Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik heb een vraag ingediend in verband met de opschorting van de studie met betrekking tot de toekomst van Doel en de havenuitbreiding. Begin dit jaar gaf de Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring aan het voorkeursbesluit voor de uitbreiding van de Port of Antwerp, de Antwerpse haven, en meer bepaald de Waaslandhaven, ten zuiden van Doel. De regering bevestigde de eerdere keuze voor de realisatie van een beperkt nieuw dok en nieuwe containercapaciteit door inbreiding van bestaande dokken. Dat nieuwe dok is het zogenaamde Boemerangdok, dat langs één zijde wordt ontwikkeld. In de plannen kan Doel als gebied blijven. Er komt dus geen dok over de voormalige gemeente Doel. Dat is in elk geval wat in de plannen staat.
Studiebureaus dienden een toekomstperspectief voor Doel te ontwikkelen, in overleg met de diverse stakeholders, zoals de gemeente Beveren, de havengemeenschap en de burgerbeweging. Er werden, na de bepaling van het definitieve voorkeursbesluit, drie verzoeken tot nietigverklaring van het voorkeursbesluit ECA (Extra Containercapaciteit Antwerpen) ingediend bij de Raad van State: door Polder Land van Waas, door de Erfgoedgemeenschap Doel & Polder en een gezamenlijk verzoek door de onafhankelijke Landbouwgemeenschap Wase Polders en de kerkfabriek van Doel. In een reactie daarop heeft de minister de studie rond de toekomst van Doel en het gebied errond tijdelijk opgeschort.
Ik heb daar een aantal vragen bij, minister. Weet u wanneer we in deze zaak een uitspraak van de Raad van State mogen verwachten, gezien alle verzoeken die daar zijn ingediend? Houdt u rekening met een nietigverklaring van het voorkeursbesluit ECA? En kan daar nog op geanticipeerd worden, zodat we niet in die situatie verzeilen? Aan welke randvoorwaarden moet volgens u voldaan zijn vooraleer de studie rond de toekomst van Doel en de situatie errond succesvol weer kan worden opgestart?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor uw vragen, mijnheer Daniëls. U hebt zelf de hele historiek al geschetst. Dat hoef ik dus niet te herhalen: het verhaal van ECA Antwerpen, een procedure complexe projecten, waarbij men inderdaad namens een drietal instanties naar de Raad van State is getrokken om een vernietiging te vragen van het voorkeursbesluit.
Wat betreft de uitspraak van de Raad van State en een mogelijke nietigverklaring van het voorkeursbesluit, zult u begrijpen dat ik geen glazen bol heb en dat ik daar niet op kan antwoorden. Ik heb er geen zicht op wanneer de Raad van State uitspraak zal doen en nog minder zicht op wat de Raad van State als arrest zal vellen. We weten dat het meestal om en bij de twee jaar duurt voordat er definitief een uitspraak volgt. Maar dat weten we op dit ogenblik niet, dus daarop moet ik u het antwoord helaas schuldig blijven.
Mijnheer Daniëls, uw derde vraag was aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan om de studie met betrekking tot de toekomst van Doel voort te zetten. Omdat die studie eigenlijk onlosmakelijk is verbonden met de vraag welk voorkeursalternatief wordt weerhouden, heeft de Vlaamse Regering beslist de studie rond Doel op te schorten. U weet dat voorkeursalternatief negen is weerhouden. Dat betekent dat Doel kan blijven en toekomstperspectieven heeft. De keuze voor alternatief negen en de procedure bij de Raad van State hangen samen met het verhaal over de studie met betrekking tot de toekomst van Doel. Om een en ander verder te kunnen bekijken, heeft de Vlaamse Regering beslist de studie op te schorten. Er zijn geen randvoorwaarden aan gekoppeld om de studie te kunnen hervatten. Dat hebben we niet gedaan. U zult wel begrijpen dat het moeilijk is met partners aan de tafel te zitten die tegelijkertijd een procedure aanspannen. Dat maakt het moeilijker. We zullen een en ander bekijken en we zullen hier later meer over weten.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik wil aansluiten bij een aantal zaken die u hebt aangehaald. Ik betreur inderdaad dat een aantal organisaties tegelijkertijd met u en uw diensten rond de tafel zitten om tot een oplossing te komen en juridische stappen ondernemen. Een aantal organisaties en personen dragen de ene keer het petje van een bewoner van het gebied, de andere keer het petje van een actiegroep en vervolgens het petje van een lokale politieke partij. Dat maakt het allemaal niet makkelijker. Ik betreur, samen met u, dat die stap is gezet. We probeerden allemaal samen een oplossing te vinden. Dat betreur ik.
Als ik u over twee jaar hoor spreken, heb ik dan goed begrepen dat we niet op een uitspraak van de Raad van State zullen wachten – want dan ligt het twee jaar stil – maar dat u vroeger stappen kunt zetten? We weten nu wat de inhoud van de verzoeken is. Om te anticiperen, kunnen we hier desgevallend een aantal zaken uit opnemen. Ik denk dat het niet onbelangrijk is.
U hebt het net over toekomstperspectieven voor Doel, in welke mate dan ook, gehad. Ik denk dat we goed moeten nakijken waar dit ligt, wat het gebied is en wat we rond dat gebied met de haven willen doen. Ik woon zelf vlakbij. Het is altijd het zoeken naar een evenwicht, maar ik wil u oproepen om de iets ruimere regio hier mee in op te nemen.
Indien de concrete situatie van de Prosperpolder u nog niet bekend is, wil ik gerust met u een fietstochtje maken en daar langsgaan. Hoe moeten we naar de dorpen Kieldrecht en Verrebroek, die boven de E34 liggen, kijken? Hoe zit het met de mobiliteit in de hele regio? Dat hangt ermee samen. Er is uiteraard niemand vragende partij voor een havenuitbreiding waar de werknemers en het vervoer, hetzij met de trein, hetzij met de vrachtwagen, niet geraken of wegraken, met als enige alternatief dat ze los door de dorpen rijden. Mijn vraag is dan ook of die zaken, misschien in afwachting van de heropstart, hierin kunnen worden opgenomen. We kunnen dan even onze tijd in die andere zaken steken.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me graag aansluiten bij de vragen en de bezorgdheden die hier zijn geuit. Ik weet dat het een dossier met een heel lange geschiedenis is. We hoopten allemaal dat het tot een doorbraak zou leiden die enerzijds de uitbreiding mogelijk zou maken en anderzijds het dorp Doel zou behouden. Het is heel jammer dat het nu zo is gelopen.
Minister, ik begrijp de beslissing van de Vlaamse Regering, maar ik heb nog een vraag. Een paar stakeholders zijn naar de Raad van State gestapt, maar een paar andere stakeholders hebben dat niet gedaan. Ik vind dat zij hier verder nauw bij moeten worden betrokken. Bent u bereid om diegenen die wel rond de tafel hebben gezeten en die hun verantwoordelijkheid wel nemen hier verder bij te blijven betrekken? Ik denk dan, bijvoorbeeld, aan de gemeente Beveren, maar ook aan de andere stakeholders die niet naar de Raad van State zijn gestapt.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, het opschorten van de werking van de werkgroep die moet nadenken over de toekomst van Doel, wordt door die mensen aangevoeld als een strafmaatregel. Volgens hen schijnt u niet te begrijpen wat er juist speelt in de streek. Het is ook een stukje verantwoordelijkheid in verband met het afgesloten akkoord van juni 2018. Zij geven aan dat de Vlaamse Regering dat akkoord niet volledig nakomt. Zo zijn er een aantal afspraken die volgens hen niet gevolgd zijn. Het definitieve havenuitbreidingsplan van Prosperpolder-Zuid wordt daar aangeduid als natuurcompensatiegebied. Dat was blijkbaar niet de bedoeling. De buffers ter hoogte van Kieldrecht en Verrebroek worden amper verhoogd. Het voorkooprecht werd blijkbaar recent weer uitgeoefend buiten het eigenlijke projectgebied. Bouwkundig erfgoed staat verder weg te zakken en zo zijn er nog een aantal zaken. Ondertussen wordt er blijkbaar ook in de communicatie van de kant van Alfaport Voka (Vlaams netwerk van ondernemingen) en het havenbedrijf telkens weer aangegeven dat wonen in Doel voor hen niet kan, terwijl dat blijkbaar de essentie uitmaakt van die overeenkomst. Men verwijst daarbij naar een soort van Grobbendonkscenario terwijl de leefbaarheidsbuffer in Doel juist bewijst hoe eventueel het probleem kan worden opgelost. Bovendien is Doel momenteel nog altijd ingekleurd als woongebied.
Ik denk dat we kunnen concluderen dat de slechte staat waarin het dorp nu verkeert, een rechtstreeks gevolg is van twintig jaar mismanagement door de Vlaamse Regering. Ik denk dan ook dat de Vlaamse Regering daar een stuk verantwoordelijkheid in draagt. Mijn vraag is of u aan de grieven die de boeren, Polder Land van Waas, de kerkfabriek en alle stakeholders aanhalen volgens dat akkoord van 2018, tegemoet zult komen zodat er inderdaad kan worden verder gewerkt aan de toekomst van Doel.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega's, dank u wel voor de bijkomende vragen.
Mijnheer Daniëls, ik kan het alleen maar beamen: men kan als partij moeilijk aan de ene kant participeren in een proces en aan de andere kant gaan procederen, zeker als het gaat om een tweetal processen die eigenlijk zo goed als samenvallen.
We kennen allemaal de hele historiek van Doel die al teruggaat tot de jaren zestig, waarbij men afwisselend heeft gezegd dat woongebied wel mogelijk is en dan weer niet. Ik ga dat niet herhalen. Ik kan u alleszins meegeven dat op 17 mei 2019 de opdracht was gegeven om een duurzaam toekomstperspectief uit te tekenen voor Doel, alsook voor de mobiliteitsproblemen in heel het gebied in het Waasland. Met die studie zijn we verder gegaan. Maar het verhaal van het toekomstperspectief voor Doel hangt samen met het verhaal van ECA. Ik heb daarstraks al gezegd dat alternatief 9 deze vorm van uitbreiding voor de Antwerpse haven is, ten zuiden van het dorp van Doel. Als men die beslissing gaat aanvechten, gaat vernietigen en men weer gaat zoeken naar alternatieven, dan kan men moeilijk gelijktijdig een andere studie die daarmee samenhangt gewoon wel verder laten lopen.
Ik zie dat helemaal niet als een sanctie, zoals de heer Verheyden zegt. Opnieuw, ik blijf bij het standpunt dat men niet kan participeren in het ene proces en gelijktijdig gaat procederen. Dat vind ik een heel moeilijke kwestie. Dat is één.
Ten tweede zeg ik dat ik met iedereen aan tafel wil gaan zitten, of dat nu buurtbewoners, belangengroepen of gemeenten zijn. Mevrouw Schauvliege, met de burgemeester van Beveren heb ik onder meer al aan tafel gezeten. Van de instanties die op dit ogenblik beroep hebben aangetekend tegen het voorkeursbesluit ECA heb ik nog geen enkele vraag tot overleg gekregen. Ik heb alleen maar gelezen wat ik daaromtrent kon lezen in de pers. Zij hebben helemaal niet gevraagd om eens aan tafel te gaan zitten. Los daarvan, neem ik aan dat het aangewezen is dat we aan tafel gaan zitten met alle betrokken partners om te kijken hoe het nu verder moet. Maar opnieuw, procederen en gelijktijdig participeren lijkt mij een heel moeilijk verhaal.
Het zoeken naar een evenwicht, ruimer dan alleen het dorp Doel, behoort sowieso ook tot de opdracht van het toekomstperspectief voor Doel en omgeving. Daarin moeten we verder bekijken hoe het moet met de ontsluiting van die gebieden, alsook van de omliggende gemeenten. Daar moeten we zeker alle aandacht voor hebben. Tegelijkertijd weet u ook dat als het voorkeursbesluit ECA verder wordt uitgerold – en men blijft wat dat betreft ook wel verder werken, er is geen opschorting van de procedure aangevraagd bij de Raad van State, men vraagt alleen een vernietiging van het voorkeursbesluit – al die aspecten uiteraard allemaal worden meegenomen door het studiebureau. Dat zal in het kader van een verder onderzoek in het kader van de procedure complexe projecten heel grondig geanalyseerd en meegenomen worden. Uiteraard worden alle betrokken stakeholders en participanten daar ten volle bij betrokken.
Ik hoop dat we zo snel mogelijk vooruit kunnen, zowel wat betreft de studie inzake het toekomstperspectief van Doel, als zeker ook inzake het verhaal van ECA, omdat we nu eenmaal die uitbreiding in de haven van Antwerpen nodig hebben. Ik denk nog altijd dat beide wel zouden kunnen, maar gelijktijdig twee petten op hebben, is natuurlijk een moeilijk verhaal.
De heer Daniëls heeft het woord.
Bedankt, minister. Het gaat inderdaad over evenwichten. Afhankelijk van welke actiegroep ik hoor, heb ik direct ook andere mensen bij mij aan de deur staan, en dan niet het minst in het licht van tewerkstelling: rechtstreekse tewerkstelling, maar ook onrechtstreekse. In onze regio, in het Waasland, zijn er zo gigantisch veel. Dat gaat van broodjesleveranciers tot schilders, elektriciens, mensen die omheiningen zetten en noem maar op. Dat wou ik toch nog even toevoegen.
We hebben een perspectief, en we gaan daaraan werken. Ik vind dat een goede zaak. Ik betreur hier te moeten horen dat organisaties die naar de Raad van State zijn gestapt niet eens de moeite hebben genomen om nog verder contact te zoeken. Ik kan dat alleen maar betreuren. Je kunt moeilijk aan tafel zitten en daar open zaken bespreken, om dan vervolgens met de zaken die je daar verneemt, een juridisch dossier te stofferen. Dat gaat niet. Ik denk dat iedereen in deze commissie dat beseft. Maar dat heeft natuurlijk wel als gevolg dat de boel stil ligt.
Ik ben blij dat u zegt dat u de ruimere regio en de mobiliteit meeneemt, minister. Ik wil de oproep doen om, als er bepaalde processen stilliggen, alstublieft niet alles stil te leggen. U hebt dat ook niet gezegd. Daar ben ik blij om. Blijf in gesprek met de participanten daar. En als er daar wat ambtenarencapaciteit vrijkomt doordat dit even vertraging heeft, steek die dan bij bij de ontsluiting van de mobiliteit van het Waasland. Wij zouden u daar allemaal zeer dankbaar voor zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.