Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 453 van 5 mei 2020 blijkt dat de samenwerkingsverbanden '1 Gezin - 1 Plan' positief worden geëvalueerd. Deze evaluatie vond plaats van april 2019 tot februari 2020. Er waren plaatsbezoeken bij veertien van de vijftien samenwerkingsverbanden, het laatste bezoek moest worden geannuleerd wegens de coronamaatregelen.
U meldt in uw antwoord dat het uniforme Vlaamse monitoringssysteem pas wordt uitgerold als '1 Gezin - 1 Plan' gebiedsdekkend is. Momenteel gebruiken de vijftien samenwerkingsverbanden dus elk hun eigen registratiesysteem, waardoor een vergelijking van data onmogelijk is. Zij zullen moeten overstappen op het Vlaamse monitoringsysteem, wat ook inhoudt dat hun huidige manier van registreren niet langer zal stroken met het toekomstige algemene systeem en er op deze manier data verloren dreigen te gaan bij de systeemwissel. Wij vinden dit jammer omdat het een gemiste kans is om kinderziektes vroegtijdig uit dat monitoringssysteem te halen, zodat eenmaal '1 Gezin - 1 Plan' gebiedsdekkend is, er een goed geolied systeem kan werken.
Minister, in uw antwoord schrijft u ook dat het begrip ‘traject’ geen eenduidige definitie heeft en dat elk samenwerkingsverband daar iets anders onder verstaat.
Mijn vragen zijn dus logisch.
Waarom wordt het uniforme monitoringsysteem pas uitgerold als '1 Gezin - 1 Plan' gebiedsdekkend is? Waarom werd er niet gewerkt aan richtlijnen voordat er aan de slag werd gegaan om op een gelijkaardige manier tussen de verschillende samenwerkingsverbanden aan datacollectie te doen? Hoe kunt u ervoor zorgen dat bij de omschakeling, die er noodzakelijkerwijs zit aan te komen, geen data zullen verloren gaan?
Waarom werd er niet met een definitie van het begrip ‘traject’ gewerkt voordat er van start is gegaan? Hoe kunt u dit euvel verhelpen?
Minister, in het plan ‘Zorgen voor Morgen’ haalt u aan dat '1 Gezin - 1 Plan' versneld gebiedsdekkend gemaakt zal worden. Wat is hier de vooropgestelde timing voor?
Minister Beke heeft het woord.
Bij de eerste uitrol van '1 Gezin - 1 Plan' vanaf september 2018 kregen de samenwerkingsverbanden de nodige lokale en regionale autonomie om de doelstellingen uit de oproep te realiseren. De Vlaamse overheid heeft op dat moment het kader meegegeven en het vertrouwen aan het werkveld gegeven om aan de slag te gaan. Op basis van de doelstellingen uit de eerste oproep wordt globaal genomen wel dezelfde informatie door de samenwerkingsverbanden bijgehouden.
De rapportage die van de samenwerkingsverbanden verwacht wordt tegen 1 juli moet de minimale cijfers bevatten over het aantal vragen of aanmeldingen, wie de aanbieders zijn, de responstijd en de wijze van respons.
Samenwerkingsverbanden hebben aangegeven inzake de registratie wat meer ondersteuning te willen krijgen. Het agentschap neemt die vraag ter harte. In de nieuwe oproep wordt van elk samenwerkingsverband een gelijkaardige teamwerking gevraagd in elke eerstelijnszone. Dat maakt het gemakkelijker om een uniform Vlaams monitoringsysteem op te enten.
Cliëntvertegenwoordigers gaven in hun feedback omtrent de bestaande samenwerkingsverbanden '1 Gezin - 1 Plan' aan dat ze een ankerfiguur nodig hebben, die het overzicht behoudt en doet wat nodig is om breuken te voorkomen. Op basis van deze feedback hebben we in de nieuwe oproep '1 Gezin - 1 Plan' onze verwachting hierrond als volgt geëxpliciteerd. “De concrete verwachting is dat er een begeleider is, die met het gezin een plan opmaakt, iemand die een vertrouwensband opbouwt, zelf intensief mee kan begeleiden indien nodig, maar er ook en vooral in dit perspectief voor zorgt dat de nodige informatie gedeeld kan worden met andere hulpverleners zonder dat cliënten telkens hun verhaal opnieuw moeten doen. Iemand die – indien er overdracht nodig is – erover waakt dat dit voor het gezin veilig en comfortabel voelt.”
We vragen aan de initiatieven om hier verder over na te denken, goede praktijken uit te wisselen en aan te geven op welke manier ze dit element effectief realiseren.
De rondzendbrief die de oproep bevat tot het gebiedsdekkend maken van '1 Gezin - 1 Plan' is verzonden op dinsdag 16 juni 2020. Voor initiatieven die vertrekken van bestaande werkingen, opgestart naar aanleiding van de rondzendbrief van 20 juli 2017, is opstart al mogelijk in een eerste golf vanaf 1 november 2020. Voor nieuwe initiatieven, waarbij een werkingsgebied een nieuwe invulling krijgt of zich een nieuw team moet vormen voorzien we een tweede golf, die kan starten vanaf 1 februari 2021.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik vond het toch wel frappant toen ik uw antwoord las dat elk samenwerkingsverband een eigen parameter en een eigen systeem heeft waardoor het niet mogelijk is om vergelijkbare cijfers te geven. Sommige hebben cijfers op maandbasis, andere niet. Sommige registreren consultvragen, andere enkel effectieve begeleidingen. Dat is jammer dat het zo gebeurd is.
Ik ben wel tevreden, minister, dat u al op 16 juni de nieuwe oproep hebt gelanceerd. Wanneer kunnen de nieuwe samenwerkingsverbanden hierop intekenen? Wanneer kunnen ze effectief van start gaan? Ik hoop dat we hieruit leren. We moeten niet opnieuw beginnen wanneer we in november met de nieuwe samenwerkingsverbanden sowieso van start gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.