Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Voorzitter, nog voor de uitbraak van de coronacrisis heeft Kom op tegen Kanker het palliatief debat gelanceerd. Het is de bedoeling een constructieve bundel samen te stellen waarin burgers en specialisten de invulling van palliatieve zorg kunnen zien. Tevens wil Kom op tegen Kanker op die manier voor een mentaliteitswijziging zorgen. Veel mensen associëren palliatieve zorg immers met een terminale ziekte, terwijl palliatieve zorg al kan beginnen op de eerste dag na de diagnose met een levensbedreigende aandoening.
Vroege palliatieve zorg is ook met de juiste mensen een antwoord zoeken op de vele vragen die mensen in dergelijke situaties hebben. Want uit de huidige cijfers blijkt dat 90 procent van de mensen met een ernstige aandoening thuis wil sterven. Maar in de realiteit sterft minder dan 25 procent thuis, minder dan 25 procent in een woonzorgcentrum en iets meer dan de helft in een ziekenhuis. Nog een belangrijk cijfer is dat vandaag ongeveer 110.000 volwassenen per jaar sterven, waarvan 82.500 ervan baat zouden hebben bij palliatieve zorg, terwijl gemiddeld maar de helft van de mensen nu palliatieve zorg krijgt en dan meestal veel te laat.
De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat dit palliatief debat even naar de achtergrond is verdwenen, maar nu wordt het terug gelanceerd. De coronacrisis heeft ook duidelijk gemaakt dat er wel nood is om echt iets te veranderen, want vanaf dag één is er volgens Professor Luc Deliens, hoogleraar palliatieve zorg aan de VUB en UGent, te weinig aandacht voor de kwaliteit van leven van alle getroffenen en voor de psychosociale gevolgen, niet alleen voor de mensen zelf maar ook voor hun omgeving en hun familie.
Hij pleit voor een nieuwe gezondheidsrevolutie, met name dat iedereen verantwoordelijk is voor de gezondheid van de anderen. Als er bijvoorbeeld iemand in je buurt kanker heeft moet het vanzelfsprekend zijn dat je daar nu en dan eens aanklopt om te vragen hoe het is en of je iets kunt doen en omgekeerd.
Kom op tegen Kanker heeft een tijdlijn uitgezet: tot 11 oktober zien zij het maatschappelijk debat plaatsvinden, en tussen september en november het burgerforum palliatieve zorg. In december organiseren ze avonden zodat palliatieve zorg bespreekbaar wordt, zodat er tegen eind december een beleidsvisietekst kan worden opgemaakt.
Minister, is uw kabinet al betrokken bij het palliatief debat en indien niet, zijn er plannen om reeds voor de aanpak en de opmaak van de beleidsvisietekst rond de tafel te zitten met de initiatiefnemers?
Indien u het ermee eens bent dat er meer mensen toegang zouden moeten krijgen tot palliatieve zorg, op welke manier zouden we die zorg dan bij de mensen kunnen krijgen? Waar kunnen extra palliatieve zorgverleners die nodig zullen zijn voor die extra zorg, gevonden worden?
Op welke manier zou deze nieuwe gezondheidsrevolutie kunnen worden gepromoot en ziet u mogelijkheden binnen uw budget om hiervoor middelen vrij te maken?
Zult u ook overleggen met uw federale collega, gelet op de bevoegdheidsverdeling voor palliatieve zorg?
Minister Beke heeft het woord.
We zijn inderdaad betrokken bij Het palliatief debat. Het Agentschap Zorg en Gezondheid heeft een vertegenwoordiging in het expertenpanel en we volgen de evolutie van dit initiatief van zeer nabij op.
Voor de opmaak van het actieplan willen we gebruik maken van alle bestaande kennis en expertise. Het palliatief debat zal ongetwijfeld waardevolle input kunnen leveren, alsook de pilootprojecten regionale zorgplatformen, die in het kader van de reorganisatie van de eerste lijn de samenwerking op regionaal niveau onderzoeken.
Daarnaast zal ook samengewerkt worden met alle betrokken actoren, waaronder de palliatieve netwerken en samenwerkingsverbanden, de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging (MBE's), de expertisecentra, de patiëntenverenigingen, de mantelzorgorganisaties, de pilootprojecten regionale zorgplatformen, de zorgraden, het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL), de End Of Life Research Group, Kom op tegen Kanker, de woonzorgactoren en de welzijnsorganisaties. Een zeer uitgebreide stakeholdersmap zal worden opgemaakt zodat iedereen die dit wenst, betrokken kan worden bij het actieplan.
Om de toegankelijkheid te verhogen moet de palliatieve zorg meer ingeburgerd raken in de reguliere zorg. Elke zorgaanbieder moet zich comfortabel kunnen voelen bij vroegtijdige zorgplanning, palliatieve zorg en levenseindezorg. Dit is vandaag nog niet het geval. Daarom is het belangrijk dat iedereen deze competenties kan ontwikkelen en kan toepassen binnen zijn eigen expertise.
Het is dus niet zozeer zaak om meer zorgverleners te vinden maar eerder om iedereen vertrouwd te maken met palliatieve zorg. Als alle zorgaanbieders hun steentje kunnen bijdragen in de laatste fase van het leven, kan de zorg voor de persoon op een integrale wijze gegeven worden.
Hier staat de palliatieve persoon centraal en maken de mantelzorgers en naasten deel uit van het zorgteam. Daarom is de vermaatschappelijking van palliatieve zorg van groot belang: ook de bevolking dient meer notie te krijgen over wat palliatieve zorg echt is voordat de taboesfeer kan verdwijnen. Pas wanneer meer gespecialiseerde zorg aangewezen is, hebben we de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging die goed werk leveren bij de ondersteuning van de palliatieve persoon in de thuissituatie.
Zoals ik reeds aangaf, is voor deze gezondheidsrevolutie de vermaatschappelijking van de palliatieve zorg nodig. Dit kan helaas niet van vandaag op morgen gebeuren, dit vraagt een doordachte strategie. Hoe de revolutie specifiek moet gebeuren, zal deel uitmaken van het actieplan. Ook hiervoor kan mosterd gehaald worden bij het debat over palliatieve zorg.
De MBE’s hebben de voorbije jaren hun ondersteuning al sterk zien stijgen. In 2015 kregen zij 7,5 miljoen euro. In 2020 is dit opgelopen tot ruim 9 miljoen euro.
Ook de komende jaren zullen we blijven investeren in palliatieve zorg: de prioriteiten zullen bepaald worden in functie van het actieplan.
Ook de federale collega is betrokken. Uiteraard zal ook hier de nodige afstemming gezocht worden.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Het is een positief antwoord. Ik ben blij te horen dat er een samenwerking is met de initiatiefnemers en dat er voldoende afvaardiging is met externe partners. Het zorgteam is, net zoals de begeleiding, een zeer belangrijk aspect. Is er eventueel een rol weggelegd voor de commissie Welzijn, om misschien eens van gedachten te wisselen, eventueel met de mensen van Kom op tegen Kanker, met een aantal specialisten, en met mensen die in de praktijk staan, om mee te helpen nadenken over de beleidsvisie?
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Ik sluit mij voor wat betreft de betrokkenheid van de commissie aan bij collega De Rudder. Alles wat te maken heeft met palliatieve zorg, en zeker ook met levenseindezorg, is zeer belangrijk, zeker in het kader van de vroegtijdige zorgplanning. Minister, het Vlaams actieplan zal zeer belangrijk zijn. Hebt u daar een timing voor? Gaat het om een half jaar, een jaar? Het is heel belangrijk dat dit heel goed zal worden uitgewerkt. Ik ondersteun ook de deelname van de commissie aan dit zeer belangrijke debat, dat al onze Vlamingen aanbelangt.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik ben absoluut voorstander van het vroeger opstarten van palliatieve zorg. Maar dat zal er wel toe leiden dat er meer personeel zal nodig zijn in die palliatieve thuisbegeleidingsequipes.
Op federaal niveau werden er tijdens de vorige legislatuur wel maatregelen genomen om alle wettelijke bezwaren tegen de vroegere opstart van palliatieve zorg weg te nemen. Er werd een instrument ontwikkeld, de Palliative Care Indicator Tool (PICT), om patiënten te identificeren die baat zouden hebben bij een palliatieve benadering, met inbegrip van patiënten met een levensverwachting van meer dan drie maanden en die lijden aan een andere aandoening dan kanker, ongeacht de setting waar ze worden verzorgd. Sowieso moet in dit debat ook de mogelijkheid van euthanasie worden betrokken omdat vaak toch nog altijd palliatie tegenover euthanasie wordt gezet, terwijl dat dat absoluut niet correct is. Tijdens een palliatief traject moet er sowieso, zeker als patiënten daarnaar vragen, euthanasie mogelijk zijn, als men aan de wettelijke voorwaarden voldoet natuurlijk. Maar dat is ook een discussie die we verder zullen moeten voeren in de commissie.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, we hadden hier eigenlijk al verder moeten staan. Door de coronaperikelen is dat niet gebeurd. We hebben onze focus op iets anders moeten leggen. Dat zult u wel begrijpen. Als de commissie daar een apart moment voor wil organiseren, dan is dat wat mij betreft uiteraard zeer goed. Wie ben ik om daar iets over te moeten zeggen? Wat mij betreft, kan dat. Voorzitter, als u daarop zou ingaan, wil ik met mijn kabinet wel eens bekijken tegen wanneer voor ons de verdere werkzaamheden eventueel gepland zijn.
Dan voegen wij dat toe aan de indicatieve planning en zoeken wij later een geschikte datum om een gedachtewisseling te organiseren.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik denk dat het inderdaad een heel goed idee is om dat te organiseren, want palliatieve zorg is toch wel echt een belangrijk aspect, waarvoor we heel veel aandacht moeten hebben. Mensen die een levensbedreigende aandoening hebben en niet meer kunnen genezen, hebben toch echt wel recht op een kwalitatief levenseinde met zo weinig mogelijk pijn. We mogen ook echt niet de mentale impact onderschatten voor zowel de patiënt als de familie. Veel patiënten verblijven in de laatste fase van hun leven ook graag in hun eigen, vertrouwde omgeving, om er te worden verzorgd door de eigen zorgverstrekkers en hulpverleners. Ik kijk dus echt uit naar het verdere verloop en naar de bespreking die zal volgen in de commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.