Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Anaf heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, deze vraag was oorspronkelijk vorige week geagendeerd maar is vanwege agendaproblemen naar deze week verschoven.
Tijdens de coronacrisis zijn verschillende taskforces opgericht om de regering te helpen het hoofd te bieden aan de grote uitdagingen waarvoor COVID-19 ons als Vlaamse overheid en als samenleving in zijn geheel stelt. Ik ga ze niet allemaal opnoemen. Zo is er de Taskforce COVID-19 Zorg, onder leiding van Karine Moykens. Er werd ook een Taskforce Kwetsbare Gezinnen in het leven geroepen, een Taskforce jeugdwerkzomer, een Taskforce Vlaanderen Helemaal Digitaal en een aantal andere.
Naast de verschillende taskforces, die zich overwegend focussen op de aanpak tijdens de crisis, werden ook twee relancecomités opgericht: een economisch relancecomité en een maatschappelijk relancecomité, waar wij heel blij mee zijn. Het is belangrijk dat die twee samensporen: economie is niets zonder maatschappij en omgekeerd. Het is de bedoeling dat experten in die relancecomités nadenken hoe we uit de crisis kunnen komen en hoe we onze samenleving kunnen aanpassen aan de veranderende context die het virus heeft geschapen.
Minister-president, ik heb een aantal vragen over deze relancecomités. Wat is de concrete opdracht van de beide relancecomités? Wat is de vooropgestelde timing? Hoe spoort die timing samen met de activiteiten van de ad-hoccoronacommissie? Wat is het budgettaire kader waarbinnen de relancecomités opereren?
De economie’ en ‘de maatschappij’ staan niet op zichzelf, maar vormen één geheel, dat onlosmakelijk met elkaar verbonden is. Is het de bedoeling dat beide relancecomités naast elkaar zullen blijven werken en elk een rapport met aanbevelingen opleveren? Of zullen beide relancecomités op een bepaald moment samenvloeien om tot één gezamenlijke visie en aanbeveling voor de Vlaamse Regering te komen?
Zullen de adviezen die door deze relancecomités worden uitgebracht, openbaar worden gemaakt zodat we erover kunnen debatteren?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Anaf, ik dank u voor uw vraag.
In een eerste fase van de coronacrisis was de prioriteit van de Vlaamse Regering erop gericht om maatregelen te nemen om het Vlaams economisch weefsel zo goed mogelijk te ondersteunen en in stand te houden. Vanaf begin maart 2020 kwam daarvoor de taskforce economische impact corona samen. In deze taskforce overlegt de Vlaamse overheid met de SERV-partners (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) en met de vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties van de meest getroffen sectoren om de economische gevolgen van het coronavirus voor de ondernemingen te analyseren.
In een volgende fase heeft de Vlaamse Regering op 30 april 2020 beslist om een economisch relancecomité op te richten dat maatregelen uitwerkt voor een snel en krachtig economisch herstel. Het economisch relancecomité heeft tot taak de Vlaamse Regering te ondersteunen in het maken van de juiste analyses en de regering verwacht van het comité concrete aanbevelingen voor de nodige economische maatregelen.
De Vlaamse Regering was ook bezorgd over de impact van de coronacrisis en van de bijhorende overheidsmaatregelen op het verenigingsleven, de vrijetijdsbesteding en de sociale contacten. We zijn beducht voor een aantasting van ons maatschappelijk weefsel en we willen vermijden dat de samenhorigheid tussen mensen zou verzwakken of dat er sociale isolatie zou ontstaan.
Daarom besliste de Vlaamse Regering op 16 mei 2020 om, naast een comité voor de economische relance, ook een maatschappelijk relancecomité op te richten dat de Vlaamse Regering moet helpen om de maatschappelijke impact van de coronacrisis op onze samenleving zo veel mogelijk te vermijden, in te perken of herstellen.
Het maatschappelijk relancecomité moet ook nadenken over hoe we dit weefsel opnieuw kunnen versterken en opnieuw veerkrachtig kunnen maken in deze nieuwe context.
De Vlaamse Regering verwacht van het maatschappelijk relancecomité aanbevelingen aan de Vlaamse Regering over een breed palet aan maatschappelijke thema’s: welzijn, met specifieke aandacht voor psychisch welzijn, zorg, gezondheid, armoedebestrijding, vrije tijd, sport, verenigingsleven, cultuur, religie, publieke ruimte, mobiliteit, onderwijs, vorming, inburgering, integratie, communicatie, versnelde digitalisering, privacy.
De beide relancecomités zijn cruciaal voor de Vlaamse samenleving en moeten elkaar wederzijds versterken. Principes die centraal moeten staan bij de adviezen van deze relancecomités zijn onder meer: coherentie, doelmatigheid, rechtvaardigheid, duurzaamheid en natuurlijk ook budgettaire impact. De middelen zijn niet onbeperkt.
Het economisch relancecomité bestaat uit elf leden: zes onafhankelijke experten, die elk een prominente rol spelen in hun vakgebied, en vijf afgevaardigden van de Vlaamse ministers: de vier kernministers en de Vlaamse minister bevoegd voor de begroting.
De zes onafhankelijke experten zijn: voorzitter Koenraad Debackere, Wouter De Geest, Geert Noels, Stijn Baert, Marion Debruyne en Ans De Vos.
Het maatschappelijk relancecomité bestaat uit achttien leden: negen onafhankelijke experten, die evenzeer vooraanstaande deskundigen zijn in hun werkdomein, en negen afgevaardigden van de Vlaamse ministers.
De negen onafhankelijke experten zijn: Ive Marx, Lieven Annemans, Liesbet Stevens, Pieter Ballon, Inge Vervotte, Wouter Duyck, Elke Hermans, Sabine Bourgeois en Alexandra Smarandescu. Ook hier is het voorzitterschap toevertrouwd aan een onafhankelijk expert, namelijk Lieven Annemans.
Om de beide relancecomités in hun werking te ondersteunen zijn, op basis van overheidsopdrachten die door mijn diensten zijn uitgeschreven, consultants aangesteld. Voor het economisch relancecomité is dat Ernst & Young, en voor het maatschappelijk relancecomité is dat IDEA Consult. Elk van beide relancecomités zal zijn aanbevelingen bundelen in een rapport.
Om verder aan de slag te gaan met de aanbevelingen van de beide relancecomités, hebben we een gemengde kerngroep opgericht. Die groep zal bestaan uit afgevaardigden van de leden van de Vlaamse Regering en uit een delegatie van de experts uit elk van beide relancecomités, aangevuld met de voorzitter en de ondervoorzitter van de SERV, de voorzitter van het Voorzitterscollege van de Vlaamse administratie, de Algemeen Afgevaardigde van de Vlaamse Regering bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie en een directielid van de Nationale Bank van België.
Deze kerngroep zal aan de Vlaamse Regering een voorstel doen van mogelijke beslissingen. De Taskforce Economische Impact Corona zal hierbij als klankbord dienen voor de Vlaamse Regering.
Er zijn dus twee relancecomités die beide hun voorstellen voorleggen aan een kerngroep die probeert een synthese te maken om zo een coherent voorstel aan de Vlaamse Regering voor te leggen.
We streven ernaar om tegen medio juli de adviezen van de twee relancecomités te ontvangen en de gemengde kerngroep samen te brengen. Deze adviezen zullen de basis moeten vormen van een reeks herstelmaatregelen die zowel de economische als de maatschappelijke aspecten van de Vlaamse samenleving ten goede zullen komen.
U ziet dat we snel vooruit willen gaan. We willen zowel op economisch als op maatschappelijk vlak de vinger aan de pols van de Vlaamse samenleving houden en snel reageren waar en wanneer dat nodig is.
Deze timing verschilt van de timing die naar voren is geschoven voor de werkzaamheden van de parlementaire Commissie ad hoc voor de Evaluatie en Verdere Uitvoering van het Vlaamse Coronabeleid. Naar ik begrepen heb wil deze parlementaire commissie met haar werkzaamheden rond zijn tegen eind dit jaar, om vervolgens in januari 2021 op basis van een beleidsnota een themadebat te houden in de plenaire vergadering.
Het is ook begrijpelijk dat die timings verschillen, want de finaliteiten zijn anders. De commissie is veel meer gericht op een globale evaluatie en op de lessen die daaruit moeten worden getrokken voor de toekomst, terwijl de Vlaamse Regering zich met de inzet van de relancecomités vooral tot doel stelt om op korte en middellange termijn het economisch en maatschappelijk leven in Vlaanderen nieuwe impulsen te geven en zo geleidelijk weer op kruissnelheid te brengen.
Wat uw vraag betreft naar het budget voor de relancecomités, kan ik u meedelen dat de contracten met de twee consultants, die elk een relancecomité ondersteunen, gegund zijn voor een totaal bedrag van iets meer dan 300.000 euro, btw inbegrepen.
Met de experten van de relancecomités is afgesproken dat zij hun werkzaamheden voor de deelname, de voorbereiding en de verdere opvolging van de vergaderingen zullen kunnen factureren op basis van de gepresteerde uren. Het is momenteel onmogelijk in te schatten hoeveel tijd hun werk in beslag zal nemen. Uit budgettaire voorzichtigheid is wel een maximaal bedrag bepaald.
Tot slot hebt u gevraagd of de adviezen van de relancecomités openbaar zullen worden gemaakt. Ik kan u bevestigen dat de rapporten van de relancecomités openbaar zullen zijn zodra de rapporten gefinaliseerd zijn, zoals minister Crevits ook al geantwoord heeft op een vraag van uw collega-parlementslid Maurits Vande Reyde in de commissie Economie van 11 juni laatstleden. Zoals collega Crevits zei, moeten de experten wel vrijelijk kunnen discussiëren, onderling en met de leden van de Vlaamse Regering. Eenmaal ze hun rapport hebben afgewerkt, is het inderdaad een publiek document.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister-president, ik ben heel blij met uw antwoord. Het is een goede zaak dat die comités niet zomaar parallel naast elkaar werken, maar dat op het einde de documenten worden samengebracht en dat er met één plan naar buiten wordt gekomen. Het is ook goed dat in die gemengde kerngroep verschillende groepen samenkomen en dat er tegen midden juli al een aantal zaken kunnen worden voorgelegd. We plannen trouwens met de coronacommissie ook om tegen midden juli al een aantal aanbevelingen te formuleren over een eerste deelaspect, de woonzorgcentra, omdat die volgens ons heel cruciaal zijn. Stel dat er een tweede golf komt, moet men toch snel een aantal aanbevelingen voor de sector kunnen doen.
Ik ben blij met uw antwoord. Ik heb nog een bijkomende vraag. Eenmaal de rapporten klaar zijn en de aanbevelingen aan de Vlaamse Regering zijn voorgelegd en er beslissingen zijn genomen, zijn de werkzaamheden dan volledig ten einde of komt men in het najaar eventueel nog opnieuw samen om na te gaan of er nog iets moet gebeuren? Het zijn twee goede groepen. We waren ook heel blij met de samenstelling van de maatschappelijke groep omdat er ook een vertegenwoordiging van de Jeugdraad in zit. Het zijn heel goede comités. Het lijkt me niet slecht om ze ook nog eens in het najaar een evaluatie te laten maken of er eventueel nog bijkomende maatregelen nodig zijn.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Het staat tot nu toe niet in hun opdracht, maar het is evident dat, als we de kwaliteit van de rapporten gaan beoordelen en als ze voldoen, het logisch lijkt om dat te doen. Ik denk niet dat in het najaar alles voorbij zal zijn. Het lijkt me dus logisch om een aantal checkpoints in te bouwen en toch minstens de experten van het comité hun licht daarover te laten schijnen. Dat lijkt me logisch. Er zijn nog geen beslissingen over genomen, maar we gaan dat doen op het moment dat de rapporten zijn opgeleverd.
De heer Anaf heeft het woord.
Ik wil nog toevoegen dat we het zeker verder zullen opvolgen. We zijn ook heel erg tevreden dat de rapporten openbaar zullen worden. Uiteraard is het evident dat die mensen vrijuit moeten kunnen spreken. We moeten niet exact weten wie wat heeft gezegd, maar het is goed dat we die rapporten ter inzage zullen hebben zodat we mee de discussie kunnen voeren over wat de experten op tafel hebben gelegd en wat de Vlaamse Regering heeft beslist. We moeten daarover met elkaar in debat kunnen gaan. We blijven het opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.