Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Vorige week heeft Johan Leman gesuggereerd om een ouderenrechtencommissariaat op te richten, gelijkaardig aan het Kinderrechtencommissariaat. Minister, ik heb even getwijfeld of ik die vraag aan u zou stellen of aan minister Somers, maar ik denk dat het past dat het in eerste instantie bij u terechtkomt. Uiteindelijk gaat het over ouderen, welke de leeftijd ook is – ik denk dat er gezegd wordt boven de 65, maar dat kan nog een punt van debat worden.
Minister, hoe staat u daartegenover? De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft, net voordat de lockdown door corona werd afgekondigd, een resolutie goedgekeurd om daar meer aandacht aan te besteden, in het kader van initiatieven van de Verenigde Naties. Het is niet de bedoeling om de goedwerkende Vlaamse Ouderenraad concurrentie aan te doen. Dat is een adviesorgaan, te vergelijken met een aantal organen op gemeentelijk vlak.
Johan Leman suggereerde dat het niet noodzakelijk veel geld moet kosten, maar voor een stuk ook door vrijwilligers kan worden bemand.
Minister, hoe staat u tegenover het idee van een Vlaams ouderenrechtencommissariaat? Bent u van plan om eventueel bepaalde stappen te ondernemen, zodat we, naar analogie met het Kinderrechtencommissariaat, ook tot zoiets zouden kunnen komen in Vlaanderen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega Vandenhove, het Kinderrechtencommissariaat is bij decreet opgericht door het Vlaams Parlement als onafhankelijke instantie en rapporteert jaarlijks aan het Vlaams Parlement.
De speerpunten in de werking zijn: ten eerste, advieswerk richting Vlaams Parlement, de Vlaamse Regering, de administraties en agentschappen, internationale of buitenlandse overheden; ten tweede, een klachtenlijn voor kinderen en jongeren, onderzoek en bemiddeling en, ten derde, een Commissie van Toezicht voor gesloten en besloten jeugdinstellingen.
U vraagt of een gelijkaardige commissariaat voor de ouderensector aangewezen is. Ik heb daar eerlijk gezegd vragen bij. In het ouderenbeleid voorziet het decreet op het inclusief ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen nu al een adviserende opdracht die werd toegewezen aan de Vlaamse Ouderenraad. Dat is een pluralistisch en representatief inspraakorgaan dat vertrekt vanuit de doelgroep zelf. De Vlaamse Ouderenraad heeft als opdracht hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de Vlaamse Regering, van het Vlaams Parlement of van een strategische adviesraad, advies uit te brengen over alle aangelegenheden die ouderen aangaan. Daartoe volgt de raad de ontwikkelingen in het ouderenbeleid op en heeft hij oog voor de behoeften en de participatie van ouderen.
De Vlaamse Ouderenraad heeft de voorbije jaren sterke stappen vooruitgezet, zowel in zijn beleidswerk als in zijn bredere rol. De verankering van de Vlaamse Ouderenraad in het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL), het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ) en de Vlaamse Raad Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) betekent stuk voor stuk dat het perspectief van ouderen ook daar sterker wordt vertolkt.
Klachtenbehandeling en bemiddeling worden in het huidige ouderenbeleid door verschillende bestaande en zeer toegankelijke organen waargenomen, waaronder de Vlaamse Ombudsdienst en de Woonzorglijn, maar evengoed door de mantelzorgverenigingen als het gaat om situaties rond ouderen met zorgnoden. Daarnaast zijn in het regeerakkoord een aantal organen voorzien, waaronder het centraal meldpunt rond klachten in de zorg, dat eveneens een bemiddelingsrol zou krijgen.
Zowel de Vlaamse overheid als het werkveld stimuleert een positieve beeldvorming en een actieve deelname aan de samenleving bij ouderen. We streven ernaar om ouderen hun eigen regie van het leven in handen te laten houden.
In het Woonzorgdecreet van 2019, artikel 4, zijn de gebruikersgerichte werkingsprincipes vastgelegd binnen de woonzorgvoorzieningen en de verenigingen. Hierbij wordt nadrukkelijk vermeld dat de gebruikers en hun mantelzorgers als volwaardige partners worden beschouwd in het zorg- en ondersteuningsproces.
Verschillende maatschappelijke thema’s inzake ouderenzorg werden verwerkt in het beleidsplan. Deze acties worden uitgedragen en gerealiseerd door het werkveld, zowel door de experten, de zorgverleners als door de doelgroepen zelf.
Voorbeelden hiervan zijn het mantelzorgplan, het dementieplan en het ouderenbeleidsplan. Hierbij koos de Vlaamse Regering recentelijk voor een nieuwe aanpak van transversale beleidsthema’s, waarbij op initiatief van de bevoegde minister van de Vlaamse Regering voor elk thema een beperkt aantal prioritaire, overheidsbrede en geïntegreerde strategische doelstellingen worden vastgelegd.
Het ouderenbeleid is geen afgesloten sector binnen onze samenleving. Het is mijn taak om de belangen van de ouderen te beschermen binnen de ruime samenleving.
In antwoord op uw laatste vraag: er wordt voortgewerkt volgens de uitgelijnde procedures, met inspraak van en overleg met de verschillende belangengroepen. Ik wens eerder de nadruk te leggen op het verduurzamen en ondersteunen van de bestaande initiatieven die rond de belangenverdediging van ouderen werken in plaats van een nieuw orgaan op te richten. Ondertussen sta ik ook open voor iedereen die een cruciale inbreng kan doen of nieuwe ideeën aanbiedt met betrekking tot het Vlaams ouderenbeleid.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben wel ontgoocheld dat u het idee van een ouderenrechtencommissariaat, vergelijkbaar met het Kinderrechtencommissariaat helemaal niet genegen bent. Er is ook een Vlaamse Jeugdraad, de vergelijking die u maakt met de Vlaamse Ouderenraad gaat voor een stuk op, maar niet helemaal.
Daarnaast vind ik dat u de ouderen en senioren verengt tot de problematiek in de bejaardenzorg en wat daarmee samenhangt. Ik denk dat er nog veel andere ouderen zijn die nog actief zijn. Als Limburger beweegt u veel en u zult dan ook wel weten dat er op het terrein heel wat ongenoegen leeft bij die mensen. Een ouderenrechtencommissariaat dat effectief staat op de rechten en plichten van een bepaalde leeftijdsgroep zou daar zeker en vast aan tegemoet kunnen komen.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Ik heb goed proberen te luisteren naar het antwoord en zal het zeker nog eens nalezen.
Ik liep zelf ook al rond met het idee om iets te doen rond een ouderenrechtencommissariaat. We merken immers dat het vaak ouderen zijn die geen kanalen hebben om bepaalde zaken aan te klagen. Minister, er zijn inderdaad verschillende meldpunten, maar die zijn heel versnipperd. Telkens wanneer we een verslag krijgen van de kinderrechtencommissaris, is dat een aanzet om op een andere manier naar het beleid te kijken. Nu in coronatijd blijkt echt dat ouderen vaak geen stem hebben of dat er geen manieren zijn om voor hen dingen aan te vragen of voor te stellen. Ik vind echt dat ouderen het recht hebben op participatie en inspraak.
Telkens er stemmingen worden gehouden, zouden we ook moeten toetsen of er een impact is op ouderen. Dat zou een van de taken van dat ouderenrechtencommissariaat kunnen zijn. Dat commissariaat zou de klachten van ouderen kunnen bestuderen en voorstellen kunnen doen.
We hebben nu de oproep van Johan Leman gehad in verband met dat ouderenrechtencommissariaat. Minister, ik nodig u uit om de reacties daarop eens te lezen en te zien hoeveel goesting en energie er is bij ouderen om daar hun schouders onder te zetten. Het is ook niet zo dat een ouderenrechtencommissariaat veel geld hoeft te kosten. Ik wil u dan ook uitnodigen om eens met de ouderen rond de tafel te gaan zitten en na te gaan hoe hun ervaringsdeskundigheid en hun energie kunnen worden ingezet om op een positieve manier iets te maken van een ouderenrechtencommissariaat.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Uit de coronacrisis blijkt dat er heel wat problemen naar boven komen die eigenlijk voordien al bestonden. We zien dat bij kinderen in kwetsbare posities, maar ook bij ouderen. En het staat als een paal boven water dat de stem van die ouderen veel luider moet weerklinken.
Ik wil absoluut benadrukken dat de Vlaamse Ouderenraad zeer goed werk levert. Maar zoals de vorige collega’s al zeiden, is er daarnaast ook nood aan een ouderenrechtencommissariaat. Ik steun die vraag absoluut.
We zien dat de Vlaamse Ouderenraad momenteel zelf aangeeft dat er discriminatie is over die leeftijdsgrens. Ongeacht de reële gezondheidstoestand wordt gezegd dat 65-plussers niet op de kinderen mogen passen. Daarnaast is er de uitspraak van de CEO van Deceuninck, die vindt dat, wanneer het sterftecijfer opnieuw naar driehonderd mensen per dag gaat, we misschien eens moeten zeggen: ‘Et alors?’. En dan is er de uitspraak van Oxford-econoom Jan-Emmanuel De Neve die vraagt om de ouderen te laten opdraaien voor deze crisis.
Ik denk dus dat er zeer veel nood is om die stem van de ouderen, zoals dat gebeurt voor de kinderen, veel luider te laten weerklinken. Ik denk dat dit echt moet helpen om de rechten van de ouderen te verdedigen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik verwijs in dit kader graag naar de resolutie van collega Els Van Hoof in het federale parlement om leeftijdsdiscriminatie internationaal te bestrijden. Collega Vandenhove verwees er al naar. We weten allemaal dat 60-plussers demografisch de snelst groeiende groep zijn. In België schat men de groep senioren in 2050 zelfs op 30 procent van de totale bevolking. Wat we toch wel vaak zien, is dat die verouderende bevolking heel vaak sterk wordt geproblematiseerd, terwijl heel veel ouderen heel actief zijn, heel veel vrijwilligerswerk doen, op kleinkinderen letten, enzovoort. Ze vormen dus eigenlijk een ontzettende meerwaarde in onze maatschappij.
Ik denk dat we ook allemaal zelf kunnen meehelpen aan die positieve beeldvorming. Die negatieve beeldvorming, dat problematiseren, dat heeft natuurlijk ook een impact op de manier waarop over ouderen wordt gesproken. Vanzelfsprekend zitten er bij die ouderen een hele groep heel kwetsbare mensen. Dat kan dan gaan over de alleroudste groep, ouderen die verhoogd kwetsbaar zijn op verschillende vlakken, van wie de rechten natuurlijk ook gewaarborgd moeten worden en bij wie we erop moeten toezien dat ze op geen enkele manier gediscrimineerd worden. Ik denk dat er absoluut nood is aan een hefboom om negatieve beeldvorming tegen te gaan en om hen te beschermen tegen discriminatie. Ik denk dat we samen moeten zoeken naar de manier waarop dat het best gebeurt.
Minister, u verwees naar de Vlaamse Ouderenraad. Die doet inderdaad al heel goed werk. Misschien moeten we daarmee het gesprek aangaan om te zien op welke manier zij die verschillende punten die we hier aan bod laten komen, en die ook worden genoemd in het artikel waarnaar verwezen wordt, denken waar te kunnen maken.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat de rol die de ouderen in hun brede leeftijdsschakeringen spelen in onze samenleving, van een ontzettend grote waarde is en dat we ook al heel wat elementen hebben opgezet in het verleden om hun inspraak te geven. Het parallellisme met de kinderrechten gaat volgens mij niet helemaal op. We hebben enerzijds het kinderrechtenverdrag. We hebben anderzijds de Vlaamse Ouderenraad. Ik denk niet dat je zomaar kunt zeggen: wij hebben het ene, dus moeten we een copy-paste doen zodat we ook zoiets hebben dat voor de andere doelgroep geldt.
Waar ik het wel absoluut mee eens ben, is dat de plaats die zij in onze samenleving innemen, ook ten volle gevaloriseerd moet worden. Ik denk dat ik de eerste politicus was die reageerde op de geriaters die de indruk hadden gewekt dat mensen uit de woonzorgcentra niet meer opgenomen konden worden in de ziekenhuizen. Ik herhaal: die ‘de indruk hadden gewekt’. Dat is wel een beeld dat blijven plakken is, omdat het een realiteit was in vele andere landen. Bij ons is het nooit een realiteit geweest. Wij hebben dat niet alleen gemonitord, wij hebben daar ook over gecommuniceerd, en dat bewaakt.
Ik wilde toch even dit voorbeeld aanhalen. Ik stel vast dat, als er in het verleden in het parlement over de woonzorgcentra gesproken werd, het eerder ging over het recht op sterven dan over het recht op leven. Ik ben blij dat het recht op leven ook in de woonzorgcentra nu volwaardig zijn plaats heeft gekregen bij iedereen.
Ik denk ook – daar hebt u wel gelijk in – dat het breder gaat dan alleen maar de groep van mensen die de leeftijd hebben bereikt om naar een woonzorgcentrum gaan. Het gaat over een veel bredere groep dan dat.
Wij werken vandaag goed samen met de Vlaamse Ouderenraad. Wij hebben hen ook gecontacteerd en betrokken bij het begin van deze crisis om dit samen aan te pakken. Ik ben zeker mee vragende partij om dat verder te doen. Ze zijn institutioneel betrokken in heel wat zaken, ik heb er al naar verwezen: in VIVEL, in het VIKZ en in de Vlaamse Raad WVG. Wij zullen hun adviezen in de toekomst naar volle waarde blijven opnemen en hen als meer dan een volwaardige partner blijven beschouwen.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Als ik de collega’s beluister, en zeker uw repliek, denk ik dat we daar misschien moeten op verder werken. Ik denk niet dat het de bedoeling is om tegen de Vlaamse Ouderenraad te werken.
Voorzitter, het zal wel het najaar worden, maar ik denk dat we in deze commissie toch eens moeten bekijken hoe we met dat idee verder kunnen werken, eventueel via een hoorzitting waarop we een aantal mensen uitnodigen. Volgens mij is er inderdaad ruimte voor zo een ouderenrechtencommissariaat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.