Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, eind juni kondigde u aan dat er in 35 miljoen euro extra wordt voorzien, zodat scholen in het volgende schooljaar meer kunnen investeren in ICT. We hebben het daar al over gehad. Dat is een verdubbeling van het budget. Het gaat om 9 miljoen euro extra voor de basisscholen en bijna 26 miljoen euro voor secundaire scholen. Dat zijn extra middelen die we uiteraard toejuichen. Er waren de afgelopen maanden extra IT-investeringen nodig om de overstap te doen naar het afstandsonderwijs. In het secundair onderwijs zal dat in principe ook volgend jaar georganiseerd worden, waardoor die nieuwe investeringen ook nodig zullen zijn.
Diezelfde investeringen – of zelfs nog veel grotere – zijn gebeurd en zullen noodzakelijk zijn voor het hoger onderwijs. Terwijl de universiteiten en hogescholen nog werken aan de opstart van het nieuwe academiejaar, is het nu al duidelijk dat, zelfs nog meer dan in het secundair onderwijs, afstandsonderwijs gestructureerd ingebed zal worden. Dat zullen we volgend weekend, als die draaiboeken er zijn, ongetwijfeld ook kunnen lezen. De groepen in het hoger onderwijs zijn namelijk groter en de inzetbare lokalen en auditoria zullen door de ‘social distancing’-maatregelen schaarser zijn.
Om voldoende kwalitatief online onderwijs, maar ook begeleiding aan de studenten te kunnen aanbieden, zullen de universiteiten en hogescholen extra moeten kunnen investeren in performante online tools en opnametools. We denken aan extra opnamelokalen, maar bijvoorbeeld ook aan licenties van allerhande softwarepakketten. Ook hier verdienen de studenten uitstekend onderwijs. Daarvoor zullen de noodzakelijke instrumenten voor de professoren en de docenten beschikbaar moeten zijn. Hoe zult u de universiteiten en hogescholen ondersteunen bij het organiseren van afstandsonderwijs? Zal ook voor hen in extra middelen worden voorzien?
Minister Weyts heeft het woord.
Ons hoger onderwijs is sowieso moeilijk vergelijkbaar met het leerplichtonderwijs. In het kader van de Codex Hoger Onderwijs hadden hogescholen en universiteiten al de mogelijkheid om een opleiding of een opleidingsonderdeel geheel of gedeeltelijk in de vorm van afstandsonderwijs aan te bieden. Zij waren ertoe gehouden om het nodige studie- en leermateriaal ter beschikking te stellen en de geschikte begeleiding te organiseren.
Hoewel dat niet structureel toegepast is, beschikken die hogeronderwijsinstellingen, toch als je het vergelijkt met het leerplichtonderwijs, over wel wat meer knowhow en tools om afstandsleren in te zetten, bijvoorbeeld voor werkstudenten en in het kader van levenslang leren. Zij kunnen daarvoor ook gebruikmaken van middelen uit hun werkingsenveloppe en uit de studiegelden die ze ontvangen van de studenten. Het was voor die instellingen weliswaar ook niet evident, maar ik denk dat het in de meeste gevallen iets gemakkelijker schakelen was, als je vergelijkt met het lager en secundair onderwijs.
We hebben wel vastgesteld dat er op individueel niveau soms nog wat problemen waren, namelijk docenten die niet zo geschoold waren om dat boeiend te kunnen organiseren. Ik denk dat we daar nog wel wat werk aan de winkel hebben.
Momenteel hebben we vanuit de hogeronderwijsinstellingen nog niet echt een volledig zicht op de financiële impact van de coronacrisis. We hebben geen beeld van de meerkosten en ook niet van de minderuitgaven. Het is wel zo dat we een conceptnota ‘digitalisering onderwijs’ voorbereiden en dat ik daarin wil bekijken welke initiatieven we dienen te nemen aangaande het hoger onderwijs en welke stimulansen we daar moeten geven.
De heer Warnez heeft het woord.
Bedankt voor het antwoord, minister. Het klopt uiteraard dat het hoger onderwijs al wat meer knowhow heeft en al een aantal tools ter beschikking heeft. Ik ben zelf ook bij een aantal instellingen op bezoek geweest tijdens de coronacrisis en heb gezien dat ze daarin al een stapje voor hadden. Maar ik heb natuurlijk ook extra investeringen gezien, bijvoorbeeld voor de extra lokalen die moesten worden gehuurd voor het examen, maar ook voor softwarepakketten die plots moesten worden aangekocht: nieuwe licenties en dat soort zaken. Ik ben blij dat u – als ik het goed begrijp – in gesprek zult gaan met de instellingen om een overzicht te maken van die kosten en te bekijken hoeveel ze bedragen.
De conceptnota waarover u spreekt, komt die er naar aanleiding van corona? Of had u die sowieso gepland?
Minister Weyts heeft het woord.
We hadden die inderdaad sowieso gepland, maar het is natuurlijk acuter geworden. Dat brengt het een beetje in een versnelling. We hadden sowieso de ambitie om die digitalisering wat meer structureel te gaan inbedden, vooral in het leerplichtonderwijs. In september starten we ook met een verankerde vorm van afstandsonderwijs, in regel op woensdagvoormiddag. Dat maakt natuurlijk dat het hele digitaliseringsplan zeker op tijd zal komen. Ik hoop dat we daarmee in september of oktober naar de ministerraad kunnen gaan.
De heer Warnez heeft het woord.
Dan kijk ik uit naar het gesprek tussen uzelf en de universiteiten en hogescholen, en naar het resultaat daarvan, zodat we weten wat de uiteindelijke kostenramingen zijn van het verleden en van de toekomst in het kader van corona.
De vraag om uitleg is afgehandeld.