Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, deze vraag vloeit voort uit een beslissing van vorige week van minister Demir die in het kader van het project ‘Theologische Aanpak Islamitische Radicalisering’ de samenwerking met het Platform van Vlaamse Imams en Islamdeskundigen heeft stopgezet. De coördinator van het project was Khalid Benhaddou, een imam uit Gent.
Het project werd gestart in 2018 en in 2019 verlengd door de toenmalige bevoegde minister. Het project had tot doel de begeleiding van geradicaliseerde gevangenen na hun voorwaardelijke vrijlating. Daarvoor werd 174.000 euro per jaar voorzien.
De minister besliste de samenwerking met het platform stop te zetten omwille van twee redenen. Deradicalisering lukt niet via de imam, zei de minister. Het is ook de verkeerde aanpak uit het verleden, zo bevestigde ze gisteren in de commissie Radicalisering in het Vlaams Parlement.
Ten tweede bleek uit een evaluatie van het project en de uitbetaalde subsidies aan het platform, dat er een fameuze discrepantie bestond tussen het aantal gefactureerde werkuren en het aantal gepresteerde uren. Bovendien waren er nog een aantal andere anomalieën. Zo kocht het platform een tv en verschillende computers die in feite niets met hun opdracht te maken hadden, en werden opleidingen aangerekend voor vrijwilligers die niet bestonden: financieel gesjoemel dus met belastinggeld. Op vragen daaromtrent kon de coördinator geen afdoend antwoord geven. In mijn ogen heeft minister Demir die samenwerking terecht stopgezet.
Als we kijken naar uw bevoegdheden, minister, is er voor Onderwijs het netwerk van islamexperten, dat in scholen duiding geeft over de islam en over radicalisering. Ook voor dit project, dat al een vijftal jaar actief is, sinds 2015, worden jaarlijks forse budgetten voorzien en wordt er gewerkt met onkostenvergoedingen voor de betrokken islamexperten. Het project wordt de facto opgezet vanuit de Moslimexecutieve, dat de bevoegdheden rond Onderwijs heeft gedelegeerd aan het Centrum Islamonderwijs (CIO), waaruit uiteindelijk het netwerk van islamexperten gegroeid is. Ook dit netwerk wordt gecoördineerd door Khalid Benhaddou. De vraag is of de samenwerking wel zal worden verdergezet, gezien de beslissing van uw collega-minister vorige week.
Ik zou u willen vragen hoe u de werking van dit netwerk evalueert.
Kunt u de precieze budgetten die daaraan sinds 2015 besteed worden, toelichten?
In hoeverre heeft de beslissing van uw collega-minister van Justitie in de Vlaamse Regering om niet verder te werken met het Platform Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen, vanwege financieel gesjoemel, en het argument dat imams een onvoldoende kritische kijk op het geloof hebben, gevolgen voor uw samenwerking met het netwerk van islamexperten in het onderwijs?
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Janssens, welkom in de commissie Onderwijs. Mijn naam is Ben Weyts, bevoegd voor Onderwijs.
Ik moet zeggen dat u toch wel wat zaken met elkaar vermengt. Ik zie weinig gelijkenissen tussen voornoemde projecten. Enkel de coördinator is dezelfde, maar wat doelgroep en doelstellingen betreft, zijn beide projecten totaal verschillend. Het onderwijsproject richt zich op leerlingen en leerkrachten en heeft ook een veel bredere en meer preventieve insteek. Het gaat niet om gedetineerden, maar over jongeren en leerlingen. Men wil inzicht geven in waarom jongeren radicaliseren. Ik denk dat we met zijn allen naar een antwoord op die vraag snakken. Men is ook bezig met concrete bezorgdheden rond radicalisering; daaromtrent kan zelfs strikt individueel gewerkt worden. Meer algemeen geeft men ook duiding over omgaan met levensbeschouwelijke diversiteit en ondersteunt men leerkrachten, zodat zij met meer zelfvertrouwen zelf in gesprek kunnen gaan met leerlingen en ouders over deze thema’s, om hen op een juister pad te brengen.
Overigens is het niet zo dat het netwerk van islamexperten enkel uit imams bestaat, integendeel. Het gaat over zeer diverse profielen, allemaal vrijwilligers trouwens.
Collega Demir wees op het belang van een kritische kijk op geloof. U verwees daar ook naar en ik ben het daar volkomen mee eens. Net daarom vind ik het goed dat het netwerk van islamexperten in haar vormingen en studiedagen de hete hangijzers, zoals het respect voor seksuele diversiteit of de verzoenbaarheid van geloof en wetenschap, niet uit de weg gaat. Dat komt allemaal aan bod, ook in activiteiten die zich specifiek richten naar de islamleerkrachten.
Betekent dat dan dat wij daarmee alle problemen of uitdagingen binnen het islamonderwijs hebben aangepakt? Uiteraard niet. Maar het is wel positief dat er over dergelijke gevoelige thema’s intern en open gedebatteerd wordt. De ondersteuning van dat onderwijsnetwerkje gebeurt op basis van een meerjarige beheersovereenkomst, die is afgesloten door mijn voorganger. Die overeenkomst loopt sinds 1 mei 2019 tot en met 30 april 2023. In het kader van die beheersovereenkomst is er regelmatig afstemming in samenwerking met de koepels van de ouders, de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s), de onderwijsverstrekkers en andere relevante projecten en initiatieven. Ik volg de uitvoering van die overeenkomst van nabij op. Er is een jaarlijkse evaluatie en tot heden heeft die geen onregelmatigheden of problemen gemeld. Ik zie momenteel, gelet ook op de noodzaak van deradicaliseringsprojecten – zie de kranten van vandaag – geen reden om die samenwerking te stoppen.
De heer Janssens heeft het woord.
Dank u wel, minister, ook voor de voorstelling van uzelf, die geheel overbodig was, want ik ben een regelmatige kijker van het VTM-nieuws, waarop ik u af en toe wel eens tegenkom met antwoorden die u in het parlement niet geeft, maar die wel op het VTM-nieuws te horen zijn.
Ik stel mij toch vragen over de besteding van overheidsmiddelen, belastinggeld, die de voorbije jaren aan dat netwerk zijn besteed. U hebt niet gezegd hoeveel budgetten naar dat Netwerk Islamexperten zijn gegaan. Af en toe is het toch goed dat de effectiviteit en de efficiëntie van die besteding worden geëvalueerd. Ik verneem nu dat er in 2019 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst is afgesloten, die nog een viertal jaar loopt. Die wordt gefinancierd met een structurele subsidie, in tegenstelling met het verleden waarin die subsidiëring projectmatig was. In welke mate is daarvan een evaluatie gebeurd? Wat zijn de evaluatiecriteria? Zijn daarvan verslagen beschikbaar? Is er controle op de uitgaven en de kostenposten? Zijn er financiële rapporten en mogen wij die dan ook inkijken?
Op basis van een dergelijke evaluatie heeft minister Demir haar beslissing genomen. Er is een doorlichting gebeurd door de administratie, die heel wat vragen opwierp over de besteding van die overheidsmiddelen en waaruit bleek dat er behoorlijk wat anomalieën waren. U bent toch minister van dezelfde regering en van dezelfde partij overigens. U blijkt dan wel een ‘believer’ te zijn van het Netwerk Islamexperten, terwijl de andere minister zegt dat die imams een onvoldoende kritische kijk hebben op het geloof om die radicalisering aan te pakken. U zegt dat er in dat netwerk wordt gewerkt met vrijwilligers. Welnu, uit eerdere schriftelijke vragen blijkt dat die vrijwilligers allen imams of islamleerkrachten zijn, wat hetzelfde fundamentele probleem doet rijzen als dat waarmee minister Demir te kampen heeft. Die mensen missen een voldoende kritische kijk op het geloof om daarover toelichting te geven in onze scholen.
De heer Brouns heeft het woord.
Ik wil drie punten brengen. Vooreerst benadrukt de minister terecht het belang om preventief in te zetten op ‘des-engagement’ zoals dat gisteren in de commissie Radicalisering werd genoemd. Dat gaat veel breder dan veelal wordt gedacht. Het netwerk zet daar ook wel op in met een preventieve aanpak in de scholen. Het is cruciaal daar de nodige aandacht aan te blijven schenken.
Ten tweede is in de commissie Radicalisering gisteren ook gebleken dat minister Demir op basis van een evaluatie tot een andere aanpak zal overgaan en dat ze multidisciplinaire teams zal inzetten. Gaat u die teams ook in de scholen inzetten?
En tot slot een derde punt. U verwijst naar de beheersovereenkomst die opnieuw moet worden onderhandeld. Ik denk dat het echt cruciaal is dat in die beheersovereenkomst ook een samenwerking wordt opgezet met de lokale integrale veiligheidscellen (LIVC’s) omdat ook de scholen, de CLB’s en andere partners die bij het onderwijsveld betrokken zijn, daar in de toekomst hun rol zullen krijgen in het decretaal kader dat momenteel door minister Demir en minister Somers wordt uitgewerkt. We moeten er aandacht voor hebben dat in de beheersovereenkomst al wordt verwezen naar hun rol in de LIVC’s.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Ingaand op de heer Brouns denk ik dat we wel moeten opletten dat we niet te veel zaken met elkaar mengen. De bedoeling van het onderwijsnetwerk van islamexperten was om op de scholen te focussen en om een antwoord te geven op de nood die er toen was. Wij zien nu ook dat het Netwerk Islamexperten heel veel workshops aanbiedt, de voorbije jaren was daar ook heel veel vraag naar. Dit is positief geëvalueerd en wordt dus verdergezet.
Ik zag op de website dat al 650 scholen voor een kort of langer traject een beroep hebben gedaan op het Netwerk Islamexperten. Ik sluit me zeker aan bij de vraag om dit blijvend te evalueren, maar blijft die vraag gehandhaafd? Is er nog heel veel vraag om daarrond te werken en wat is de verhouding basisonderwijs/secundair onderwijs daarin?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega's, we mogen het belang van een goede preventie, wanneer het gaat over de strijd tegen alle vormen van radicalisering, niet onderschatten. Voor mij sluit dat project met islamexperten daarbij aan. Ik was er gisteren ook bij in de commissie Radicalisering. Het klopt dat daar zeer terechte vragen zijn gesteld bij de discrepantie die bestaat tussen de onkosten in het kader van dat project met imams en de gepresteerde uren. Het rapport van de administratie was op dat vlak glashelder, we hebben het daar gisteren al over gehad.
Voor zover ik me herinner, mijnheer Janssens, is de expertise van de betrokken personen daar op geen enkel ogenblik ter sprake gekomen. Het ging vooral over de manier waarop de middelen werden besteed.
Voor het overige denk ik dat het wel goed is dat we de inhoud goed monitoren en evalueren. Minister, ik hoor graag van u hoe dat is gebeurd. Ik ben het met u eens dat een project dat werkt rond radicalisering in het onderwijs zeker moet worden verdergezet.
Minister Weyts heeft het woord.
Het budget bedraagt 188.000 à 190.000 euro op jaarbasis.
Er is een jaarlijkse evaluatie waarbij men ingaat op het inhoudelijke luik en op het financiële luik. U kunt die ook opvragen maar ik merk dat u uw mening bij voorbaat al hebt gevormd, dat u dit bij voorbaat al verdacht maakt en vindt dat dit dan ook maar moet worden afgeschaft.
Ik denk dat die deradicaliseringsprojecten absoluut nodig zijn. Er is vraag naar, er zijn in totaal al bijna 1000 aanvragen binnengekomen voor interventies. In 2015, bij de start, waren er 25 aanvragen. In 2016 waren er 232, in 2017 ongeveer evenveel. In 2018 waren er iets minder, in 2019 waren er 171 en tot april van dit jaar hebben we ongeveer 60 aanvragen binnengekregen. Daar is dus duidelijk vraag naar.
Vandaag kregen we net bericht over nieuwe ontwikkelingen ter zake waarbij ook jongere en zelfs heel jonge leerlingen zouden worden aangesproken met een soort nieuwe beweging. We moeten dat ook bekijken en daarbij kunnen we gebruikmaken van wat er momenteel al bestaat.
Voor een nieuwe beheersovereenkomst is het wel ietwat vroeg, want de huidige beheersovereenkomst loopt nog tot april 2023. We hebben dus nog wel wat tijd. Ik hoop dat het ondertussen wel loopt. Ik ga mij trouwens ook eens tot hen adresseren met de concrete vraag wat hun oordeel is over wat er vandaag werd gemeld in de pers.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik kom tot twee vaststellingen. Vooreerst stel ik vast dat twee ministers uit dezelfde regering, uit dezelfde partij, voor een andere aanpak kiezen inzake moslimradicalisering. De ene zegt: “Ik stel mijn vertrouwen in het Netwerk Islamexperten, dat bestaat uit imams en islamleerkrachten.” En de andere minister zegt: “Voor mij kunnen die imams …” (Het geluid van Chris Janssens valt weg.)
Aangezien het geluid weggevallen is, kunnen we niet anders dan overgaan naar de volgende vraag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.