Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
De vrijstelling van schenkbelasting voor het schenken van familiale ondernemingen en vennootschappen zorgt ervoor dat bedrijfsleiders op voorhand al nadenken over de opvolging van hun bedrijf. Om van de vrijstelling te genieten moet de bedrijfsleider voorafgaand aan de authentieke akte van schenking over een attest beschikken van de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden is voldaan. Tot op heden is het zo dat zo’n attest een voldoende voorwaarde is om van de vrijstelling te genieten. Recent bleek dat niet meer het geval te zijn. De vrijstelling zou niet langer automatisch volgen uit het attest. Dat wekt verwondering omdat VLABEL zowel het attest uitreikt als ook de toepassing ervan uitvoert.
Wat is de reden dat er, ondanks een positief attest, toch nog eventueel schenkingsrecht wordt geheven op de schenking van een familiale vennootschap?
Hoe verzekert u de rechtszekerheid met betrekking tot de schenkingsdossiers van familiale vennootschappen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag. Dit is een goede gelegenheid om de maatregel zelf te schetsen, die gericht is op het voortbestaan van onze familiebedrijven met het behoud van een duurzame tewerkstelling, want daar was het allemaal op gericht. Ook vandaag is dat in een economische recessie een belangrijk thema.
De wens tot de bevordering van het familiaal ondernemerschap en het voortbestaan van de familiale vennootschappen heeft geleid tot een aantal maatregelen die het mogelijk maken om het familiebedrijf op een fiscaal vriendelijke manier over te dragen. Sinds 1 januari 2012 is de schenking van een familiale onderneming of een familiale vennootschap volledig vrijgesteld van schenkbelasting. Voor die overdracht door vererving bestaat er een verlaagd en vlak tarief van 3 of 7 procent erfbelasting.
Aan die fiscaal gunstige behandeling zijn uiteraard wel een aantal voorwaarden verbonden. Dat is heel belangrijk. Het betreft voorwaarden die niet enkel vervuld moeten zijn bij de aanvraag van het zogenaamde attest, maar evenzeer op het moment van het verlijden van de schenkingsakte als zelfs in de periode daarna. Zowel bij de familiale onderneming als bij de familiale vennootschap zijn er enerzijds voorwaarden die vervuld moeten worden om de gunstmaatregel te krijgen en anderzijds voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om de gunstmaatregel te behouden. Er zijn de facto twee toetsingsmomenten: de voorwaarden tot het verkrijgen van een vrijstelling worden beoordeeld op het moment van de schenking en de voorwaarden tot het behoud van een vrijstelling worden pas drie jaar na de authentieke schenkingsakte getoetst.
Ik zet die voorwaarden even op een rijtje. Ten eerste zijn er de voorwaarden die moeten voldaan zijn op het ogenblik van de schenking: de centrale toepassingsvoorwaarden zijn de uitoefening van een nijverheid-, ambacht- of landbouwactiviteit of een vrij beroep én het familiaal karakter van het bedrijf. Daarnaast zijn er voor de familiale ondernemingen nog voorwaarden verbonden aan de aard van de geschonken activa: ze moeten effectief gebruikt worden voor de beroepsdoeleinden van de onderneming en mogen niet hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of bestemd. Voor familiale vennootschappen is vereist dat zij effectief een reële economische activiteit hebben. Hiermee willen we onder andere vermijden dat vennootschappen waarin personen hun privaat patrimonium onderbrengen, van de gunstregeling kunnen genieten. Dat is niet de bedoeling. Het gaat wel degelijk om een economische activiteit en de daaraan verbonden tewerkstelling.
Naast de voorwaarden waaraan op het moment van de schenking moet zijn voldaan, moet er gedurende drie jaar, vanaf de authentieke akte, nog voldaan worden aan een reeks vereisten om de vrijstelling te behouden. Bij de familiale onderneming moet de activiteit van de onderneming zonder onderbreking worden voortgezet en mogen de overgedragen goederen ook niet hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of bestemd. Voor familiale vennootschappen moet cumulatief voldaan worden aan vier voorwaarden: de vennootschap moet zich blijven kwalificeren als familiale vennootschap met een reële economische activiteit, ze moet eenzelfde of gelijkwaardige economische activiteit zonder onderbreking voortzetten, ze moet een geconsolideerde jaarrekening opmaken en ze moet voldoen aan de vereiste met betrekking tot het kapitaal of eigen vermogen en de ligging van de zetel. Met andere woorden: een vennootschap mag nadien niet leeggemaakt worden.
De belastingplichtige kan voorafgaand aan de schenking een attest aanvragen bij VLABEL, waaruit kan blijken of er al dan niet aan de voorwaarden is voldaan. Dit is echter geen verplichting.
Bij aanvraag van het attest beschikt VLABEL over een termijn van zestig dagen om de controle uit te voeren rond het al dan niet voldaan zijn aan de voorwaarden. In de meeste dossiers volstaat deze termijn om een grondige controle te doen. Dat impliceert dat in zo goed als alle gevallen het attest voldoende zekerheid geeft.
Bij sommige complexere dossiers volstaat de termijn niet om de controle grondig uit te voeren gezien de beperking van zestig dagen. Het attest wordt dan aangereikt op basis van de verstrekte en beschikbare informatie. Het kan dan wel gebeuren, al is dit uitzonderlijk, dat op het moment van de schenking zelf blijkt dat niet aan alle voorwaarden voldaan is. Dit zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn indien blijkt dat er toch niet echt een economische activiteit aanwezig is. Dat blijkt niet altijd uit de aangeleverde en beschikbare informatie maar vergt soms een diepere controle.
Hoewel nergens in de wetgeving is opgenomen dat een attest recht geeft op een automatische vrijstelling van schenkbelasting en hoewel in het overgrote deel van de gevallen een attest voldoende rechtszekerheid geeft, denk ik dat we het proces nog kunnen verbeteren. We hebben het signaal gekregen dat mensen die een attest kregen, soms toch niet voldoen aan de voorwaarden. Daaraan willen we natuurlijk iets verhelpen.
In het kader van rechtszekerheid voor de belastingplichtige op het moment dat het attest wordt aangevraagd, heb ik met mijn administratie overlegd hoe we hieraan tegemoet kunnen komen. Ik ga het initiatief nemen om de termijn waarbinnen het attest dient te worden afgeleverd, te verlengen van zestig naar negentig dagen. Op die manier heeft VLABEL voldoende tijd om ook de complexere dossiers in de fase van de aanvraag van het attest grondiger te controleren. Door die aanpassing kan een nog grotere zekerheid verkregen worden over het al dan niet vervuld zijn van de voorwaarden op het moment van het uitreiken van het attest.
Ik wil wel benadrukken – maar dat spreekt voor zich – dat op het moment van de schenking zelf, de voorwaarden nog altijd vervuld moeten zijn om de vrijstelling te kunnen genieten. Op dat moment kunnen de voorwaarden met andere woorden opnieuw gecontroleerd worden, zij het dat daarbij uiteraard wel dezelfde beoordelingsmaatstaven gebruikt worden als op het moment van het uitreiken van het attest.
Mijnheer Lantmeeters, ik heb een algemene toelichting gegeven over hoe de vrijstelling voor de schenking van familiale ondernemingen en vennootschappen wordt toegepast, maar ik kan mij natuurlijk niet uitspreken over concrete dossiers. Dat is een bevoegdheid die bij de belastingadministratie, VLABEL, zelf ligt. Maar in het kader van de rechtszekerheid kan ik u dus meedelen dat we zeker bereid zijn dat proces te optimaliseren. We hebben dus al het initiatief genomen om dat wat bij te sturen.
Dank u wel, minister, voor dit antwoord. Ik kan mij volledig akkoord verklaren met het overzicht dat u gegeven hebt. Ik vind het heel begrijpelijk en vanzelfsprekend dat de voorwaarden waaraan voldaan moet worden, gecontroleerd worden bij de afgifte van het attest. Het is toch zo dat elke notaris pas in actie schiet als er een attest komt. Dat die voorwaarden ook vervuld moeten zijn op het ogenblik van het verlijden van de schenkingsakte zelf is een vanzelfsprekendheid.
Ik ben blij, minister, dat u zult remediëren aan problemen die kunnen ontstaan wanneer een bepaald attest wordt afgeleverd en er een toetsing moet gebeuren. Minister, ik hoop dat u kunt beamen dat, mocht de toestand dezelfde zijn op de datum van de afgifte van het attest als op de datum van het verlijden van de notariële akte en mochten de voorwaarden dus in beide gevallen dezelfde zijn, VLABEL niet anders kan dan bij de uitvoering van de controle ervan rekening houden met het afgeleverde attest.
Ik ben blij dat u zegt dat VLABEL nu over voldoende termijn zal beschikken om grondig het nazicht te doen zodat er meer rechtszekerheid is, maar ik zou ook willen vragen om, wanneer u in gesprek gaat met VLABEL, de modaliteiten hiervan te bespreken, en rekening te houden met het feit dat op dat ogenblik twee diensten bij VLABEL bezig zijn met zulke zaken. Er is een dienst die zich bezighoudt met het afgeven van de attesten en er is een tweede dienst die zich bezighoudt met de controle op de uitvoering ervan. Het kan niet zijn dat de twee diensten niet perfect op elkaar afgestemd zijn. Met andere woorden: de ene dienst kan zich niet onttrekken aan de gevolgen van zo’n attest, gewoon omdat het een andere dienst is die het attest heeft afgeleverd. Met andere woorden: VLABEL is een en ondeelbaar.
Dus ik zou u willen vragen: gaat u ermee akkoord, als de toestand dezelfde is als op het moment van aflevering van het attest als op de datum van de uitvoering van de akte, dat het attest dan altijd dient te worden gevolgd?
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik heb u het antwoord eigenlijk al een beetje gegeven. Ja, we gaan ervoor zorgen dat die controle bij de aflevering van het attest grondiger kan gebeuren. Men zal iets meer tijd hebben om ervoor te zorgen dat men ten gronde wel degelijk zekerheid heeft. In dat geval is het logisch dat, als de voorwaarden gelijk gebleven zijn, als de modaliteiten gelijk gebleven zijn bij de eigenlijke beoordeling, dat gelijk is.
Met dat antwoord ben ik zeer tevreden, minister. Als u dan nog mijn suggestie meeneemt in verband met de samenwerking tussen de twee verschillende diensten, dan zijn wij helemaal gelukkig.
De vraag om uitleg is afgehandeld.