Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over een onkostenvergoeding voor stages van laatstejaarsstudent-verpleegkundigen
Vraag om uitleg over het overleg met de Vlaamse Vereniging van Studenten over een financiële vergoeding voor vierdejaarsstudenten Verpleegkunde
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, een vraag in verband met de betaalde stage Verpleegkunde. Meer bepaald zijn onze bachelors Verpleegkunde van drie jaar naar vier jaar gegaan. In het Vlaams regeerakkoord hadden we reeds vorige zomer de passage opgenomen: “Voor laatstejaarsstudenten Bachelor in de Verpleegkunde (vierde jaar) kan een forfaitaire onkostenvergoeding voorzien worden, gefinancierd door de betrokken werkgevers.”
Ik stel vast dat de collega-parlementsleden in het Federale Parlement inspiratie gevonden hebben in ons Vlaams regeerakkoord, dat ze daar een wetsvoorstel hebben ingediend om die onkostenvergoeding te voorzien, een onkostenvergoeding die dan door het Vlaamse niveau betaald zal moeten worden. Het is altijd boeiend om dergelijke federale wetsvoorstellen te lezen. Maar tot daaraan toe, wij hebben het wel opgenomen in ons Vlaams regeerakkoord, dat is een goede zaak.
De kern is – en dat is voor iedereen belangrijk – dat we de studie aantrekkelijker willen maken om zo het personeelstekort in sector te helpen opvangen. Dat is zowel voor onze ziekenhuizen als voor onze rusthuizen en zorginstellingen belangrijk. In het wetsvoorstel staat dat de contractstage in het vierde jaar moet worden gefinancierd in samenspraak met de gemeenschappen; dat is dan wel het goede stuk, de kern van de zaak, denk ik.
Minister, zowel in uw beleidsnota als in ons regeerakkoord is die forfaitaire onkostenvergoeding al opgenomen. Vorige week hebben we ook de bevraging gekregen van de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS). Ik moet de mensen van VVS, Dylan Couck, Joffrey Vermunicht en Dries Suetens, eigenlijk feliciteren met hun bevraging en hun gestructureerde aanpak. Het is toch interessant om hier mee te geven bij deze vraag: er zijn meer dan duizend studenten Verpleegkunde bevraagd om een zicht te krijgen op de situatie. Eén op de drie studenten Verpleegkunde moet werken om zijn studies te kunnen betalen. Dat is niet weinig, dat is zelfs veel. Vier op de tien laat weten dat hun stage en studie lijden onder de uitoefening van die studentenjob. Als we dan verder kijken, stellen we vast dat ze toch heel wat kosten maken voor die nieuwe verlengde vierjarige opleiding, maar ook kosten maken om op stage te kunnen gaan. Dat is niet onbelangrijk.
Uit een studie komt naar voren dat studenten gemiddeld een bedrag van 380 euro per maand aangeven als billijk voor zo’n vergoeding. Dat is niet weinig. Ze zijn dus niet op zoek naar een volwaardig loon maar wel naar een kostendekking en een erkenning voor hun inspanningen.
Collega’s, het goede nieuws is wel – en dat kwam ook uit die bevraging naar boven – dat studenten verpleegkunde een heel hoge motivatie hebben. Ik denk dat we daar alleen maar blij mee kunnen zijn, minister.
Minister, hebt u al overleg gehad over het betreffende wetsvoorstel, niet alleen met de instelling maar ook met eventuele werkgevers? Is er een mogelijkheid om dit voor deze eerste generatie mee te nemen?
Hebt u zelf al een voorstel tot onkostenvergoeding kunnen uitwerken, zoals u opgenomen hebt in uw beleidsnota? Zo ja, hoeveel zal die bedragen en wie zal die betalen? Zo neen, wanneer mogen we die verwachten?
De heer Warnez heeft het woord.
In de Kamer is inderdaad een wetsvoorstel ingediend om financiering te voorzien voor contractstages binnen de bacheloropleiding verpleegkunde. Studenten die in hun laatste jaar stage lopen zouden zo een onkostenvergoeding ontvangen. Zo wil men de studie verpleegkunde aantrekkelijker maken en tegemoetkomen aan het personeelstekort in de sector.
Zoals we weten, moeten studenten verpleegkunde sinds 2016 in het vierde jaar van hun bacheloropleiding stage lopen gedurende 22 weken. Voor vele studenten is dat een heel zware periode. Zo betalen zij inschrijvingsgeld om als verpleegkundige-in-opleiding te werken maar krijgen ze geen onkostenvergoeding voor verplaatsingen, parking en maaltijden. Bovendien moeten vele zij-instromers de stage combineren met hun gezinsleven.
Verpleegkundige is al jaren een knelpuntberoep. Met de nakende pensioneringsgolf van babyboomers stevent België ook af op een structureel tekort aan verpleegkundigen. Met een onkostenvergoeding kunnen we alvast meer studenten en zij-instromers warm maken. Deze onkostenvergoeding zou zeer verdiend zijn na de inspanningen tijdens de coronacrisis. Ze versterkten teams in verschillende ziekenhuizen en woonzorgcentra. Het zou dus een krachtig signaal zijn voor een maatschappelijk erg belangrijke opleiding.
In het wetsvoorstel lezen we dat men de financiering wil uitwerken samen met de gemeenschappen. In het regeerakkoord spraken we alvast af dat werkgevers voor de laatstejaars bachelor verpleegkunde een forfaitaire onkostenvergoeding kunnen voorzien.
Minister, u hebt al aangegeven in deze commissie dat u hier snel werk van wilt maken. U wilt werken via twee sporen: een kortetermijnspoor, waarbij snel wordt geschakeld, en een structurele oplossing voor de lange termijn.
Zoals collega Daniëls al aangaf, is er inderdaad een zeer goede bevraging geweest van de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) bij 1100 studenten. Dat is toch niet niks. Dat heeft geleid tot een zeer gestructureerd en goed rapport. Daaruit komt de precaire financiële situatie van de studenten naar voren. Drie op de tien studenten geeft aan tijdens de stage te moeten werken om de studies te betalen. Zij zijn niet op zoek naar een volwaardig loon maar wel naar een dekking van hun kosten en de erkenning van hun inspanningen. Uit de bevraging kwam het bedrag van 380 euro per maand naar voren. De VVS-bevraging geeft evenwel ook aan dat een vergoeding alleen niet zal volstaan om de opleiding aantrekkelijker te maken. Meer acties zijn nodig. De VVS geeft als voorbeelden de verdere uitbouw van de mentorenopleiding en een structurele kwaliteitsbewaking van de stageplekken.
Minister, welke stappen hebt u al gezet om tegemoet te komen aan de vraag naar een forfaitaire onkostenvergoeding voor stages van student-verpleegkundigen die in hun laatste jaar zitten? Is er al een kortetermijnoplossing in zicht?
Voert u – met het oog op een goede oplossing voor de studenten – overleg met het federale niveau?
Beschouwt u het bedrag van 380 euro per maand ook als een billijk bedrag?
Welke initiatieven zult u nemen om de bacheloropleiding verpleegkunde aantrekkelijker te maken?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, in 2015 werd de bachelor Verpleegkunde inderdaad verlengd van drie tot vier jaar. Ook toen was er al sprake van een vergoeding in het laatste stagejaar. Dat lijkt me ook logisch, want in dat laatste stagejaar werken studenten eigenlijk voltijds volgens onregelmatige uren. Ze moeten bovendien ook nog inschrijvingsgeld betalen. Die vergoeding voor dat laatste stagejaar is er echter nooit gekomen. Nochtans is de roep naar actie, maar ook de nood op het terrein groot. Dat blijkt ook opnieuw uit de enquête van de VVS bij meer dan duizend studenten verpleegkunde.
Een derde geeft inderdaad aan dat ze naast hun studies ook moeten werken om hun studies te kunnen betalen en om in hun levensonderhoud te voorzien. Velen zeggen ook dat ze het moeilijk vinden om hun stage te combineren met hun studies. Een grote groep geeft dan ook aan dat ze nood hebben aan een vergoeding om zich volledig en goed te kunnen focussen op hun studies.
Ik hoef u niet te vertellen, minister, dat de nood aan extra zorgverleners zeer groot is en dat we er dus alle baat bij hebben om die job aantrekkelijker te maken. Dat kan onder andere door ook financiële appreciatie te tonen voor het harde werk van mensen in de zorg, ook als het gaat over studenten in hun laatste stagejaar. Wat ons betreft, moet die vergoeding er absoluut komen.
We weten dat de VVS bij u op bezoek is geweest. Ik ben benieuwd naar de uitkomst van dat gesprek. Ik ben ook benieuwd naar uw appreciatie van de enquête van de VVS. Welke engagementen bent u aangegaan in dat gesprek met de VVS? Bent u al in overleg gegaan met het federale niveau over het wetsvoorstel dat voorligt waarin staat dat de gemeenschappen zouden moeten tussenkomen in zo'n eventuele vergoeding?
Minister Weyts heeft het woord.
Nodeloos te zeggen dat dit dossier al wel een tijdje aansleept. In het regeerakkoord hebben we afgesproken dat we de belofte van de vorige regering gehonoreerd willen zien en dat er voor de laatstejaarsstudenten van de professionele bachelor Verpleegkunde in een forfaitaire onkostenvergoeding zou voorzien moeten kunnen worden. Die opleiding duurt vier jaar, terwijl andere professionele bachelors maar drie jaar duren. Ook de HBO5 Verpleegkunde is een driejarige opleiding. Belofte maakt schuld.
Vandaag studeert de eerste generatie in het nieuwe systeem af. Ik heb daarom geprobeerd om verschillende sporen te bewandelen. Ik heb al een tijdje geleden aan minister Beke voorgesteld dat wij vanuit Onderwijs voor een eenmalige oplossing zouden zorgen op voorwaarde dat hij er dan samen met de werkgevers voor zorgt dat de studenten vanaf volgend academiejaar een meer structurele onkostenvergoeding van de werkgevers zouden ontvangen. Ik heb dat spoor ook afgetoetst met de VVS. Zij gaven aan zich in die aanpak te kunnen vinden.
Ik heb vervolgens ook de hulp ingeroepen van minister Crevits om een beroep te kunnen doen op het Europees Sociaal Fonds (ESF). We zijn kunnen landen, wat goed is, maar ik geef onmiddellijk mee dat het bescheiden is wat we doen. We hebben een akkoord over een eenmalige regeling voor het lopende academiejaar met de afspraak dat minister Beke dan zorgt voor een stabiele regeling vanaf volgend academiejaar.
De studenten die in het lopend academiejaar afstuderen in de bachelor Verpleegkunde hebben 800 uren stage doorlopen. Het gaat om 1600 studenten. Ik vind het belangrijk dat die studenten die hun diploma halen na de professionele bachelor van 240 studiepunten een tegemoetkoming zouden krijgen zoals beloofd. We voorzien daartoe in een eenmalige toelage van 1000 euro aan al wie dit academiejaar zijn of haar diploma behaalt in de verlengde opleiding, opnieuw in het volle besef dat dit een bescheiden bedrag is. Het is wel het resultaat van een mooie samenwerking tussen de drie ministers en de VVS. Vanuit Onderwijs voorzien we in 60 procent van de middelen, namelijk 955.000 euro. Via het ESF kunnen we zorgen voor 40 procent van de financiering. Minister Beke zal ervoor zorgen dat tegen uiterlijk het einde van het volgende academiejaar een nieuw voorstel op de tafel ligt waarin de werkgevers instaan voor een structurele regeling.
We hebben die mensen eenvoudigweg nodig en we appreciëren ze uitermate. De werkgevers in de sector hebben hen nodig en we hebben ook de opleiding nodig en dus moeten we maken dat ze aantrekkelijk blijft.
Het rapport van VVS was voor mij toch echt wel een motivatie. VVS bevroeg het afgelopen jaar meer dan 1000 studenten Verpleegkunde. Daaruit blijkt hoe precair hun financiële situatie is. Drie vierde zegt dat ze een vergoeding echt noodzakelijk achten om de kosten, verbonden aan de studie en de stage, te vergoeden. Dat staat dan nog los van het vergoedbare werk, het gaat over de kosten van de studie en de stage.
Ik zou niet weten wat ik moet doen met het federale wetsvoorstel. Ik ben daarover ook niet geconsulteerd. Ik heb er weinig over te zeggen behalve dat ik het altijd zinvoller vind dat men zich uitspreekt over zaken waarvoor men zelf verantwoordelijk is, eerder dan te gaan dicteren wat een ander moet doen. Het wetsvoorstel zal mooi hangen aan de muur, maar ik denk dat we daar verder weinig mee kunnen.
Met de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) hebben we een constructief overleg gehad over onder meer het aantrekkelijker maken van de opleiding. De VLHORA is absoluut bereid, maar ik wil hen de kans geven om het zelf eerst grondig te bekijken. Hoe kan men de mentorenopleiding verder versterken? Hoe gaat men om met de feedback uit het rapport van VVS? Hoe evalueert men de eerste cohorte van het vierde jaar Verpleegkunde, nu de eerste generatie is afgestudeerd? Op welke manier wil men postgraduaten gaan vormgeven en inrichten?
Binnen de VLHORA is er al een hele tijd een werkgroep Verpleegkunde. Zij leveren al een hele periode goed werk. De voorbije maanden stonden zij voor een enorme uitdaging, het laten doorgaan van alle stages in de zorg ten tijde van deze coronacrisis. Dat was hun eerste besogne. Ze zijn daar heel professioneel en flexibel mee omgegaan zodat de studenten nu ook zoveel als mogelijk kunnen afstuderen als kwaliteitsvolle verpleegkundigen, zoals ook het geval ging zijn als er geen corona was. Ik wil ze daar graag voor bedanken, net zoals VVS en mijn collega’s, en ik hoop dat we met deze eenmalige regeling ook de basis hebben gelegd voor een structurele oplossing en het structureel aantrekkelijker maken van die toch wel belangrijke opleiding.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, dit is goed nieuws – ik denk dat we daar eerlijk in moeten zijn – op vele vlakken.
U hebt het initiatief genomen om samen met uw collega’s Beke en Crevits na te gaan wat u nu al kunt doen. U moet inderdaad niet wachten op een wetsvoorstel. Het voorstel komt trouwens te laat want u was al bezig. De tijd tussen het wetsvoorstel en nu kan niet tot deze oplossing leiden.
De 955.000 euro die vanuit Onderwijs komt en de andere bijna 600.000 euro die vanuit het ESF komt, de 40 procent die voor dit jaar wordt toegepast, is een goede zaak.
De structurele oplossing moet worden gezocht in relatie met de werkgevers. Het is een onderhandeling die uw collega Beke moet voeren. Ik onderschrijf dat u zegt dat hij momenteel andere besognes aan zijn hoofd heeft. Ik zou toch willen oproepen om dit snel op te starten, als het al niet is opgestart, om er zo voor te zorgen dat er een structurele oplossing is, want dit is een eenmalige. Het is niet omdat deze studenten de eerste cohorte is die afstudeert, dat ze niets zouden moeten krijgen. Dat lijkt me een goede zaak te zijn.
Men wil de mentorenopleiding nog wat versterken en aantrekkelijker maken. Daarnaast is er natuurlijk ook de HBO5-opleiding Verpleegkunde van drie jaar. Daar is geen vierde jaar bijgekomen.
Collega’s, val ik weg? Want ik zie jullie allemaal in de lach schieten. (Opmerkingen van de voorzitter)
Ik herhaal mijn vraag even. Minister, als u toch contact moet opnemen met het federale niveau, neem dan zeker ook contact op met minister De Block in verband met HBO5 om de wet bij te stellen over wie welke taken moet doen in de zorg, want die studenten zullen we wel nodig hebben.
De heer Warnez heeft het woord.
Voorzitter, ik volg inderdaad het pleidooi van collega Daniëls over de HBO5-studenten. Het zijn heel belangrijke studenten, naar wie ook vraag is in de praktijk, op het veld, en daarom moeten we er blijvend op inzetten.
Ik wil u ook feliciteren, minister, want u hebt dit samen met de VVS, de VLHORA, maar ook met minister Beke en minister Crevits tot een goed einde gebracht. Dat kon alleen dankzij een goede samenwerking en goed teamwork. Dank daarvoor. Met de eenmalige premie maakt u niet alleen ons als commissieleden blij, maar vooral ook de 1600 studenten die nu afstuderen. Het is misschien een heel praktische vraag, maar ik kan me wel inbeelden dat studenten het zich afvragen, mochten ze nu volgen: zal die premie op aanvraag worden uitbetaald of via een hogeronderwijsinstelling? Dat is misschien praktisch, maar voor studenten niet onbelangrijk.
Tot slot wil ik misschien ook nog zeggen dat ik heel blij ben met het antwoord dat u via de VLHORA ook aan andere acties zult werken om de opleiding aantrekkelijker te maken.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik ben eigenlijk ook heel blij dat er alvast een eenmalige oplossing is gevonden voor de studenten die dit academiejaar afstuderen, maar het spreekt voor zich dat er ook een structurele oplossing gevonden moet worden voor de studenten van de volgende generaties. Ik heb begrepen dat dat een bevoegdheid is van minister Beke, dus we zullen het niet nalaten om hem daarover te bevragen, want ik denk dat hier zo snel mogelijk werk van moet worden gemaakt.
Het mag hier inderdaad niet stoppen, dus laten we ook de studenten HBO5 niet uit het oog verliezen. En als we de opleiding aantrekkelijker willen maken, ben ik het volmondig met u eens, minister, dat de financiële appreciatie goed is, maar dat er meer nodig is. Ik ben blij dat de VLHORA daar al mee bezig is. Ik neem aan dat de VVS daar ook bij betrokken wordt. Ik wens iedereen veel succes. Wij zullen dat zeker opvolgen.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Dit is de tweede keer dat ik me aansluit bij deze commissie. De minister en de commissieleden zullen waarschijnlijk nog weten dat ik vorige maand eigenlijk exact dezelfde vraag gesteld heb. Ik heb toen aan de minister gevraagd wat zijn plannen waren rond de structurele oplossing voor de forfaitaire vergoeding. Ik kan begrijpen dat de minister toen nog niet rond was of dat hij mij de primeur niet wilde geven. Ik was toen heel ongerust, omdat er toen nog geen oplossing was en het schooljaar op zijn einde liep, maar ik ben heel blij dat er voor dit jaar alsnog een oplossing gekomen is.
Een tweede opmerking die ik wil geven, is dat ik ook heel verbaasd was toen ik vorige week in de krant las dat er op federaal niveau een initiatief genomen was. Ik ben op zoek gegaan naar het wetsvoorstel en, beste collega’s, met de beste wil van de wereld ben ik daar nog niet in geslaagd. Ik denk dus dat dat voorstel nog altijd niet is ingediend in de Kamer en ik durf zelfs te denken dat het een manier was om Vlaanderen via de media ietwat onder druk te zetten. Maar soit, we zijn er.
Minister, ik zit normaal gezien in de commissie Welzijn en u mag er zeker van zijn dat ik ook een luis in de pels zal worden van minister Beke, om ervoor te zorgen dat er voor de studenten die nog moeten afstuderen, een goede structurele oplossing komt.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik wil ook nog eens het belang van HBO5 onderstrepen, het feit ook dat er een leerladder is binnen de zorgsector, binnen de opleiding tot verpleegkundige. We willen meer handen aan het bed en ik vind het samen met de collega’s heel belangrijk dat de leerlingen die starten vanuit het bso en tso, de opleiding tot zorgkundige kunnen afmaken binnen HBO5. Ik vraag daar de nodige aandacht voor, vooral omdat we weten dat het net die profielen zijn die in de woonzorgcentra worden tewerkgesteld. De coronatijden hebben ons net geleerd dat er toch wat aandacht moet zijn voor die mensen die werken in de woonzorgcentra en voor de professionalisering van die doelgroep. Ik vermoed dat daar in de nabije toekomst ook wel een aantal aanbevelingen zullen volgen voor de opleidingscentra die deze HBO5-studenten begeleiden, om hen nog weerbaarder te maken.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, ook het Vlaams Belang wil de studie van het beroep van verpleegkundige aantrekkelijker maken en om die reden zijn wij ook voorstander van die onkostenvergoeding. Vorige keer pleitte ik voor een soort van basisinkomen voor een maatschappelijk relevante opleiding zoals verpleegkunde. Voor alle duidelijkheid, dat geldt niet voor de hele opleiding en niet voor alle knelpuntberoepen want dat zou onbetaalbaar zijn. Toch vind ik het jammer dat u niet bereid bent om deze piste voor de opleiding verpleegkunde te onderzoeken. Ik denk dat het een deel van de oplossing zou kunnen zijn om de opleiding aantrekkelijker te maken.
Minister, er komt nu een vergoeding van 1000 euro, dat is inderdaad goed en u krijgt dan ook onze volle steun. Ik hoop dan ook dat er nu snel een structurele oplossing komt.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de techniciteit betreft van de uitbetaling, had ik in het programmadecreet en in de begrotingsaanpassing voor 2020 voorzien in een decreetsbepaling waardoor we vanuit het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS) 955.000 euro, naast 645.000 euro vanuit het Europees-Sociaal Fonds en co-financiering vanuit het beleidsdomein Werk kunnen zorgen voor de nodige financiering. De uitbetaling zal via AHOVOKS gebeuren maar wat de technische aspecten betreft, kan ik u nu geen antwoord geven, ik zal u dat schriftelijk bezorgen.
Toen ik het had over de coronacrisis en de storende factor in het kader van de werkzaamheden, had ik het vooral over de VLHORA en de werkgroep verpleegkunde die daar vooral mee bezig geweest is, maar niet over de besprekingen van minister Beke. Er zijn wel degelijk besprekingen bezig tussen het kabinet van minister Beke en de werkgevers in functie van een structurele oplossing. U kunt zich daar verder over bevragen bij mijn collega.
Ik deel de bezorgdheid over HBO5. Ik weet niet of het zinvol is om een voorstel van decreet uit te werken om te zeggen wat de federale overheid moet doen, dat is misschien niet zo productief maar ik zal alleszins de nodige druk zetten. Misschien kan een parlementair initiatief verder gaan en effectief op papier worden gezet en ingediend, misschien kan dat een meerwaarde zijn. Alleszins denk ik dat, wanneer het gaat over HBO5, in het kader van de volgende federale regeringsvorming die er onverwijld zit aan te komen, men met dezelfde spoed en even onverwijld werk kan maken van een structurele oplossing voor HBO5.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, uw gratis consultancy die de commissie zopas kreeg, valt niet in dovemansoren. Er zullen decretale aanpassingen nodig zijn om deze onkostenvergoedingen zo snel mogelijk door te voeren en de commissie zal daar goed aan meewerken. Ik denk dat wij als commissie samen dat initiatief kunnen nemen, over alle partijgrenzen heen.
Een vraag nog: wat zal die onkostenvergoeding fiscaal betekenen voor de studenten? Zij studeren nu af en gaan wellicht na de zomer beginnen te werken. Kan het geregeld worden dat zij niet een deel van die onkostenvergoeding naderhand moeten teruggeven aan de belastingen? Als dat federaal moet worden geregeld, kunnen wij daarvoor gerust de nodige stappen ondernemen.
Minister, ik dank u en uw collega Crevits en ook de studenten van de VVS. In de commissie Welzijn zullen we ook regelmatig polsen bij minister Beke hoever het staat met de structurele uitwerking van deze maatregel.
De heer Warnez heeft het woord.
Zoals de heer Daniëls zegt, moeten wij samenwerken, vooral nu op federaal niveau de regeringsvorming er hopelijk aan komt. U hebt zeker onze steun voor een decretale regeling van deze onkostenvergoeding. Wat het federale wetsvoorstel betreft: het is ingediend maar het staat nog niet op de website van de Kamer omdat het nog moet worden vertaald. Ikzelf heb het al gelezen. Heeft dit voorstel Vlaanderen onder druk gezet? Ik weet het niet. Maar het kan inspirerend zijn voor de andere gewesten om ons voorbeeld te volgen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik wil ook mijn dank uitspreken voor al wie deze onkostenvergoeding mogelijk heeft gemaakt voor onze hardwerkende studenten Verpleegkunde. Ik hoop dat er nu ook snel een structurele regeling wordt uitgewerkt, en dat er een snelle uitbetaling komt aan de studenten die dit jaar afstuderen. Wat ons betreft, zijn wij absoluut voorstander van het belonen van hardwerkende mensen. Dat geldt ook federaal en u zult in ons zeker een partner vinden om ook de noden van de studenten HBO5 ter harte te nemen op het federale niveau.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.