Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over het sorteren van bedrijfsafval
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, in uw beleidsnota kondigt u aan dat u in de toekomst het restafval door circulair materialenbeheer wil verminderen. Om dit doel te bereiken, wilt u inzetten op onder meer de ontwikkeling van een code van goede praktijk voor een betere bronsortering in combinatie met sturende maatregelen op maat, zodat het ook voor bedrijven interessanter of gemakkelijker wordt om recycleerbare stromen selectief in te zamelen dan om gemengd restafval aan te bieden.
In het jaarrapport 2019 van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) wordt echter expliciet gewaarschuwd dat het door de Vlaamse bedrijven geproduceerde restafval verder blijft stijgen. Meer zelfs, van de door u beoogde selectieve inzameling op bedrijfsniveau lijkt nog steeds weinig sprake. Rolcontainers voor bedrijfsrestafval bevatten volgens de OVAM nog steeds 52 procent recycleerbaar materiaal, waarvan zelfs 29 procent verplicht selectief ingezameld zou moeten worden. Wat betreft afzetcontainers voor bedrijfsrestafval is de situatie nog minder rooskleurig: deze bevatten nog 57 procent recycleerbaar materiaal, waarvan zelfs 44 procent selectief zou moeten worden ingezameld.
Kunt u meedelen waar en wat er misloopt wat betreft uw doelstelling om het bedrijfsrestafval te verminderen en bedrijven aan te zetten om zo veel mogelijk recycleerbare bedrijfsafvalstromen selectief aan de bron in te zamelen in plaats van deze via het gemengd restafval aan te bieden? Zijn er specifieke bedrijfssectoren waar er zeer slechte scores worden behaald, of, integendeel, zeer goede?
Welke sturende en corrigerende maatregelen zult u nemen om deze situatie bij te sturen met het oog op de realisatie van uw hoger beschreven bedrijfsrestafvaldoelstelling?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Op 18 juni stuurde Voka dit bericht de wereld in: “Vanuit Europa en Vlaanderen wordt er steeds meer gefocust op het reduceren van algemeen bedrijfsafval. Daar is nog potentieel voor. Maar een doorgedreven sortering is vaak niet haalbaar door plaatsgebrek, de complexiteit en het ontbreken van een verdienmodel.”
In Vlaanderen wordt er jaarlijks ongeveer 4 miljoen ton algemeen bedrijfsafval ingezameld. Alleen al de verbranding van het bedrijfsrestafval kost de Vlaamse bedrijven 1,8 miljard euro.
Uit de sorteeranalyse van de OVAM blijkt dat er nog recycleerbare fracties in het bedrijfsrestafval zitten. Collega Pieters heeft daarnet de cijfers al gegeven: zo'n 50 tot 60 procent, waarvan 29 tot 44 procent verplicht te recycleren. Het bedrijfsrestafval kan minder, als bedrijven meer recycleren.
Bedrijven ondervinden volgens het bericht van Voka drie grote barrières die hen weerhouden om de sorteerregels te volgen. Ten eerste: afval is vaak niet homogeen, bijvoorbeeld gekleurd of bedrukt, en privé-inzamelaars leggen aparte richtlijnen op waardoor er fouten gemaakt worden. Ten tweede: bedrijven zijn verplicht om 21 afvalstromen selectief in te zamelen. Uit een bevraging van Voka blijkt dat een bedrijf gemiddeld 11 afvaltypes apart moet sorteren en stockeren. Vaak is dit technisch niet haalbaar, aldus Voka. Ten derde: afval zou in de circulaire economie een economische waarde moeten hebben. Maar voor veel afvalfracties is dat niet zo, omdat de verwerkingsprijs afhangt van factoren waar bedrijven amper grip op hebben, zoals de lage grondstofprijs van ‘virgin plastic’, en omdat het volume vaak te laag is om het economisch rendabel te maken.
Als oplossing pleit Voka voor een versoepeling van de sorteerverplichting op de bedrijfssites en de sorteerverplichtingen van de niet-gevaarlijke fractie te herzien, waarbij dan ook de economische recycleerbaarheid wordt meegenomen.
Minister, de omslachtigheid van de sorteerregels bij bedrijven en hun frustratie is begrijpelijk en reëel. Zou de Vlaamse Regering niet kunnen ingrijpen bij de oorzaak van het probleem, in plaats van zoals Voka voorstelt, minder te sorteren, wat de facto leidt tot minder circulaire economie? Bijvoorbeeld door ontwerprichtlijnen op te leggen die leiden tot een meer homogene afvalstroom, bijvoorbeeld via de principes van ecodesign, door de sortering en stockage van afval te stroomlijnen en te ondersteunen en/of door ervoor te zorgen dat de markt, onder andere met de huidige goedkope olie- en plasticprijzen, de recyclagesector niet ondermijnt?
Tijdens de gedachtewisseling met u op 15 april 2020 informeerde ik naar de opheffing van de visuele controle van bedrijfsafval naar aanleiding van het nooddecreet.
U gaf toen aan dat het om een natuurlijke coronamaatregel ging. Toch vraagt de sector dit al lang. Ik pleitte toen voor meer onverwachte controles, aangezien dit toch wel een fraudegevoelige keten is. Tijdens het overleg gaf u aan bereid te zijn om te kijken naar onverwachte controles met de nodige bescherming in verband met de opheffing van de visuele controle bedrijfsrestafval. U zou bekijken hoe u dat kan verstevigen.
Minister, hoeveel controles heeft de OVAM uitgevoerd sinds de start van het nooddecreet? Wat was het resultaat van deze extra controles?
Minister Demir heeft het woord.
Mijnheer Pieters, de OVAM heeft inderdaad een selectie gemaakt van een vijftal sectoren die hoog scoren op het relatief aandeel bedrijfsrestafval ten opzichte van de totale hoeveelheid bedrijfsrestafval in Vlaanderen en ten opzichte van de totale afvalproductie in de sector. Het betreft de horeca; de gezondheidszorg, waaronder ziekenhuizen, rusthuizen, apothekers; benzinestations; onderwijs en kmo’s actief in handel en diensten. Met deze sectoren zal een dialoog worden opgestart om na te gaan wat de specifieke problemen en drempels zijn.
Samen met bepaalde sectorfederaties, waaronder Horeca Vlaanderen en het Departement Onderwijs wordt nauw samengewerkt om een communicatie-en dienstverleningsaanbod op maat uit te werken zodat bedrijven juist geïnformeerd en opgeleid worden over de sorteerplicht. Er wordt gewerkt aan samenwerking en draagvlakversterking voor selectieve inzameling.
Er zijn uiteraard ook sectoren die het voortouw nemen in selectieve inzameling. Zo scoren de groothandels in non-food en de chemische industrie zeer goed inzake selectieve inzameling.
Een kleine nuance die ik wil maken in verband met uw vraag, is dat er een verschil bestaat tussen theoretisch recycleerbaar en effectief recycleerbaar in de praktijk. Als een inzamelaar bijvoorbeeld een plasticfolie die daar niet mag zitten, terugvindt in het bedrijfsrestafval, dan kan deze vaak te veel verontreinigd zijn door de andere stromen, waardoor die niet meer kan worden ingezet voor een hoogwaardige toepassing en alsnog moet worden verbrand.
We werken momenteel aan een mix van instrumenten en maatregelen die moeten zorgen voor een verbetering op het terrein. Daarbij wordt zowel op de bedrijven zelf gefocust als op de inzamelaars van het bedrijfsrestafval.
Zo werken we aan een code van goede praktijk voor de inzameling van bedrijfsrestafval. Deze zal worden geïntegreerd in VLAREMA 8 (Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen).
Het onlineplatform Cirkeltips ontsluit historische afvaldata, geeft bedrijven zicht op hun afvalproductie en geeft hen concrete tips en tricks om hun afvalbeleid te verduurzamen. Dit platform wordt de komende jaren verder uitgebouwd en gepromoot.
De verplichte selectieve inzameling van keukenafval, etensresten en levensmiddelenafval zal ervoor zorgen dat bedrijven in bepaalde sectoren met veel organisch afval vanaf 1 januari 2021 verplicht zijn dit selectief aan te bieden. Het gaat dan bijvoorbeeld over scholen, restaurants, cateringbedrijven, gevangenissen, bedrijven met meer dan honderd werknemers. Vanaf 31 december 2023 wordt dit een algemene verplichting. Ook voor matrassen komt er een verplichte selectieve inzameling.
We blijven ook inzetten op brede communicatie-en sensibiliseringscampagnes naar bedrijven. Verder wordt ingezet op een meer gerichte sectorspecifieke aanpak, gelet op de vijf sectoren waar we een tandje bij moeten steken.
Er zit ook nog potentieel in nieuwe logistieke oplossingen voor kleine hoeveelheden selectieve fracties en in collectieve inzamelingen bij bedrijven. We blijven innovatieve projecten ondersteunen en bekijken hoe juridische barrières eventueel weggewerkt kunnen worden.
Dit speelt in op het gemakkelijker maken van de selectieve inzameling, en daar moeten we vooral op inzetten. We moeten barrières wegnemen. Bedrijven moeten immers vaak tien tot zelfs twintig stromen selectief aanbieden. In de praktijk is het niet altijd gemakkelijk om hieraan te voldoen, bijvoorbeeld door plaatsgebrek op de site. Hiervoor wordt via proefprojecten naar een oplossing gezocht. Dat kan bijvoorbeeld gaan over een centrale plek binnen een industriegebied waar verschillende bedrijven hun afval kunnen komen sorteren. Dat is dan een soort mini-recyclagepark voor bedrijven zelf. Door zulke kleine ingrepen maken we het makkelijker om selectief in te zamelen.
Ook de beheersorganismen hebben een erg belangrijke rol te vervullen om selectieve inzameling makkelijker en interessanter te maken voor bedrijven. De nieuwe erkenning van Fost Plus bevat daarrond specifieke doelstellingen, en dat geldt ook voor Valipac.
Het kan alleszins niet de bedoeling zijn dat er minder gesorteerd wordt bij bedrijven, mevrouw Schauvliege. Ik plan de volgende jaren dan ook initiatieven om het sorteren bij de bedrijven haalbaarder te maken en barrières aan te pakken. Naast de overheid spelen ook de beheersorganismen daarin een rol.
Dan wat uw specifieke voorstellen betreft, mevrouw Schauvliege. Productontwerp is helaas geen Vlaamse bevoegdheid. Het is dus niet mogelijk om aan producenten ecodesignprincipes op te leggen vanuit Vlaanderen. Dit neemt niet weg dat in een circulaire economie ecodesign essentieel is om ervoor te zorgen dat de producten die op onze markt komen herbruikbaarder, beter herstelbaar en recycleerbaar zijn. Daarom ijver ik via verschillende tussenkomsten bij de Europese en federale overheid om hierop in te zetten.
Een aantal bedrijven hebben inderdaad moeite met kleine hoeveelheden van afvalstromen die selectief gehouden moeten worden. Enerzijds is er niet in alle bedrijven evenveel plaats en vaak zijn de kosten ook hoog. Een mogelijke oplossing hiervoor is het gezamenlijk inzamelen van droge niet-gevaarlijke fracties die nadien volledig gesorteerd worden en nagenoeg volledig voor hoogwaardige verwerking bestemd kunnen worden.
De huidige goedkope olie- en schaliegasprijzen zorgen ervoor dat de productie van plastic met virgin materiaal goedkoper is dan wanneer men met recyclaten werkt. Dit zorgt ervoor dat er weinig vraag is naar recyclaten, omdat het voor de bedrijven voordeliger blijft om nieuw plastic te gebruiken. Dit is een mondiale markt waar de Vlaamse overheid weinig vat op heeft. Het gebruik van recycled content in bepaalde producten kan wel worden gestimuleerd en deels zelfs verplicht. Zo werd in VLAREMA 7 ingeschreven dat vanaf 2021 alleen nog afvalzakken gebruikt mogen worden met minstens 80 procent gerecycleerde kunststoffen, en vanaf 2025 wordt dit opgedreven naar 100 procent. We bekijken zeker of dergelijke bijkomende verplichtingen rond recycled content mogelijk zijn voor bepaalde andere producten, via de wetgeving of via de erkenningen van beheersorganismen. De OVAM zet ook in op een Green Deal met de distributiesector om verpakkingen in onderling overleg en met een haalbaar tijdspad te verduurzamen. Ook daar kan recycled content mogelijk een plaats krijgen.
De visuele controle waarover u het hebt, betreft een verplichte controle van de restafvalcontainer op sorteerfouten door de inzamelaar bij de klant. Wanneer een klant fout sorteert, moet de inzamelaar de klant hierop wijzen via een non-conformiteitsprocedure. Dit werd reeds in VLAREMA 7 verplicht voor elke inzamelaar van bedrijfsrestafval. Door de begrijpelijke onrust rond COVID-19-besmettingen werd deze verplichte controle tijdelijk on hold gezet met een noodbesluit. Vanaf 18 juli 2020 is dit niet meer van toepassing en zullen de controles dus opnieuw moeten gebeuren door de inzamelaars. Dit staat voor alle duidelijkheid los van controles door de overheid.
In de inzamelsector is er vandaag nog wat onduidelijkheid over hoe de visuele controles exact moeten gebeuren en over wat er precies moet gebeuren als er sorteerfouten worden opgemerkt. Maar zoals in de beleidsnota reeds aangegeven en reeds aangehaald, werk ik aan een code van goede praktijk. Die wordt geïntegreerd in het komende VLAREMA 8 en hiermee zullen meer gerichte controles mogelijk worden vanuit de handhavers omdat inzamelaars sorteerfouten zullen kunnen melden in een centraal register. Controles door handhavers moeten gericht focussen op bedrijven die moedwillig weigeren te sorteren en inzamelaars die moedwillig ongesorteerd afval inzamelen. De nieuwe regels van VLAREMA 8 zullen het gemakkelijker maken om deze controles gerichter te doen.
De OVAM heeft geen bevoegdheid om handhavende acties uit te voeren bij afvalstoffenproducenten. In verband met de sorteerplicht ligt deze bevoegdheid bij de afdeling Handhaving van het Departement Omgeving. Ook bij lokale besturen voert de afdeling Handhaving controles uit op klasse 1-bedrijven en focust daarbij vooral op de inzamelsector zelf. Wat betreft de lokale besturen heeft de OVAM initiatief ondernomen om op verschillende netwerken van lokale besturen informatie te geven over de sorteerplicht voor bedrijven. Er werd aan de aanwezige lokale besturen gevraagd dit aspect steeds mee te nemen bij een controle of bezoek aan een bedrijf, ook als het bezoek om andere redenen gebeurt. Er werd samen met de afdeling Handhaving ook een modelsjabloon voor waarschuwing en ontwerp-proces-verbaal ontwikkeld die de lokale besturen kunnen gebruiken. De exacte impact van deze initiatieven is moeilijk in te schatten, aangezien cijfers over waarschuwingen of pv’s aan bedrijven op lokaal niveau niet noodzakelijk doorstromen naar de Vlaamse overheid. Vandaag is het alleszins niet evident om in het wilde weg controles te doen op bedrijven. Zoals gezegd, moet VLAREMA 8 een meer gerichte controle mogelijk maken, wat de efficiëntie van de handhaving zal verhogen.
Rond de visuele controles is dus nog wat onduidelijkheid over hoe die exact moeten gebeuren. Ik hoop dat we die duidelijkheid snel krijgen. Zoals gezegd is het lastig de impact van lokale controles in te schatten. Door de afdeling Handhaving werden de laatste jaren wel zeker een heel aantal controles gedaan bij inzamelaars en werd proces-verbaal opgesteld wegens inzameling en afvoeren naar verbranding van ongesorteerd afval. Nu wordt evenwel vooral gekeken naar VLAREMA 8 om deze controles nog een stuk gerichter te kunnen doen.
De heer Pieters heeft het woord.
Het is niet de bedoeling om de bedrijven iets in de weg te leggen, dit moet geregeld zijn zodat het ook voor hen de evidentie zelf is om die afvalstromen op een fatsoenlijke manier bij de verwerker te krijgen. We zullen de rapporten die gepubliceerd worden, en desgevallend in vergelijking met uw beleidsnota, in de gaten blijven houden. We zullen er waarschijnlijk in de loop van het komende jaar op terugkomen. We hopen dan op betere cijfers.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u weet dat wij bezorgd zijn om het bedrijfsafval. We kennen het restafval tot op twee cijfers na de komma, bij wijze van spreken, maar inzake het bedrijfsafval blijft er veel werk aan de winkel.
U kondigt VLAREMA 8 aan. Daar zitten heel wat herwerkingen in. Hebt u zicht op de timing van de goedkeuring? Wanneer zal dat ter discussie voorliggen? Wanneer kunnen de bedrijven daarmee aan de slag? Daar zitten wellicht antwoorden in die de sector kunnen helpen om hun sorteeropdracht te vervullen.
Het is immers heel belangrijk dat bedrijven erin slagen om te sorteren, om te recycleren, dat we zo weinig mogelijk overtredingen moeten vaststellen. Wanneer kunnen we dus VLAREMA 8 verwachten?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor de antwoorden. Ik denk dat deze vraag velen inspireert om te bekijken op welke manier er kan worden gezorgd voor verbetering wat de spreiding van die afvalstromen betreft. Ik heb een specifieke vraag over de potentiële rol van het bestaande symbioseplatform. Vanuit Voka wordt aangestipt dat onder andere het valoriseren van die stromen of het verdienmodel dat daarachter kan zitten, een incentive zou kunnen zijn voor een betere scheiding. Het symbioseplatform heeft een duidelijke rol toebedeeld gekregen. Het moet ervoor zorgen dat partners elkaar beter kunnen vinden. Ziet u ook een rol weggelegd voor dat platform, en hoe evalueert u dat vandaag? Werkt dat goed, of moet er worden bijgestuurd?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Ik wil me even toespitsen op de vraag van collega Pieters. Ik heb namelijk de passage uit het jaarverslag waarnaar hij verwijst, ook gelezen. Wat hij niet vermeldt in zijn vraag, is dat het gaat om cijfers van 2018. Dat is niet onbelangrijk, aangezien hij zich afvraagt wat er misloopt met het beleid van de minister om de doelstellingen te halen en dat beleid dus pas in 2019 van start ging. Ook niet vermeld in de vraag van de collega is dat in het jaarrapport wordt aangegeven dat het de doelstelling van Vlaanderen is om tegen 2022 15 procent minder bedrijfsafval in te zamelen. Minister, ik vroeg me af hoe het staat met die doelstelling. Plant u daartoe nog extra maatregelen?
Minister Demir heeft het woord.
Ik moest even lachen met dat symbioseplatform van collega Rombouts. Uiteraard is dat waardevol, maar op het kabinet noemen we dat ‘het Tinderplatform’, want het is eigenlijk een onlineplatform waar men elkaar tegenkomt. Collega Rombouts, we nemen dit echter mee.
Ik was daarstraks iets vergeten. Collega Schauvliege had inderdaad ook al naar die cijfers gevraagd. Voor de lokale besturen weten we dat niet, maar inzake wat wij doen, wat de afdeling Handhaving doet wat die klasse 1 betreft, kan ik u zeggen dat er in 2019 207 controles werden uitgevoerd. Er waren 29 aanmaningen en 18 pv’s.
We hebben gisteren de opmerkingen van de stakeholders op VLAREMA 8 gekregen. Het kabinet is die nu aan het verwerken. Daarna zal dat naar de Inspectie van Financiën gaan. Ik hoop dat we dat in het najaar kunnen afronden.
Collega Perdaens, wat uw vraag betreft, dat moet ik navragen.
De heer Pieters heeft het woord.
Ik heb een korte reactie op wat collega Perdaens daarnet aanhaalde. Het maakt eigenlijk niet uit of die nu van 2018 zijn, of van 2019 of 2020. Het gaat over 29 procent verplicht selectief inzamelen, over 44 procent selectief inzamelen, wat niet is gebeurd. Ik neem aan dat dat niet op een jaar in orde kan komen. Daar zit een evolutie in.
Uiteraard willen wij wel zien dat daar de komende jaren een verbetering in zit. En ongeacht de cijfers die de beleidsnota vermeldt, willen we wel zien dat u daar de nodige vooruitgang in vindt in de jaren dat u daarvoor verantwoordelijk bent, minister, ten voordele van de bedrijven en ten voordele van de selectieve inzameling. Ik dank u.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Het gebeurt misschien niet veel, maar ik kan collega Pieters helemaal bijtreden. Het klopt dat die cijfers, of die nu actueel zijn of niet, tonen dat er nog een hele weg te gaan is inzake bedrijfsafval. We hebben al een mooi traject afgelegd inzake huishoudelijk afval, en ik denk dat we echt grote stappen vooruit moeten zetten om ervoor te zorgen dat die circulaire economie echt ingang vindt.
Wij leggen onze boontjes ook te week op VLAREMA 8. We kijken daar helemaal naar uit om ook daar de nodige hefbomen te vinden. Zo kunnen bedrijven nog verder aan de slag gaan en meewerken aan de afbouw van bedrijfsafval in Vlaanderen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.