Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Vraag om uitleg over de projectsubsidie voor de digitale ondersteuning van opleidingstrajecten inburgering en de gedigitaliseerde werking van het Agentschap Integratie en Inburgering
Vraag om uitleg over de impact van de coronacrisis op inburgeringstrajecten van nieuwkomers
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Het spreekt voor zich dat de coronacrisis een impact heeft op het Agentschap Integratie en Inburgering (AgII). Ik las dat het AgII 90 procent van de cursisten maatschappelijke oriëntatie (MO) via digitale weg kon bereiken. Dat is een heel goede zaak, want fysieke afstand mag er natuurlijk niet toe leiden dat er bij die groep mensen een leerachterstand ontstaat.
Maar natuurlijk is maatschappelijke oriëntatie slechts een deel van de dienstverlening die het agentschap voor deze groep inburgeraars voorziet. Er zijn nog heel wat andere items in dat traject. De lessen Nederlands tweede taal (NT2) zijn daar een belangrijk deel van, maar er is ook de individuele begeleiding en de testen die moeten worden afgelegd.
Minister, ik wil heel graag weten hoe die andere elementen van de dienstverlening vandaag worden gegarandeerd. Op welke manier zullen de nieuwe inburgeraars worden bereikt? Zijn er vandaag überhaupt nieuwe inschrijvingen mogelijk?
We lezen inderdaad dat 90 procent van de cursisten werd bereikt. Die communicatie dateert al van enige tijd geleden. Hoe is dat vandaag gesteld? Hoe zijn die cijfers geëvolueerd?
Wat gebeurt er vandaag met de NT2-lessen? Worden die mensen ook via de digitale weg bereikt?
Hebben de maatregelen die vandaag worden genomen, ook een inhoudelijke impact? Heeft de coronacrisis een impact op de looptijd van de huidige trajecten?
De testen die worden afgenomen, zijn uiteraard noodzakelijk om een traject succesvol te kunnen afleggen. Worden die testen vandaag digitaal afgenomen? Of worden die eerder uitgesteld naar een later tijdstip?
Ten slotte zou ik van u graag verdere toelichting willen over de exitstrategie van het agentschap. Welke dienstverlening zal als eerste op fysieke manier opnieuw worden opgestart? Wat is de huidige inschatting van de definitieve fysieke heropstart van zowel de lessen NT2 als maatschappelijke oriëntatie?
Dat zijn een heleboel vragen, maar het is zeker interessant om dat aspect ook eens toe te lichten.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, mijn vraag om uitleg sluit daarbij aan. De versnelling van de digitalisering is een rode draad in deze coronacrisis. Het biedt ook de kans om bijvoorbeeld het element dat is opgenomen in het Vlaams regeerakkoord inzake inburgering, verder vorm te geven en versneld uit te rollen, namelijk die verdere digitalisering.
De Vlaamse Regering wil inburgeraars ondersteunen in het inburgeringstraject met een aanbod op maat. Daarbij is een versterkte inzet op digitalisering een belangrijke factor. Hierover hebben we het in de commissie al gehad. Onder andere via e-learning moet het inburgeringstraject in de toekomst efficiënter worden georganiseerd.
De Vlaamse Regering kende recent een projectsubsidie van 250.000 euro toe aan het agentschap voor de uitrol van een proefproject rond digitale ondersteuning van opleidingstrajecten inburgering. Op deze manier kunnen inburgeraars die geen digitale hulpmiddelen ter beschikking hebben, optimaal worden ondersteund. Collega Sminate haalde het daarnet aan: 90 procent van de inburgeraars werd bereikt door het agentschap. Het is de bedoeling om die andere 10 procent te bereiken. Een belangrijk aspect is dat dit een project is waarbij we nader onderzoek zullen doen. We bekijken of we naast het opleidingstraject ook bijkomende taken en tests via het digitale platform kunnen organiseren.
Onze maatschappij blijft constant evolueren naar een verder- en verregaande digitalisering. Ook op dat vlak kan het inburgeringstraject niet achterblijven. Bovendien is het een manier om kansen te bieden naar een meer digitale werking en ook om inburgeraars die nog niet digitaal onderlegd zijn, hun digitale skills te laten ontplooien.
De crisis biedt in het algemeen ook op verschillende vlakken de kans om lessen te trekken. Die digitalisering is ook een rode draad, zie ik. Het kwam ook daarnet al aan bod bij de inburgering. Maar we zien het ook in de commissie Economie en in het onderwijs. Dat is hier dus niet anders.
Wanneer zullen de bovengenoemde laptops gebruiksklaar zijn en uitgeleend kunnen worden?
Hoe verloopt het afstandsleren? Welke feedback krijgt het agentschap van de leerkrachten en trajectbegeleiders, en van de inburgeraars zelf?
Kunt u verdere toelichting geven over het onderzoek van het agentschap om bijkomende taken via het digitale platform te organiseren?
Welke elementen kunnen er volgens u na de crisis worden verankerd in de dagelijkse werking van het agentschap? Welke moeten er worden verbeterd om een correcte digitale dienstverlening te garanderen?
Welke concrete inspanningen inzake digitalisering plant u verder in de praktijk te zetten in antwoord op deze crisis?
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, u zult gemerkt hebben dat mijn vraag eigenlijk een perfecte samenvatting is van de twee andere vragen van mijn charmante collega’s, in verband met de inburgeringscursussen. Blok 1 gaat over de exitstrategie. Zoals we zien in het gewoon onderwijs begint dat ook stilaan maar zeker op een beperkte manier terug op gang te komen. De vraag is hoe het zit met de inburgeringstrajecten. Het is belangrijk dat die opnieuw worden gegeven, zodat we nieuwkomers toch de wapens en de middelen geven om goed te functioneren in onze samenleving.
Hoe zit dat daarmee? Komen die terug op gang, en hoe gaat men dat regelen naar fysieke en hygiënische voorschriften toe? We krijgen graag een beetje zicht op hoe dat terug op gang komt.
Ten tweede is elke crisis een opportuniteit. U had in het verleden al gezegd dat u die digitale kaart inzake inburgeringscursussen meer ging trekken, om heel wat praktische problemen die zich in het verleden al stelden, rond het vinden van de juiste lesgevers en dergelijke meer, op te lossen. Misschien is dit een manier om dat in een stroomversnelling te steken. Wie heeft die chromebooks besteld, hoe zit het daarmee? Ik sluit mij aan bij collega De Vreese, ik had daar graag wat meer info over gehad.
En meer algemeen: door deze crisis kunnen we die digitale kaart inderdaad wat meer voluit of wat sneller trekken.
Minister Somers heeft het woord.
Ik wil de drie collega’s danken voor de heel relevante en interessante vragen. Ik ga proberen te antwoorden. Ik ga natuurlijk iets uitgebreider moeten zijn om dat goed te kunnen doen.
Sinds 17 maart is de fysieke dienstverlening in de loketten gesloten. Dat is het uitgangspunt. Wel is er expliciet gekozen om de dienstverlening aan klanten te blijven garanderen. Dat heeft een impact gehad op de hele werking. De vragen focussen zich op de dienstverlening naar inburgeraars, maar de opdrachten van het Agentschap Integratie en Inburgering zijn breder. Ik wil daar ook heel even bij stilstaan.
Ik heb het eerst en vooral over sociaal tolken. De dienst Sociaal Tolken en Vertalen stond sinds het begin van de coronacrisis in voor het vertalen en/of tolken van de coronamaatregelen. Het Agentschap Integratie en Inburgering werkt hier samen met de tolkendiensten van Atlas en In-Gent. Hier werd zeer snel geschakeld omdat het belangrijk is dat iedereen de veiligheidsmaatregelen begrijpt. Dat is belangrijk voor de gezondheid van iedereen. We hebben nu een constante vertaling van de maatregelen in dertig talen, zowel geschreven als in audiovorm, met geluidsfragmenten. De Vlaamse Regering heeft hiervoor 200.000 euro vrijgemaakt, om de kosten voor die vertalingen of tolkopdrachten te vergoeden voor de periode van 1 maart 2020 tot 31 mei 2020. In Europa dienen we als goed voorbeeld voor het snel schakelen in het vertalen van de coronamaatregelen. Dat is ook Europees opgepikt. Sinds 23 april wordt er getolkt via Skype.
Naast sociaal tolken is er ook ondersteuning voor lokale besturen en organisaties. Zoals u weet heeft het agentschap ook een opdracht in het ondersteunen van deze lokale besturen. Ook daar worden de overlegmomenten via Skype verdergezet. Er zijn mailings naar lokale besturen, organisaties en asielcentra met info over de coronamaatregelen en er is extra meertalige informatie op de website. Ook worden specifieke vragen van lokale besturen en organisaties beantwoord.
Wat inburgering zelf, in het algemeen betreft: inburgeraars krijgen een zo volledig mogelijke dienstverlening aangeboden. Het proces van wervingsbrieven, aanmelding van nieuwe klanten, ondertekening van inburgeringscontracten en trajectbegeleiding loopt gewoon door. Via aanbod op afstand gebeuren gesprekken en begeleiding telefonisch en online. Documenten worden elektronisch doorgestuurd of per post, indien nodig.
De organisatie van het lesaanbod NT2 en de tests behoren tot de bevoegdheid van minister Weyts van Onderwijs. Ik stem al sinds het begin van de coronamaatregelen af met hem. Minister Weyts is even bekommerd om de voortgang van het NT2-aanbod en zet daar ook op in. Verdere info moet u uiteraard aan hem vragen.
Wat het Agentschap Integratie en Inburgering doet, is doorverwijzen naar het aanbod van de Nederlandse lessen en naar het geplande aanbod NT2 op afstand. Ook wordt er doorverwezen naar het aanbod tijdens de zomervakantie en het aanbod vanaf september.
Maatschappelijke oriëntatie wordt door het agentschap zelf ingericht. Daar maken we nu noodgedwongen de digitale omslag, sneller dan voorzien. Leerkrachten MO zijn aan de slag gegaan met skypelessen, live streamings, blogs, youtube en whatsapp. Ze wisselen daarbij onderling uit. De creativiteit van de leraars is hierbij heel belangrijk.
Er wordt ook aanklampend gewerkt. Er wordt in kaart gebracht wat de digitale vaardigheden zijn. Anderen worden opgebeld of er wordt ondersteuning gezocht voor hen, bijvoorbeeld een digitale buddy-cursist die de andere inburgeraar verder helpt. De leraars hebben introductiefilmpjes gemaakt die de cursisten wegwijs maken in het digitale traject. Kortom, de lessen MO en de inhoud worden nu vanop afstand gegeven.
Ik zal nu concreet antwoorden op enkele vragen over het bereik. Tot nu toe werden 187 cursussen van de 195 op afstand georganiseerd. Afwezige cursisten worden onder meer via mail en telefonisch gecontacteerd door de leerkracht MO. Niet beschikken over de nodige digitale tools is een belemmering, vandaar chromebooks, waar ik later op terugkom.
Wat de inhoud van de lessen maatschappelijke oriëntatie betreft, die blijft uiteraard gelijk. De lessen MO moeten worden gezien, de inhoud daarvan moet worden gegeven. Daarnaast wordt er uiteraard ook gefocust op de covidmaatregelen: social distance, handhygiëne, gebruik van mondmaskers enzovoort. Ook is er extra uitleg over de gewijzigde dienstverlening van instellingen, economische werkloosheid enzovoort. De doorlooptijd van de cursussen MO is op dit moment gelijk als tijdens de niet-digitale lessen.
Mevrouw De Vreese vroeg feedback over de eerste groep cursisten. Die is positief. De cursisten waarderen dat ze de cursus konden afronden en zijn tevreden over de snelle informatie over de coronamaatregelen in de eigen taal of een contacttaal. Ze missen wel de fysieke ontmoetingen en de mogelijkheid om een netwerk uit te bouwen. Dat is een gebrek dat ze vaststellen. Het is ook niet altijd evident, zeker in combinatie met de zorg voor kinderen. Het is de typische zelfde klacht van ouders die met kinderen zitten als ze digitaal moeten werken. Naast het kunnen volgen van de lessen MO wordt ook de trajectbegeleiding op afstand door inburgeraars als heel positief ervaren.
Voor de chromebooks hebben we een extra budget van 500.000 euro vrijgemaakt. De middelen zijn nu georiënteerd. We hebben ze aangekocht omdat niet iedereen de digitale lessen op een effectieve manier kan volgen. Sommigen hebben geen digitale tools, maar ook voor zij die er hebben en tot die 90 procent behoren die we digitaal bereiken, is het niet altijd optimaal. Denk maar aan smartphones. Sommige mensen werken met een smartphone, maar dat is niet de beste manier om zo'n les te kunnen volgen.
Als we dus willen dat onze inburgeraars de lessen MO kunnen volgen, moeten we er ook voor zorgen dat dat technisch mogelijk is. Daarom hebben we de chromebooks aangeschaft om ze via een uitleensysteem tijdelijk in bruikleen te geven. Dat is het grote verschil met het onderwijs, waar digitale instrumenten niet in bruikleen worden gegeven, maar definitief bij de betrokkenen terechtkomen.
Wanneer zijn ze klaar? 200 chromebooks zijn inzetbaar vanaf einde maart. De levering van de overige 900 chromebooks verloopt in twee fasen. Die zijn gepland voor begin juni en begin juli. De chromebooks … (Er treedt een storing op, het geluid van een andere vergadering is hoorbaar.)
Ik hoor een herkenbare stem, maar niet iemand van onze vergadering. We zijn gehackt door een andere commissie.
Ik zat dus bij die chromebooks. De eerste zijn eind mei beschikbaar, die negenhonderd andere zullen we krijgen in twee fasen, in juni en begin juli. Ze zullen dus in eerste instantie dienen ter ondersteuning van inburgeraars zonder digitale tools om de lessen maatschappelijke oriëntatie te kunnen bijwonen. Daarnaast wordt hiermee ook een belangrijke, innovatieve en experimentele fase met betrekking tot digitalisering aangevat. Met het uitlenen van de chromebooks zal ook worden uitgetest welke software, websites, digitaal lesmateriaal voor deze doelgroep geschikt zijn en waar er drempels zijn. Lessen hieruit zullen worden meegenomen in het kader van de ontwikkeling van een digitaal platform en het digitale leerprogramma voor maatschappelijke oriëntatie.
Mevrouw De Vreese, u stelde een vraag over de verankering in de dagelijkse werking en de verdere digitalisering. Het is duidelijk een eerste stap naar e-learning en een digitale dienstverlening. Door de omstandigheden is men ertoe gedwongen, en uiteraard zal er ook hierbij sprake zijn van trial-and-error, daar moeten we niet flauw over doen, maar liever dat dan bij de pakken blijven neerzitten. Welke elementen na de crisis worden verankerd en welke verbeterd, zal moeten blijken uit de evaluatie van de voorbije periode.
Over de exitstrategie waren er vragen van mevrouw Sminate en de heer Ongena. Concreet: vanaf 25 mei zal de face-to-facedienstverlening opnieuw mogelijk worden. Aan klanten wordt gevraagd om alleen te komen. Basishygiënemaatregelen en het voorzichtigheidsprincipe blijven vooropstaan. Werkruimtes worden grondig heringericht, en dit gaat gepaard met circulatieplannen en de nodige signalisatie. Alle fysieke les- en vormingsmomenten, andere instaptoetsen en infosessies voor inburgeraars, anderstaligen, lokale besturen, organisaties en kandidaat-tolken blijven opgeschort tot 31 augustus. Vanaf 25 mei doen we dus de face-to-facedienstverlening, waarbij alle maatregelen worden genomen die noodzakelijk zijn, maar alle andere fysieke contacten schorten we op tot 31 augustus. Dat is eigenlijk vergelijkbaar met het volwassenenonderwijs, waarop we ons aligneren. Er komt dus geen fysieke organisatie van cursussen maatschappelijke oriëntatie, wel een digitale.
Wat digitaal en op afstand vergaderen en samenwerken betreft, worden de instructies van de Vlaamse overheid gevolgd, dus zo veel mogelijk thuiswerk. Na 8 juni zullen de verdere instructies worden gevolgd. Uiteraard mag in een vergaderzaal maximaal de helft van de stoelen zijn ingenomen en moet er anderhalve meter afstand zijn tussen de aanwezigen. Grote manifestaties en evenementen vinden al zeker tot en met 31 augustus niet plaats, tenzij de Veiligheidsraad daarvoor het licht op groen zet.
Voor de inburgeringsprojecten met jongeren wordt gewacht op instructies met betrekking tot de zomerkampen om te beslissen of die kunnen plaatsvinden. Ook wat dat betreft, aligneren we ons dus op de belendende sector.
Tot slot, het is duidelijk dat corona noopt tot creativiteit en het herdenken van het aanbod. Ik stel vast dat het AgII dat voorbeeldig, zeer voluntaristisch en flexibel heeft gedaan, zonder aan kwaliteit in te boeten. Ik wil dan ook mijn bijzondere appreciatie uitdrukken voor de inspanningen om vanaf dag één van deze crisis een maximale dienstverlening te blijven garanderen.
Ik hoop dat ik daarmee op het belangrijkste heb geantwoord.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw uitgebreide antwoord. Ik denk dat het goed is dat de dienstverlening kon blijven doorlopen, op digitale manier of telefonisch, want het is evident dat we de inburgeraars niet mogen loslaten, dat we hen niet aan hun lot mogen overlaten. Anderzijds is het natuurlijk ook zo dat de coronacrisis de inburgeraars niet van hun inburgeringsplicht mag ontslaan. Dus, die cijfers zijn goed, maar, zoals mijn collega ook zei, we moeten ook streven naar die honderd procent, we moeten daar ambitieus in zijn.
Daarom kan ik het appreciëren dat de leerkrachten die mensen zelf opbellen om te kijken wat nu juist het probleem is en hoe ze dat kunnen verhelpen. Dat is een heel grote inspanning voor de leerkrachten, maar ik denk dat dat de enige manier is om die kleine groep die uit de boot dreigt te vallen toch aan boord te houden.
Over het stappenplan om opnieuw fysieke dienstverlening te garanderen, heb ik begrepen dat dat vanaf september het geval kan zijn. Ik denk dat we op dat moment het best nog eens van gedachten wisselen om te kijken hoe dat concreet in zijn werk zal gaan. Bedankt voor uw antwoord.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Bedankt voor uw uitgebreide antwoord.
Er is sprake van een project of een onderzoek door het agentschap om naast het opleidingstraject ook bijkomende taken en tests via het digitale platform te organiseren. Kunt u hiervan al een timing meegeven?
U hebt het over 500.000 euro. In 2020 is er een budget voorzien van 2 miljoen euro voor de verdere digitalisering van het AgII. Kunt u verder toelichten hoe deze 2 miljoen euro wordt besteed en hoe die kadert in de digitaliseringsstrategie van het AgII? Heb ik het goed begrepen dat die 500.000 euro daarin vervat zit?
Ik ben echt benieuwd hoe die verdere digitalisering zal verlopen. Ik heb in een vorige commissie al eens gezegd dat ik voorstander ben van het Nederlandse model, waarbij mensen die gezinsvereniging aanvragen als voorwaarde om een visum te krijgen een deel van het inburgeringstraject in hun land van herkomst moeten volgen en daarover tests moeten afleggen. Ik ben wel benieuwd hoe dit project geëvalueerd wordt en wat uw mening daarover is.
De heer Ongena heeft het woord.
Ik denk dat het een prima zaak is dat u en het agentschap snel hebben geschakeld om via de digitale weg die inburgeringstrajecten zoveel mogelijk te laten verderlopen. In de toekomst zal dat alleen maar helpen om de cursussen efficiënter te geven en om problemen uit het verleden op te lossen. Ik kan me echter wel inbeelden dat die digitale omslag heel bruusk is gebeurd en heel snel is gegaan. Ook al geeft u aan dat men heel veel mensen kan bereiken, toch zal er waarschijnlijk een klein deel uit de boot zijn gevallen. Mensen die het moeilijker hadden om te volgen en die de fysieke contacten nodig hadden. Er staan boetes op het onvoldoende volgen van de inburgeringstrajecten. Houdt men rekening met de huidige omstandigheden om de volgende weken en maanden die boetes wel of niet te geven? Zal er een zekere clementie zijn voor die groep die men in deze omstandigheden moeilijk kon bereiken?
Minister Somers heeft het woord.
Ik ben het volledig eens met mevrouw Sminate dat het belangrijk blijft dat inburgeraars hun inburgeringsplicht nakomen. Het is in hun eigen belang en in het belang van onze samenleving dat ze dat op een goede manier doen. Op dit moment wordt de 10 procent mensen die men niet kon bereiken opgebeld. Men contacteert hen allemaal zodat ze de draad weer opnemen en hun inburgeringstaken wel vervullen.
Twee, we zullen blijven sanctioneren. chromebooks zullen ons daarbij helpen. Mensen die niet digitaal zijn aangesloten, zullen nu een chromebook kunnen lenen voor de duurtijd van hun inburgeringscursus. Daardoor is er ook een contact en kan er worden gecontroleerd of men de lessen wel degelijk bijwoont.
We zullen dat redelijk doen, mijnheer Ongena, maar zonder laks te zijn. We vragen van iedereen redelijkheid. Ook bij de vorige vragen was er redelijkheid gevraagd van bijvoorbeeld lokale besturen wanneer zij de regels moeten toepassen. Hier moeten we ook redelijk zijn. Maar we moeten niet in een soort van laksheid vervallen en misbruiken of uitvluchtgedrag zomaar tolereren. We zullen dat op een juiste manier doen, opnieuw in het belang van de betrokkene zelf, op de allereerste plaats. Die heeft er namelijk alle belang bij dat dat hij een goed inzicht heeft in onze maatschappelijke realiteit.
Mevrouw De Vreese, u hebt het over een digitaliseringsproject. Het bedrag van 2 miljoen euro dat is voorzien, dient onder meer voor het project ‘blended learning’. Tegen het einde van het jaar zullen we de resultaten kennen van dat project. Daar zijn serieus wat middelen op ingezet. Dat gaat niet over het aanschaffen van chromebooks. Het gaat over het volledig digitaliseren van de leerprojecten die we op stapel willen zetten. Het liefst van al zou ik willen dat dat op verschillende kennisniveaus gebeurt. De professor die uit zijn land moet vluchten omdat hij vervolgd wordt, moet niet op hetzelfde niveau studeren als iemand die net kan lezen en schrijven. Ik wil het echt zo goed mogelijk doen. Die middelen gebruiken we daarvoor.
Daarnaast hebben we specifieke middelen gemobiliseerd voor chromebooks. We hebben 250.000 euro uit de projectpot waarover ik vrij kan beschikken voor samenlevingsprojecten. Het agentschap heeft daarvoor zelf ook 250.000 euro op haar begroting kunnen vrijmaken. Die bedragen komen boven op die 2 miljoen euro die zijn voorzien.
Op dit moment vraag ik jullie nog even geduld tot die digitalisering. Dat project loopt nog. Tegen het einde van het jaar zullen we de resultaten kennen en kunnen we daaraan voortwerken. Dat zal inderdaad heel veel mogelijk maken. Het zal het bijvoorbeeld mogelijk maken dat mensen veel sneller op de arbeidsmarkt actief zijn, overdag kunnen gaan werken en 's avonds of in het weekend op eigen tempo die cursussen kunnen leren. Het zal de kennisoverdracht ook objectiveren. Dat is ook heel belangrijk. Ik verwijs bijvoorbeeld naar gevoelige dingen, zoals de gelijkheid van man en vrouw, een basiswaarde in onze samenleving. Zulke dingen kunnen op een heel eenduidige en heldere manier worden overgebracht, naar iedereen op een zelfde manier. Daardoor kan ook het luik examens op een goede manier gebeuren. Je weet dat je op een goede manier de kennis hebt overgedragen, en dus kun je ook op een goede manier testen. Dat is ook in het belang van hen die het examen afleggen, dat ze op een juiste manier kennis hebben kunnen nemen van wat ze moesten verwerven aan vaardigheden en kennis, en dat het examineren ook op een correcte en objectieve manier gebeurt.
Ik denk dat ik hiermee de verschillende bijkomende vragen heb beantwoord.
De drie vraagstellers hebben geen laatste woord meer nodig.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.