Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
- Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Minister, twee weken geleden hebben we dit thema ook behandeld naar aanleiding van een vraag van collega Slootmans in verband met de taalwetgeving in de faciliteitengemeenten. Wat stellen we nu vast? Dat er ondertussen opnieuw een overtreding is geweest, en ditmaal in de gemeente Kraainem. Wat is daar gebeurd? Daar is eveneens sprake van onwettelijke taalregisters, waarbij de gemeente de taal van de inwoners bijhoudt, wat duidelijk ingaat tegen de taalwetgeving en tegen alle ministeriële omzendbrieven van destijds.
De voorzitter van onze lokale N-VA-afdeling, de heer Joost Vanfleteren, heeft in zijn brievenbus bij zijn gemeentelijk mondmasker een Franstalige begeleidingsbrief gekregen. Dat kan niet. De gemeente verwees naar een fout in het taalregistratiesysteem, wat ook onwettelijk is, voor alle duidelijkheid.
Minister, we glijden steeds meer af van het duidelijke principe dat in de faciliteitengemeenten het gebruik van het Frans een uitzondering op de regel is, en ook een tijdelijke uitzondering is. Men begint deze gemeenten de facto als tweetalige gemeenten in te richten.
De coronacrisis kan wat ons betreft alleszins niet gebruikt worden om de taalwetgeving in de taalfaciliteitengemeenten zomaar aan de kant te schuiven. Na het signaal uit de gemeente Drogenbos, dat we op 19 mei in deze commissie hebben besproken, hebben we nu het voorval in Kraainem, een nieuw bewijs dat deze gemeenten de Vlaamse Regering steeds meer uitdagen en bijgevolg de voorschriften vanuit de toezichthoudende overheid zomaar naast zich neerleggen. Een kordaat optreden lijkt dan ook meer dan noodzakelijk.
Minister, kunt u iets meer zeggen over het onderzoek naar het overtreden van de taalwetgeving in Drogenbos? U ging de gouverneur gelasten met dit onderzoek. Is dit ondertussen gebeurd en is er al een timing bekend? Zult u ook in de andere faciliteitengemeenten, zoals Kraainem, onderzoeken of de taalwetgeving correct wordt nageleefd?
Minister Somers heeft het woord.
Mevrouw De Coninck, dank u wel voor deze belangrijke vraag. Wat betreft de discussie van veertien dagen geleden over Drogenbos en het informatieblad, is het dossier bij de gemeente opgevraagd op maandag 25 mei. Er is nog geen reactie ontvangen. Dat wordt nauw opgevolgd door mijn kabinet en de administratie.
Wat betreft de begeleidende brieven bij de mondmaskers in Kraainem: uit informatie die ik nu reeds ontving vanuit de administratie uit het verslag van de waarnemend gouverneur staat dat op de gemeenteraad van 26 mei 2020 wordt meegedeeld dat de communicatie in het Nederlands en Frans is gebeurd. Het bestuur meldt dat er iets is misgelopen bij de verzending van de begeleidende brieven, waardoor de communicatie soms in de verkeerde taal bij de burgers is terechtgekomen. De schepen van Communicatie heeft excuses aangeboden. Momenteel is er nog geen klacht bij de toezichthoudende overheid.
De taalwetgeving voorziet dat binnen de faciliteitengemeenten berichten en mededelingen in het Nederlands en het Frans worden opgesteld, met voorrang voor het Nederlands. Daarnaast gebeurt de communicatie met de burger in het Frans wanneer deze daarom vraagt.
Op dit ogenblik is het niet duidelijk hoe de verzending precies is gebeurd, ik kan hier dan ook nog niets concreets over zeggen.
Ik geef opdracht aan de gouverneur om alle noodzakelijke informatie op te vragen en een onderzoek te starten.
Het standpunt van de Vlaamse Regering en van mij als minister van Binnenlands Bestuur, zoals ik reeds heb meegedeeld in de plenaire vergadering van 19 mei, is ongewijzigd. Dat betekent een consequent beleid gericht op de handhaving van de omzendbrieven-Peeters en -Martens die nog steeds van toepassing zijn. We nemen daarin een assertieve houding aan bij de schendingen van de taalwetgeving. We verzetten ons maximaal tegen pogingen om de volgens ons juiste Vlaamse interpretatie uit te hollen.
De gouverneur volgt dit dossier dus op. Het andere dossier is opgevraagd. We volgen dit op. We moeten natuurlijk procedures en termijnen respecteren. We spelen kort op de bal. Zodra we daar meer nieuws over hebben, zult u dat ook wel vernemen via de media of via een nieuwe vraagstelling die ongetwijfeld zal volgen. Ik ben ervan overtuigd dat u dat dossier goed opvolgt.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik bent tevreden dat u snel hebt gehandeld in het dossier Drogenbos. De vraag kwam aan bod op 19 mei en op 25 mei hebt u de opdracht al doorgegeven en informatie gevraagd bij de gemeente. Het verbaast me niet dat de gemeente nog niet heeft gereageerd. Dat is jammer maar ik vind het wel een goede zaak dat u dit kordaat opvolgt. Ik ben ook blij dat u het geval Kraainem zult doorgeven aan de gouverneur en dat u een defensieve houding aanneemt ten aanzien van die faciliteitengemeenten en de handhaving van de taalwetgeving. Dat staat ook expliciet in het Vlaams regeerakkoord en dat is goed. De Rand is Vlaams en moet Vlaams blijven. Het is de taak van ieder van ons om daar blijvend over te waken en de nodige acties te ondernemen.
De heer Slootmans heeft het woord.
We hebben dit probleem een tweetal weken geleden aangekaart, en dat de N-VA het nu agendeert, pleziert me. Het vorige antwoord van de minister bewijst dat er voor de fratsen van een aantal burgemeesters in de Rand geen draagvlak bestaat, noch wettelijk noch in het parlement.
Er zijn wel een aantal nieuwe elementen die wellicht interessant kunnen zijn. Zo stellen wij vandaag vast dat dit niet alleen het geval is in Drogenbos en Kraainem, maar dat men ook taalregisters aanlegt in Wezembeek-Oppem, Wemmel en Sint-Genesius-Rode. Dat is de vorige keer nog niet aan bod gekomen.
Op de gemeentelijke website van Wezembeek-Oppem op mijn scherm staat nog altijd ‘choix de rôle linguistique’ genotuleerd. Men kan daar dus nog altijd een taalregistratie aanleggen, waardoor we kunnen besluiten dat die gemeente de omzendbrief-Peeters en de omzendbrief-Keulen met de voeten treedt.
Wat Linkebeek betreft, zal dit eens grondiger moeten worden nagegaan. Ik heb al wat opzoekingswerk gedaan, maar in de gemeente Linkebeek, die toch wel een reputatie heeft ter zake, heb ik niet onmiddellijk een taalregistratie gevonden.
U zegt nu dat u een assertieve houding zult aannemen, u hebt dat in uw vorige antwoord ook al gezegd. Maar de vraag is natuurlijk hoe die assertieve houding zich zal veruitwendigen en welke stappen u concreet zult zetten om die omzendbrieven te doen respecteren. Wat zullen die stappen inhouden?
Na decennia francofoon gedrag weten we – en zeker uw voorgangster, toenmalig minister Homans – dat aansporingen, onderzoeken of schouderklopjes weinig soelaas brengen. Er is nood aan vernietigingsbesluiten waarbij die beleidsdaden die zijn gesteld, teniet worden gedaan. Ik hoorde u net in een vorig antwoord zeggen dat u een groot empathisch vermogen hebt. Welnu, ik hoop dat u dat empathisch vermogen ook hebt voor de Vlaamse gemeenschap in de Rand.
Minister Somers heeft het woord.
Ik wil nog even verduidelijken dat mijn houding niet is ingegeven door een nationalistische overtuiging. Je moet geen nationalist zijn om deze overtreding van de taalwetgeving als onaanvaardbaar te beschouwen. De taalwetgeving moet gerespecteerd worden omdat we in een democratische rechtstaat leven. Die taalwetgeving maakt ook deel uit van onze institutionele en staatkundige orde. Vanuit die twee invalshoeken benader ik het probleem en de uitdaging. En ik vind dat je daar inderdaad assertief moet zijn. Ook mensen die bestuursverantwoordelijkheid hebben, hebben daar de eerste verantwoordelijkheid in. Lokale bestuurders, burgemeesters en schepenen, moeten als eersten die rechtstaat respecteren, zij belichamen die. Dat is mijn uitgangspunt.
Hoe treed ik daartegen op? Het is evident dat ook mijn optreden zich in die rechtstaat moet situeren.
Ik moet het doen met de instrumenten en de hefbomen die de rechtstaat mij aanreikt. Die wil ik op een correcte manier maximaal gebruiken. Dat betekent dat ik moet werken via de gouverneur, dat die een verslag moet maken, dat we termijnen moeten respecteren en dat we binnen het wetgevend kader moeten blijven. Als morgen dat wetgevend kader zou veranderen, wat ik niet verwacht, zal dat wetgevend kader ook mijn houding en mijn gedrag en mijn opstelling bepalen. Dat is het uitgangspunt waarin ik functioneer. Mijn voorgangster heeft daarin ook altijd een forse en consequente houding aangenomen. U verwijst naar mijn partijgenoot Marino Keulen. Ik was toen minister-president – of was het net nadien dat hij minister van Binnenlands Bestuur is geworden, toen ik partijvoorzitter was? Hij heeft dat ook altijd op een consequente manier gedaan.
Wij hebben daarin een andere ideologische fundering, maar men moet geen nationalist zijn om het belang van de taalwetgeving en het respect ervoor te omarmen. Het is een belangrijk element in onze rechtsorde. Daarin zal ik een rechtlijnige houding aannemen, maar dan wel binnen de mogelijkheden van de rechtstaat zelf.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Ik heb niets meer toe te voegen. Minister, ik kijk uit naar uw onderzoek en naar de resultaten van het onderzoek dat de gouverneur zal doen in uw opdracht. Het zal zeker nog aan bod komen in deze commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.