Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, het belang van de textielverzorgingsbranche tijdens de coronacrisis blijkt uit de kwalificatie als ‘cruciale sector’ onder paritair comité 110. Deze ondernemingen hebben gedurende de pandemie een belangrijke rol vervuld, en vervullen die nog steeds.
Een vierhonderdtal leden die aan textielverzorging doen, worden vertegenwoordigd door de Federatie van de Belgische Textielverzorging (FBT). Het gaat over textielverzorgingsbedrijven, industriële wasserijen, textielservices, droogkuiszaken, natreiniging, strijkdiensten, wassalons, verhuur van antistofmatten, leasing van sanitaire producten, enzovoort. De sector is nauw verbonden met de horecasector, een branche die de impact van de gezondheidscrisis zwaar gevoeld heeft. Horecawasserijen, die over geen enkele uitwijkmogelijkheid of alternatieve klanten beschikken, worden ook hard getroffen. Tot nu toe bleven specifieke steunmaatregelen voor de sector uit.
Minister, bent u bereid tot de oprichting van een sectorfonds voor de textielverzorgingssector, gezien de belangrijke rol die de sector heeft vervuld? Welke bijkomende maatregelen neemt u als ondersteuning voor de als cruciale sector benoemde textielverzorgingssector? Bent u bereid om, gezien de kwalificatie van al die bedrijven onder paritair comité 110, de hinderpremie toe te kennen aan de veelal kleine ondernemingen die toch genoodzaakt waren om te sluiten, met eventuele aftrek van de reeds ontvangen compensatiepremie?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, de sector zelf heeft al een sectoraal opleidingscentrum voor de textielverzorging, het TFTC-centrum (Training For Textile Care) en ook een fonds voor bestaanszekerheid, het Gemeenschappelijk Fonds van de Textielverzorging. Ik weet dus niet of het nodig is om nog een extra fonds op te richten. Ik denk dat u ook bedoelt dat we moeten kijken of het nodig is om extra middelen uit te trekken om de verliezen te compenseren.
Ik kan bevestigen dat ik de analyse van de Federatie van Belgische Textielverzorging over de impact op hun sector ken, zeker als het gaat over de samenhang met of de toelevering aan de horecasector. Jammer genoeg is die sector allerminst een uitzondering. Hij wordt dan ook ten volle meegenomen in het steunpakket dat door de Vlaamse Regering is ontwikkeld: de premies, maar ook het pakket aan financiële maatregelen om op langere termijn in de financiering te voorzien.
Daarnaast is het de bedoeling om in het najaar een nieuwe sectorconvenant af te sluiten, ook met de sector textielverzorging, waarin we onder andere een relancetoets stoppen, om aandacht te hebben voor de impact van corona op het menselijk kapitaal in de sector. We hebben op dit ogenblik nog geen extra bijkomende maatregelen voorzien.
Bedrijven uit de textielverzorgingsbranche kunnen – afhankelijk van hun specifieke situatie – een beroep doen op ofwel de coronahinderpremie ofwel de compensatiepremie.
Bedrijven uit deze sector die een locatie hebben die voor het publiek toegankelijk is, zoals een droogkuis of een strijkwinkel waar particulieren over de vloer komen, werden verplicht gesloten en hadden dus recht op de hinderpremie.
Ondernemingen – bijvoorbeeld industriële wasserijen – die vooral klanten uit de horeca hebben en geen locatie uitbaten die voor het publiek toegankelijk is, kunnen gebruik maken van de compensatiepremie. U weet dat er ondertussen twee compensatiepremies zijn, omdat we beseffen dat er ook twee periodes zijn waarin er mogelijkerwijs groot omzetverlies geleden wordt.
Vandaag zijn de premies dus uitgekeerd en in behandeling voor de sector waarnaar u verwijst voor ongeveer 2,4 miljoen euro. De tweede ondersteuningspremie is daar nog niet bijgerekend. Het gaat enkel over de eerste groep maatregelen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Ik heb geen verdere opmerkingen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.