Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Op 18 mei publiceerde het centrum algemeen welzijnswerk (CAW) zijn jaarverslag van 2019. In 2019 kwamen 109.357 personen met een hulpvraag terecht bij een van de elf CAW’s in Vlaanderen en Brussel. De hulp en begeleiding die de CAW’s aanbieden, is heel divers, maar er kunnen een aantal grote categorieën onderscheiden worden. De grootste categorie verwees naar relationele en persoonlijke problemen, waarop 40 procent van de hulpvragen betrekking had.
Voor een grote groep mensen met een hulpvraag volstond een eenmalig contact met het CAW, maar voor een heel aantal moest er ook een langduriger begeleidingstraject worden opgestart. Daar zien we dat 47 procent van de begeleidingstrajecten gebeurden in het kader van persoonlijke en relationele problemen. Dat is natuurlijk ook een heel ruime omschrijving van de categorie.
Wetende dat er ook heel wat mensen zijn die in het private circuit op zoek gaan naar hulp, en dat er heel wat mensen zijn die de stap naar de hulpverlening niet zetten, kunnen we alleen maar concluderen dat dit type van problematieken een belangrijk maatschappelijk probleem is. Daarom moeten we ook goed kunnen monitoren hoe deze hulpvragen evolueren doorheen de tijd, zeker nu we, gezien de impact van de coronacrisis, een toename van hulpvragen verwachten.
Het is niet duidelijk in welke mate het ging om problemen op het vlak van psychosociaal en psychisch welbevinden, problemen in de ouder-kindrelatie of problemen in de partnerrelatie. Vaak lopen verschillende problematieken ook door elkaar heen, wat het natuurlijk moeilijk maakt om tot een opdeling te komen. Maar het is wel essentieel om te weten in hoeveel gevallen er ook kinderen bij betrokken waren. Want wanneer volwassenen te kampen hebben met persoonlijke of relationele problemen, heeft dat vaak ook een impact op de kinderen. Vandaar ook dat er de laatste jaren meer wordt ingezet op de Kindreflex binnen de geestelijke gezondheidszorg. De minister heeft er al naar verwezen: dat zal ook naar andere domeinen worden uitgerold.
Ik verwijs ook naar een bericht in de media van eind mei, waarbij de CLB’s rapporteerden dat ze de afgelopen drie jaar een verdrievoudiging zagen van het aantal dossiers rond problematische thuissituaties. De vraag is of zich dat ook in een toename van hulpvragen bij de CAW’s uit.
Zien de CAW’s de afgelopen jaren een evolutie in de hulpvragen met betrekking tot persoonlijke en relationele problematieken, zowel wat betreft het aantal als het type hulpvragen?
Hebt u er zicht op welk aandeel gaat over ouder-kindrelatie, welk aandeel over partnerrelatie en welk aandeel over psychosociaal en psychisch welbevinden? Is er een evolutie doorheen de afgelopen jaren met betrekking tot die verschillende elementen?
Op welke manier wordt de Kindreflex toegepast wanneer volwassenen met een hulpvraag bij een CAW komen?
Is er zicht op het aantal doorverwijzingen vanuit de CLB’s naar de CAW’s vanwege problematische gezinssituaties?
Minister Beke heeft het woord.
Door een wijziging in het registratiesysteem zijn enkel de cijfers van 2018 en 2019 te vergelijken. Het is dan ook niet mogelijk om significant geldende uitspraken te formuleren op basis van deze twee jaar.
Wat het aantal hulpvragen over relationele en persoonlijke problemen betreft, is er zowel voor onthaal als begeleiding een stijging merkbaar van 2018 naar 2019. Maar deze stijging is ook merkbaar in het algemeen voor alle hulpvragen en geldt niet specifiek voor relationele en persoonlijke problematieken.
Wat het aantal hulpvragen betreft heb ik een tabel, die ik graag ter beschikking stel aan het commissiesecretariaat. Ik stel voor dat ik al die cijfers niet voorlees.
Wat ik op basis van 2018 en 2019 wel kan zeggen, is dat we geen uitspraken kunnen doen over de evoluties betreffende een aantal thema’s. Er is een toename van 19 procent met betrekking tot de ouder-kindrelatie en van 16 procent voor gezins- en familiale relaties. Voor partnerrelaties is er een toename van 7 procent op een jaar tijd.
Ik constateer wel dat het thema psychisch welbevinden een vaak geregistreerd thema is – vaker dan de voorbije jaren –, wat ook in de lijn ligt met de huidige ervaringen. Hier zien we een toename van 18 procent.
Op dit moment is de Kindreflex binnen de CAW’s nog niet structureel uitgerold. Een aantal CAW’s zijn wel al bezig met de implementatie van de Kindreflex, maar dat gebeurt op eigen initiatief. In het regeerakkoord is in een uitbreiding van deze methodiek naar verschillende sectoren voorzien, ook de CAW’s. Dat zal ook de komende periode verder opgenomen worden.
Ik zal een tabel ter beschikking stellen aan het commissiesecretariaat, die een overzicht geeft van de doorverwijzingen vanuit de onderwijspartners en specifiek vanuit de CLB’s. Vanuit de CLB’s waren dit 482 doorverwijzingen in 2019. Voor alle onderwijsactoren ging dit om 1312 doorverwijzingen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Als we cijfers vergelijken, moeten we natuurlijk zien dat die op dezelfde manier geregistreerd zijn. Ik heb nu van u gehoord dat dat niet zo is en dat er een aanpassing is gebeurd met betrekking tot de registratie. Het is belangrijk dat we voor de volgende periode ook in de gaten houden hoe die cijfers evolueren, want ik vind het wel een heel belangrijk aandeel binnen de werking van de CAW’s. Er komen mensen met veel hulpvragen en begeleidingsvragen rond persoonlijke en relationele problemen. U hebt de opdeling genoemd, met betrekking tot onder andere de partnerrelatie en de ouder-kindrelatie. Dat zijn natuurlijk zaken die heel sterk ingrijpen in het leven van mensen. Als we het hebben over intrafamiliale problemen, bijvoorbeeld met betrekking tot partnerrelaties, dan zijn de gevolgen voor kinderen ook groot.
Ik hoor dat een aantal CAW’s intussen vrijwillig begonnen zijn met de invoering van de Kindreflex. Ik vind het goed dat in het regeerakkoord is voorzien dat die Kindreflex zal worden uitgebreid over verschillende sectoren. En de CAW’s zijn daar, alleszins wat mij betreft, een heel belangrijke van. Ik hoop dus dat daar op relatief korte termijn werk van kan worden gemaakt bij alle CAW’s.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Er is inderdaad heel wat psychisch onwelzijn. De vraag kan gesteld worden in welke mate CAW’s mensen zien met een veeleer beperkt psychisch onwelzijn, dan wel psychisch onwelzijn dat grotere vormen aanneemt, en in welke mate die dan ook worden doorverwezen naar de centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG’s). Ik denk dat het belangrijk is om ook daar zicht op te hebben.
Na de coronacrisis verwacht ik persoonlijk toch een psychische crisis. We moeten ons daar voldoende op voorbereiden. Curatie is natuurlijk één ding, veel belangrijker is dat we inzetten op preventie in de geestelijke gezondheidszorg. Ik denk dat dat toch iets is dat we in de toekomst meer en meer gaan moeten doen.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Zoals mevrouw Schryvers al aanhaalde in haar inleiding, heeft 40 procent van alle hulpvragen binnen het CAW te maken met relationele en persoonlijke problemen. Dat is een ontzettend breed begrip. Het gaat van ‘ik voel me niet goed in mijn vel’, over vragen rond de opvoeding van de kinderen, tot een hulpvraag als ‘ik ga scheiden, hoe pak ik dat aan?’. Dat gaat heel breed.
De Kindreflex is daarbij inderdaad ontzettend belangrijk. De CAW’s zelf zijn daar nog niet structureel mee bezig. Sommige nemen zelf het initiatief, zoals de minister al aanhaalde. Maar ook al zijn er niet meteen vragen rond de kinderen, als partners relationele problemen hebben, heeft dat natuurlijk ook zijn invloed en zijn weerslag op de kinderen. Dat is echt een ontzettend belangrijk iets, dat ze zich daarvan bewust zijn.
Ik wil de minister voorstellen om nog meer te investeren in de monitoring, de analyse en de registratie van de verschillende clusters binnen het CAW. Hulpverleners gaan dat absoluut niet graag horen. Zij willen vooral bezig zijn met gesprekken en begeleidingen. Voor hen is dat opnieuw een administratieve taak die erbij komt, ik besef dat. Ik ben zelf hulpverlener geweest. Dat is allemaal niet fijn. Maar het is o zo belangrijk, want onze hulpverleners zijn zo’n beetje de voelsprieten van het beleid. Zij weten waar het misgaat, wat er beter kan, wat er allemaal aan de hand is. Ik zou dus echt willen vragen om daar bijkomend in te investeren, want dat geeft ons een beter beeld op waar er nog moet worden bijgestuurd en waar die bijkomende inspanningen nog extra nodig zijn.
Dan wil ik nog heel kort heel snel een zijsprongetje maken. Op 4 februari haalde de minister in deze commissie aan dat elk CAW de opmerking had gekregen om hun beleidsplan aan te passen en te bekijken hoe ze de middelen het beste kunnen inzetten. Deze oefening zou gebeuren tegen juni, maar door het hele coronagedoe is dat op de lange baan geschoven. Is het nog de bedoeling dat de CAW's deze kritische oefening blijven doen om hun werking verder te optimaliseren?
Minister Beke heeft het woord.
2020 zal het derde jaar zijn in de nieuwe registratie en we zullen dan duidelijker enkele trends zien, maar als gevolg van de covidcrisis zal het extra belangrijk zijn om dat in de gaten te houden. Daarom hebben we al extra investeringen gedaan, zoals het plan Zorgen voor Morgen. Ook de verdere uitrol van de Kindreflex zit daar absoluut in. Er is ook doorverwijzing naar bijvoorbeeld CGG’s of eerstelijnspsychologen. Binnenkort hebben we een overleg om de getrapte zorg die in Zorgen voor Morgen staat, vorm te geven en te bekijken welke duidelijke afspraken er tussen de sectoren te maken zijn, bijvoorbeeld inzake doorverwijzing.
Wat de CAW's betreft, zijn de plannen binnen en goedgekeurd. De CAW's hebben het voordeel dat ze psychologische en sociale ondersteuning aan elkaar koppelen en dus ook op die andere domeinen begeleiding kunnen bieden.
De registraties zijn belangrijk en ook de sector is daarvan overtuigd. Dat is ook de reden waarom we in 2018 een nieuw registratiesysteem hebben gemaakt om dit verder en concreter op te volgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.