Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over de heropening van grote vakantiewoningen na de coronacrisis
Vraag om uitleg over vakantiewoningen voor meer dan tien personen
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, het is misschien niet toevallig dat drie gouwgenoten die vraag stellen. Ik merk ook aan de opstelling van de vraag dat we waarschijnlijk dezelfde signalen gehoord hebben in de sector zelf.
Inderdaad, verwijzend naar de vorige vraag was er vorige week goed nieuws: de opstart van een groot deel van de toeristische sector en een aantal extra mogelijkheden. We moeten dus zeker niet alleen focussen op wat nog altijd moeilijk is, maar ook op wat er opnieuw kan. Maar de afgelopen dagen zijn er toch wat noodkreten geuit door de eigenaars en uitbaters van grotere vakantiewoningen.
De opening vanaf 8 juni gold namelijk niet voor grotere vakantiewoningen, van meer dan tien personen; die bleken uit de boot te vallen. Dat is natuurlijk een ontgoocheling voor deze sector: na maanden zonder verhuringen en zonder inkomsten staan zij voor een onmogelijke opdracht. Al hun boekingen moeten ze nu noodgedwongen annuleren of worden door hun klanten geannuleerd, ook voor de grote vakantie, omdat er geen duidelijkheid is. Ze kunnen nu ook niet last minute overschakelen naar kleinere groepen, omdat dit praktisch en financieel niet haalbaar is.
Nochtans zouden deze grotere vakantiewoningen een relatief veilig verblijf kunnen aanbieden: het zijn afgesloten gebouwen in een groene en landelijke omgeving, waar social distancing meestal goed organiseerbaar is, naast handhygiëne en verluchting. Het contact tussen de uitbater en de klanten kan in deze logiezen ook tot een minimum beperkt worden.
De groepen die hier op vakantie komen, zijn vaak familie- en vriendengroepen die tot elkaars bubbel of wekelijks wisselende bubbels behoren. Bovendien zijn de leden van een groep vaak goed op elkaar ingespeeld en hebben ze een groot wederzijds respect voor elkaars veiligheid. We gaan daar uiteraard van uit. Tenslotte zijn ze, indien er zich toch een probleem zou voordoen, gemakkelijk te identificeren en bijgevolg dus ook traceerbaar.
Gezondheid blijft uiteraard het prioritaire belang. Dat wil ik bij deze vraagstelling ook nog eens extra beklemtonen. Maar de vakantiewoningen beschikken over voldoende sanitaire ruimtes, vaak geïntegreerd per slaapkamer, zodat er zich geen probleem qua besmettingen hoeft voor te doen. Het gros van de activiteiten gebeurt buiten, op de terrassen en in de tuinen of in de ruime omgeving, dankzij het fiets- en wandelaanbod in de Vlaamse toeristische regio’s.
Logeren in Vlaanderen vzw maakte intussen een duidelijk protocol met aangepaste voorwaarden en richtlijnen voor dit type logiezen. Daarom vragen we wanneer er een structureel perspectief komt voor deze groep, en op welke manier de tussentijdse problemen kunnen worden opgevangen.
Had u over deze problematiek al overleg met Logeren in Vlaanderen vzw? Zo ja, wat leverde dit op? Welk perspectief kunt u bieden voor dit soort logiezen? Indien ja, in welke compensaties voorziet u voor deze logiezen, zolang zij hun reservaties zien verdampen?
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik kan mij helemaal aansluiten bij de vraag van collega Vaneeckhout. We hebben het in deze commissie al meerdere keren gehad over de heropstart en de voorbereidingen die u, minister, met Toerisme Vlaanderen en alle andere spelers hebt gemaakt. Het was ook de bedoeling om de toeristische keten samen op te starten. U hebt dat ook zo verdedigd bij minister-president Jambon. Hij heeft dat op zijn beurt verdedigd in de Nationale Veiligheidsraad. Het is uiteraard de federale Nationale Veiligheidsraad die de uiteindelijke beslissing neemt.
Vandaag zitten we nog met de bubbels van tien personen. Ik begrijp uiteraard de bezorgdheid van Logeren in Vlaanderen helemaal. Zeker nu andere landen al open zijn. In die landen zijn er ook vakantiewoningen te huur. Maar men past er de tienpersonenregel niet toe. In deze onzekere periode moet men met lede ogen aanzien dat er nu Vlamingen met familie op vakantie gaan en net over de grens in Nederland of Frankrijk boeken.
Vandaar de vraag om zo snel mogelijk een perspectief te bieden aan deze groep van vakantielogies. Naast de vragen van collega Vaneeckhout had ik ook nog de vraag of er in de heropstart bepaalde subsectoren nog problemen of onduidelijkheden hebben. Op welke manier kunnen we die ook nog onder de aandacht van het federale niveau brengen?
De Vlaamse Regering heeft in een aanvullende compensatiepremie van 2000 euro voorzien voor ondernemingen die, hoewel ze toch open zijn, minder omzet dan normaal halen doordat ze bepaalde voorschriften moeten naleven, waardoor er eventueel capaciteitsvermindering en beperkingen worden opgelegd. Geldt dit ook voor de toeristische sector? Deze sector is zwaar getroffen, is de laatste die kan heropstarten en is mogelijk opnieuw de eerste die, als er een tweede golf zou komen, met problemen zal zitten. Minister, werkt u nog verder op andere sectorspecifieke steunmaatregelen die nodig zouden zijn om deze sector in elk geval de nodige liquiditeiten en solvabiliteit te geven?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik ben de derde in de rij met een identieke vraag en identieke bezorgdheid. Meer nog, ik wil voor de vakantiewoningen voor meer dan tien personen echt wel aan de alarmbel trekken.
Ik ga proberen niet in herhaling te vallen.
We weten allemaal dat sinds 8 juni reizen in eigen land opnieuw kan. Maar er hangt een enorm zwaard van Damocles boven de vakantiewoningen die meer dan tien gasten kunnen ontvangen. De regel van de tien personen per bubbel is voor deze vakantiewoningen vandaag nog altijd van kracht. Dat is voor meer dan vierhonderd vakantiewoningen echt problematisch. De mensen annuleren stilaan hun boekingen omdat ze geen zekerheid hebben voor de periode na 1 juli. Dat is enorm problematisch. Er moet zo snel mogelijk duidelijkheid komen over wat wel of niet kan in de zomermaanden.
De vzw Logeren in Vlaanderen vertegenwoordigt zowel de provinciale toeristische organisaties als de private logiessector. Zij zeggen dat ze dit veilig kunnen doen. Er kan verlucht worden, er is voldoende afstand. Het gaat om bubbels die in principe ook tijdens de week bij elkaar zijn. Zij stellen voor om het gezond verstand te gebruiken en zo snel mogelijk toe te laten dat men met meer dan tien personen die vakantiewoningen kan innemen.
Collega Coudyser had het over extra compensatieverlies door een dalende omzet. Ik vrees dat dit de echte verliezen niet zal dekken. Die vakantiewoningen kijken nu reikhalzend uit naar de zomer, die vaak al van lang voorheen goed was volgeboekt. Nu zien ze die boekingen wegsmelten voor de zon.
Minister, heeft het overleg met Logeren in Vlaanderen al plaatsgevonden? Wat is daaruit voortgevloeid?
Zult u bij de Nationale Veiligheidsraad bepleiten dat er liefst zo snel mogelijk kan worden gecommuniceerd, maar toch uiterlijk voor de periode na 1 juli? Zij moeten dat nu toch wel eerstdaags weten om de schade te kunnen inperken.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, dank u. Wij zijn inderdaad op de hoogte van het probleem. Er is ook contact geweest tussen Logeren in Vlaanderen en ons kabinet met betrekking tot de grotere vakantiewoningen. De federale richtlijn is heel duidelijk: de bubbel van maximaal tien personen moet worden gerespecteerd. Wij leggen dit probleem voor aan de Groep van Experts belast met de Exitstrategie (GEES). Ik heb dat ook aan Logeren in Vlaanderen gezegd. We zeggen ook duidelijk dat die grotere logiezen op een veilige manier kunnen opengaan, met respect voor de coronamaatregelen. Morgen vergadert ook het Overlegcomité. De vraag over dit probleem ligt daar ook voor.
Voor alle duidelijkheid: het probleem rijst niet alleen bij grotere vakantiewoningen. We hebben hetzelfde probleem bij jeugdverblijven of hostels met slaapzalen. Ik heb dat samen met die vakantiewoningen als geheel naar voren gebracht. Dat staat dus morgen op de agenda van het Overlegcomité. Ik heb ook begrepen dat de Nationale Veiligheidsraad volgende week bijeenkomt. Via de voorbereidingen binnen de GEES zal onze vraag met betrekking tot die grote vakantiewoningen, jeugdverblijven en andere hostels daar ook voorliggen.
Ik begrijp hun vraag dus heel goed. Ik denk ook wel, vanuit toeristisch oogpunt, dat die grotere logiezen sneller en op een veiligere manier kunnen opengaan. Ik probeer dat standpunt ook heel goed te verduidelijken op die verschillende niveaus. Ik hoop dat daar echt wel heel snel duidelijkheid over is. Alle beetjes helpen. Ik ben dus heel blij dat collega Crevits in een bijkomende compensatiepremie heeft voorzien. Binnen de regering heb ik er altijd op gewezen dat de toeristische sector de laatste sector zou zijn die volop zou kunnen heropenen, en dat er dus in compensatie moest worden voorzien. Voor onze sector is dat natuurlijk mooi meegenomen. Men had misschien wat meer verwacht, maar gezien de budgettaire context is dat al heel mooi. De beste relancemaatregel is natuurlijk dat men opnieuw gewoon de toeristen kan ontvangen. Ik voel ook bij onze sector dat men dat wil. Die vragen liggen dus voor bij de diverse instanties.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het ruime antwoord. Er is hier inderdaad een bezorgdheid voor die sector, bij alle partijen. De toeristische en recreatieve sector is sowieso al de moeilijkste in dezen. Net zij die mikken op een iets groter publiek, dreigen nog meer in de verdrukking te komen door de logische keuze voor het stelselmatig uitbreiden van de bubbels. Iedereen beseft dat. In dat opzicht vind ik het goed dat er heel actief wordt onderzocht, in overleg met de federale overheid, het Overlegcomité en zo verder, hoe we hier op afzienbare tijd een antwoord op kunnen geven. Het is inderdaad ook belangrijk dat de overbruggingsmaatregelen aangehouden blijven. Collega Talpe heeft het daarnet nog iets krachtiger uitgedrukt dan ikzelf. Er is inderdaad totale paniek bij die sector, waarvoor iedere week er een te veel is. Dit heeft een gigantische impact. Vandaar ook mijn vervolgvraag, voor een stukje los van de situatie op dit moment. Mocht er een tweede golf komen, dan is het natuurlijk ook te verwachten dat net die sector de eerste zal zijn die het signaal zal krijgen dat een en ander niet meer zal kunnen gebeuren. Misschien is dat vanuit medisch oogpunt ook weer een logische keuze.
Maar dan stel ik mij de vraag, los van het opnieuw opzetten van overbruggingskredieten en ondersteuningsmaatregelen, of er misschien ook een plan van aanpak kan zijn voor die sector om eventueel tijdelijke overgangen naar kleinschaliger toerisme dan die grote groepen, te begeleiden zodat ook zij kunnen openblijven in periodes dat we bijvoorbeeld enkel in gezinsverband op weekend mogen gaan. Kunnen ze misschien op een aantal plaatsen op gemakkelijke wijze hun werking openstellen voor kleinere bubbels? Op welke manier kan de Vlaamse overheid dat mee ondersteunen?
Daarvoor kan het overleg met de provincies interessant zijn, want zij hebben belangrijke hefbomen voor het binnenlands toerisme. Uw rol als coördinerend minister is in deze zaak en in de voorbereiding van de toekomst belangrijk.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Over alle partijgrenzen heen en samen met u, minister, zijn we het erover eens dat we zo snel mogelijk perspectief moeten bieden aan die grotere vakantieverblijven. Dag na dag verder gesloten blijven, blijvende onzekerheid en financieel verlies: openen is inderdaad de beste relance voor die sector, daar hebben ze nood aan.
Ik begrijp dat er morgen een Overlegcomité is en dat er volgende week een nieuwe Veiligheidsraad is. De contacten met de GEES lopen verder. We hebben er alle vertrouwen in dat u de toeristische sector verder zult verdedigen, en dat u zult uitleggen dat we de gasten in veilige omstandigheden kunnen ontvangen, net zoals ook de jeugdverblijven, de hostels en de grotere vakantiewoningen. Ik denk ook aan pretparken en zwembaden. Die hele keten krijgt het stilaan heel erg moeilijk en hoopt op perspectief.
Als we die exit helemaal hebben doorstaan, moeten we verder kijken hoe we die hele toeristische sector een duurzame toekomst kunnen geven. Het plan dat we hebben, is daar de ideale basis voor en dat moeten we met alle sectorspelers verder uitwerken.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik ben in ieder geval opgelucht dat u onze bezorgdheid deelt en liever al morgen duidelijkheid zou bieden aan de sector. Dat stelt me toch al wat gerust. Ik zou zeggen, gooi al uw gewicht, letterlijk en figuurlijk, in de schaal, zet uw voet tussen de deur, gebruik uw vrouwelijke charme morgen op het Overlegcomité ten opzichte van de Nationale Veiligheidsraad en de GEES. We moeten hen echt overtuigen dat ze stappen vooruit moeten zetten. Ik heb alle vertrouwen in uw daadkracht.
We zijn uiteraard ook dankbaar voor de compensatiepremie, maar de sector heeft vooral perspectief en duidelijkheid nodig en ze willen echt wel aan de slag, liefst met hun vakantiewoningen goed gevuld met mensen.
Ik wil nog even verwijzen naar de verschillen met onze buurlanden. In Nederland kan men wel met dertig personen in vakantiewoningen, en dat trekt natuurlijk aan. Mensen annuleren hun boekingen hier om dan in Nederland te boeken. Die signalen bereiken mij en dat is helemaal niet leuk. Ik hoop dat we zo snel mogelijk met de buurlanden tot een gelijk niveau kunnen komen, uiteraard op voorwaarde dat we op hetzelfde level zitten wat de gezondheidssignalen betreft.
Tot slot, mocht in het slechtste geval blijken dat we na 1 juli blijven op het aantal van tien personen in een vakantiewoning, dan volg ik collega Vaneeckhout en moeten we schakelen. Dan moeten we vanuit Toerisme Vlaanderen en de provincies maximaal proberen te faciliteren zodat die vakantiewoningen alsnog op een andere manier toch hun business kunnen hervatten, en dat wij er zijn om dat in zo goed mogelijke banen te leiden.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
(Slechte geluidskwaliteit)
Dank u wel, voorzitter, ik wilde eigenlijk ook al bij de vorige vraag aansluiten, maar plots werd ik uit de vergadering gegooid. Wellicht was mijn wifiverbinding niet stabiel. Mijn vraag hoort dus ook nog een beetje bij de vorige vraag, maar leunt ook bij deze vraag om uitleg aan. Ik kom even terug op het veiligheidsprotocol.
Minister, voor vakantiewoningen is dat nu wel in orde, maar als je op de website van Toerisme Vlaanderen gaat, zie je dat er nog een aantal zaken niet in orde zijn, vooral voor de jeugdherbergen, de vakantieparken, de recreatiedomeinen, de reisbureaus en de autocarondernemingen. De vraag is wanneer we de veiligheidsprotocollen en aanbevelingen voor die deelsector mogen verwachten. Het toerisme komt stilletjes aan weer op gang … (onverstaanbaar) … Mensen beginnen hun vakantie te nemen … (onverstaanbaar) … buiten de schoolvakanties … (onverstaanbaar) … Dan moeten ook al die andere zaken weer in orde zijn … (Het geluid van Karin Brouwers valt weg.)
Ofwel klopt dat niet meer en moeten ze hun communicatie aanpassen ofwel … (Het geluid van Karin Brouwers valt weg.)
Ik weet dat dat misschien eerder bij de andere vraag thuishoorde, maar … (Het geluid van Karin Brouwers valt weg.)
Dat is het nadeel van zo’n vergadering.
Collega Brouwers, u was niet altijd even goed verstaanbaar, maar ik zal luisteren naar de minister. Mocht zij nog wat verduidelijking vragen bij uw laatste vraag, dan kunnen we u het woord bij uitzondering nogmaals geven.
Minister Demir heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Ik hoop dat ik collega Brouwers goed heb gehoord.
Wat de jeugdverblijven betreft: alle veiligheidsprotocollen en zomerplannen voor de jeugd zijn gebundeld bij De Ambrassade. Normaal gezien hebben zij alles gebundeld. Dit is de eerste keer dat ik hoor dat er op dat vlak iets niet in orde zou zijn, dus ik ga het nog eens nakijken, maar alle zomerplannen, veiligheidsvoorschriften enzovoort zijn gebundeld bij de koepelorganisatie.
Wat de vraag betreft over voorbereidingen voor de sector in het kader van een eventuele tweede golf, kunnen we natuurlijk per type logies terugschakelen naar een kleinere eenheid, maar dan stelt de vraag zich natuurlijk wel of dat nog rendabel genoeg is. Dat is iets wat we nog moeten bekijken. Ik hoop vooral dat er geen tweede golf komt, zodat we de mensen en de sector een mooie zomer kunnen toewensen. Vanuit Toerisme Vlaanderen, collega Vaneeckhout, bekijken we natuurlijk verschillende opties voor het geval dat er in een bepaalde stad of wijk een nieuwe uitbraak is.
Wat het verschil met Nederland betreft – en dat heb ik meermaals aangehaald –, collega Talpe, bijvoorbeeld over de pretparken, die daar veel eerder opengegaan zijn: wij hadden voorgesteld, samen met mijn collega bevoegd voor het toerisme in Wallonië, om op 8 juni open te gaan, maar men is ons helaas niet gevolgd, terwijl die sector, net zoals de vakantiewoningen, voorbereid was op het vlak van veiligheid enzovoort. Het enige wat ik kan doen, is blijven duwen bij verschillende instanties; ik denk dat men mij daar al een beetje beu gezien is, maar bon, ik zal het blijven doen. Er moet gewoon perspectief geboden worden. Ook de vraag van de pretparken om bijvoorbeeld de weekends ervoor proef te draaien, hebben wij vanuit Vlaanderen mee ondersteund.
Ik hoop dat we daar binnenkort duidelijkheid over hebben, want er is veel tijd en energie in die veiligheidsprotocollen gestoken. We krijgen het moeilijk uitgelegd als de mensen in Nederland volop bezig zijn met vakantiewoningen met dertig personen. Ik hoop dat we snel duidelijkheid krijgen en dat we ook grotere bubbels dan die van tien personen op een veilige en fijne manier een vakantiewoning kunnen toewensen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk inderdaad dat het urgentiegevoel bij iedereen is gesteld. Ik kan me voorstellen dat er in deze tijden weerkerende contacten met sommige organen en organisaties zijn. Die contacten zijn er telkens opnieuw en in die zin kan dat vermoeidheid bij de mensen aan de andere kant van de tafel opwekken. U moet zich hierdoor niet laten tegenhouden om uw hart voor toerisme te blijven uitdragen.
Aansluitend bij mijn vraag over de voorbereiding op een eventuele tweede golf heb ik uiteraard de hoop dat het niet waar zal zijn, maar we moeten ons op een worstcasescenario voorbereiden. In die zin is het natuurlijk niet alles of niets, namelijk rendabel of onrendabel. Er zijn misschien steunmaatregelen die voor de Vlaamse overheid en voor de provincies aantrekkelijker zijn en die het met een beperkte inspanning rendabel maken om in de tussenperiode een bepaalde activiteitsgraad in de grotere vakantiewoningen te behouden. We moeten dat zeker bekijken, maar ik heb begrepen dat uw diensten hiermee bezig zijn.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de bijkomende antwoorden. We hebben er alle vertrouwen in dat u de GEES en de Federale Regering verder op de zenuwen zult werken, zodat zij echt inzien dat het belangrijk is dat ook deze sector een stap vooruit kan zetten en opnieuw kan starten.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ook ik vind het goed nieuws te horen dat ze u daar al wat beu zijn, maar u mag zich vooral niet laten ontmoedigen. U moet doorgaan, en we rekenen morgen met de hele sector op u. Met de nodige duiding, het protocol en de wil en zin van de hele sector om er deze zomer iets van te maken, moet dit gewoon lukken. Ik wens u alvast veel succes.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.