Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, door omstandigheden wordt deze vraag misschien te laat gesteld. Misschien is intussen het federale besluit ondertekend, maar toch wil ik u, als minister van Binnenlands Bestuur, een aantal vragen stellen, omdat er een aantal onduidelijkheden zijn.
Inmiddels zijn er een aantal zaken op het terrein gebeurd. Heel wat steden en gemeenten hebben beslist dat kermissen niet kunnen doorgaan, wat hun autonomie is. Foorreizigers zijn zoals marktkramers en hebben een abonnement. Wat moet er dan in dit geval gebeuren? Er zijn ook heel wat steden en gemeenten die intussen hun terrassen hebben uitgebreid – terecht – om de horeca ter wille te zijn. Wat gebeurt er als daarmee kermisplaatsen zijn ingenomen? Is er dan sprake van overmacht of niet? Het is voor die mensen een belangrijk gegeven.
Om een lang verhaal kort te maken: wat is op dit moment de beslissing? Stel dat het nog niet beslist is, bent u dan van plan om vanuit Vlaanderen druk uit te oefenen?
Zelfs al zou het beslist zijn, zou het niet slecht zijn dat u, zoals u dat ook in een aantal andere dossiers hebt gedaan, een aantal concrete aanwijzingen of aanduidingen aan gemeenten en steden geeft, los van de autonomie. Het is natuurlijk uiteindelijk zelf aan de stad en gemeente om te beslissen. Het kan zijn dat er op dit moment zelfs een tegenstelling is tussen beslissingen van de gemeente – onder meer over terrassen – en het verbieden van kermissen.
Minister Somers heeft het woord.
Laat me beginnen met te zeggen dat ik de frustratie waar u uitdrukking aan geeft, eigenlijk deel. Ik vind het heel moeilijk om niet kritisch te zijn en ik probeer dat zo weinig mogelijk te zijn. We leven in een heel complexe situatie, waarbij iedereen principieel zijn best doet. De ene minister onthoudt zich beter maximaal van kritiek op een andere minister op een ander beleidsniveau, maar in dezen is het zeer moeilijk om het niet te doen. Een ministerieel besluit komt binnen negen uur voor het van kracht wordt op het terrein. Met andere woorden: de lokale besturen hebben exact negen uur om zich op kermissen en markten te organiseren. Ik vind dat heel moeilijk.
Natuurlijk weten de meeste burgemeesters ongeveer wat er ging komen, maar – ik ga me heel voorzichtig uitdrukken – dit is een suboptimale manier van werken – de Engelsen noemen dit ‘understatement’. Vrijdag wordt het in essentie beslist. Ik begrijp dat het een moeilijke keuze is en dat je zegt: doe het binnen drie weken. Als marktkramers en foorkramers horen dat het al beslist is, waarom moet men dan nog drie weken wachten? Het is een spanningsveld, dat moeten we elkaar niet uitleggen. Maar als een ministerieel besluit van vierentwintig bladzijden twee uur geleden binnenkomt, hoe moet men dat aan die marktkramers gaan uitleggen? Dat is suboptimaal.
De beslissing die genomen is – ik heb zelf nog niet de kans gekregen om die helemaal te lezen – ligt blijkbaar in het verlengde van het voorkeurscenario dat zowel door de lokale besturen als door de sector zelf werd voorgesteld. U weet dat de sector een protocol heeft opgesteld, waarna de GEES dat protocol moest beoordelen. Dan moet daar een ministerieel besluit op volgen. Uiteraard gaan wij dat zo snel mogelijk verspreiden. Ik denk zelfs dat de administratie daar al aan bezig is. Dat zal dan op onze website geplaatst worden, via het Crisiscentrum van de Vlaamse overheid (CCVO). U zegt dat het met een omzendbrief kan, en ik begrijp waarom u dat vraagt. Maar er zijn snellere methodes om dat te doen dan met een omzendbrief. Het ministerieel besluit is nu klaar. Alle kanalen worden aangewend om zo snel mogelijk die informatie bij de burgemeesters en de sector zelf te brengen.
Dat is de essentie van mijn antwoord. Ik heb hier een heel antwoord voorbereid om het allemaal wat diplomatischer te zeggen, maar gelet op het gevorderde uur heb ik daar niet zoveel zin meer in. Ik kan dat niet zo goed verantwoorden, met alle lof voor al het andere goede werk dat is verricht. Principieel wil ik geen collega’s verwijten maken, maar het is toch moeilijk uitlegbaar dat morgen markten gaan plaatsvinden op basis van een ministerieel besluit dat pas twee uur geleden is verspreid.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel voor het heel duidelijke antwoord. Alleen denk ik, zoals ik al zei, dat de omzendbrief, wat bijvoorbeeld terrassen betreft, niet voldoende houvast biedt. Zelfs bij gewone kermissen en dergelijke is het tussen de uitbaters van horecazaken en kermisondernemers nooit eenvoudig.
De normale procedure is dat er een beslissing wordt genomen, dat die op haar hoofdlijnen wordt bekendgemaakt, en dat die na enkele reacties wordt bijgestuurd. Dan rijzen er nieuwe praktische vragen, en daarop moet die CCVO antwoorden kunnen geven. Een burgemeester moet zijn praktische vragen stellen. Ik ken het probleem, wij zijn collega’s geweest. U hebt als burgemeester uw terrassen groter moeten maken omdat u meer volk moet kunnen laten zitten, en daarop komt dan felle reactie van de foor- en marktkramers die een standplaats hebben moeten inleveren. Voor beide partijen is het hun broodwinning. De burgemeester zit tussen twee vuren. Hij zou moeten kunnen bemiddelen maar er is geen wonderoplossing mogelijk.
De heer Van Miert heeft het woord.
Buiten het feit dat wij van een en ander redelijk laat worden geïnformeerd, is er nog een factor die ik hieraan wil toevoegen. De broodwinning van de foorkramers is even belangrijk als van gelijk wie. Ze zitten al maanden zonder inkomen. In Turnhout hebben wij voor de vergunningen voor uitgebreide terrassen opgenomen dat als de mogelijkheid bestaat om de kermis te organiseren de terrassen moeten verdwijnen. Dat gaat weer heel wat discussie geven. Maar wat mij bijzonder stoort, dat is het extra werk dat weer van onze diensten zal worden gevergd: weer dranghekkens, weer looprichtingen, weer stewards, handgeltoestellen enzovoort. Die hele organisatie, is al maandenlang een zware belasting voor onze diensten. En nu komt men weer met iets.
De overheid had eigenlijk moeten zeggen dat er deze zomer geen kermissen zouden zijn. Dan gaan we allemaal door de pil bijten. Ik vind ook dat er te veel volk zal zijn. Blijkbaar wordt er niet meer gekeken naar het gezondheidsvraagstuk. Ik vind het heel moeilijk om daarvoor een vergunning te geven. Wat gaan we het personeel van de stadsdiensten opnieuw aandoen? Hoe gaan de burgemeesters dat in godsnaam organiseren? Dat stoort me enorm. Ofwel doen we het wel en laten we de hele santenboetiek van looprichtingen, handgels en dergelijke los. Want met zoveel volk lijkt me dat totaal dwaas. Ofwel organiseren we geen kermissen, want praktisch zie ik hier gigantisch veel problemen. Minister, ik heb nu ook eens mijn nood geklaagd. Het was een therapeutische vraag in deze commissie.
Ik wil daar nog één ding aan toevoegen, minister. De tonaliteit van de vragen en ook van uw antwoord is niet om met modder te gooien. We weten allemaal heel goed wat de uitdagingen waren en zijn. Soms botsen we op een aantal frustraties. Het ministerieel besluit is er nu pas. Ik krijg enorm veel vragen van mensen over buurtfeesten, tuinfeesten en communiefeesten. De matrix waarover sprake is en die vanaf morgen in voege is, die heb ik nog niet. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik door mijn contacten een ontwerp van matrix heb. Dus ik weet in welke richting die gaat. Inderdaad, mijnheer Vandenhove, je moet zien wat je zegt.
Een instrument waarmee ik aan de slag kan, heb ik nog niet. Niet alleen ik, maar alle burgemeesters, niet alleen in Vlaanderen, maar ook in Brussel en in Wallonië. Wat dat betreft zitten we allemaal in hetzelfde schuitje. Ik maak me voor een stuk ongerust. Het is logisch dat we in fases uitstappen, maar we zitten nog altijd in een pandemie. Ik ben nog altijd bezorgd over hoe we een aantal zaken kunnen blijven begeleiden. Ik zou zeggen dat het de taak van de burgemeesters is en van de lokale verantwoordelijken. Want het gaat om meer dan de burgemeesters alleen, want ook de ambtenaren, de schepenen, de stadhuismedewerkers, de technische diensten zijn daarover bezorgd. Dat is mijn boodschap. Nogmaals niet om met modder te gooien, maar om te zeggen dat het moeilijk is en dat de toekomst zal uitwijzen dat het een groot vraagteken zal zijn.
Het belangrijkste is gezegd. Ik volg volledig de analyse van de heer Van Miert en van de heer Vandenhove.
De vraag om uitleg is afgehandeld.