Verslag vergadering Commissie voor de bestrijding van gewelddadige radicalisering
Verslag
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, in de nasleep van het overlijden van de zwarte Amerikaan Georges Floyd op 25 mei 2020 zagen we een forse toename van activisme van de ‘Black Lives Matter’-beweging. Daarbij is duidelijk dat deze beweging zich niet beperkte tot vreedzame acties. In de Verenigde Staten trok deze extremistische beweging een spoor van vernieling waarbij honderden – zo niet duizenden – winkels werden geplunderd en monumenten door grote groepen relschoppers werden vernield. Dat was geweld op een schaal die ongezien is in de recente geschiedenis. Op beelden die op sociale media circuleren, maar zelden door de mainstream media worden opgepikt, is te zien hoe het activisme ook al leidde tot racistisch geweld op blanken.
Toen de beweging oversloeg naar Londen, Parijs en Brussel, leidde dit ook daar tot gewelddadige incidenten en de vernietiging van Europees erfgoed door opgehitste meutes. Politieagenten werden aangevallen, en ook bij ons werden winkels massaal geplunderd. In Zaventem werd recent ook racistische graffiti aangebracht op de muur van het gemeentehuis: ‘dood aan blanken’.
Het is duidelijk dat overal waar Black Lives Matter zich manifesteert dit leidt tot extremisme, rassenhaat, polarisering en geweld. Eveneens is duidelijk dat de beweging verweven is met professionele oproerkraaiers, zoals het uiterst gewelddadige Antifa, dat een lang palmares heeft van geweld.
Dat Black Lives Matter geweld met zich meebrengt, hoeft niet te verbazen. De inhoudelijke boodschap is er een van ophitsing van allochtonen tegen onze Vlaamse samenleving, onze Vlaamse cultuur en onze ordediensten, waarbij die als inherent racistisch worden voorgesteld. Deze beweging probeert een rassenkwestie ingang te doen vinden in onze samenleving.
Nergens ter wereld krijgen mensen van vreemde afkomst zoveel kansen als hier, zelfs via positieve discriminatie. En toch wordt allochtonen wijsgemaakt dat hun eventuele falen in onze samenleving een gevolg is van structurele discriminatie waarvan zij het permanente slachtoffer zijn. Er wordt een racistisch slachtofferdenken gecultiveerd dat polariserend werkt, leidt tot haat tegen de autochtone bevolking en in de toekomst dreigt te leiden tot geweld.
Minister, welke initiatieven zal de Vlaamse Regering nemen inzake het ‘Black Lives Matter’-extremisme?
Zal de Vlaamse Regering onderzoek laten verrichten naar de verwevenheid tussen Black Lives Matter en andere gewelddadige groeperingen zoals Antifa?
Welke initiatieven zult u nemen om het door Black Lives Matter gecultiveerde slachtofferdenken en het door deze beweging gepromote antiblanke en antiwesterse discours te counteren?
Minister, is het volgens u aangewezen om dit slachtofferdenken te counteren door in de communicatie voortaan minder nadruk te leggen op zogenaamde discriminatie, waarvan mensen van vreemde afkomst in onze samenleving het slachtoffer zijn, maar eerder te wijzen op alle kansen die mensen van vreemde afkomst hier krijgen?
Minister Somers heeft het woord.
Collega Slagmulder, ik vind uw vraag eigenlijk heel gepast in deze commissie, omdat ze voor mij een heel mooie illustratie is van hoe je polarisatie op gang kunt trekken: door het maken van karikaturen, het promoten van een extreme vorm van groepsdenken, het culpabiliseren van hele gemeenschappen op basis van vermeende informatie en onjuiste feiten en geruchten.
Laat mij beginnen met te zeggen dat ik eigenlijk veel respect heb voor iedereen in deze samenleving die zich op een vreedzame manier inzet voor de strijd tegen onrecht.
U zegt dat deze beweging antiwesters is. Wel, ik denk dat de kern van onze westerse samenleving de verlichtingswaarden zijn. Dat betekent onder andere dat je op feiten gebaseerde informatie gebruikt, en dat je ten tweede mensen op een gelijke en gelijkwaardige manier behandelt, ongeacht hun afkomst, seksuele geaardheid of gender. En dat is iets waar we permanent aan moeten werken.
Ik heb het ook al in de plenaire vergadering gezegd: dit gebouw is gebouwd op die strijd, een emancipatiestrijd waar de Vlaamse beweging voor heeft gezorgd. Vlamingen die in het verleden niet altijd gelijke kansen kregen in dit land hebben, op basis van een democratische strijd, gezorgd voor emancipatie.
We hebben dat gezien bij de arbeidersbeweging, we hebben dat gezien bij de feministische beweging en bij zoveel andere bewegingen. Dat is vandaag de dag een permanent proces in onze samenleving, gebaseerd op de vrijheidsgedachte, de gelijkheidsgedachte en de broederlijkheid, drie kernwaarden van de verlichting die ervoor zorgen dat onze samenleving zich permanent verbetert en permanent emancipeert.
Als mensen zich dus vandaag de dag willen inzetten om bepaalde vormen van discriminatie weg te werken, die onder de aandacht te brengen en te vragen dat de samenleving zich daarvoor inzet, dan is dat iets dat in lijn ligt met het Vlaams regeerakkoord. De Vlaamse Regering heeft ook gezegd dat we geen discriminatie dulden in onze samenleving. Uit heel veel onderzoek blijkt dat er vandaag nog altijd vormen van achterstelling zijn op tal van domeinen, ook hier. Op zich is het dus een heel goede zaak dat mensen zich daarvoor inzetten en manifesteren. Bij elke emancipatiebeweging dreigen mensen – op basis van rancune, op basis van frustratie, op basis van het opgebouwde ideologische denkkader – te ontsporen, te radicaliseren, extreme ideeën aan te nemen, op hun beurt in de val te trappen van het wij-zijdenken. Dat is natuurlijk iets dat we niet kunnen steunen. Daar moeten we altijd goed over waken.
Tot nu toe is er in de Verenigde Staten – daar is feitenonderzoek naar gebeurd – geen link gevonden tussen die gewelddadige Antifa-beweging, die ik niet ken, en Black Lives Matter. Ook hier hebben we van OCAD geen informatie gekregen dat er een link zou zijn tussen de manifestaties – die trouwens voor het grootste deel vreedzaam verlopen zijn – en welke extremistische organisatie dan ook, die daarachter zou zitten met de bedoeling gewelddaden of criminele feiten te plegen.
Uiteraard zijn de vernielingen die we gezien hebben na een van de manifestaties, totaal onaanvaardbaar. Die dienen dan ook ten strengste veroordeeld te worden. Ik vind ook dat we daar heel kordaat tegen moeten optreden. Maar ik herinner me een betoging van ongeveer twee jaar geleden in Brussel die geëindigd is in grote rellen. Dat was een Marrakeshbetoging, als ik het me goed herinner. Zijn daardoor alle mensen die in die betoging meegelopen hebben, of nog breder, alle mensen die behoren tot die beweging, geweldenaars of gewelddadige figuren? Ik denk dat dat heel gevaarlijke veralgemeningen zijn, waar we ons in onze samenleving voor moeten hoeden.
Ik denk dat het belangrijk is dat een overheid altijd twee signalen geeft naar mensen die, vermeend of reëel, in algemene termen of individueel, het slachtoffer zijn van een ongelijke behandeling of achteruitstelling. Dat is een dubbel signaal waarin ik heel sterk geloof. Het eerste signaal is dat wij als overheid altijd aan de kant moeten staan van diegenen die onrecht wordt aangedaan, van diegenen die worden gediscrimineerd, van diegenen die geen gelijke kansen krijgen. Wij moeten als overheid aan hun zijde staan. Wij moeten zorgen dat de samenleving wel voor gelijke kansen zorgt. Ten tweede, even belangrijk, moeten we mensen altijd oproepen en appelleren om zich daardoor niet te laten ontmoedigen, om het beste uit zichzelf te halen, om op eigen kracht vooruitgang te boeken, omdat onze samenleving ook mogelijkheden geeft aan iedereen om dat te kunnen doen. Het is dus een appel op de individuele verantwoordelijkheid om niet achteruit te leunen, om zich niet, om het oneerbiedig uit te drukken, te wentelen in de achteruitstelling, maar integendeel te proberen zelf, met de eigen capaciteiten, het beste uit zichzelf te halen om zo bij te dragen aan onze Vlaamse samenleving. Tegelijkertijd moeten we, daar waar er discriminatie is, erkennen dat die bestaat en daar maximaal aan werken als samenleving en altijd de kant kiezen van diegenen die op een oneerlijke en onjuiste manier behandeld worden. Dat is voor mij de kern van onze westerse beschaving, de kern van de verlichting waar we achter staan, de kern van de maatschappij waar ik en de Vlaamse Regering achter staan.
Mochten er indicaties zijn, dan waren die ons zeker ter ore gekomen. U vraagt mij een onderzoek in te stellen. Dat kan ik spijtig genoeg niet doen, het zijn veiligheidsdiensten die dat moeten doen.
Ik denk dat ik daarmee op de kern van uw vraag heb geantwoord. Ik ben het dus absoluut niet eens met een benadering waarbij men op een heel gratuite en goedkope manier mensen die zich vandaag de dag terecht inzetten tegen discriminatie, criminaliseert en allemaal op een hoop gooit of waarbij gezegd wordt dat we onze kop wegsteken voor de problemen.
Ik ben het ook niet eens met zij die zeggen dat mensen in onze samenleving geen kansen krijgen. Het is een iets genuanceerder verhaal. Ik ben iemand die altijd heeft gezegd: ook al staat de overheid aan jouw kant, ook al ervaar je in je leven moeilijkheden, probeer die zelf te overwinnen, gebruik je talenten, baan mee de weg voor de volgende generatie. Ik denk dat die twee boodschappen altijd hand in hand moeten gaan.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. U hebt gezegd dat u het geweld tijdens de betogingen veroordeelt, maar tegelijkertijd minimaliseert u het radicalisme van Black Lives Matter. Black Lives Matter, links en extreemlinks willen met hun racistische samenzweringstheorieën de publieke opinie manipuleren. Want bijna alles is racisme geworden. In Vlaanderen bijvoorbeeld stelt het probleem van racistisch politiegeweld zich niet. Het omgekeerde zien we wel heel vaak: politieagenten die voortdurend worden aangevallen. Onze politie zet zich dagelijks in voor de veiligheid van onze burgers, en toch wordt ze door sommigen afgeschilderd als racistisch. Ze beschermt ons net tegen het tuig dat winkels plundert en mensen aanvalt.
Heel wat extreemlinkse manifestanten en anarchisten namen wel degelijk deel aan die ‘Black Lives Matter’-betogingen. Zij zijn er vooral op uit om chaos te creëren. Ze voeren strijd tegen onze manier van leven, onze democratische rechtsstaat, onze vrijemarkteconomie en zo verder. Het wordt hoog tijd dat er tegen dit links-extremisme streng wordt opgetreden.
Minister, als we kijken naar de rellen in Brussel, dan stelt de politie vast dat er bepaalde demonstratietechnieken gebruikt werden die typerend zijn voor de extreemlinkse anarchistische ‘Black Bloc’-beweging. Die beweging bestaat uit groepen die georganiseerd naar betogingen komen om bewust geweld te gebruiken. Ze dragen vaak bivakmutsen, zijn in het zwart gekleed en dragen motorhelmen of skibrillen om zich te beschermen tegen het traangas van de politie. Ze hebben vaak ook een koevoet bij om kasseien uit de grond te wrikken. Het extreemlinkse Antifa is een beweging die bekendstaat voor het gebruik van die ‘Black Bloc’-technieken. Nog niet zo lang geleden werd in het Antifa-milieu in Duitsland meer dan 100 kilogram aan chemicaliën voor explosieven onderschept door de politie. Waarom wordt die extreemlinkse club niet als terroristische organisatie bestempeld en verboden? Minister, het wordt hoog tijd dat deze gewelddadige en extreemlinkse stal eindelijk eens wordt uitgemest.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, net als u stoor ik mij geweldig aan de vraagsteller, die een hele beweging als gewelddadig gaat voorstellen, net zoals ik mij ook geweldig stoor aan het feit dat een kleine groep dezelfde doelen probeert te bereiken, maar dan op een gewelddadige manier. Ik vind het verkeerd om iedereen over dezelfde kam te scheren.
Waar ik mij wel zorgen over maak, minister, is dat er een beweging vanuit de Verenigde Staten naar ons komt overgewaaid, van een soort identiteitspolitiek, waarbij sommigen – en ik zeg duidelijk ‘sommigen’, ik veralgemeen dat ook niet – een soort zwart-witverhaal opzetten, waarbij de witten bij voorbaat de slechten zijn en al hun privileges zouden moeten laten vallen om in het reine te komen. Daar heb ik het dan ook weer heel lastig mee. Dergelijke schuldpolitiek gaat net bijdragen tot meer polarisering in onze samenleving. Dat gaat net de aandacht van de echte strijd afleiden. Ook daar moeten we aandacht voor hebben. Ik hoop, minister, dat u het verhaal van een inclusieve samenleving gaat blijven schrijven zoals we dat in het verleden hebben gedaan. Onze Vlaamse identiteit is helemaal niet gebaat bij uitsluiting, of het nu gaat over uitsluiting van zwart of uitsluiting van wit. Voor mij gaat dat over hetzelfde. Wat we wel moeten doen, is gaan voor maximale ontplooiing van elk individu in onze maatschappij.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, er wordt hier heel hard gefocust op een paar tientallen vandalen. Als we met de camera wat uitzoomen, zien we daar duizenden mensen vreedzaam door Brussel lopen, wel met respect voor de politie, met wederzijds respect. Ze hebben de vandalen nadien tot de orde geroepen. Ze hebben de schade nadien mee opgeruimd die de oproerkraaiers hadden gemaakt. Dat zijn mensen die collectief eigenlijk een groot verdriet delen.
Ik heb een zoontje dat net kleuter af is, sinds gisteren. Hij is blond, heeft blauwe ogen, en is hier evenzeer thuis als het kleuterzoontje van een vriendin, die donkere krullen heeft. Zij vreest voor het moment dat haar zoontje niet meer schattig zal worden gevonden en anders zal worden bekeken dan mijn zoon. Dat kind is volledig gelijk aan het mijne, maar zijn kansen zijn dat niet in de praktijk. Ik heb mij daar trouwens nooit slecht bij gevoeld als witte, ik voel mij gewoon een mens zoals zij. Ik vind dat zij verdienen om zich ook zo te voelen. In de praktijk is dat niet zo.
Dat zijn de emoties die heel veel mensen daar vreedzaam hebben geuit, en die hebben hun wortels in onderzoek, in cijfers en in bekende getallen. Dat heeft helemaal niks met stemmingmakerij te maken, collega. De beweging Belgian Network for Black Lives representeert dat, die staat voor echt gelijke kansen en rechten. Terzijde, ik ben echt wel benieuwd naar die Antifa-beweging. Ik heb daar niets van teruggevonden. Is dat een fabel van extreemrechts? (Opmerkingen van Kristof Slagmulder)
Is dat letterlijk te nemen? Is het antifascistisch? U kunt straks reageren.
Ik hoop dat u zich antifascist noemt. Ik nodig u uit om u daar ook toe te bekennen, ik noem mij in elk geval wel antifascist.
Ik vind het trouwens goed, minister, dat u zich boven die polarisering plaatst. Het is het moment om te luisteren, goed te overleggen en leiderschap te tonen. Ik ben er zeker van dat u dat kunt. Al die ervaringen en het onderzoek erachter moeten wel een antwoord krijgen. Wij hopen om daarin bij u een concrete partner te vinden. Wij scharen ons nu al jarenlang achter de actievoorstellen van de coalitie voor een interfederaal plan tegen racisme. Dat zorgt in de praktijk inderdaad voor gelijke kansen. Welke concrete maatregelen gaat u daar nemen?
De heer Ongena heeft het woord.
Collega Slagmulder, ik vind uw vraag gewoon gortig. Ik vraag me af in welke fake wereld u leeft als u durft te schrijven dat haast niemand in ons land nog aan raciaal denken doet of als u schrijft dat mensen van vreemde afkomst nergens zoveel kansen krijgen als bij ons, terwijl uit alle studies, alle onderzoek, juist het omgekeerde blijkt. U moet echt eens wakker worden in de echte wereld.
Bovendien, en eigenlijk veel erger, verzet ik mij echt tegen uw poging om deze mensen die in overgrote mate vreedzaam betogen, in dezelfde hoek te duwen als de gewelddadige extremisten waarvoor deze commissie is opgericht. U doet die mensen daarmee echt onrecht aan. Ze maken gewoon gebruik van hun democratisch grondrecht, het recht op vrije meningsuiting om op te komen voor een ander democratisch grondrecht, namelijk allemaal gelijke kansen te krijgen en niet gediscrimineerd te worden. Door die mensen in die hoek van gewelddadig extremisme te duwen, banaliseert u dat gewelddadig extremisme juist en spuwt u eigenlijk in het gezicht van alle slachtoffers van dat gewelddadig extremisme. De politieke recuperatie die u nu doet, op deze manier, is echt een onrecht voor al die slachtoffers. Goed, dat is uw recht van vrije meningsuiting. Ik ben democraat, maar ik verzet mij daartegen in al mijn vezels.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Ik kan alleen maar mijn afkeer uitdrukken voor de vraagstelling en de toon die daarin wordt gehanteerd, mijnheer Slagmulder. U doet alsof er met de ‘Black Lives Matter’-beweging een groot probleem wordt geïmporteerd vanuit de Verenigde Staten naar België en naar onze samenleving. U stelt dit voor als een actie vanuit extreemlinks. Heel die ‘Black Lives Matter’-beweging en die boodschap, dat is geen verhaal van links of rechts, dat is gewoon een kreet voor gelijke kansen, een kreet tegen racisme en discriminatie. Ik hoop dat iedereen hier in dit parlement daar mee achter kan staan.
Het enige probleem dat ik zie dat wordt geïmporteerd, dat is niet die ‘Black Lives Matter’-beweging, dat is al dat fake news. Dat bewijst u opnieuw door te verwijzen naar Antifa. In de Verenigde Staten wordt dat geprobeerd door president Trump zonder dat daar afdoende bewijs voor is. U veralgemeent vervolgens een aantal relschoppers en amokmakers tot die hele groep mensen die vanuit een heel terechte bekommernis op straat komen om te betogen en meer gelijke rechten en gelijke kansen te eisen.
Minister, u vindt in de CD&V-fractie uiteraard een heel trouwe partner, die het maatschappijmodel en de visie die u net hebt geschetst volledig mee onderschrijft.
Minister Somers heeft het woord.
Ik wil alle interveniënten bedanken. We zouden hier nog heel lang kunnen bij stilstaan. Uw tussenkomst, mijnheer Slagmulder, geeft mij het gevoel dat iemand van Schild & Vrienden voor de spiegel staat en zichzelf beschrijft, maar dat hij Schild & Vrienden dan verandert in de groep die u net vermeldt. Ik vond het op een bepaald moment zelfs wat humoristisch, en dat siert u, maar de manier waarop u zichzelf beschreef en dat dan op anderen projecteert, vind ik bijzonder.
Onze samenleving heeft een aantal basiskenmerken. Een van die basiskenmerken is dat we zorgen dat mensen gelijke kansen krijgen, ongeacht hun afkomst. Uw partij heeft de traditie om te ontkennen dat er op dat punt werk aan de winkel is. Dat was al zo in de jaren 90. Ik kan u heel wat publicaties van uw partij en uw partijgenoten die vandaag nog in het Vlaams Parlement zetelen bezorgen over hoe zij naar de positie van de vrouw in onze samenleving keken. Op dat vlak heeft er zich een hele evolutie voltrokken, gelukkig maar, maar uw partij is daar geen emancipatorische kracht in geweest. Uw partij stond ter zake altijd op de rem. Een tweede voorbeeld is het verhaal van de holebi’s. Mensen moeten ongeacht hun seksuele geaardheid gelijke kansen krijgen. Uw partij heeft in dat debat op elk moment op de rem gestaan. Tot op vandaag bent u eigenlijk aan het collaboreren, toch minstens in ideologische zin, met bewegingen in Oost-Europa die trots zijn op het feit dat ze bepaalde zones holebivrij hebben gemaakt. Ik heb uw collega, de heer Dewinter, onlangs nog uitspraken horen doen over de positie van holebi’s en hoe we daarnaar moeten kijken. Uw partij heeft altijd op de rem gestaan. Ze werkt altijd vertragend en heeft een afkeer van het discours over gelijke kansen. U hebt dat bijna systematisch gedaan, ook nu, op een moment dat in Vlaanderen 37 procent van de min-18-jarigen op de een of andere manier migratieroots heeft en een op de vier zelfs roots heeft die buiten de Europese Unie liggen. Uit alle onderzoeken blijkt dat er werk aan de winkel is op het vlak van gelijke kansen, en er zijn geen simpele oplossingen voor. We moeten mensen zowel motiveren om deels hun eigen verantwoordelijkheid op te nemen, maar we moeten ook kijken hoe we stappen vooruit moeten zetten. Opnieuw ontkent uw partij echter deze problematiek. U zegt dat er niets aan de hand is en dat daar niets voor gedaan moet worden.
Dat is een antimodernistisch antiverlichtingsdenken, een antiwesterse houding van uw partij ten aanzien van de samenleving. Dat is een fundamenteel antiwesterse houding, die eigenlijk een aanval is op onze westerse beschaving. Permanent. Daarover verschillen we fundamenteel van mening. We kunnen daarover ruziemaken, maar het is eigenlijk een fundamenteel verschil.
U bent op zoek naar de ideale tegenspeler. U probeert aan de andere kant mensen te vinden die eigenlijk uw spiegelbeeld zijn. Natuurlijk verheugt u zich in het feit dat sommigen ook aan de andere kant een bepaalde ideologie of een ideologische benadering omarmen die eigenlijk een copy-paste van de uwe is. Ikzelf heb het verschrikkelijk moeilijk met het ‘white privilege’-ideeëngoed. Ik ben daar een absolute tegenstander van. Zeker wanneer dat begrepen wordt als iets wat in het DNA of de cultuur zit van mensen die wit of blank zijn, zodat men een reden heeft om te discrimineren. Dat is evident absurd. Het overgrote deel van de mensen dat betoogt voor gelijke kansen, denkt dat niet. Zoals het overgrote deel van de Vlaamse beweging nooit verkondigd heeft dat Vlamingen superieur zijn aan Walen, of aan andere volkeren. Een kleine minderheid heeft dat wel altijd gedaan, het grootste deel echter niet.
We gaan toch niet, door dat kleine deel dat het wel deed, de hele Vlaamse beweging stigmatiseren? Hetzelfde kan men over de arbeidersbeweging zeggen. Een klein deel van de arbeidersbeweging vond dat elke kapitalist aan de hoogste boom moest worden opgehangen. Gelukkig heeft het grootste deel van de arbeidersbeweging er een andere kijk op gehad en vormden ze een andere emancipatorische beweging. We gaan toch niet de hele arbeidersbeweging en de strijd voor gelijke rechten, kapot maken door dat kleine deeltje? Dat mogen we vandaag dus ook niet doen. We mogen het engagement, dat voor mij in de lijn ligt van alle emancipatorische bewegingen die we gezien hebben, waarop we vooruitgang hebben gebouwd, dat tot de kern behoort van onze westerse maatschappij, toch niet stigmatiseren door een kleine groep mensen of door diegenen die een ideologisch denkkader hanteren dat – met alle respect en met heel veel hoffelijkheid –, als je er goed over nadenkt, eigenlijk een spiegel is van het uwe. Dat mogen we niet doen.
Dat is waarom ik zei dat uw vraag hier thuishoort. Het is de kern van wat professor Brandsma zei over hoe radicalisering werkt, hoe gewelddadige radicalisering kan ontstaan. Dat gebeurt door polarisatie, door het opzoeken van de gedroomde en ideale tegenstander, vermeend of reëel, en daarmee in debat gaan om zo te proberen alle mensen die – laat ik zeggen – de verplichting omarmen, ons westers beschavingsmodel dragen, mensen niet proberen te beoordelen op deelkenmerken, zich niet laten vangen door groepsdenken maar proberen een inclusief Vlaanderen uit te bouwen, uit elkaar te spelen. Ik wil dat niet. In Vlaanderen wil ik niet dat er eerste- en tweederangsburgers zijn, noch op basis van hun gender, noch op basis van hun afkomst, noch op basis van hun seksuele geaardheid, noch op basis van hun huidskleur. We moeten mensen op een juiste en correcte manier behandelen. Elk geweld dat wordt gepleegd, voor welke zaak dan ook, keur ik ten gronde af. Ik vind dat men kordaat moet optreden tegen elk geweld. Maar geweld misbruiken om hele bewegingen te stigmatiseren, lijkt mij een fundamenteel foute benadering.
Minister, u hebt het antwoord gecoördineerd met minister Demir, neem ik aan?
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de geschiedenisles, maar het ging hier over Black Lives Matter. Voor het Vlaams Belang doen alle levens ertoe. Voor ons is niet de huidskleur belangrijk, maar wel de mentaliteit en het gedrag van individuen en groepen.
Als we kijken naar de achterstand van allochtonen op de arbeidsmarkt, hun hoge uitval in het onderwijs, hun aandeel in de criminaliteit enzovoort, dan is dat voor links en de ‘Black Lives Matter’-beweging allemaal het gevolg van zogezegd racisme. Laat ons nu toch eens eerlijk zijn: in heel wat gevallen is er bij bepaalde groepen allochtonen gewoon een gebrek aan burgerschap en respect voor onze manier van leven. In heel veel gevallen wordt het eigen falen onterecht bestempeld als racisme. Zolang we toelaten dat allochtonen zich wentelen in zelfbeklag, zolang we alle overlast en problemen minimaliseren en onszelf de schuld geven voor de zogenaamde discriminatie van vreemdelingen en allochtonen, zal het nooit lukken en zal het anti-Vlaamse racisme dat we op die manier zelfs aanwakkeren, alleen maar toenemen.
In plaats van de antiracisme- en multicullobby naar de mond te praten, moeten we respect afdwingen. Heel wat Vlamingen pikken de valse beschuldigingen van racisme niet meer. Het wordt dan ook hoog tijd dat hier een einde aan komt en dat de Vlaamse overheid gepast reageert.
Minister, extreemlinks, moslimfundamentalisme, en nu ook Black Lives Matter vinden elkaar steeds vaker. Eén ding hebben ze gemeen: ze haten onze eigen westerse samenleving en willen hun eigen ideologieën, desnoods met geweld, aan de blanke bevolking opleggen. (Opmerkingen)
Het Vlaams Belang zal zich daar alleszins voor de volle 100 procent tegen blijven verzetten. Ik roep de Vlaamse Regering dan ook op om alle stappen te zetten die nodig zijn om antiblank racisme en links extremisme kordaat aan te pakken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.