Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Eind april raakte via de nationale omroep van Noorwegen (NRK) bekend dat er een grootschalig lek was van een container met polypropeen nurdles van de rederij Sea-Cargo. De producent van deze nurdles is INEOS. Het gaat om een grootschalige vervuiling nabij de Oslofjorden. Op meer dan 250 locaties aan de Noorse kust zijn er plastic nurdles teruggevonden. Er is al sinds midden maart sprake van deze vervuiling. Men is nu volop bezig te achterhalen wat de herkomst is van die nurdles.
Momenteel lopen er gesprekken tussen de rederij, de autoriteiten en de verzekeringsmaatschappijen over wie de opruimkost zal betalen. Er zijn al opruimacties bezig maar het opruimen is niet evident door de minieme grootte van die nurdles en omdat ze zich vermengen met ander materiaal in zee. Eenmaal in het water trekken nurdles, naast hun eigen ftalaten verschillende waterborn chemicals aan, met vervuiling van het zeewater tot gevolg. Ook de dieren eten die nurdles op die in hun maag blijven zitten. Zij denken onterecht dat ze geen honger hebben en sterven een pijnlijke hongerdood. Dit is dan ook een groot probleem.
Het probleem beperkt zich niet tot Noorwegen. Verschillende groepen hebben ook stalen genomen bij de haven van Antwerpen: ook bij ons zien wij de vervuiling van miljarden van die plastic bolletjes.
Wij hebben u daar een aantal weken geleden al over geïnterpelleerd. U beloofde toen dat de plasticproducenten verantwoordelijk gesteld zullen worden voor de vervuiling. U zou de problematiek onder andere bespreken op het Industrieforum. Mijn vraag is dan ook heel eenvoudig: wat zijn de afspraken die daar toen gemaakt zijn en welke garanties hebt u gekregen?
U hebt toen ook gezegd dat u gesprekken met de chemiesector en het Havenbedrijf zou aangaan inzake die problematiek. Mijn vraag is daar: hebt u bijkomende engagementen gekregen van de betrokken partijen? Dezelfde vraag voor de uitwerking van de Green Deal met de sector: welke resultaten zijn er intussen geboekt?
In uw antwoord op 11 maart beloofde u ook extra controles door de afdeling handhaving. Hoever staat u daarmee? Werden er ondertussen nog bedrijven verantwoordelijk gesteld en werd een eventuele schadevergoeding door de vervuilers betaald?
Het gaat hier over een problematiek die natuurlijk niet stopt aan de grenzen. We zien hier nu die vervuiling in Noorwegen, die ook onze wateren zal bereiken. Wordt er ook gewerkt aan een Europese aanpak om die vervuilers te responsabiliseren? Zorgde de ramp die nu in Noorwegen gebeurd is voor een versnelling in die Europese engagementen?
De VMM was ook bezig met een onderzoek over de verspreiding, de effecten en de risico’s van microplastics in de Vlaamse oppervlaktewateren. Op het moment van de vraagstelling, 11 maart, waren de resultaten daarvan nog niet bekend. Zijn deze nu wel al bekend en zo ja, wat zijn de bevindingen? Hebt u ondertussen een overleg gehad met uw collega-minister over de effecten op de gezondheid? Dat had u immers op 11 maart ook meegegeven. Als dat gebeurd is, wat zijn de resultaten daarvan?
Minister Demir heeft het woord.
Op uw eerste vraag moet ik u antwoorden dat het Industrieforum, dat normaal gepland was op 13 maart, helaas niet is doorgegaan door het coronavirus. Dat is op de dag zelf uitgesteld geworden, het heeft dus nog niet plaatsgevonden. Er zal een nieuwe datum voor overeengekomen moeten worden.
Uw tweede vraag: zoals ik inderdaad in mijn antwoord op 11 maart aangegeven heb, hebben de haven van Antwerpen en de bedrijven een engagement opgenomen in het kader van ‘Operation Clean Sweep’.
Ik wil benadrukken dat het welslagen van een dergelijke operatie een verantwoordelijkheid is van de hele keten: de polymeerproducenten, het Havenbedrijf, de logistieke sector en de transporteurs. Al deze actoren werken samen in het Zero Pellet Loss Platform in het havengebied. De betrokken partijen hebben ons geïnformeerd dat het afgelopen half jaar ook meer en meer transporteurs zich hebben aangesloten bij dit platform. De producenten en logistieke operatoren in het havengebied hebben reeds verschillende initiatieven genomen, in lijn met hun genomen engagement. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld de installatie van filtersystemen op afwateringen, afbakeningen in de laad- en loszones om te vermijden dat korrels in het milieu terechtkomen, het opleiden van personeel, het incorporeren van vereisten om pelletverlies te voorkomen in de overeenkomsten met logistieke partners. Kunststofkorrels die op de sites worden opgeruimd, worden ingezameld en gerecycleerd.
Daarenboven hebben de leden van het Zero Pellet Loss Platform – zoals ik vorige keer reeds aangaf – zich er eind vorig jaar toe geëngageerd om bijkomend in te zetten op preventie, met sterke nadruk op sensibilisering van de transporteurs, de inspectie en reiniging van vrachtwagens, tot het opruimen van de korrels die worden gevonden en tot het uitwerken van een gebruiksvriendelijk platform om korrels te melden, zodat iedereen die korrels vindt, dat kan doorgeven en ze opgeruimd kunnen worden.
Ondertussen is er een akkoord met het Havenbedrijf en de betrokken bedrijven in het havengebied over bijkomende opruimacties en de financiering ervan. De eerste bijkomende opruimingen zijn ondertussen opgestart.
Het eerder meegedeelde antwoord is nog steeds actueel, namelijk dat de Omgevingsinspectie van de afdeling Handhaving tijdens haar routinecontroles bij plasticproducenten en overslagbedrijven van afval, die ingedeeld zijn in klasse 1, ook het aspect van orde en netheid meeneemt en non-conformiteiten hieromtrent afhandelt door middel van aanmaningen en/of processen-verbaal. Sinds uw vorige vraag zijn er, mede wegens de geldende beperkingen ten gevolge van het coronavirus, tot nu toe geen verdere specifieke terreincontroles in dit kader uitgevoerd. Er zijn sinds uw vorige vraag dan ook geen bedrijven extra verantwoordelijk gesteld, noch schadevergoedingen betaald. Dit neemt echter niet weg dat de eerder meegedeelde intentie om deze controles in de toekomst op te drijven onverminderd overeind blijft, en met de versoepeling van de coronamaatregelen zal ik ook de opdracht geven aan de dienst Omgeving om de afdeling Handhaving asap te laten beginnen met de routinecontroles bij de plasticproducenten en de overslagbedrijven.
Wat uw vierde vraag over de milieuramp in Noorwegen betreft: het Regionaal Actieplan Marien Zwerfvuil van de OSPAR-Commissie (verdragen van Oslo en Parijs) bevat 55 acties die gericht zijn op het verminderen van de hoeveelheid zwerfvuil op het land en in de zee. Actie 52 heeft tot doel het verlies aan pellets in het milieu tot nul te herleiden. Momenteel wordt binnen OSPAR concrete invulling gegeven aan deze actie 52 door het aannemen van een aanbeveling voor de verdragsluitende staten. Deze aanbeveling zal wellicht dit jaar formeel aangenomen worden.
Zowel deze Europese kunststoffenstrategie als het in maart van dit jaar door de Europese Commissie aangekondigde Actieplan Circulaire Economie zijn acties opgenomen voor het aanpakken van de problematiek van microplastics en pellets in het bijzonder. De Commissie mikt op 2021 voor het lanceren van concrete voorstellen.
Wat uw vijfde vraag betreft: zoals ik ook op 11 maart had aangegeven, was de initiële planning hiervoor vierde kwartaal 2020. Wegens de coronacrisis zijn zowel de bemonsteringen als de analysen vanaf midden maart tijdelijk opgeschort moeten worden, zodoende zal de studie enkele maanden vertraging oplopen. Naar verwachting zal deze afgerond worden begin 2021.
Tot slot: was er ondertussen overleg met mijn collega-minister? Gelet op de coronacrisis die zowel binnen de bevoegdheden van de collega-minister als bij mij een aantal scherpe prioriteiten heeft gesteld, heeft dit overleg nog niet kunnen plaatsvinden.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik heb er natuurlijk wel begrip voor dat de coronacrisis een aantal werkzaamheden vertraagd heeft, dat is evident, maar dat betekent niet dat het verlies aan nurdles in onze wateren rustig kan voortgaan. Ik denk dat we toch goed indachtig moeten zijn dat het niet is omdat we met een heel groot wereldprobleem zitten op vlak van onze gezondheid, dat het oké is dat intussen de vervuiling blijft voortgaan. Ik wil toch wel aandringen, nu de maatregelen versoepelen, om de draad weer op te nemen en daar degelijk werk van te maken.
Er zijn heel wat acties aangekondigd, er is overleg aangekondigd, er zijn ook beloftes gemaakt, begrijp ik. Ik wou echter vooral informeren naar aanleiding van de ramp in Noorwegen: heeft het feit dat dat gebeurt en men daar nu versneld tot opruimacties is overgegaan, een impact op de manier waarop wij naar deze problematiek kijken en kan dat een soort voorbeeld zijn van hoe we ermee aan de slag kunnen gaan en er inspiratie uit kunnen halen, om die problematiek ter harte te nemen en versneld op te lossen? Alle opruimacties die nu gebeuren langs onze wateren tonen dat die problematiek toch wel zeer ernstig is.
We worden er allemaal mee geconfronteerd, in de haven maar ook buiten de haven, in onze waterlopen en aan onze kust. Mijn vraag is dus de volgende. Heeft dat een katalyserend effect teweeggebracht? Kan dat een katalyserend effect teweegbrengen zodat we dat nog beter kunnen aanpakken en zo snel mogelijk van die nurdles af zijn?
Kunnen we eventueel ook het vervoer van die nurdles bekijken? De lekkage in die containers is namelijk niet tegen te houden. Er moeten toch wel andere manieren zijn om die te vervoeren zodat er geen lekkage is?
De heer Vandenberghe heeft het woord, van aan de Noordzee.
Ik zit inderdaad aan de Noordzee. Minister, collega’s, de mensen die pas in het parlement zitten, weten dat misschien niet zo goed, maar wij hebben tijdens de vorige legislatuur een aantal resoluties ingediend, over alle democratische partijgrenzen heen, onder andere over die microplastics. Voormalig minister Schauvliege heeft toen beloofd dat structureel in handen te nemen en daar een aantal zaken aan te koppelen. We hebben daar ondertussen echter bijzonder weinig van gehoord. Uiteraard is dat geen verwijt aan uw adres, minister, want u bent nieuw als milieuminister. Ik wil u toch vragen om die resolutie opnieuw ter harte te nemen, want daar staan heel wat concrete acties in, heel wat concrete aanbevelingen, onderbouwd door professoren als Colin Janssen, die daar voor diverse universiteiten onderzoek naar deed. Hij deed een aantal heel concrete aanbevelingen over hoe u de problematiek van de microplastics structureel kunt aanpakken.
Ik ga niet opnieuw de hele evolutie schetsen maar zal me beperken tot een tweetal voorbeelden. Ten eerste: onze waterzuiveringsinstallaties houden de microplastics eigenlijk maar voor twee derde tegen. In Nederland en Duitsland gebeurt dat voor meer dan 80 procent. Ten tweede: het is toch ook de taak van de overheid om, samen met Europa, maar ook in eigen land, te kijken hoe een goede aanzet gegeven kan worden om de microplastics via productnormering zoveel mogelijk uit de producten te halen als er alternatieven voorhanden zijn. Ik denk aan de cosmetica, aan schoonmaakproducten, tandpasta en dergelijke. Dat zijn twee concrete voorbeelden die in de resolutie staan. Er zijn nog heel wat andere zaken.
Minister, bent u bereid om dit te bekijken, om daarmee aan de slag te gaan? Ik hoop dat u hier wat meer resultaat kunt boeken dan uw voorganger, want daar bleef het bij luisteren naar onze woorden maar kwam het tot bijzonder weinig daden. Ik hoop dat u hier al mee aan de slag bent.
Mijnheer Vandenberghe, dit kwam al eens aan bod tijdens een vorige vergadering, maar misschien kan de minister hier nog kort op ingaan.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
We hebben het er al vaker over gehad: het vermijden van het lekken van die plastic deeltjes is efficiënter dan ervoor zorgen dat ze ergens uitgehaald worden, uit de bodem of uit het water. Desalniettemin, eens ze in onze omgeving zijn terechtgekomen, is dat opruimen zeer belangrijk. Ik neem aan dat de collega’s het artikel gelezen hebben dat op 8 mei gepubliceerd werd over de ecograin-technologie, waarbij plastic deeltjes uit regenwater worden gehaald. Met de nieuwe ecograin-korrelafscheider wilt het bedrijf Ecobeton Water Technologies, een Limburgse producent van regenwateroplossingen, kunststofpellets en -poeders uit afstromend hemelwater halen. De heer Vandenberghe haalde al aan dat we ook onze waterzuivering moeten bekijken. Wel, voor deze pellets, voor de nurdles, zou dat al een oplossing zijn. De eerste installatie werd geplaatst bij Katoen Natie. Daarmee zetten Ecobeton Water Technologies en Katoen Natie mee hun schouders onder het initiatief Zero Pellet Loss, dat kadert in het Europees programma Operation Clean Sweep.
Het is goed om te zien hoe bedrijven zich inzetten om oplossingen te zoeken om deze nurdles te verwijderen en hoe ze investeren om dit ook effectief te doen. In de oorspronkelijke vraagstelling leek het alsof onze bedrijven niets doen, en al zeker geen verantwoordelijkheid nemen. Begrijp me niet verkeerd: ik neem de problematiek van deze plastic deeltjes zeer ernstig. Ik denk dat we ons met zijn allen moeten inzetten om de nurdles zoveel mogelijk te vermijden of op te ruimen, eens ze toch in het milieu terechtkwamen. Maar wat ik zeker denk, is dat we de bedrijven, zeker die bedrijven die al actie ondernemen, als partners moeten zien en niet als vijand.
Minister, neemt u dit soort projecten mee, in overleg met de bedrijven, om met zoveel mogelijk partners een zo goed mogelijke aanpak te verzekeren om ervoor te zorgen dat die nurdles effectief uit onze omgeving gehaald worden?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, ik hoorde heel veel suggesties en heel veel bezorgdheden, die we ook allemaal delen, denk ik. Ik zal ernaar kijken. Ik zal ook bekijken hoe de Noorse collega’s die ramp aanpakten, want dat lijkt me zeer zinvol. Als we daarvan kunnen leren, zullen mijn diensten dat zeker ook doen. Ze zullen dat van dichtbij bekijken.
Ik bedank de heer Vandenberghe, die ondertussen weet dat ik zeker mijn best zal doen en dat ik ook naar die resolutie wil kijken. Daar waar we haalbare extra acties kunnen ondernemen, zal ik dat ook doen. Ik zal dus aan mijn diensten de opdracht geven om dat te bekijken.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, dank u wel dat u wilt ingaan op de suggestie om te leren uit best practices uit het buitenland. De tussenkomsten hebben aangetoond dat wij er allemaal mee bezig zijn en dat we al het mogelijke willen doen. Er moet op heel veel fronten werk van gemaakt worden, zowel op het vlak van het vervoer van die nurdles als op het vlak van het opruimen. Er zijn al heel veel technieken en er worden nog technieken bedacht om dat te doen. Dat is natuurlijk zeer goed.
U mag erop rekenen: wij zullen in deze commissie op die problematiek blijven terugkomen. Ik denk dat de collega’s dat ook zullen blijven doen, want het is wel een aanslag op ons leefmilieu, die we kunnen en moeten vermijden. We moeten de industrie op haar verantwoordelijkheid daarin wijzen.
Minister, ik ben blij dat u die handschoen opneemt en daarmee aan de slag gaat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.