om die waar te maken. Misschien zou het al helpen dat we eerst doen wat we al beloofd hebben om dan het vertrouwen te krijgen om andere dingen te onderzoeken. Wat we nu doen, is telkens opnieuw onze beloftes niet nakomen. Ik spreek dan niet over mijn fractie, maar over het huidige beleid. Nu komen we onze beloftes niet na en zeggen we achteraf wat we wel nog zullen doen of hoe we nog zullen compenseren. Ik denk dat dat een goede samenvatting is van het traject van de afgelopen jaren. Daarom doen wij een oproep om eerst een goede economische studie te maken en de kosten en baten goed in overweging te nemen, ecologisch, sociaal en economisch.
Er is een klein debat ontstaan, maar er waren ook bijkomende vragen.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen en toelichtingen. Er ontstaat inderdaad een klein debat. Vanmiddag volgt er, naar aanleiding van de vraag om uitleg van de heer Maertens, nog een verdere uiteenzetting rond de uitvoering van het Seine-Scheldeproject.
Er waren vragen over het economische, het ecologische en het sociale aspect. Ik denk dat we het erover eens zijn dat het Seine-Scheldeproject heel belangrijk is om ervoor te zorgen dat we zoveel mogelijk logistiek kunnen weghalen van de weg. Het gaat om een drukbevolkte regio waar de logistieke sector heel belangrijk is. Voor de verbinding van de haven met het hinterland moeten we ten volle inzetten op die modal shift weg van de weg en kiezen voor alternatieven. In deze is gekozen voor transport over het water. We willen met Europese steun en in samenwerking met Wallonië en Frankrijk van die Seine-Scheldeverbinding een nieuwe watersnelweg maken voor container- en duwvaart tot 4500 ton. We denken dat dat echt nodig is, willen we het economisch potentieel behouden.
Uiteraard moet alles nog heel grondig onderzocht worden. Nu gaat de vraag specifiek over het Kanaal Bossuit-Kortrijk, maar dat kadert natuurlijk in dat hele Seine-Scheldeproject. Daaraan is ook natuurcompensatie gekoppeld, waarop ik straks nog verder zal ingaan. Er is voorzien in 500 hectare natte natuur. Dat valt natuurlijk onder de bevoegdheid van collega Demir, maar de hele Vlaamse Regering zet ten volle in op dat Seine-Scheldeproject. We nemen ook heel wat maatregelen voor de vergroening van de vloot. Ik denk niet dat ik die hier vandaag allemaal uit de doeken moet doen, maar ik denk bijvoorbeeld aan de walstroom. Dat zal uiteraard ook allemaal moeten worden bekeken in de globale analyses.
Men zegt dat ik me hier al positief over uitgelaten heb. We weten dat dit traject op dit ogenblik nog loopt. Er loopt een proces van een geïntegreerd onderzoek, waar ook een heel grondige kosten-batenanalyse bij hoort. Dat zal leiden tot een ontwerp van voorkeursbesluit waarbij alle geledingen, alle stakeholders, alle belanghebbenden betrokken zijn. Zoals de heer Veys zei, hebben we van de Europese Rekenkamer een positief signaal gekregen voor onze aanpak, het proces van complexe projecten waarbij heel fel gefocust wordt op participatie, op inspraak, op co-creatie. De Europese Rekenkamer noemt dat in zijn verslag lovenswaardig. Het is wel zo dat nog geen enkele procedure voor een complex project tot in de finale fase geraakt is. Bij andere procedures voor complexe projecten werd het voorkeursbesluit, ondanks heel wat inspraak, toch nog aangevochten bij de Raad van State. Ik heb toch vertrouwen in dit project, waarover heel veel onderzoek gevoerd werd waarbij alle aspecten aan bod komen. Ik heb er dus alle vertrouwen in dat we na dat globale geïntegreerd onderzoek tot een goed ontwerp van voorkeursbesluit en dan uiteindelijk tot een voorkeursbesluit kunnen komen waarin alle – zowel ecologische, sociale als economische – aspecten werden afgewogen en dat we zo kunnen komen tot de realisatie van het globale Seine-Scheldeproject. Dat zal zorgen via die modal shift voor heel wat extra transport via de waterwegen, weg van onze wegen.
Het proces is nog lang niet afgerond maar ik denk wel dat we op de goede weg zitten. We hopen zo snel mogelijk naar buiten te kunnen komen met een ontwerp van voorkeursbesluit en vervolgens met een voorkeursbesluit. Op de timing kan ik me vandaag nog niet vastpinnen.
De heer Veys heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden. Ze waren nuttig en daarom heb ik deze vraag om uitleg gesteld. Het was niet mijn bedoeling om er een lokaal meerderheid-oppositiespel van te maken.
Mevrouw Fournier, u vraagt naar de actoren. U kunt er misschien de bestuursakkoorden van de steden en gemeenten die aan het kanaal liggen eens op nalezen. Dat kan altijd interessant zijn. Natuurlijk is er ook nog zoiets als natuurbewegingen. U verwijst naar bedrijfsterreinen die niet onmiddellijk iets te maken hebben met waterwegen. Die LAR-Zuid is interessant. Daar zijn natuurlijk ook compensaties voor gemaakt, die nu mogelijk in het gedrang komen op een van deze tracés. Ik denk dat het geen kwaad kan om dat ook eens in rekening te brengen.
Ik concludeer. In tijden van corona zijn er heel veel inspanningen gevraagd, zowel van de burgers als van de Vlaamse begroting, de centen van de burgers. Er is nood aan relance – daar ga ik mee akkoord – en dus ook aan investeringen. Mijn partij heeft niet toevallig een new social deal met interessante en slimme investeringen voorgesteld. De vraag is natuurlijk: als we die modal shift willen realiseren, is een project dat misschien 600 miljoen euro kost om enkele containers van de weg te halen, dan de moeite? Dat is de centrale vraag. Blanco cheques uitdelen op basis van het feit dat iets heel nodig is en veel zal opleveren, is niet mijn stijl. Ik denk dat we het best verder onderzoek afwachten. We zullen het er in de toekomst ongetwijfeld nog vaak over hebben. Ik zou graag eerst al die expertenrapporten inzien vooraleer al te grote conclusies te trekken. Ik denk dat dat vandaag niet aan de orde is. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.