Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
In 2018 werden volgens Sciensano 882 nieuwe diagnoses van hiv-infectie vastgesteld, of 2,4 diagnoses per dag of 78 per miljoen inwoner in ons land. Dat is een daling met 2 procent tegenover 2017 en met 28 procent in vergelijking met 2012, toen er 1228 nieuwe diagnoses waren.
We zien dat meer en meer patiënten hiv-tests laten doen uit eigen beweging. Bij de nieuwe diagnoses van 2018 waarvoor deze informatie beschikbaar is, werd 31 procent van de tests uitgevoerd op initiatief van de patiënt en 40 procent werd getest als gevolg van klinische argumenten. Het proportioneel aandeel van testen op eigen initiatief was groter bij MSM’s (mannen die seks hebben met mannen) dan bij de heteroseksuelen.
We stellen echter vast dat we nog een hele groep van mensen die besmet zijn met het hiv-virus, missen. In 2018 leefden er naar schatting 19.213 mensen met hiv, waarvan er 1747 of 9,1 procent niet gediagnosticeerd zouden zijn.
Nu, de groep die we missen, bestaat eigenlijk uit een diverse groep: migranten uit de Sub-Sahara in Afrika, sekswerkers – zowel mannelijk, vrouwelijk als transgender –, mannen die seks hebben met mannen, maar ook heteroseksuelen die hun diagnose niet kennen. Er is onder hen zeker een groep die het risico op hiv laag inschat en waar de vraag naar preventie beperkt is. Voor wat betreft de sekswerkers is er in onze maatschappij een taboe op het sekswerk. Zij hebben veelal geen ziekteverzekering, ze zijn moeilijk op te volgen en er is vaak ook een communicatieprobleem.
De afgelopen jaren werden op het vlak van behandeling en preventie van hiv heel grote stappen voorwaarts gezet. De behandeling met een combinatie van verschillende hiv-remmers heeft tot gevolg dat bij besmette mensen het virus daalt naar een niet-opspoorbaar niveau, waardoor er geen overdracht van het virus meer is bij onbeschermd seksueel contact.
Voor de nog niet besmette patiënt met een zeer groot risico op besmetting is vandaag een preventieve behandeling mogelijk zoals de pre-exposure prophylaxis (prep) of preventie voorafgaand aan blootstelling, en de post-exposure prophylaxis (PEP). Die behandeling is op te starten na mogelijke blootstelling aan het virus.
De vandaag bestaande behandelingen maken het dus mogelijk heel wat besmettingen te voorkomen. Daarom is het belangrijk de groep van mensen die een hoog risico lopen op een besmetting met hiv of die besmet zijn, maar nog niet gedetecteerd, te bereiken.
Minister, worden er vanuit Vlaanderen inspanningen gedaan om personen met een hiv-besmetting die nog niet gediagnosticeerd zijn, of mensen met een hoog besmettingsrisico te detecteren? Zo ja, met welke organisaties wordt er samengewerkt om deze mensen te vinden?
Minister Beke heeft het woord.
Men kan zich laten testen bij de huisarts, in hiv-referentiecentra, in testcentra met een aanbod van anoniem testen, via online thuissampling en eventueel ook met zelftesten die te koop zijn in de apotheek.
Een actief opsporingsbeleid is essentieel in de controle van de hiv-epidemie. Om een zo goed mogelijk bereik te realiseren, is er het best een divers testaanbod zodat ook de moeilijk bereikbare doelgroepen de weg naar testing kunnen vinden.
Naast de reguliere zorg investeren we in Vlaanderen via verscheidene organisaties ook in outreachactiviteiten, waarbij moeilijk bereikbare groepen de hiv-test aangeboden krijgen. Voorbeelden hiervan zijn de terreinwerking van Sensoa naar mannen die seks hebben met mannen, de terreinwerking van het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) naar Sub-Saharaanse Afrikaanse migranten en de terreinwerking van Violett naar sekswerkers. Kenmerkend aan deze initiatieven is de laagdrempeligheid, afgestemd op de doelgroep en/of tot bij de doelgroep. Het is dus een vorm van outreachend werken.
Personen die drager zijn van hiv zonder dit te weten, zijn de motor van de hiv-epidemie. Het is dus belangrijk dat wie risico liep, snel getest en behandeld wordt en vervolgens therapietrouw is.
België scoort goed in de toeleiding naar de behandeling en de ondersteuning van therapietrouw. Volgens het meest recente rapport van Sciensano werden 16.673 hiv-patiënten opgevolgd in 2018 in België. 97 procent van de personen die hun diagnose ontvingen, worden opgevolgd in hiv-referentiecentra. Slechts enkelingen worden dus, om specifieke redenen, niet opgevolgd. Van de personen die worden opgevolgd, bereikt 92 procent een gecontroleerde virale lading binnen de zes maanden na aanvang van de behandeling, hetgeen wijst op een hoge therapietrouw.
Zoals al gezegd, voeren verschillende organisaties in Vlaanderen outreachend werk uit om moeilijk bereikbare groepen te bereiken. Dit doen ze zowel met sensibiliserende boodschappen om veilig te vrijen, met informatie over het zich laten testen, als met een concreet, laagdrempelig aanbod.
Sensoa begeeft zich in de lgbt-community (lesbian, gay, bisexual, transgender) met Swab2know, een initiatief ontwikkeld door het Instituut voor Tropische Geneeskunde. Sensoa neemt ter plaatse in de homosekshoreca speekselstalen af om te testen op hiv. De testresultaten worden gecommuniceerd via een beveiligde website. Wie zich registreert, ontvangt regelmatig de uitnodiging om een nieuwe samplingkit te bestellen.
Het Instituut voor Tropische Geneeskunde voert met zijn terreinwerking outreachactiviteiten uit die cultuursensitief en participatief zijn ontwikkeld specifiek voor personen uit de Sub-Saharaanse gemeenschappen. Seksuele gezondheid, preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen en hiv en toeleiden naar testing is hier aan de orde.
Violett en Boysproject voeren met hun terreinwerk eveneens outreachactiviteiten uit. Daar is de doelgroep sekswerkers. Deze organisaties informeren en counselen sekswerkers rond veilig sekswerk en preventie van soa en hiv. Door de cofinanciering met federale en lokale overheden bevat hun aanbod ook de mogelijkheid tot anoniem en gratis testen, alsook een sociale hulpverlening.
Naast die gerichte outreaching speelt natuurlijk ook de reguliere zorg een belangrijke rol in het bereiken van moeilijk bereikbare groepen, preventief en curatief. Artsen en andere gezondheidswerkers worden met de methodiek ‘Onder vier ogen’ van Sensoa getraind in het proactief bespreekbaar maken van seksuele gezondheid met cliënten.
Veilig vrijen en bij risico regelmatig testen op hiv en soa’s, zijn enkele van de kernboodschappen inzake seksuele gezondheid. Ook omtrent prep en TasP (treatment as prevention) wordt geïnformeerd en gesensibiliseerd. Al die thema’s komen recurrent aan bod in de werking van Sensoa, het Instituut voor Tropische Geneeskunde en Violett. Sensoa plant voor het najaar van 2020 een soacampagne en een campagne omtrent het feit dat hiv-positieve personen onder behandeling het virus niet kunnen overdragen, allebei naar het algemene publiek. In de geplande soacampagne en in andere acties is condoomgebruik een centraal advies. Recent nog voerde Sensoa een pop-upcampagne op sociale media waarmee mannen met homoseksuele contacten aangemoedigd worden om zich te laten testen op hiv voor het einde van de lockdown. Prep is naar de doelgroep van MSM’s (mannen die seks hebben met mannen) eveneens een thema dat geregeld opnieuw onder de aandacht wordt gebracht. Violett biedt sekswerkers advies en informatie en verwijst verder actief door naar de gespecialiseerde zorg.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Er zijn de afgelopen jaren al heel wat stappen gezet rond behandeling en preventie, maar het is inderdaad heel belangrijk dat we proactief en outreachend blijven werken naar die risicogroepen.
Ik ben ook heel blij te vernemen dat Sensoa eind dit jaar een campagne zal opzetten. Dat is heel goed voor de sensibilisering. Heel wat mensen onderschatten het risico nog steeds of weten zelfs niet dat er behandeling is of dat er preventieve medicatie bestaat. Het is dus heel belangrijk dat we daarin goed sensibiliseren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.