Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Onlangs heeft de stad Antwerpen een marktbevraging opgestart waardoor de vergunningsaanvraag van de Intercommunale voor Slib- en Vuilverwijdering van Antwerpse Gemeenten (ISVAG) voor de bouw van een nieuwe afvalverbrandingsoven onder druk komt te staan. Verschillende bedrijven deden een voorstel. Uit die marktbevraging, die Request for Information (RFI), kwamen verschillende alternatieven naar voren voor het bouwen van een installatie voor ISVAG.
De technieken die de bedrijven hadden voorgesteld, zijn niet alleen goedkoper dan wat ISVAG plant, maar ook milieuvriendelijker door een hogere energierecuperatie en minder CO2-productie. Bovendien kijken de bedrijven naar de haven als locatie. Dit past in de ambitie van de haven om een recyclinghub te worden.
ISVAG vraagt een omgevingsvergunning voor 190.000 ton afvalverbranding per jaar. Dat is heel wat meer dan de 159.000 ton die het in de huidige installatie verbrandt, en in strijd met het afval- en klimaatbeleid. Het uitvoeringsplan huishoudelijk afval mikt op 10 procent minder afvalverbranding tegen 2022. Dat komt overeen met een daling van 220.000 ton.
Daarnaast staat in het Vlaams Energie- en Klimaatplan dat we tegen 2030 25 procent minder afval moeten verbranden om onze doelstellingen te behalen. Toch heeft tot dusver geen enkele uitbater van verbrandingsovens besloten om capaciteit te sluiten in het komende decennium.
‘De beslissing ligt bij Vlaanderen’, was ook het besluit op de laatste gemeenteraad van stad Antwerpen. Minister, wat is uw reactie op de marktbevraging? Wat is uw standpunt over de mogelijke alternatieven in de haven? Zult u rekening houden met de conclusies van de marktbevraging bij het verder uittekenen van uw afval-en klimaatbeleid en deze in overweging nemen bij vergunningsaanvragen?
Op een vorige vraag van de heer Annouri hierover antwoordde u dat de langetermijnvisie eindverwerking door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) eind 2019 wordt bekendgemaakt. Is die visie al raadpleegbaar? Op welke manier wordt er gewerkt aan de uitvoering van deze langetermijnvisie? Welke criteria zal de langetermijnvisie hanteren om de capaciteit in de toekomst te bepalen?
Minister Demir heeft het woord.
De vergunningsaanvraag van de nieuwe installatie van ISVAG is nog lopende en in behandeling bij de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie (GOVC). Ik kan hierover dus nog geen verdere uitspraken doen.
Ik heb de langetermijnvisie eindverwerking van de OVAM ontvangen. Ik ben deze nu aan het bekijken vooraleer ze openbaar gemaakt wordt. De langetermijnvisie voorziet in een vervolgtraject waarbij een set van criteria zal worden uitgewerkt voor het evalueren van de vergunningen van verbrandingsinstallaties in het licht van de klimaatdoelstellingen. Deze set van criteria moet in de loop van de komende twee jaar worden uitgewerkt in overleg met de stakeholders.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, hartelijk dank voor uw antwoord. We kijken dan ook uit naar die langetermijnvisie, want die zal essentieel zijn om te weten wat er nog kan en niet kan inzake afvalverbranding en om ons verder voor te bereiden, in overleg met de sector.
Inzake ISVAG moeten we toch wel vaststellen dat u op 10 april de bestaande vergunning van ISVAG hebt verlengd tot 2027. Dat is een heel lange periode. Bovendien vergunde u ook het daaraan gekoppelde warmtenet voor onbepaalde duur. We vrezen dat dit een soort voorafname is op de beslissing maar hopen dat u rekening houdt met de resultaten van de studie.
De haven van Antwerpen heeft circulaire ambities en wil samenwerking tussen de verschillende bedrijven bevorderen door het uitwisselen van energie, grondstoffen en mensen in het kader van industriële symbiose. Als de haven op termijn klimaatneutraal wil worden, wat toch het plan is, dan is het creëren van zo’n circulaire hub een heel goed idee. Op welke manier bent u zelf betrokken bij de ambities van de haven om daar een circulaire hub van te maken? Kunt u ons op de hoogte houden van de gesprekken die daarover gevoerd worden? Het lijkt ons namelijk een grote uitdaging om van die haven een circulaire hub te maken en een zeer belangrijke kwestie in het klimaatdebat.
Mevrouw Schauvliege, ik wil u vragen om het hangertje met uw microfoon niet te veel te bewegen, want dat maakt een krakend geluid, waardoor u moeilijk verstaanbaar bent.
De heer Tobback, met headset, heeft het woord.
Voorzitter, mijn eerste suggestie is dat de Vlaamse overheid, in het kader van het relanceplan, investeert in deftige headsets, zodat iedereen zich verstaanbaar kan maken. Zoals u ziet, zien ze er ook formidabel sexy uit. Ik kan ze dus iedereen aanbevelen. Mijnheer Gryffroy houdt zijn hand voor zijn ogen, ik heb het wel gezien.
Ik wil een aantal eminente collega’s citeren, te beginnen met de heer Gryffroy, en ook de heren Vandaele en Ronse, die in hun recente conceptnota betreffende een nieuwe afvalrace voor Vlaanderen onder punt 4 zeggen dat ‘voor een Vlaanderen zonder afvalverbranding in 2050 er geen extra afvalverbrandingscapaciteit mag worden goedgekeurd zonder dat er een langetermijnvisie rond afvalverbranding is uitgewerkt’. Minister, dat betekent dat, als u luistert naar uw eigen parlementsleden, een vergunning voor uitgebreidere afvalverbrandingscapaciteit, of het nu bij ISVAG of elders is, sowieso niet aan de orde is.
Ik wil daarbij twee opmerkingen maken. Ten eerste neem ik aan dat, als er een project klaarligt dat door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) zeer positief beoordeeld wordt en dat meer dan 60.000, misschien zelfs 100.000 ton C02 per jaar onrechtstreeks kan besparen ten opzichte van het ISVAG-project, als u enigszins coherent wilt zijn met uw klimaatambities en het klimaatplan, er geen enkele andere mogelijkheid is dan de alternatieven minstens te overwegen alvorens eender welke vergunning af te leveren. Nogmaals, die vergunning voor ISVAG zou op de bestaande locatie met 190.000 ton voor een pak meer CO2-uitstoot zorgen dan de alternatieven en de door VITO beoordeelde projecten. Laat ons daar duidelijk over zijn. Dat is toch ook een Vlaamse instelling.
Ten tweede – en dat vind ik zo mogelijk nog belangrijker – zit er toch een zekere incoherentie in wat er tot nu gebeurt, ook door uzelf. Op dit ogenblik is er een evenwicht tussen het aanbod en de verwerkingscapaciteit voor brandbaar afval in Vlaanderen. Er is dus geen verbrandingscapaciteit tekort. Daarnaast hebt u zelf vooropgesteld, zoals collega Schauvliege al heeft gezegd, de capaciteit tegen 2030 met een kwart te verminderen, omdat er dan ook minder brandbaar afval zal zijn. Ook in dat opzicht is een capaciteitsuitbreiding totaal onlogisch.
Maar er is nog iets anders wat onlogisch is: vorige week hebt u nog voor zo’n 7,5 miljoen euro groenewarmtesubsidies verleend aan warmtenetten die gekoppeld zijn aan bestaande verbrandingsinstallaties, onder andere in Harelbeke, in Oostende, in Roeselare én aan ISVAG in Wilrijk. Warmtenetten dienen voor decennia; die worden aangelegd en dienen voor tien, twintig of dertig jaar. Wat u nu dus aan het doen bent, is met belastinggeld subsidies verlenen aan infrastructuur die de bestaande verbrandingscapaciteit eigenlijk voor zeer lange tijd verankert, terwijl u in uw beleidsnota zegt dat u een kwart van de capaciteit weg wilt. Ofwel zijn we dus belastinggeld aan het weggooien, ofwel gaat u uw klimaat- en afvaldoelstellingen niet halen; u hebt die impliciet zelfs al losgelaten. Het ene en het andere, wat u zegt en wat u met het belastinggeld doet, staan haaks op elkaar. Ik zou daar graag enige duidelijkheid over hebben, ook al omdat ik in dezen helemaal aan de kant sta van collega’s Vandaele en Gryffroy, hier allebei aanwezig: het is al te gek om verbrandingscapaciteit te blijven verankeren en betonneren, met alle gevolgen van dien, door er nog eens geld tegenaan te gooien en warmtenetten te bouwen, terwijl we weten dat veel van die ovens nu al verouderd zijn en op termijn, ook volgens uw eigen plannen, zouden moeten verdwijnen. Ik had daar graag enige duidelijkheid rond gekregen.
Collega Gryffroy kan voor zichzelf spreken, collega Tobback.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega Tobback heeft inderdaad één zinnetje correct geciteerd, maar heeft niet de volledige studie geciteerd. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Het is zo dat we in West- en Oost-Vlaanderen – en daar hebt u veel minder last van in de regio Leuven – een verzameling van vele kleine oventjes hebben. De totale capaciteit zal wel met 25 procent kunnen verminderen, maar dan moet men gaan kijken naar de ideale schaalgrootte om slechts een beperkt aantal verbrandingsovens te hebben; de studie moet dan gaan uitwijzen hoeveel.
In Eeklo heb je een oven staan met een capaciteit van 60.000 ton. Die is totaal niet levensvatbaar, totaal niet. Men is nu ook aan het kijken om daar nog vlug een warmtenet aan te koppelen, ook al is de capaciteit van die oven daarvoor te klein. IVAGO in Gent heeft dezelfde problematiek en daar zit Groen zelfs mee in de raad van bestuur: men zit daar met een warmtenet dat totaal niet rendabel is. Nochtans gaat het daar om een zeldzame publiek-private samenwerking.
Men moet dus met andere woorden gaan kijken in heel Vlaanderen, als men op een bepaald ogenblik naar 25 procent minder capaciteit gaat, welke een goede locatie is voor een verbrandingsoven, welke type oven het moet zijn en vooral welke schaalgrootte die moet hebben. Dan is 190.000 ton of 220.000 ton geen contradictie. In Kopenhagen heeft men bijvoorbeeld een spiksplinternieuwe verbrandingsoven gebouwd met een capaciteit van 220.000 ton en met zelfs zonnepanelen op de daken. Uitbreiden op één locatie creëert dus niet noodzakelijk problemen. Integendeel, je moet durven te kijken of die kleine intercommunales in West- en Oost-Vlaanderen überhaupt nog levensvatbaar zijn.
Veel nuance, zoals verwacht.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, als het gaat over de nieuwe ISVAG-oven, dan begrijp ik dat jullie voorafnames willen, maar ik ga hier niet vooruitlopen op de vergunningsbeslissingen die ik neem, mede omdat dat de rechtsgeldigheid van eender welke beslissing in het gedrang zou brengen. Dat ga ik dus niet doen.
Wat de haven betreft, is er uiteraard altijd overleg tussen ons en de haven, bijvoorbeeld als het gaat over vergunningen. Op dat vlak staat mijn deur open.
Wat de vraag van collega Tobback betreft, begrijp ik het eigenlijk niet, want ik doe wat uw collega Joris Vandenbroucke in 2018 heeft gevraagd. U moet dat eens nakijken. Er is zelfs een persbericht vanuit de Vlaamse sp.a-fractie rond warmtenetten verschenen. Ik geef een quote: “Eén voorbeeld is het koppelen van vergunningen voor elektriciteitsproductie en afvalverbranding aan de verplichte aansluiting op een warmtenet.” Ik doe dat nu, ik koppel de subsidie aan zo’n warmtenet met afvalverbranding, en nu is het weer niet goed. Ik kan even niet volgen. U kunt mij niet verwijten dat ik doe waartoe ook uw fractie in 2018 heeft opgeroepen. Anders moet u mij zeggen waar we die warmtenetten beter zouden zetten.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Collega Gryffroy, u hebt de perfecte argumenten gegeven aan de minister om de ISVAG-oven te herlokaliseren in de haven van Antwerpen. Die beslissing is nog niet genomen, dat klopt, maar wij vinden het wel zeer verontrustend dat de hervergunning gebeurd is, vooral een vergunning van het warmtenet voor onbepaalde duur, die mogelijk kan leiden tot een herbevestiging van de bestaande situatie. Dat zouden wij absoluut een slecht idee vinden.
Minister, we hopen dat u luistert naar die goede studie en die goede marktbevraging en dat u de beslissing neemt die u zou moeten nemen, namelijk de verbrandingsoven van ISVAG herlokaliseren in de haven van Antwerpen en daar meebouwen aan een recyclagehub, een circulaire hub, zodat we werk maken van het klimaatneutraal maken van de haven. Oké dat u daar nu geen uitspraak over doet, maar ik hoop dat de uitspraken die volgen, in die lijn zullen liggen en niet wat wij vrezen dat nu zal gebeuren.
Ik zie dat de heer Tobback het woord vraagt. Dat klopt, want het volgende punt op de agenda is inderdaad een vraag om uitleg van hem.
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, ik zou eigenlijk eerst nog willen antwoorden op de rechtstreekse vraag van de minister aan mij. Ik neem aan dat dat een persoonlijk feit kan zijn.
Minister, iedereen is voor warmtenetten en ik ben daar ook voor. Maar als u daar op deze manier mee omgaat, dan is dat inderdaad verkeerd. Ik zal u zeggen waarom. Ik zal opnieuw naar collega Gryffroy verwijzen, naar wie ik zeer goed geluisterd heb.
Mijnheer Gryffroy, het rare is dat van al de ovens die ik geciteerd heb – Roeselare, Oostende of noem maar op – die van Eeklo de grootste en de recentst gerenoveerde is. De subsidies voor groene warmte die door de minister zijn uitgereikt, gaan vooral naar de meest versleten, verouderde en slechtst gelokaliseerde ovens. Dat zijn precies die ovens waar zelfs collega Vandenbroucke nooit voor heeft gepleit om ze open te houden door er structurele warmtenetten rond te bouwen, gesubsidieerd met belastinggeld. Mijnheer Gryffroy, ik denk dat zowel u als de minister uw visie moet actualiseren.
Collega Tobback, dit is wel de verkeerde vraag die u stelt.
Neen, dat was het persoonlijk feit waarop ik ben ingegaan. Ik wil nu wel overgaan tot mijn volgende vraag om uitleg.
Mijnheer Tobback, nu u gebruik hebt gemaakt van uw spreektijd om een persoonlijk feit te beantwoorden, geef ik toch nog even het woord terug aan de minister alvorens we overgaan tot de volgende vraag.
Voorzitter, collega Tobback, ik wil gewoon heel kort nog even wijzen op het feit dat de call groene warmte gebeurde binnen het wettelijk kader met strikte criteria op basis van een besluit van de Vlaamse Regering van 2013. Ik denk dat we weten wie toen de minister van Energie was: dat was iemand van uw partij. Ik heb mij binnen dat kader gehouden; men moet mij dus niets komen verwijten.
Ik noteer dat de minister zich spiegelt aan 2013. Ik zou liever hebben dat zij vooruitkijkt naar 2030 en naar de ambitie die ze tegen dan gesteld heeft. Dat zou logischer zijn in het kader van haar beleid, in plaats van zich altijd te verstoppen achter het verleden.
Minister, u wordt verondersteld om van in 2020 naar de toekomst te kijken en niet heel de tijd te zeuren over dingen die ondertussen bijna tien jaar geleden gebeurd zijn. Het is maar goed dat op een aantal vlakken de visie daarrond veranderd is.
Voorzitter, u mag opnieuw de minister het woord geven, maar het parlement heeft altijd het laatste woord.
Collega Tobback, mevrouw Schauvliege had eigenlijk in dezen het laatste woord. Als u wilde terugkomen op dat punt, zoals u dat ook doet met uw volgende vraag, dan moet u dat eigenlijk doen met een nieuwe vraag.
Dat zal ik zeker doen, voorzitter.
Ik zou het vervelend vinden om uw microfoon te moeten afzetten. Ik ga dat niet doen, maar ik zie aan de gebarentaal van de collega's dat zij dit niet fijn vinden, en terecht. Laat ons het houden bij dit ene feit en in de toekomst respecteren hoe we vragen om uitleg stellen, met antwoord en het laatste woord aan de indiener van de vraag, wat in dit geval mevrouw Schauvliege was.
Voorzitter, voor de goede orde: ik kan begrijpen dat collega's uit de meerderheid het niet leuk vinden, en ik zou dat ook niet leuk vinden. Dat is hun job, net zoals het mijn job is om oppositie te voeren. Ik heb nergens het reglement verkracht of omgebogen. De minister heeft mij een persoonlijke vraag gesteld en ik heb er een antwoord op gegeven. Als de minister en ik met elkaar in discussie gaan, dan heeft het parlement in een commissie altijd het laatste woord. En dat bij deze vraag om uitleg uiteindelijk mevrouw Schauvliege het laatste woord heeft, daar heb ik absoluut geen probleem mee, maar u moet het niet zo afschilderen dat ik bezig ben met bochten rond het reglement te maken.
We zullen het bij deze ene keer laten, collega Tobback, maar de volgende keer zal ik toch uw microfoon afzetten, want ik denk dat u zelf wel zeer goed weet dat u meer hebt gedaan dan alleen een persoonlijk feit beantwoorden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.