Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
- Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, de afgelopen jaren werden er heel wat audioprijzen weggekaapt door Vlaamse audiomakers. De Hörspielpreis Der Kriegsblinden, de belangrijkste Duitse radioprijs voor hoorspelen, ging in 2017 naar Screener van Lucas Derycke. De Prix Europa voor beste hoorspel, de belangrijkste Europese mediaprijs, werd in 2017 gewonnen door Wederik De Backer voor Almanak. Verschillende internationale prijzen gingen de laatste jaren ook naar een Vlaming.
En er staat een nieuwe generatie audiomakers klaar. De Vlaamse podcasts krijgen niet alleen prijzen, ze breken ook records qua luistercijfers: de podcast Bob van AudioCollectief SCHIK wordt gezien als het eerste succes van de Nederlandstalige podcast, met luistercijfers die ver in de honderdduizenden gaan. Bob werd niet met Vlaams geld gemaakt en kwam er dankzij de VPRO.
We hebben in Vlaanderen dus talent en vakmanschap. Er zijn twee kwaliteitsvolle audiospecifieke masteropleidingen: een aan het RITCS in Brussel en een aan het conservatorium in Antwerpen.
Alleen geraken afgestudeerden in eigen land moeilijk aan de slag. Wat opvalt, is dat de successen zich stuk voor stuk in het buitenland afspelen. Maar een paar ervan werden uitgezonden op Vlaamse radiozenders en het merendeel kwam tot stand zonder middelen of met buitenlands geld, omdat het producties zijn van Nederlandse of Duitse nationale omroepen, zoals VPRO, NTR, Westdeutscher Rundfunk (WDR).
De VRT biedt verschillende podcasts aan, maar die worden bijna allemaal intern geproduceerd. Er wordt weinig of niet samengewerkt met externe audiomakers of productiehuizen. De beheersovereenkomst van de VRT legt een aantal keren de nadruk op ‘samenwerking met derden’, maar op het gebied van audio is daar weinig van te merken.
In 2020 moet de VRT 18,25 procent van haar totale inkomsten aan externe producties besteden, maar uit een schriftelijke vraag die ik recent aan u stelde, blijkt dat er geen cijfers zijn over de spreiding per medium van die middelen in de productiesector. Ik heb het dan over de radio-, televisie- en online productie.
Het verschil met de buitenlandse omroepen is groot. De BBC werkt samen met externe radioproductiehuizen voor de creatie van radiodocumentaires en podcasts. NPO heeft het NPO-fonds, waar zowel makers verbonden aan het NPO als onafhankelijke makers fondsen kunnen aanvragen voor de creatie van audiowerk. Ook bij de Scandinavische omroepen NRK en DR wordt onafhankelijk audiowerk gehonoreerd en gerespecteerd.
De Vlaamse audiomakers hebben zich verenigd in het Klankverbond, een vakvereniging voor iedereen die ‘iets met audio’ doet: podcasters, klankkunstenaars, stemacteurs, sound designers, schrijvers, radiodocumentairemakers enzovoort. Een bont gezelschap dat zich verenigd heeft uit liefde voor het audiovak, maar, zoals ze zelf zeggen, voornamelijk uit noodzaak. In maart werden ze in de commissie uitgenodigd als spreker in een hoorzitting over de VRT-beheersovereenkomst. Ook de VRT zelf gaf onlangs in een hoorzitting aan bereid te zijn te kijken naar manieren waarop kan worden samengewerkt.
Minister, erkent u die ‘noodzaak’ van de Vlaamse audiomakers om meer te worden gehoord?
Bent u bereid hen te ondersteunen in de toekomst? Zo ja, op welke manier en op welke termijn?
Bent u bereid om bij het opstellen van de beheersovereenkomst met zowel de VRT als het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) ook aandacht te hebben voor het medium ‘audio’ en externe radioproductiehuizen?
Minister Dalle heeft het woord.
Mevrouw Van Werde, ik dank u voor uw vraag. Vlaanderen heeft, dat weten jullie, een heel kwalitatief omroeplandschap met een sterke openbare omroep en succesvolle private omroepen die een rijk televisieaanbod brengen, maar ook een rijk radioaanbod.
In het maken van radio- en audioproducties zijn we inderdaad, collega Van Werde, heel sterk in Vlaanderen. Dat wordt weleens vergeten, dus ik ben blij dat u mij die vraag stelt waardoor we audiomakers onder de aandacht kunnen brengen.
Ik was ook heel tevreden dat Klankverbond door de commissie Media werd uitgenodigd voor de hoorzittingen met betrekking tot de voorbereiding van de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT. Ik heb hen zelf ook gezien. Zo heb ik onder meer kennisgemaakt met Lucas Derycke en Wederik De Backer, die u ook hebt genoemd in uw vraagstelling.
Ik ben mij dus absoluut bewust van het belang van audioproducties in Vlaanderen en van de sterkte van onze Vlaamse audiomaker.
Ik neem uw tweede en uw derde vraag samen omdat die met elkaar samenhangen.
Het Klankverbond heeft in hun manifest aangegeven dat ze niet zozeer een probleem hebben van middelen vanuit de media, maar dat ze vooral een eigen plek willen binnen het Kunstendecreet, wat uiteraard onder de bevoegdheid van collega Jambon valt. Daarnaast weet u dat de mediamiddelen beperkt zijn, waardoor bijkomende subsidiëringen uiteraard niet voor de hand liggen.
Maar ik ben het wel absoluut met u eens dat de VRT met haar diversiteit aan radiozenders een opportuniteit is voor externe audiomakers.
In het on-demandaanbod rond radio en audio van de VRT wordt een duidelijke plaats gegeven aan audioproducten van externe makers. Denk bijvoorbeeld aan De Bourgondiërs met Bart Van Loo, een podcast van Klara.
De VRT promoot externe producties via luistertips en interviews met makers, zoals in het Radio 1-programma Podgrond of luistertips in De Madammen op Radio 2. De VRT ondersteunt ook actief luister- en podcastfestivals, zoals het Podcastfestival Gent dat in samenwerking met Radio 1 loopt. Voor de podcastproducties wordt eveneens geregeld een beroep gedaan op externe expertise. Ik ben zeker bereid om dit als aandachtspunt mee te nemen. Ik stel voor dat we dat ook doen bij de besprekingen over de nieuwe beheersovereenkomst.
Audiomakers die radioreportages maken, kunnen natuurlijk niet uitsluitend bij de VRT terecht. Voor audioproducties met een onderzoeksjournalistieke waarde kunnen ze bijvoorbeeld aankloppen bij het Fonds Pascal Decroos, dat beurzen of subsidies kan verstrekken voor dergelijke projecten. Ik herinner er ook aan dat we het Fonds Pascal Decroos bij de initiële besparingsronde in de begrotingsronde voor 2020 hebben vrijgesteld van die besparingen. We hebben zelfs een kleine extra investering gedaan voor dat fonds. Dat is toch ook een belangrijk element. Audioproducties kunnen daar uiteraard ook een beroep op doen, in zoverre het natuurlijk gaat over producties met een onderzoeksjournalistieke waarde.
Tot slot bevat het Mediadecreet ook investeringsverplichtingen voor de dienstenverdelers en de niet-lineaire televisieomroeporganisaties. Op basis van deze verplichting moeten zij financieel bijdragen aan lokale audiovisuele producties. In het licht van de wijzigingen inzake investeringsverplichtingen die tijdens deze legislatuur worden gepland, ben ik aan het bekijken of we die investeringsverplichting ook niet kunnen openstellen voor audioproducties. Dit zou eventueel opportuun en realistisch kunnen zijn. Dat zijn we vandaag grondig aan het analyseren.
Collega Van Werde, u merkt dat ik uw vraag bijzonder op prijs stel, en dat ik mij in elk geval engageer om ook de creatie van audioproducties door Vlaamse makers verder te stimuleren en te ondersteunen.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik dank u, minister, ik ben heel blij met uw antwoord. Collega Brouwers en ikzelf hebben de vraag ook aan CEO Hellemans gesteld in de afgelopen hoorzitting. Die vraag werd toen positief onthaald. Ik ben dus heel tevreden. Ik denk dat die mensen absoluut een plaats verdienen in de beheersovereenkomst en bij de VRT. Ik denk dat de VRT er ook alleen maar bij te winnen heeft dat die mensen keer op keer zorgen voor internationale prijzen en dergelijke. Dat is toch een mooie pluim die de VRT op haar hoed kan steken.
U vernoemde even Pascal Decroos. Het klopt, daar kunnen ze ook terecht als het een journalistieke inslag heeft. Maar u weet natuurlijk even goed als ik dat het aplomb van op de VRT uitgezonden te worden voorlopig nog altijd groter is, en dat het nog altijd meer mensen bereikt.
Er was even een misverstand over die 18,25 procent, waarbij het de vraag was of die 18,25 procent naar externe audioproducties kan gaan. Dat is natuurlijk nooit de bedoeling geweest. Het was gewoon de bedoeling dat het Klankverbond, dat de audiomakers ook daar hun plaats in kregen, net zoals bij de andere buitenlandse omroepen. Maar ik kan alleen maar zeggen dat ik het heel erg op prijs stel dat u de vraag steunt. Ik dank u.
Ik denk dat er inderdaad toch uitzonderlijk talent aanwezig is in Vlaanderen wat die audiomakers betreft, en dat die op dit moment vooral in het buitenland afname vinden, niet zozeer bij ons.
Er zijn inderdaad vragen gesteld over een samenwerking met de VRT. Maar zeker voor de radio blijkt toch wel dat die externe productie en structuur er zou uitvallen bij het intern maken van die podcasts. En dat is toch een beetje de hinderpaal bij de VRT. Zij beseffen ook wel dat het moeilijk zal zijn om daar middelen voor vrij te maken.
Ik denk dat we misschien moeten kijken of er niet met externe partners kan worden samengewerkt binnen Vlaanderen. Ik denk bijvoorbeeld aan onderwijs. We hebben nu gezien dat heel wat leerkrachten hebben moeten experimenteren met afstandsonderwijs. Dat is iets wat niet zal weggaan. Ik denk dat het middelbaar onderwijs in het najaar nog steeds een stukje blended zal verlopen, waarbij je een groep leerlingen hebt die naar de klas gaat, gecombineerd met een stukje afstandsonderwijs. Ook daar zoekt men naar ondersteuning. Men heeft daarvoor ook naar de VRT gekeken: kan er niet in meer educatief materiaal worden voorzien, zoals bijvoorbeeld de BBC heeft gedaan? Dat zou voor hen toch een enorme ondersteuning zijn.
De VRT heeft daar inspanningen voor gedaan. Heel wat leerkrachten hebben niet alleen met filmpjes en zo geëxperimenteerd, maar ook met podcasts. De leerlingen kunnen dat overal beluisteren, bijvoorbeeld al fietsend, al bewegend. Zo kunnen ze de les ook eens op een andere manier beluisteren. Daar is een mooie synergie of samenwerking mogelijk, die een win-win-win oplevert. Onderwijs kan investeren in educatieve podcasts, waarbij extern ondersteuning kan worden gezocht. Dat gaat ook out of the box, en het is toekomstgericht. Het kan het onderwijs een extra kwaliteit opleveren. Soms kunnen de inspanningen die al geleverd worden best wat ondersteuning gebruiken. Misschien zit daar nog wel iets in.
Minister Dalle heeft het woord.
In het algemeen denk ik dat audio een eeuwenoud medium is. Enfin, het is al zeer oud. Radio en haar primitieve voorvaderen gaan al lang mee, maar zijn wel nog altijd een toekomstmedium. Daar ben ik van overtuigd. Radio is dat, maar ook audio is dat. Er zijn nieuwe manieren om audio te verspreiden. Dat gebeurt niet enkel via de radio. Ik deel de analyse, dat dit in de toekomst relevant zal zijn. Niet alleen in het klassieke mediagebruik en in de cultuurbeleving, maar ook in het educatieve. Heel wat private bedrijven spelen daar trouwens op in. Ik denk aan taalonderricht via apps en audiotoepassingen. Dit kan ook in scholen relevant zijn. De idee van educatieve podcasts is iets wat bijvoorbeeld bij de openbare omroep al op de agenda staat en wat we zeker verder ontwikkelen.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, u zei even dat het meer geld zou kosten. Daar ben ik het niet mee eens. Audio is een veel goedkoper medium. Een podcast kun je zo duur of zo goedkoop maken als je maar wilt. Je zet een micro voor je neus en je vertelt een verhaal. Maar je kunt er ook heel veel bewerkingen mee doen. Je kunt geluiden incorporeren en opnames maken en interviews doen in een ander land.
Ik heb nog een bedenking. Toen ik dertig jaar geleden bij de radio begon, stonden twee tot drie mensen aan de andere kant van het glas om de radio-uitzendingen mogelijk te maken. Dat moest, want de techniek was nog niet zo geëvolueerd. Toen ik na jaren televisie terugkwam bij de radio, zat er, door de digitale evolutie, nog één technicus aan de andere kant. Zelfs daarvan is men afgestapt. Bij de meeste programma’s wordt de presentatoren gevraagd om zelf de knoppen te bedienen – om zelf te schuiven, zoals dat heet. Er zijn op de VRT dus heel veel technici die vrijgemaakt zouden kunnen worden om samen met externe makers aan dergelijke podcasts of documentaires te werken. Dat is voor allebei een win-winsituatie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.