Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Verheyden heeft het woord.
De coronacrisis heeft tot gevolg dat er van files al weken geen sprake meer is, zelfs niet op de Antwerpse Ring. Zal telewerken de volgende jaren zo veel wagens van de weg halen dat het miljardenproject van de Oosterweel overgedimensioneerd blijkt te zijn? Het is naar aanleiding van deze vraag dat topman Luc Hellemans van Lantis zich recent in De Tijd uitsprak over de noodzaak om het project toch te laten slagen. Niet in het minst om de doelstellingen rond de modal shift te realiseren.
Volgens de heer Hellemans is het Oosterweelproject uitgetekend op basis van de verkeersstromen van de toekomst. Vandaag zit men in de hele vervoersregio Antwerpen met een modal split van 70/30. Dat wil zeggen dat 70 procent van de weggebruikers met de auto rijdt en 30 procent met de fiets of het openbaar vervoer. Dat moet tegen 2030 naar 50/50. Als dat niet lukt, zullen de files wel verbeteren, doordat de ring wordt dichtgemaakt, maar ze zullen niet weg zijn. Met andere woorden: de overheid is verplicht om werk te maken van meer openbaar vervoer, fietsinfrastructuur en deelmobiliteit. Het Oosterweelproject is een aanjager geworden van gedragsverandering, zegt hij. We moeten in die modal shift slagen, maar zonder gedragsverandering zal het project mislukken.
Dat men daarvoor ver wil gaan, illustreert het positieve antwoord op de vraag of Lantis tijdens de werken bewust hinder laat bestaan om mensen uit hun wagen te dwingen. Ik was erdoor verrast, maar ik citeer de topman van Lantis letterlijk: “Er worden tijdens de werken diverse ‘minder hinder’-maatregelen genomen. Maar het is waar dat we erop toezien dat we de auto daarbij niet hetzelfde aanbod geven als vandaag. Als we dat wel doen, beginnen mensen pas over tien jaar na te denken over hun verplaatsingen en dan is het project mislukt. Dus als je het simpel wilt uitdrukken, zou je inderdaad kunnen zeggen dat we hinder veroorzaken om gedragsverandering tot stand te brengen.”
Toen de werken startten, maakten heel wat bedrijven en pendelaars in de regio Antwerpen en bij uitbreiding in heel Vlaanderen zich zorgen over de hinder die de realisatie van het project met zich zou meebrengen. Om van de kosten die de hinder met zich zou meebrengen nog te zwijgen. De economische kostprijs van 1 uur file wordt berekend op 78 euro voor een vrachtwagen en 10 euro voor een personenwagen, goed voor in totaal 8 miljard euro per jaar. Het is onaanvaardbaar dat nu blijkt dat een deel van de hinder bewust niet wordt aangepakt om een mentaliteitsverandering te genereren.
Veroordeelt u de uitspraken van de topman van Lantis of bent u het met hem eens?
Is het bewust veroorzaken van hinder tijdens de werken met Lantis besproken, en gaat het dan over een bewust beleid om wagengebruikers uit de wagen te dwingen?
Zult u Lantis ertoe aanzetten om met alle middelen de hinder te beperken zodat ook het autoverkeer alle kansen krijgt?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega's, ik wil eerst heel duidelijk stellen dat ik niet aanwezig was bij het interview of de verklaringen die de heer Hellemans aan De Tijd zou hebben afgelegd. Ik distantieer me er dan ook van. Ik was er niet bij, ik weet niet wat er effectief is gezegd.
U vraagt of ik de uitspraken van de heer Hellemans van Lantis veroordeel. Ik denk dat het niet aan mij is om iemand te veroordelen over uitspraken die hij al dan niet heeft gedaan. Iedereen heeft vrijheid van spreken. Ik ga dus niemand veroordelen.
In februari is er in deze commissie een uitgebreide voortgangsrapportage geweest over de belangrijkste uitdagingen waarvoor we staan. Als bouwheer zal Lantis ervoor zorgen dat er een ambitieus minderhinderprogramma wordt ontwikkeld dat gebruikmaakt van de Antwerpse Ring en voor alternatieven zorgt. Lantis zorgt ook voor de realisatie van de Oosterweelverbinding volgens het vooropgestelde tijdpad, wat een bouwfasering vergt die de aannemer toelaat grote onderdelen vrij van verkeer af te kunnen werken. Dit versterkt dan weer de noodzaak van alternatieven en omleidingswegen.
Tijdens de voortgangsreportage is ook heel duidelijk gezegd dat voor een globaal bedrag van 100 miljoen euro een heel aantal maatregelen werden genomen. Zo werd DeWaterbus overgenomen door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Er werd reisinformatie en een globale bedrijvenaanpak via Slim naar Antwerpen uitgewerkt met tal van maatregelen en er werden enkele hardere infrastructurele maatregelen genomen waaronder fietsprojecten en een belangrijk openbaarvervoerproject dat de oostzijde van Antwerpen beter ontsluit. Er is ook een bereikbaarheidsmanager aangesteld voor het bedrijfsleven via het Departement MOW.
Er werden in het verleden al heel wat maatregelen genomen. Ik kan ook nog verwijzen naar de website van de Oosterweelverbinding waarop alle minderhindermaatregelen zijn opgesomd, minderhinder voor de bedrijven, minderhinder voor de gebruiker en minderhinder voor de omwonenden. Lantis gaat hier heel bewust mee om: zorgen voor minderhinder loopt telkens als een leidraad door alle werkzaamheden op Linkeroever en bij de bouw van P+R’s. Het duidt toch aan dat Lantis dit wel degelijk respecteert en erkent.
U vroeg dus of ik die uitspraken veroordeel. Als ik de heer Hellemans hoor, denk ik dat hij zeker niet heeft bedoeld dat hij bewust meer hinder zou willen veroorzaken. Wat wel een feit is, is dat we allemaal tot de modal shift willen komen. Die modal shift vereist natuurlijk dat er bij iedereen ook een ‘mental shift’ gebeurt. Iedereen moet bewust nadenken over hoe hij of zij zich gaat verplaatsen en nagaan of er alternatieven zijn voor het gebruik van de wagen, als het gaat over personenvervoer, en of er alternatieven zijn voor het goederenvervoer zoals spoor of water.
Uw tweede en derde vraag heb ik, denk ik, al voor een groot deel beantwoord, maar ik wil ook nog aangeven dat wij recent met Lantis en met het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), met onder andere het verkeersmanagementsysteem, hebben samengezeten, wat eens te meer bewijst dat Lantis zeker niet bewust hinder zal veroorzaken omdat het graag hinder heeft. Integendeel, we hebben de werken op de E17, die normaal gezien pas deze zomer zouden starten, bewust naar voren getrokken, niet om meer hinder te veroorzaken, maar omdat er door de coronamaatregelen zeer weinig verkeer was op onze wegen, ook rond Antwerpen. Daarom hebben we die werken bewust naar voren getrokken. De eerste fase van die werken is trouwens al afgerond.
Ik wil daarmee alleen maar aantonen dat men eigenlijk heel bewust al het nodige doet om ervoor te zorgen dat weggebruikers minimale last ondervinden. Dat wil ik u heel duidelijk meegeven.
Opnieuw, alle minderhindermaatregelen die Lantis heeft genomen in opdracht van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) en de stad Antwerpen, vindt u terug op de website van de Oosterweelverbinding. Dat toont duidelijk aan dat men niet bewust meer hinder wil gaan creëren.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, sta me toe. Ik begrijp dat u zich distantieert van de heer Hellemans. Dat is al iets. Want als ik automobilist zou zijn, naar Antwerpen zou moeten rijden – ik ben automobilist, maar gelukkig moet ik naar Brussel en is de hinder naar Brussel een pak minder – en zulke uitspraken zou horen, dan zou dat niet echt motiverend werken. Het versterkt alleen maar het beeld dat men vaak aanslagen pleegt op automobilisten.
U zegt dat we een mental shift moeten doormaken en dat kan allemaal goed zijn, maar we hebben er in de commissie ook altijd op aangedrongen dat die er moet komen via positieve maatregelen, niet via beteugeling en vingerwijzing. Als ik dan dergelijke uitspraken hoor, dan merk ik toch vooral dat laatste.
Mijn vraag is dan ook of u naar aanleiding van de werken in eerste instantie nog meer zult inzetten op een modern en performant openbaar vervoer dan nu al het geval is. Zo ja, zult u daar dan extra budget tegenover plaatsen om dat zo snel mogelijk te realiseren?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Verheyden, voor de mental shift denk ik dat we vandaag nog positieve maatregelen genomen hebben. Als de coronacrisis ons iets leert, is dat ten eerste dat we files kunnen vermijden door massaal aan telewerken te doen en door conferenties en vergaderingen zoveel mogelijk online te laten verlopen. Dat is iets wat we uit de crisis kunnen leren.
Ten tweede stellen we ook vast dat heel wat mensen meer de fiets gebruiken. 56 procent van de mensen woont op minder dan 15 kilometer van hun werkplaats. We stellen vast dat ruim tien procent van de mensen die zich voorheen met de auto verplaatsten, nu bewust voor de fiets kiest. Als u dan zegt dat een mental shift pas mogelijk wordt, als er positieve maatregelen genomen worden, dan denk ik dat het promoten van de fiets en alles daarrond, ook de deelmobiliteit, daar een voorbeeld van is. We promoten dat allemaal enorm en we zetten daarvoor massaal in op fietsinfrastructuur. We zullen er ook specifiek op toezien dat heel wat fietsinfrastructuurprojecten nog voor september, voor de start van het nieuwe schooljaar, klaar zullen zijn. Dat is ook een positieve maatregel om de modal shift in te zetten.
Zetten we ook meer in op openbaar vervoer? Ja. Een goed voorbeeld is het verhaal in Antwerpen, waar park-and-ridezones gecreëerd worden om mensen toe te laten zich zoveel mogelijk in de rand te parkeren en de overstap te maken op het openbaar vervoer voor het vervolg van de verplaatsing.
Verder werken we ook volop aan onze mobipunten, waarbij pendelaars zoveel mogelijk de overstap kunnen maken van het ene vervoersmiddel naar het andere. Daarbij zijn opnieuw de deelmobiliteit en duurzame vervoersmodi, waaronder fietsen, speedpedelecs en steps, zeer belangrijk. We blijven daar ten volle op inzetten.
Wij doen al het mogelijke qua positieve maatregelen om ervoor te zorgen dat er een mental shift kan komen en zodoende ook een modal shift. Maar opnieuw, het zullen ook de mensen zelf moeten zijn die moeten nadenken of ze voor elke verplaatsing een wagen nodig hebben en of elk transport via de vrachtwagen moet. Het is opnieuw aan iedereen om daarbij stil te staan. We nemen volop positieve maatregelen, maar iedereen moet er zelf ook heel bewust van worden.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, u hamert vaak op fietsgebruik. We hebben altijd gezegd dat we dat kunnen aanmoedigen en dat we uw investeringen in fietsinfrastructuur en dergelijke steunen, maar we mogen toch ook niet te veel verwachten van dat fietsgebruik. Heel veel mensen hebben niet echt de mogelijkheid om met de fiets naar het werk te komen omdat de afstand te groot is. We kunnen moeilijk iedereen dwingen om met de fiets te rijden. Ik heb soms een beetje het gevoel dat dat gebeurt.
Als we mensen uit de wagen willen houden, dan moeten we er eerst voor zorgen dat de infrastructuur en de middelen er zijn. Ik zie meer heil in het openbaar vervoer en u zult daar nog veel meer op moeten inzetten. Een modern transparant openbaar vervoer is er een waarbij de automobilist ziet dat hij zeker zo snel op zijn werk geraakt en zeker zulke goede aansluitmogelijkheden heeft als met de auto. Daar zal eerst op moeten worden ingezet. Als mensen dat zien, dan zullen ze maar aangezet worden om uit de wagen te komen.
Nu eerst maatregelen nemen die het niet zo gemakkelijk maken voor de automobilist, is een verkeerd signaal. Dat is mensen dwingen naar het openbaar vervoer, maar het moet een vrij keuze zijn. Dat hangt af van het beleid. Zijn wij bereid om die investeringen te doen en een modern performant openbaar vervoer uit te bouwen? Pas dan zal het lukken en niet met uitspraken zoals de heer Hellemans heeft gedaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.